Amerika heeft de afgelopen eeuwen veel presidenten gehad. In dit dossier vind je een lijst met alle presidenten – en lichten we de meest spraakmakende uit.
Lijst met Amerikaanse presidenten
Nummer | President | Ambtstermijn |
1 | George Washington | 1789–1797 |
2 | John Adams | 1797–1801 |
3 | Thomas Jefferson | 1801–1809 |
4 | James Madison | 1809–1817 |
5 | James Monroe | 1817–1825 |
6 | John Quincy Adams | 1825–1829 |
7 | Andrew Jackson | 1829–1837 |
8 | Martin van Buren | 1837–1841 |
9 | William Henry Harrison | 1841 |
10 | John Tyler | 1841–1845 |
11 | James K. Polk | 1845–1849 |
12 | Zachary Taylor | 1849–1850 |
13 | Millard Fillmore | 1850–1853 |
14 | Franklin Pierce | 1853–1857 |
15 | James Buchanan | 1857–1861 |
16 | Abraham Lincoln | 1861–1865 |
17 | Andrew Johnson | 1865–1869 |
18 | Ulysses S. Grant | 1869–1877 |
19 | Rutherford B. Hayes | 1877–1881 |
20 | James A. Garfield | 1881 |
21 | Chester A. Arthur | 1881–1885 |
22 | Grover Cleveland | 1885–1889 |
23 | Benjamin Harrison | 1889–1893 |
24 | Grover Cleveland | 1893–1897 |
25 | William McKinley | 1897–1901 |
26 | Theodore Roosevelt | 1901–1909 |
27 | William Howard Taft | 1909–1913 |
28 | Woodrow Wilson | 1913–1921 |
29 | Warren G. Harding | 1921–1923 |
30 | Calvin Coolidge | 1923–1929 |
31 | Herbert Hoover | 1929–1933 |
32 | Franklin D. Roosevelt | 1933–1945 |
33 | Harry S. Truman | 1945–1953 |
34 | Dwight D. Eisenhower | 1953–1961 |
35 | John F. Kennedy | 1961–1963 |
36 | Lyndon B. Johnson | 1963–1969 |
37 | Richard Nixon | 1969–1974 |
38 | Gerald Ford | 1974–1977 |
39 | Jimmy Carter | 1977–1981 |
40 | Ronald Reagan | 1981–1989 |
41 | George H. W. Bush | 1989–1993 |
42 | Bill Clinton | 1993–2001 |
43 | George W. Bush | 2001–2009 |
44 | Barack Obama | 2009–2017 |
45 | Donald Trump | 2017–2021 |
46 | Joe Biden | 2021–nu |
De geschiedenis van de Amerikaanse verkiezingen
In aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen in november 2024 schrijft Amerika-deskundige Frans Verhagen verhalen over verkiezingen uit het verleden. Zo laat hij zien dat Joe Biden en Donald Trump niet de eerste bejaarde presidentskandidaten waren. En dat het vervangen van een presidentskandidaat, zoals de Democraten hebben gedaan, zelden is voorgekomen.
Meer historische context bij de Amerikaanse verkiezingen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Derde presidentskandidaten die het opnamen tegen de Democraten en Republikeinen maakten vrijwel nooit kans, maar bleken in het verleden wel belangrijk voor de uitslag. In hun verkiezingscampagne focusten Amerikaanse presidenten zich vaak op het vertrouwen van de kiezer, en probeerden ze stemmen te winnen door endorsements te vragen van Amerikaanse beroemdheden.
Partijconventies moesten de afgelopen eeuw zowel aan Democratische als Republikeinse kant voor spektakel zorgen, zelfs als de uitkomst door de voorverkiezingen al bekend was. Ook de keuze voor een running mate was al eens doorslaggevend: vaak kozen presidentskandidaten voor een vicepresident die hun eigen netwerk of kwaliteiten kon aanvullen.
Sinds John F. Kennedy en Richard Nixon een historisch debat voerden op de Amerikaanse televisie, gaan presidentskandidaten iedere vier jaar met elkaar in discussie bij verschillende tv-zenders. Dat leverde gedenkwaardige momenten op, maar de debatten gaven nooit de doorslag in de strijd om het Witte Huis. Wel zorgden zogenoemde oktoberverrassingen meermaals voor een beslissende wending in de verkiezingsstrijd.
