Home De moordaanslag op Abraham Lincoln

De moordaanslag op Abraham Lincoln

  • Gepubliceerd op: 24 maart 2015
  • Laatste update 02 sep 2024
  • Auteur:
    Jaap Verheul
  • 12 minuten leestijd
De moordaanslag op Abraham Lincoln

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Waarom nu?

Amerikanen speculeren volop over de motieven van de man die een aanslag pleegde op Donald Trump. In de negentiende eeuw schoot John Wilkes Booth president Abraham Lincoln dood, omdat hij hem een gevaarlijke despoot vond.

Tegenwoordig geldt Abraham Lincoln als een van de grootste Amerikaanse presidenten. Maar in zijn eigen tijd riep hij ook veel verzet op. De populaire acteur John Wilkes Booth vond Lincoln een gevaarlijke despoot. Hij besloot een daad te stellen.

Op 14 april 1865 liep John Wilkes Booth rustig Ford’s Theatre in Washington binnen. Op vertoon van zijn visitekaartje werd de bekende acteur zonder vragen toegelaten tot het balkon, waar president Abraham Lincoln de voorstelling My American Cousin bijwoonde. Booth kende de klucht vanbuiten, wachtte geduldig op een hilarische scène met veel applaus en handelde toen snel. Hij opende deur van de loge, aarzelde geen moment en schoot de president van dichtbij door het achterhoofd. Het ouderwetse Derringer-pistool had maar één kogel, maar dit was genoeg. De majoor die naast Lincoln zat, stak hij met een dolk.

Meer lezen over Amerikaanse presidenten? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Snel sprong Booth daarna vanaf het balkon op het toneel. Alsof hij in een toneelstuk speelde, hief hij zijn mes hoog op en riep het verbijsterde publiek de leus ‘Sic semper tyrannis’ toe. Het was de Latijnse wapenspreuk van de staat Virginia, die veelal werd vertaald als ‘Dood aan de tirannen’. Brutus had zijn werk gedaan. Na dit dramatische gebaar maakte de moordenaar zich via de toneeluitgang uit de voeten en sloeg met een gereedstaand paard op de vlucht naar het Zuiden.

Lincoln is vaak vergeleken met Mozes omdat hij de slaven van hun ketenen had verlost, maar het Beloofde Land dat in zicht was nooit bereikte. Hij stierf kort voor het einde van de Burgeroorlog, die zijn gehele presidentschap had gekenmerkt.

Booth hief zijn mes en riep: ‘Dood aan de tirannen’

Zijn verkiezing op 6 november 1860 had de aanleiding voor de afscheiding van de Zuidelijke staten gevormd. Lincoln was de kandidaat van de Republikeinse partij, een jonge politieke partij die zich tegen verdere uitbreiding van de slavernij keerde. Hij was verkozen door aanhangers in het industriële noorden en westen van de republiek.

Lincoln kreeg echter geen enkele kiesman achter zich uit de Zuidelijke staten, waar op racisme gebaseerde slavernij de motor was achter een spectaculair winstgevende katoenproductie. Ook al verklaarde Lincoln nadrukkelijk dat hij de slavernij ongemoeid zou laten in de staten waar die al bestond, toch vreesden de Zuidelijke staten dat zijn verkiezing het machtsevenwicht in hun nadeel zou verschuiven. Toen Lincoln op 4 maart als president werd ingezworen hadden elf Zuidelijke staten zich inmiddels van zijn Amerikaanse republiek afgescheiden om een eigen natie op te richten, die ze de naam Geconfedereerde Staten gaven. Ze kozen senator Jefferson Davis tot president en Richmond in Virginia tot hoofdstad. Lincoln werd president van een verdeelde natie.

Vanaf zijn ambtsaanvaarding was Lincoln daardoor gedwongen voor het behoud van de Unie te vechten. Vanaf het moment dat de Zuidelijke troepen op 12 april 1861 het vuur openden op het federale fort Sumter voor de kust van Charlston in South Carolina, was hij een oorlogspresident die een burgeroorlog moest voeren tegen de rebellerende staten. Lincoln aarzelde niet om als president en opperbevelhebber ongekende macht naar zich toe te trekken om de republiek te redden. De president verwierf buitengewone bevoegdheden om troepen te mobiliseren, gaf geld uit zonder controle van het Congres en kondigde een blokkade van de Zuidelijke havens af die de katoenexport stillegde en wapenleveranties vanuit Europa moest voorkomen. Bijzonder aanvechtbaar was Lincolns besluit om duizenden burgers zonder vorm van proces gevangen te zetten, omdat ze ervan werden verdacht met de Confederatie te sympathiseren. Geen Amerikaanse president had ooit zoveel macht gehad.

