Home Dossiers Amerikaanse presidenten Vijf aanslagen op Amerikaanse presidenten

Vijf aanslagen op Amerikaanse presidenten

  • Gepubliceerd op: 17 juli 2024
  • Laatste update 09 okt 2024
  • Auteur:
    Maud Zonneveld
  • 5 minuten leestijd
Aanslag op Andrew Jackson
Mount Rushmore met gezichten van Amerikaanse presidenten.
Dossier Amerikaanse presidenten Bekijk dossier

De Verenigde Staten kennen een lange geschiedenis van aanslagen op presidenten en presidentskandidaten. In de negentiende eeuw moesten politici al op hun hoede zijn voor rondvliegende kogels. Vijf historische voorbeelden van aanslagen die soms succesvol waren en soms compleet mislukten.

De allereerste moordpoging: president Andrew Jackson

Op 30 januari 1835 verstopte huisschilder Richard Lawrence zich achter een pilaar bij de ingang van het Capitool in Washington. Hij wachtte op de komst van president Andrew Jackson, ook wel bekend als ‘King Andrew’. Lawrence was geboren in Engeland en was in 1812 naar Washington geïmmigreerd. Hij was mentaal instabiel en had het waanidee dat hij een lang verloren erfgenaam van de Britse troon was. In 1835 was Lawrence ervan overtuigd dat hij de rechtmatige koning van Engeland was en dat alleen ‘King Andrew’ hem in de weg stond om zijn kroon op te eisen.

Meer lezen over Amerika? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Toen de president bij het Capitool verscheen verliet Lawrence zijn schuilplaats, hief zijn pistool met één kogel erin, richtte het op Jacksons hart en vuurde. Lawaai en rook vulden de lucht, maar het buskruit ontbrandde niet en de moordpoging mislukte. Toen Lawrence een tweede pistool trok, ging de president Lawrence met zijn wandelstok te lijf. Het buskruit in Lawrence’ tweede pistool ontbrandde ook niet en omstanders wisten de schutter te overmeesteren terwijl de president in veiligheid werd gebracht. 

Jackson ging de aanslagpleger met zijn wandelstok te lijf

De onwaarschijnlijke redding van Theodore Roosevelt

Drieënhalfjaar na zijn presidentschap besloot Theodore Roosevelt nog één keer mee te doen aan de presidentsverkiezingen. Tijdens een campagnetoespraak op 14 oktober 1912 in Milwaukee, Wisconsin, schoot kroegbaas John Schrank de oud-president in zijn borst. Wonder boven wonder overleefde Roosevelt de moordpoging: in zijn borstzak zat een metalen brillenkoker en opgevouwen kladblaadjes van zijn toespraak, die vijftig pagina’s lang was. De inhoud van zijn borstzak vertraagde de kogel zodanig dat hij de aanslag overleefde.

De kogelgaten in de toespraak van Roosevelt.
De kogel gaat dwars door de opgevouwen pagina’s heen.

Omdat hij geen bloed hoestte, kwam Roosevelt tot de conclusie dat de kogel zijn longen niet had bereikt en wilde hij niet meteen naar het ziekenhuis worden gebracht. In plaats daarvan maakte hij zijn toesprak af, terwijl het bloed door zijn overhemd sijpelde. Schrank werd onmiddellijk opgepakt en zou waarschijnlijk ter plekke zijn gedood als Roosevelt niet had geschreeuwd dat hij ongedeerd moest blijven. Toen Roosevelt eenmaal in het ziekenhuis aankwam, bleek dat de kogel vastzat in zijn borstspier en dat het veiliger was hem daar te laten zitten. Zo droeg Roosevelt de kogel die hem moest doden de rest van zijn leven bij zich.

Een complot tegen John F. Kennedy

De moord op John F. Kennedy in 1963 is een van de bekendste aanslagen op een Amerikaanse president. Maar drie jaar vóór de tragedie in Dallas was al iemand anders van plan de president uit de weg te ruimen.