Wie was de eerste president van Amerika?
De eerste president van Amerika was George Washington. Deze founding father won de allereerste presidentsverkiezingen in 1789. Het Amerikaanse kiessysteem was in dat jaar vrijwel gelijk aan dat van nu: elke staat koos zijn afgevaardigden voor het kiescollege, die vervolgens naar Washington afreisde om de Amerikaanse presidenten te kiezen. Zijn vicepresident werd John Adams, die hem later zou opvolgen. Adams pleitte tijdens zijn presidentschap voor een krachtige rol voor de nieuwe federale overheid.
Meer historische context bij de Amerikaanse verkiezingen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Na Adams belandde Thomas Jefferson in het Witte Huis. Als president kocht hij Louisiana-gebied van de Fransen en verdubbelde hij het Amerikaanse grondgebied. De volgende in de lijn van Amerikaanse presidenten was James Madison. Onder zijn leiding voerde Amerika de Oorlog van 1812 tegen Groot-Brittannië. Ook vetoede hij federale subsidie voor het Erie-kanaal, dat desondanks een enorm succes werd.
Populistische Amerikaanse presidenten
Het presidentschap van Donald Trump wordt vaak vergeleken met dat van Andrew Jackson, de zevende Amerikaanse president. Net als Trump speelde hij in op de ontevredenheid van het volk en provoceerde hij graag zijn tegenstanders. Maar uiteindelijk deed Andrew Jackson het als president niet slecht. Hij liet een democratischer, gemoderniseerd land achter.
De grondlegger van het populisme in de Verenigde Staten is de People’s Party, die in naam van de gewone man tegen de invloed van rijke zakenlieden in de politiek streed. Ook de Democratische politicus Huey Long past in het rijtje van Amerikaanse populisten. De gouverneur van Louisiana had de ideeën van Bernie Sanders, maar de communicatiestijl van Donald Trump.
In 1972 deed een andere populist een gooi naar het Witte Huis: George Wallace. Volgens hem misbruikten ‘de elite’ en de overheid de middenklasse-Amerikanen. Met die boodschap werd hij geen president, maar hij zette wel de toon: sinds Wallace keren veel ambitieuze politici zich tegen Washington.
Abraham Lincoln was de grootste van de Amerikaanse presidenten
Toen Abraham Lincoln aantrad als president, werd er weinig van hem verwacht. Hij was van eenvoudige komaf en was een onwaarschijnlijke presidentskandidaat, maar als POTUS wist hij de Amerikaanse Burgeroorlog te beëindigen en de slavernij af te schaffen. In 1865 kwam er abrupt een einde aan zijn ambtstermijn, toen hij door John Wilkes Booth werd doodgeschoten. Er hadden al eerder aanslagen op Amerikaanse presidenten plaatsgevonden, maar Lincoln was de eerste die werd vermoord.
De generaal die Lincoln en de noordelijke staten aan de overwinning hielp in de Amerikaanse Burgeroorlog was Ulysses S. Grant. In 1868 schopte hij het tot president van de Verenigde Staten. De verkiezingen won hij deels dankzij zijn status van oorlogsheld, maar zijn regering was minder succesvol en werd geteisterd door corruptie.
Amerikaanse presidenten in de twintigste eeuw
In september 1901 werd Theodoore Roosevelt onverwacht president. Met deze energieke, overactieve man ging Amerika de American Century in. Roosevelt zou het presidentschap een nieuwe inhoud geven en veel bijdragen aan de natuurbescherming.
Bij de verkiezingen die volgden probeerde de vakbondsman Eugene Debs het Witte Huis te bereiken. Donald Trump is de eerste oud-president die is veroordeeld voor een misdrijf, maar de socialistische Debs zag zich in 1920 genoodzaakt om campagne te voeren vanuit de cel. Hij zat een jarenlange gevangenisstraf uit wegens opruiing, maar wist toch veel kiezers te trekken.
President Woodrow Wilson leidde de Verenigde Staten door de Eerste Wereldoorlog, maar in de laatste jaren van zijn presidentschap nam First Lady Edith Wilson zijn taken voor een belangrijk deel over. Hoewel ze het altijd ontkende, was Edith Wilson van 1919 tot 1921 in veel opzichten de eerste vrouwelijke president van Amerika.