Het was grondwettelijk minstens zo controversieel dat Lincoln tijdens de oorlog zijn presidentiële macht inzette om een einde aan de institutie van slavernij te maken. Hoewel hij aanvankelijk het gangbare standpunt deelde dat het aan de staten en niet aan de federale overheid was om te bepalen waar slavernij was toegestaan, zette hij zijn oorlogsbevoegdheden als president in om de Emancipatieproclamatie af te kondigen die op 1 januari 1863 in werking trad. Alle slaven in de rebellerende staten werden hierdoor ‘geconfisqueerd’ en vervolgens bevrijd. Omdat het federale leger steeds meer gebieden van het Zuiden onder controle kreeg, was het effect van deze oorlogsmaatregel fenomenaal.

Aan het einde van de Burgeroorlog waren zo 3 miljoen slaven bevrijd. Lincoln realiseerde zich maar al te goed dat er na de oorlog discussie kon ontstaan over de wettelijke basis van deze emancipatie. Bovendien bestond slavernij nog in vier grensstaten die zich niet van de Unie hadden afgescheiden. De president zette daarom al zijn politieke energie in om te zorgen dat het Congres een dertiende amendement op de Amerikaanse grondwet aannam, waarmee de slavernij voorgoed in de gehele republiek zou worden afgeschaft. Dit lukte Lincoln op 1 februari 1865, waarmee hij de bijnaam de ‘Grote Emancipator’ verdiende.

Sherman verwoestte Zuidelijke plantages, steden en fabrieken

Ondertussen had Lincoln ook op militair terrein het slotoffensief ingezet. Generaal Ulysses S. Grant, die hij in maart 1864 het commando over alle Noordelijke legers had toevertrouwd, voerde een totale oorlog tegen de Geconfedereerden die erop gericht was de economie van de Zuidelijke staten geheel te ontwrichten. Hij gaf generaal Sherman de opdracht een verwoestende campagne te voeren die Atlanta en een groot deel van de Zuidelijke plantages, steden en fabrieken vernietigde. Uiteindelijk slaagde de nietsontziende Grant erin zijn Zuidelijke tegenspeler Robert E. Lee in te sluiten en schaakmat te zetten. Op 9 april 1865 gaf Lee zich bij het dorpje Appomattox aan Grant over. Richmond was al gevallen en de Zuidelijke president was op de vlucht. De overwinning leek binnen handbereik.

Lincoln had als oorlogspresident niet kunnen voorkomen dat hij veel vijanden maakte. Tijdens de burgeroorlog probeerde hij als nationale president de partijpolitiek zo veel mogelijk terzijde te schuiven. Daarom benoemde hij William H. Seward, zijn grootste Republikeinse rivaal tijdens de verkiezingen, tot zijn minister van Buitenlandse Zaken. Tegelijk stak hij zijn hand uit naar Democraten die bereid waren de oorlog te steunen en werkte hij tijdens zijn herverkiezingscampagne in 1864 met hen samen binnen één Union Party. De gehele oorlog stond de Democraat Edwin M. Stanton hem terzijde als zijn trouwe minister van Defensie.

Desalniettemin werd Lincoln ook in het Noorden diepgaand veracht door veel Democraten, die fel gekant waren tegen de vergaande presidentiële bevoegdheden die hij zich in de oorlog toe-eigende. In New York, waar deze Democraten een overwicht hadden, waren in 1863 zelfs gewelddadige rellen tegen de dienstplicht en het abolitionisme uitgebroken, die Lincoln door legereenheden liet neerslaan. Maar ook de Republikeinse partij bleef verscheurd over de oorlogvoering, de plaats van de slavernij en de toekomst van de Zuidelijke staten binnen de republiek.

Toen Lincoln op weg naar zijn inauguratie door de staatshoofdstad Baltimore reisde, gingen er zoveel geruchten over een moordcomplot tegen hem dat zijn trein schielijk doorreed, tot groot leedvermaak van zijn politiek tegenstanders, die hem nog jaren van lafheid beschuldigden. Tijdens de oorlog werden Baltimore in Maryland en andere delen van deze strategisch gelegen slavenstaat door federale troepen bezet en liet Lincoln veel politiek tegenstanders opsluiten om afscheiding te voorkomen.

