Na een succesvolle eerste termijn als president verloor Democraat Grover Cleveland in 1888 de verkiezingen. Maar al op de dag dat hij het Witte Huis verliet, zwoer hij terug te keren. Vier jaar later bleken de kiezers inderdaad nog niet op hem uitgekeken.
Het ging over goed en fout. Over wie je kon vertrouwen en wie op het punt stond het land te verraden. Over leugens en nepnieuws. Kortom, de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1884 leken in veel opzichten op de politieke strijd om het Witte Huis nu. Nooit eerder – en tot Trump nooit meer – streden de twee dominante partijen in Washington zó fel tegen elkaar als toen; ze gooiden eindeloos met modder. Beide partijen beschuldigden de ander van kiezersbedrog, nóg een parallel met de huidige situatie. Net als nu waren er mensen binnen de Republikeinen die zich afkeerden van hun eigen criminele kandidaat en had de Democratische genomineerde last van een privéschandaal. Deze Grover Cleveland zou desondanks winnen en geschiedenis schrijven. Net als Trump nu hoopt te doen namens de Republikeinen.
Meer historische context bij de Amerikaanse verkiezingen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Het Amerika van net na de Burgeroorlog (1861-1865) was een in veel opzichten hopeloos verdeeld land. De scheidslijnen waren overal duidelijk te zien, tussen het economisch dominante noorden en het patriarchale en racistische zuiden. Een andere barst liep tussen katholieken, vaak recente migranten, en de gevestigde protestantse orde. En dan was er nog het schisma tussen de stedelijke kust en de nog maar net ontluikende frontier. E pluribus unum (‘uit velen één’), luidde het motto van het jonge land, maar eenheid leek twintig jaar na de oorlog verder weg dan ooit.
En dan was er nog de corruptie. De alomtegenwoordige, diepgewortelde omkoperij van ambtenaren op ieder niveau van de overheid. De Democraten en de Republikeinen deden er vrolijk aan mee, ze waren ‘political machines’, zoals ze het toen noemden, die voor veel leden vooral dienden als kruiwagen en verdienmodel.
Tot iemand besloot dat het genoeg was. Toen jurist Grover Cleveland in de jaren zeventig van de negentiende eeuw burgemeester werd van de middelgrote stad Buffalo in de staat New York, schrok hij van wat hij aantrof in het gemeentelijke bestuur. Een aanbesteding van de stadsreiniging had net verschillende biedingen opgeleverd van bedrijven. De laagste bedroeg 100.000 dollar per jaar, de hoogste bieding meer dan vier keer dat bedrag. De gemeenteraad koos desondanks voor die laatste optie, want dat bedrijf werd geleid door een man met politieke connecties. Cleveland gooide als kersverse burgemeester gelijk zijn veto in de strijd; hij was niet van plan mee te werken aan deze kongsi.
Gedwongen koos het college van Buffalo in tweede aanleg voor de goedkoopste optie, ook al omdat kranten dankzij het veto het verhaal oppikten. Eindelijk iemand die de corruptie aan de kaak stelde. De weigering om mee te werken aan het graaien haalde zelfs de landelijke pers, waardoor de ster van de wat stijve en weinig charismatische Cleveland begon te rijzen.
Cleveland wil niet meewerken aan corruptie
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Hij werd eerst gouverneur van de staat New York. In die functie vocht hij vooral tegen verkwisting. In zijn eerste twee maanden op die post sprak de jurist liefst acht keer zijn veto uit tegen beslissingen van de wetgevende macht. Hij vond de staat veel te veel geld spenderen aan zaken die bevolkingsgroepen moesten paaien, zoals oorlogsmonumenten en goedkope treinkaartjes, en te weinig aan wegen en openbare voorzieningen. Zo kwam hij voor een nog groter publiek bekend te staan als een man met een rechte rug en een bewaker van belastinggeld.
Waar is vader?
Dat valt de Democratische Partij ook op. In 1884 schuiven ze hem naar voren als kandidaat voor het presidentschap. Wat hij in New York doet, is op nationale schaal ook nodig, vinden de partijbonzen. Zijn hele campagne is dan ook gericht op de strijd tegen corruptie. Het slaat enorm aan. De Republikeinen maken het Cleveland ook wel erg makkelijk. Zij schuiven James Blaine naar voren, een beruchte zakkenvuller. Zelfs voor veel Republikeinen is het een affront dat uitgerekend deze ladelichter hun kandidaat is. De afvalligen noemen zichzelf de ‘Mugwumps’, naar een woord uit de Algonkin-indianentaal dat ‘leider’ betekent. Veel van deze rebellen steunen uiteindelijk Cleveland.