President Roosevelt loodste Amerika door de Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog bood de leiders van de geallieerde mogendheden de mogelijkheid uit te groeien tot nationale iconen. Dat gold zeker voor Franklin D. Roosevelt: de leider van Amerika tijdens WOII. Toen de Japanners in 1941 Pearl Harbor onder vuur namen, was dat voor Roosevelt genoeg reden om zich in de oorlog te mengen.
Nadat Roosevelt in 1945 overleed, stapte Eleanor Roosevelt uit zijn schaduw. Ze kwam onvermoeibaar op voor de onderdrukten en verworpenen. In 1948 speelde ze zelfs een cruciale rol bij het opstellen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
De moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy
Een van de populairste presidentskandidaten die het tot The Oval Office schopte, was John F. Kennedy. Hoewel zijn katholieke achtergrond tijdens de campagne van 1960 veel weerstand opriep, wist hij zich toch te profileren als een modern, gematigd en democratisch politicus. Maar de jonge president kreeg niet de kans zijn vierjarige ambtstermijn vol te maken: op 22 november 1963 werd Kennedy in Dallas doodgeschoten door Lee Harvey Oswald. Hij was niet de enige van de familie Kennedy die op een tragische manier aan zijn einde kwam: ook zijn broer Robert Kennedy werd vermoord.
JFK’s vice-president Lyndon B. Johnson volgde hem op en wist de daaropvolgende verkiezingen te winnen. Hij loodste in 1964 de Civil Rights Act door het Congres en introduceerde vanaf 1965 de ‘Great Society’. Een ambitieus programma om de armoede in zijn land aan te pakken. Maar hij stuitte van links tot rechts op tegenstand.
Was Nixon de slechtste van de Amerikaanse presidenten?
Johnson verloor veel steun vanwege het Amerikaanse optreden tijdens de Vietnamoorlog. De Republikein Richard Nixon maakte daar in 1968 gebruik van in zijn campagne en won de verkiezingen van Hubert Humphrey. Nixon wist ook de verkiezingen in 1972 te winnen, maar moest aftreden vanwege het Watergate-schandaal: hij had afluisterapparatuur laten plaatsen in het complex waar de Democraten vergaderden.
In de jaren tachtig werd een andere Republikein tot president gekozen: Ronald Reagan. Hij volgde Jimmy Carter op en was een begaafde woordvoerder van een grote conservatieve beweging. Als president maakte hij zich hard voor een neoliberaal economisch beleid van trickle-down-economics en moest hij zich staande houden in de Koude Oorlog. In 1983 kondigde hij het plan aan om een geavanceerd verdedigingssysteem tegen ballistische raketten te bouwen, het Strategic Defense Initiative (SDI), in het dagelijks gebruik al snel Star Wars genoemd. Reagan kwam tijdens zijn ambtsperiode onder vuur te liggen vanwege zijn betrokkenheid bij de Iran-Contra-affaire, maar dat schandaal kostte hem niet zijn presidentschap. Het kwam niet tot een impeachment, wat bij een van zijn opvolgers Bill Clinton wel gebeurde.
Amerikaanse presidenten: van Barack Obama tot Joe Biden
In de eenentwintigste eeuw vonden veel spannende verkiezingen plaats tussen Democraten en Republikeinen. In 2008 werd Barack Obama als eerste zwarte Amerikaan verkozen tot president. Die uitslag was voor velen een verrassing, maar in zijn acht jaar als president kreeg Obama veel voor elkaar, zoals een grote hervorming van de Amerikaanse gezondheidszorg.
Donald Trump won in 2016 verrassend de verkiezingen van Hillary Clinton, en wees vlak voor het einde van zijn ambtstermijn een nieuwe conservatieve rechter aan in het Amerikaanse Hooggerechtshof; iets wat de Republikeinen Obama juist hadden verboden aan het einde van zijn presidentsschap. Trump verloor de verkiezingen van 2020 nipt van Joe Biden, die zich na een dramatisch verkiezingsdebat in 2024 terugtrok uit de campagne voor zijn herverkiezing. Dit keer krijgt zijn vice-president Kamala Harris de kans om het op te nemen tegen Trump.
Openingsafbeelding: Mount Rushmore. Via Wikimedia Commons/Thomas Wolf.