Lincolns moordenaar John Wilkes Booth was in dit diep verdeelde Maryland geboren. Hij was de zoon van een uit Engeland geëmigreerde Shakespeare-acteur, die zijn zoon vernoemde naar de Londense demagoog en radicale antimonarch John Wilkes. John raakte ook al snel gefascineerd door theater en politiek, werd lid van de populistische anti-immigratiepartij die de sinistere naam Know Nothing droeg, en stond al vanaf zijn zeventiende jaar in Baltimore op de planken. Door zijn atletisch bouw, uitbundige spel en flair voor romantisch drama bracht hij vele aanbidsters in vervoering. Booth werd al snel een uitstekend betaalde acteur, die door vele tournees ook nationale bekendheid verwierf.

Hoewel Booth in veel verschillende rollen excelleerde, was zijn favoriete personage dat van Brutus, de nobele moordenaar van de Romeinse tiran Julius Caesar in het gelijknamige toneelstuk van Shakepeare. Na het uitbreken van de Burgeroorlog begon de fanatieke acteur, die geheel in de ban van de Geconfedereerde zaak raakte, Lincoln steeds meer te zien als een gevaarlijke despoot in de traditie van de Engelse toneelschrijver. Hij was altijd al een overtuigd tegenstander van het abolitionisme geweest en had in 1858 zelfs deelgenomen aan een erewacht bij de executie van John Brown, de abolitionist die was veroordeeld voor een mislukte poging om een slavenopstand uit te lokken.

Nu sloot Booth zich in Baltimore aan bij een geheim genootschap dat zich, onder de bijna theatrale naam Knights of the Golden Circle, verzette tegen de afschaffing van de slavernij. Tijdens zijn vele tournees door Noordelijke en Zuidelijke staten bleef Booth de Confederatie openlijk steunen, zodat hij begin 1863 in St. Louis zelfs gearresteerd en beboet werd voor het maken van verraderlijke opmerkingen tegen zijn eigen regering. Vooral na de herverkiezing van Lincoln richtte de acteur al zijn woede op de president, die hij verantwoordelijk hield voor de oorlog en het steeds wanhopiger lot van het Zuiden.

Daarom verzamelde Booth in Washington een handvol handlangers om zich heen met het plan president Lincoln te ontvoeren. Het doel van dit complot was om de president naar het Zuiden te smokkelen, zodat de Geconfedereerde regering hem kon ruilen tegen krijgsgevangen soldaten. Door het verloop van de oorlog werd dit plan echter achterhaald. Booth besloot nu tot radicale stappen: de president moest worden vermoord. Nadat Booth bij het Witte Huis een redevoering had aangehoord waarin Lincoln zijn plannen voor een naoorlogse hervorming van het Zuiden ontvouwde, siste hij zijn vrienden toe: ‘Dit is de laatste redevoering die hij ooit zal houden.’

Lincoln was een makkelijk doelwit. Hij vond het voor een Amerikaanse president ongepast om zich door een militaire wacht te omringen alsof hij een Europese vorst was. Hoewel hij wel door een eigen bodyguard werd beveiligd, verliet de president geregeld zonder begeleiding het Witte Huis om te overleggen met ministers of de legerleiding. De hoofdstad Washington leek in die jaren nog veel op een klein dorp waar iedereen zich veilig kon wanen.

Miljoenen namen afscheid van Lincoln. Ze huilden, zongen of ontstaken vuren.

Booth koos voor een aanval op eigen terrein: Ford’s Theatre lag vlak bij het Witte Huis. Lincoln ging er geregeld naar toneelvoorstellingen en had er ook Booth vaak zien spelen vanuit zijn eigen loge. De acteur was in dit theater kind aan huis en liet er zelfs zijn post bezorgen. Toen hij hoorde dat de president van plan was op 14 april naar een voorstelling te gaan, was zijn plan snel gemaakt. Hij zou de president eigenhandig van het leven beroven. Tegelijk zouden zijn handlangers de vicepresident Andrew Johnson en minister van Buitenlandse Zaken Seward thuis vermoorden. De Amerikaanse republiek zou in chaos ten onder gaan.