Wat doe je als jouw kandidaat hopeloos achterstaat? De favoriet zwartmaken natuurlijk. De Republikeinse Partij vindt een labiele vrouw met een alcoholprobleem. Ooit heeft ze een paar dates gehad met de vrijgezelle Cleveland, maar ook met een vriend van hem. Na enig aandringen wil ze wel beweren dat haar tienerzoon is verwekt door de man die president wil worden. Gek genoeg heeft die zoon de naam gekregen van de andere minnaar die ze had in die tijd. Maar nu beweert ze dat Cleveland haar zelfs heeft verkracht en dat ze daardoor zwanger raakte.
Trump vs. Cleveland
Donald Trump zou net als Cleveland graag terugkeren in het Witte Huis. Maar de mannen lijken weinig op elkaar. Cleveland was een strijder tegen onrecht en corruptie, Trump een veroordeelde crimineel. Hij lijkt eerder op James Blaine, de man tegen wie Cleveland het opnam in 1884. Blaine liet zich omkopen door een spoorwegmaatschappij, alleen zijn politieke status verhinderde dat er een officieel onderzoek naar kwam. Republikeinen die Blaine een slechte kandidaat vonden, verenigden zich onder de naam Mugwumps, te vergelijken met de never-Trumpers die nu actief zijn in die partij. Trump heeft ook iets gemeen met president Harrison, die van Cleveland won dankzij het ronselen van stemmen in Indiana. Recentelijk heeft Trump iets soortgelijks geprobeerd, maar dan na de verkiezingen. Door een official in Georgia onder druk te zetten, poogde hij alsnog genoeg kiesmannen te krijgen om in het Witte Huis te blijven. Het mislukte.
Waar is vader? wordt de slogan van de Republikeinen, een verwijzing naar Clevelands gebrek aan verantwoordelijkheidszin. Net als Trumps bijnaam Sleepy Joe, voor Biden nu, is het een poging om Cleveland belachelijk te maken. Het mislukt, de vrouw verdwijnt al snel weer uit beeld en eindigt zelfs in een inrichting voor geestesgestoorden. Haar zoon wordt op instigatie van Cleveland geadopteerd door een andere familie. Bijna niemand gelooft ook dat ze daadwerkelijk een kind van hem heeft gekregen. De alcoholiste zal Cleveland later nog één keer schrijven, het is een smeekbede om wat geld te sturen.
Een alcoholiste beweert dat hij haar zoon heeft verwekt
Cleveland wint ondanks het vermeende buitenechtelijk kind ruim de verkiezingen en wordt president van de Verenigde Staten. Alle presidenten voor hem ontsloegen alle topambtenaren om de vrijgekomen posities te vullen met eigen mensen. Cleveland houdt echter een hoop van de bestuurders uit de hogere echelons op hun post, al zijn het Republikeinen. Wel ontslaat hij veel middenkader-ambtenaren die hun benoeming hebben te danken aan hun partijlidmaatschap. Kiezers vinden het geweldig, de Washingtonse baantjescarrousel is berucht in de VS in die tijd. Hij is dan ook een klassieke liberaal: de overheid moet klein en goedkoop zijn en zich zo min mogelijk bemoeien met het volk of de economie.
Nek-aan-nekrace tussen Cleveland en Harrison
Als president is Cleveland een hervormer. Hij moderniseert de strijdkrachten en concentreert zich op binnenlandse politiek. Plannen van zijn voorganger om indiaanse gebieden vrij te geven voor bewoning door kolonisten gaan in de prullenbak, net als het voornemen om een kanaal te graven van de Atlantische naar de Stille Oceaan in Nicaragua. Ook probeert hij de hoge importtarieven van de VS te verlagen om de economie te stimuleren, maar die wet sneuvelt in de Senaat. Daarnaast baart Cleveland opzien door in het Witte Huis te trouwen met de 21-jarige dochter van een overleden vriend.
Nicaraguakanaal
Cleveland is ook bekend door wat hij niet deed: een kanaal aanleggen dwars door Midden-Amerika. Zo moest de reistijd tussen de oost- en westkust van de VS korter worden. Het plan was echter zó duur dat Cleveland geen mogelijkheid zag de investering snel terug te verdienen. Pas twintig jaar later kwam een dergelijk kanaal er wel, maar dan in Panama.
Veel van zijn beleid begint na vier jaar net vruchten af te werpen. Het is dus logisch dat Cleveland zich in 1888 opnieuw kandidaat stelt om president te worden. Zijn tegenstrever is deze keer senator Benjamin Harrison uit Indiana, een veteraan uit de Burgeroorlog. Dat is een veel serieuzere opponent, Harrison concentreert zich tijdens de campagne op de importtarieven die Cleveland juist wil verlagen. Harrison beweert dat die tarieven de Amerikaanse industrie beschermen, goedkope prullen uit het buitenland zouden de economie doen instorten. Het spreekt vooral burgers uit het heftig geïndustrialiseerde noordoosten aan, ze willen hun werk houden.