Pavlick bedacht zich omdat Kennedy zijn vrouw en kinderen bij zich had

Op 15 december 1960 werd Richard Pavlick aangehouden, een 73-jarige postbode uit New Hampshire met psychische aandoeningen. Hij stalkte John F. Kennedy en had tien staven dynamiet op zak; hij was van plan om zichzelf op te blazen. Hij wilde als menselijke bom tegen de auto van John F. Kennedy aanbotsen om te laten zien dat ‘het presidentschap van de Verenigde Staten niet te koop was’. Maar toen Pavlick zag dat de president zijn vrouw en kinderen bij zich had, bedacht hij zich. Pavlick was nog steeds van plan om het complot op een later moment uit te voeren, maar werd gearresteerd voordat hij een tweede poging kon wagen.

De dood van een andere Kennedy

Vijf jaar naar de moord op John F. Kennedy werd ook zijn broer Robert F. Kennedy vermoord, net nadat hij de voorverkiezingen van de Democratische Partij had gewonnen in de staten Californië en South Dakota.

Op 5 juni 1968 begaf Robert Kennedy zich naar de balzaal van het hotel waar hij verbleef: het Ambassador Hotel in Los Angeles. Daar bevond zich een grote groep supporters. Al handenschuddend verlieten Kennedy en zijn entourage de balzaal via een drukke gang. Maar plotseling stapte een man uit de menigte, die hem met een revolver neerschoot. Kennedy werd van dichtbij in zijn hoofd en lichaam geraakt. De man, Sirhan Sirhan, wilde nog een kogel afvuren, maar zijn magazijn was leeg. Kennedy overleed de volgende dag in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Sirhan Sirhan was een christelijke Palestijn en beweerde direct na de moord dat hij zich niets meer herinnerde; hij verklaarde dat hij onder hypnose zou zijn geweest. Tijdens de rechtszitting in 1969 gaf hij uiteindelijk toe dat hij Kennedy vermoordde ’vanwege diens pro-Israëlische sympathieën’.

Robert F. Kennedy raakt dodelijk gewond.
Robert F. Kennedy overleeft de aanslag niet.

De moordpoging op Ronald Reagan

In 1981 raakte Ronald Reagan gewond na een toespraak in het Washington Hilton hotel. Hij liep terug naar zijn limousine toen John Hinckley jr. het vuur opende. Hinckley miste zes keer, maar één kogel ketste af op de limousine en raakte Reagan in zijn onderarm en zij.

De schutter wilde Reagan vermoorden om indruk te maken op Jodie Foster

De president werd snel in de limousine gezet en naar het ziekenhuis gebracht, waar hij werd geopereerd. Zijn toestand was kritisch. Behalve Reagan waren ook drie leden van zijn entourage geraakt, maar allen overleefden de aanslag. Hinckley werd meteen gearresteerd en zei later dat hij Reagan had willen vermoorden om indruk te maken op de Amerikaanse actrice Jodie Foster. Artsen stelden al snel de diagnose dat de schutter geestesziek was, waarna hij werd opgesloten in een instelling.

Andere pogingen

Ook deze presidenten en presidentskandidaten werden onder schot genomen:

  • President Abraham Lincoln werd op 14 april 1865 in het hoofd geschoten tijdens een theatervoorstelling.  Hij stierf de volgende dag.
  • President James Garfield werd op 2 juli 1881 neergeschoten en overleed in september van dat jaar aan zijn verwondingen.
  • President William McKinley werd op 6 september 1901 neergeschoten en overleed acht dagen later aan zijn verwondingen.
  • President Franklin Delano Roosevelt werd op 15 februari 1933 beschoten, maar bleef ongedeerd.
  • De democratische presidentskandidaat Huey P. Long werd op 8 september 1935 vermoord.
  • President Harry Truman werd op 1 november 1950 beschoten, maar bleef ongedeerd.
  • De democratische presidentskandidaat George Wallace werd op 14 maart 1972 neergeschoten. Wallace overleefde de aanval, maar raakte verlamd.
  • President Gerald Ford werd op 5 en 22 september 1975 beschoten, maar bleef ongedeerd.
  • President Barack Obama werd op 11 november 2011 beschoten terwijl hij in het Witte Huis zat, maar bleef ongedeerd.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.