Booths handlangers waren minder succesvol. Eén van hen was de Geconfedereerde veteraan Lewis Powell, die als spion in Washington verbleef. Zoals afgesproken belde hij precies om tien uur ’s avonds aan bij het huis van Seward. De minister lag te bed na een val van zijn paard en werd door zijn familie verzorgd. Powell drong het huis binnen onder voorwendsel dat hij een medicijn kwam brengen. Op de eerste verdieping werd hij onderschept door Sewards zoon, op wie hij prompt zijn pistool kapotsloeg.

De aanvaller bracht daarna de bedlegerige Seward, die zich met moeite kon verweren, een groot aantal steekwonden toe voordat hij op de vlucht sloeg. Hij liet een spoor van bloed achter. Als door een wonder bleek de minister echter niet levensgevaarlijk gewond. De andere medeplichtige, de Duitse immigrant George Atzerodt, had het inmiddels op een drinken gezet en daardoor het plan om de vicepresident te vermoorden geheel laten varen.

Washington was in rep en roer. De dodelijk gewonde Lincoln werd naar een pension aan de overkant van de straat gebracht, waar hij in een veel te klein bed door haastig toegesnelde artsen werd verpleegd. Het mocht niet meer baten. De volgende morgen om 7.22 uur overleed hij.

Het land dat eerst nog jubelde over overgave van de Zuidelijke generaal Lee werd plotseling in diepe rouw gedompeld, maar de wanorde bleef uit. Al om tien uur werd vicepresident Andrew Johnson tot zeventiende president van de Verenigde Staten ingezworen. Nog geen vier weken later kon hij officieel het einde van de Burgeroorlog uitroepen en met de hereniging van het Zuiden beginnen.

Minister Stanton organiseerde direct na de moord op Lincoln een klopjacht op de daders en de medeplichtigen die voor wapens en onderdak hadden gezorgd. Uiteindelijk werd Booth na twaalf dagen in een schuur in Virginia omsingeld en doodgeschoten. De overige samenzweerders werden snel opgepakt en door een militair tribunaal veroordeeld. Vier van hen, onder wie de vrouw die het pension dreef waar ze samenkwamen, werden op 7 juli opgehangen; de anderen kregen gevangenisstraffen.

Lincoln was de eerste Amerikaanse president die werd vermoord.  Hij werd opgebaard in het Witte Huis en het Capitool. Daarna werd hij met een in zwart dundoek gehulde uitvaarttrein via New York naar zijn huis in Springfield in de staat Illinois vervoerd. Miljoenen mensen stonden langs de 2700 kilometer lange route om afscheid te nemen. Sommigen huilden, zongen hymnen of staken vuren langs het spoor aan om de president te herdenken. Van zijn critici werd niet veel meer gehoord. Voor velen stierf Lincoln, die werd neergeschoten op Goede Vrijdag, als een martelaar. Bij elk opinieonderzoek eindigt hij nog steeds als een van de grootste presidenten, omdat hij de Verenigde Staten tot een eenheid smeedde en de geboortefout van de slavernij uit de republiek had weggewist.

In 1922 werd het Lincoln Memorial gebouwd aan de Mall in Washington. Dit monument, van waaruit een levensgroot beeld van de president uitkijkt op het Capitool, groeide uit tot een krachtig symbool voor de burgerrechtenbeweging. John Wilkes Booth heeft het tegendeel bereikt van wat hij beoogde.

  • In 2012 verscheen als eerste in de biografiereeks van Historisch Nieuwsblad de Nederlandstalige biografie Lincoln: een geniaal politicus van Frans Verhagen.
  • Een levendige beschrijving van de kring rond Lincoln en de gebeurtenissen rond zijn moord is te vinden in Team of Rivals door Doris Kearns Goodwin, het boek dat het uitgangspunt was voor de film Lincoln (2012).
  • De beste biografie blijft Lincoln (1995) door David Herbert Donald.
  • The Darkest Dawn: Lincoln, Booth, and the Great American Tragedy (2005) door Thomas Goodrich leest als een roman.
  • Zie voor het leven van John Wilkes Booth onder meer John Wilkes Booth: Day by Day (20014) door Arthur F. Loux.
  • De klopjacht op Wilkes wordt beschreven in Manhunt: The 12-Day Chase for Lincoln’s Killer (2006) door James L. Swanson.
  • Robert Redford regisseerde de film Conspirator (2010), over Mary Surratt, de vrouwelijke samenzweerder die voor de moord ter dood veroordeeld is.