De verkiezingen zijn een nek-aan-nekrace. Alles draait om de overwinning in drie swingstates: Indiana, New York en New Jersey. Vooral in Indiana is het erg close, enkele tientallen stemmen kunnen daar het verschil maken. De Republikeinen pakken het daarom grondig aan, met de ‘blokken van vijf’-strategie. Kiezers die nog niet hebben beslist op wie ze gaan stemmen, worden ingedeeld in groepen van vijf. Aan iedere groep wordt een Republikein toegewezen, die ze moet overtuigen. Zijn woorden niet genoeg, dan mag hij de stemmen ook kopen. De partij betaalt er twee dollar per stuk voor.
Harrison wint, ruim zelfs. Hij heeft een nipte meerderheid in Indiana en pakt ook de belangrijke staat New York. Maar het beeld is vertekend. Cleveland heeft in totaal namelijk meer stemmen dan zijn opponent, maar moet onder het Amerikaanse systeem van kiesmannen toch het Witte Huis verlaten. Hij verhuist naar de stad New York en opent een advocatenkantoor. Maar al op de dag van zijn vertrek uit Washington zweert hij terug te keren. Dat hebben verslagen presidenten eerder gedaan, het is echter nog nooit iemand gelukt na verlies bij de stembus.
De twee partijen schrikken er normaal voor terug om een verslagen politicus weer verkiesbaar te stellen. President Maarten van Buren (1837-1841) heeft bijvoorbeeld na zijn eerste presidentschap nog een keer meegedaan met de verkiezingen, maar dan namens een andere partij. Ook hem lukte het niet om een comeback te maken. Maar bij Cleveland is het anders. De Democraten zien dat hij nog steeds grote aantrekkingskracht uitoefent op kiezers. Bovendien maakt Harrison zich al snel onpopulair met zijn hoge importtarieven, van soms wel 50 procent. De prijzen van consumentengoederen rijzen door zijn protectionisme de pan uit. Dus gaan de heren na vier jaar op herhaling.
Diepe depressie
Zo tumultueus als de twee voorgaande verkiezingen, zo kalm verloopt de stembusgang in 1892. Dat komt omdat de echtgenote van Harrison tuberculose krijgt en erg ziek wordt; hij stopt al snel met campagne voeren. Als Caroline Harrison twee weken voor de verkiezingen sterft, houdt ook Cleveland op met kiezers paaien. De oorverdovende stilte zorgt ervoor dat een derde partij snel kan opkomen. De Populist Party belooft hogere pensioenen en een achturige werkdag. Het spreekt vooral kiezers in de industriële staten aan de westkust aan die anders op Harrison zouden stemmen. Ze lopen over naar de partij die gouden bergen belooft.
Dat betekent het einde van Harrison als president. Cleveland wint met een aardige marge en wordt de eerste – en tot nu toe enige – president die twee geen opeenvolgende regeerperiodes heeft. Maar zijn tweede presidentschap is veel minder succesvol dan het eerste, een typisch geval van de second term curse. De Verenigde Staten zakken niet lang na de stembusgang in een diepe depressie, er heerst paniek op de aandelenmarkten. Er volgt een coup door Amerikaanse planters in het koninkrijk Hawaii en er is een langdurige staking van het spoorwegpersoneel. En alsof dat nog niet genoeg is, ontwikkelt Cleveland een tumor in zijn mond. Artsen verwijderen de wildgroei tijdens een geheime operatie. Het publiek krijgt het verhaal voorgeschoteld dat de president twee kiezen heeft laten trekken en daarom een tijd slist.
Zijn gezondheid is vanaf dat moment niet meer geweldig. Cleveland gaat dan ook niet op voor een derde termijn. In 1897 zwaait hij definitief af als president en verhuist naar een landgoed in New Jersey. Hij sterft in 1908. Zijn laatste woorden: ‘Ik heb zo mijn best gedaan om het goede te doen.’
Meer weten:
- Grover Cleveland (2002) door Henry Graff is onderdeel van de American Presidents Series.
- An Honest President (2000) door Paul Jeffers is een biografie van Grover Cleveland.
- De Amerikaanse president (2024) door Frans Verhagen behandelt de geschiedenis van het machtigste ambt ter wereld.
Openingsafbeelding: Portret van Grover Cleveland door Anders Zorn, 1899.