‘Om drie minuten over één op 22 november 1963 werd Lyndon B. Johnson van een kwakkelende, machteloze vicepresident ineens de machtigste man ter wereld. Het was crisis, want John F. Kennedy was net vermoord, maar Johnson wist daar raad mee. In de eerste acht tot tien weken was hij een superpresident. Hij heeft op meesterlijke wijze racistische Democraten weten over te halen burgerrechtenwetten te accepteren en zette programma’s op tegen armoede, zoals de Great Society.’
Voor Amerika-kenner Frans Verhagen is Johnson een van de interessantste presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis. In zijn nieuwe boek Alle presidenten schetst hij de termijnen van de 43 mannen die tot nu toe het ambt bekleedden, en rangschikt hij ze op hun historische betekenis.
‘Johnson was waarschijnlijk de beste politicus die ooit in het Witte Huis heeft gezeten. En toch ging hij ten onder in de internationale politiek, doordat hij zich liet meeslepen in de oorlog in Vietnam. Het is een klassiek Grieks drama: de goden zetten je op de allerhoogste positie en vervolgens proberen ze je te ondermijnen. Alles wat je groot heeft gemaakt, keert zich tegen je.’
Johnson staat op plaats 15, één positie boven Obama. Abraham Lincoln (1861-1865, van wie Verhagen onlangs een biografie schreef), is nummer 1 omdat hij de Verenigde Staten bij elkaar wist te houden toen ze tijdens de Burgeroorlog uiteen dreigden te vallen. Helemaal onderaan staat Warren G. Harding (1921-1923), die de schandalen en de corruptie die zijn regering teisterden niet kon indammen en als president volgens Verhagen overleed aan algehele uitputting en teleurstelling.
Richard Nixon (1969-1974) staat op plaats 32. Sommige analisten waarderen hem omdat hij de Amerikanen terugtrok uit de oorlog in Vietnam en een opening naar maoïstisch China bewerkstelligde. Maar Verhagen denkt daar anders over: ‘Nixon overtrad de wetten van zijn land omdat hij vond dat die voor een president niet golden. Hij zou veroordeeld en afgezet zijn voor het Watergate-schandaal en andere misdrijven als hij zelf niet was opgestapt.
Maar op de lange termijn is nog belangrijker dat zijn presidentschap en het onzalige einde ervan in belangrijke mate hebben bijgedragen aan de huidige polarisatie. Onder Clinton en Obama waren Republikeinen eropuit de president kapot te maken, deels uit onverwerkt ongenoegen dat hún president moest aftreden. Ze hebben geen respect meer voor het ambt.’
Dat Nixon een einde maakte aan het Amerikaanse aandeel in de Vietnam-oorlog is waar, zegt Verhagen. ‘Maar hij heeft de oorlog eerst vier jaar gerekt, omdat terugtrekking het aanzien van Amerika in de wereld zou schaden, waardoor alleen al 26.000 extra Amerikaanse doden zijn gevallen. Een beetje staatsman had dat anders gedaan. En die opening naar China − die had Nixon eerst zelf tien jaar lang onmogelijk gemaakt. Als iemand iets dergelijks geopperd had, zou Nixon hem meteen hebben weggezet als een communistische agitator.’
Of een president succesvol zal zijn, is volgens Verhagen moeilijk van tevoren te zeggen. ‘Het systeem wiedt totaal ongeschikte mensen er meestal uit, zoals de Republikeinse kandidaten Michelle Bachmann en Herman Cain tijdens de huidige verkiezingen. Tijdens de campagne wordt al duidelijk dat ze het niet kunnen.’
Als presidenten tijdens hun termijn uit de bocht vliegen, is dat over het algemeen geen verrassing, omdat hun zwakten al lang bekend zijn: ‘Dat Jimmy Carter een regelneef was en te klein dacht, dat Ronald Reagan totaal niet op de hoogte was van de details, dat Clinton een schuinsmarcheerder was en geen discipline had, dat de kleine Bush intellectueel niet het niveau had om het presidentschap aan te kunnen, dat wisten we allemaal van tevoren.’
Óf een kandidaat daadwerkelijk uit de bocht vliegt, valt niet te voorspellen. ‘Het is wel duidelijk dat het ambt iets met mensen doet, waardoor presidenten onverwacht goed kunnen zijn,’ aldus Verhagen. ‘Dat zie je bijvoorbeeld aan de onbekende Chester Arthur, ooit een echt partijmannetje dat voor de Republikeinen baantjes verdeelde in New York. Arthur was vicepresident toen James Garfield in 1881 doodgeschoten werd, en toen realiseerde hij zich: nu kan ik geen partijmannetje meer zijn. Hij bleek een veel betere president te zijn dan je ooit had kunnen verwachten van zo’n persoon.’ Arthur perkte onder meer de politieke verdeling van ambtenarenbaantjes in.
Eén factor heeft wel een belangrijke voorspellende waarde, aldus Verhagen: ‘De Democraten leveren vaak betere presidenten dan de Republikeinen. Dat komt doordat ze meer nadenken over wat de rol van de overheid moet zijn en daardoor meer visie hebben over wat ze willen met het presidentschap. En dat is van groot belang. Bush senior dacht dat hij klaar was toen hij in het Witte Huis zat. Mission accomplished, zoals zijn zoon later zou zeggen. En hij had geen idee van wat hij eigenlijk wilde.
Omdat Republikeinen voor een kleine overheid zijn, kunnen ze verstrikt raken in de ondermijning van die overheid, en van hun eigen presidentschap. Dat gebeurde met Nixon en de kleine Bush, die tijdens zijn eerste termijn toestond dat vicepresident Dick Cheney in feite de regering leidde. Dat was een soort staatsgreep, waarbij Cheney een parallelle regering runde.’
Na Bush was Obama voor een groot deel van de wereld een verademing. ‘Hij heeft goed gebruikgemaakt van de economische crisis aan het begin van zijn termijn. “Never waste a good crisis,” zei hij zelf, en dat klopt. Op Theodore Roosevelt (1901-1909) – niet te verwarren met Franklin – na werden alle presidenten aan de top van de lijst groot omdat ze verstandig omgingen met oorlog of crisis.
Zo ernstig was het in 2008 niet, maar Obama heeft het bloeden gestelpt. Daardoor kwam een aantal van zijn andere punten in het gedrang, maar dat is logisch. Hij realiseerde niet de change die hij had beloofd, deels vanwege Republikeinse obstructie. Maar als persoon is hij bij het grootste deel van de Amerikanen nog steeds populair. Hij heeft de komende verkiezingen volgens mij al in zijn zak.’
Bestellen?
Alle presidenten van Amerika. Van George Washington tot Barack Obama door Frans Verhagen (208 p. Uitgeverij Veen Magazines-Historisch Nieuwsblad) is voor slechts € 9,95 te bestellen via onze webshop op www.historischnieuwsblad.nl/webshop. Meer informatie vindt u op bladzijde 20 en 78 van dit blad.
Dit artikel is exclusief voor abonnees