Home Dossiers Amerikaanse presidenten Amerikaanse president zet politie en leger in tegen ongewenst verklaarde immigranten

Amerikaanse president zet politie en leger in tegen ongewenst verklaarde immigranten

  • Gepubliceerd op: 10 juni 2025
  • Laatste update 12 jun 2025
  • Auteur:
    Ivo van de Wijdeven
  • 10 minuten leestijd
Leden-van-de-Nationale-Garde-ondervragen-een-man-tijdens-de-rassenrellen-in-Chicago-1919.-Copyright-Getty-Images-scaled.jpg
Mount Rushmore met gezichten van Amerikaanse presidenten.
Dossier Amerikaanse presidenten Bekijk dossier

Waarom nu?

Donald Trump heeft 700 mariniers en nog eens 2000 extra leden van de National Guard naar Los Angeles gestuurd. Zij moeten optreden tegen demonstranten die eisen dat opgepakte immigranten worden vrijgelaten. Volgens de burgemeester van LA en de gouverneur van Californië kan de politie de situatie zelf prima aan, en gooit Trump door het leger in te zetten alleen maar olie op het vuur.

Wie zwart, immigrant of vakbondslid was, had het meestal zwaar te verduren in het Amerika van president Woodrow Wilson. Politie en leger sloegen stakingen hard neer, de overheid deporteerde linkse migranten, en witte milities vermoordden ongestraft zwarte burgers. De democratie wankelde. Maar zo hoog als het geweld oplaaide, zo snel kwam het ook weer tot bedaren.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u dagelijks geschiedenisverhalen met een actuele aanleiding op onze website en ontvangt u exclusieve nieuwsbrieven. U kunt de eerste maand onbeperkt lezen voor € 1,99. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Op een ijskoude decemberdag werden 249 gevangenen ruw gewekt door schreeuwende bewakers. Ze zaten vast op Ellis Island – ooit de poort naar het vrije Amerika voor miljoenen migranten, maar in 1919 een deportatiecentrum. Het bonte gezelschap van mannen en vrouwen – feministen, anarchisten, socialisten en vakbondsleden – werd in de sneeuw door gewapende bewakers naar een gereedliggend schip gedreven. De aftandse Buford zou hen naar de Sovjet-Unie vervoeren.

De gedeporteerden werden uitgezwaaid door een aantal Congresleden. De 24-jarige ambtenaar J. Edgar Hoover had het allemaal georganiseerd en vertelde de verzamelde pers trots dat dit pas de eerste scheepslading was: The New York Times schreef dat het ministerie van Justitie een lijst van 60.000 ongewenste radicalen had klaarliggen.

De gedeporteerden werden uitgezwaaid door een aantal Congresleden

In opdracht van Attorney General A. Mitchell Palmer maakte Hoover daar meteen werk van. Op 2 januari 1920 vonden er in dertig Amerikaanse steden nachtelijke overvallen plaats. Officiële cijfers ontbreken, maar naar schatting werden in totaal zo’n 10.000 ‘Rooien’ gearresteerd. Het waren vrijwel zonder uitzondering immigranten van Russische of Oost-Europese herkomst, die banden zouden hebben met de twee piepkleine Amerikaanse communistische partijen. De Russische Burgeroorlog veroorzaakte in de Verenigde Staten een Red Scare waarbij de latere communistenjacht in de jaren ’50 van de beruchte senator Joseph McCarthy en de toen tot FBI-directeur opgeklommen Hoover verbleekt.

Volgens de militaire inlichtingendienst streefden 914.854 socialisten, 322.284 ‘Rode’ radicalen en 2.475.371 ‘ongeorganiseerde negro’s’ naar het omverwerpen van de gevestigde orde. Op een gegeven moment circuleerde zelfs een datum waarop dit zou gaan gebeuren: 1 mei 1920. Daarom werden op de internationale dag van de arbeid alle verloven ingetrokken. Politieagenten en burgerwachten patrouilleerden in de straten van grote steden. Overheidsgebouwen werden bewaakt met machinegeweren. Het leger stond klaar om in te grijpen.

Radicalen klaar om gedeporteerd te worden. Ellis Island, 1920.
Radicalen klaar om gedeporteerd te worden. Ellis Island, 1920.

‘Buitenlandse agenten’

Het was het dieptepunt van een duistere periode in de Amerikaanse geschiedenis, die samenviel met het presidentschap van Woodrow Wilson. Hij staat bekend als man van de wetenschap, de eerste en laatste in het Oval Office met een doctorstitel op zak en rector van de gerenommeerde Princeton University voordat hij de politiek in ging. Tijdens zijn eerste ambtstermijn, die begon in 1913, vormde hij het vermolmde staatsapparaat om tot een geoliede machine. Wilson had namelijk het roer overgenomen van een krakend galjoen in het tijdperk van onbeperkte onderzeebootoorlog. Het was hem een doorn in het oog dat de Amerikaanse invloed op het wereldtoneel totaal niet in verhouding stond met de almaar groeiende economische macht van de Verenigde Staten.

De president zag zijn land als lichtend voorbeeld voor de rest van de wereld en pleitte daarom na zijn herverkiezing hartstochtelijk voor Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog. Het Witte Huis wakkerde daarom doelbewust anti-Duitse hysterie aan. Het was in die tijd dat de Duitse Frankfurter worst werd omgedoopt tot de Amerikaanse hotdog.

Toen het in april 1917 eenmaal zo ver was, mocht niets de Amerikaanse oorlogsinspanningen in de weg staan. Natuurlijk werden Duitstalige immigranten direct opgeborgen in interneringskampen, maar dat was pas het begin van de repressie. Wilson ondertekende de Espionage Act en de Sedition Act. Die waren officieel bedoeld om ‘buitenlandse agenten’ aan te pakken, maar werden in de praktijk gebruikt om critici de mond te snoeren. Aan de hand van bewust vage criteria werd de vrijheid van meningsuiting beknot.

Staatsvijand nummer 1

Zo kreeg de Postmaster General het recht om poststukken in beslag te nemen. De aartsconservatieve Albert Burleson gebruikte die mogelijkheid om alles wat hem niet zinde te censureren. Hij had het vooral gemunt op kranten en tijdschriften van ‘radicale’ organisaties als de Socialist Party of America (SPA), de Industrial Workers of the World (IWW) en de National Association for the Advancement of Colored People (NAACP). Wilson vond het allemaal best en gaf Burleson de vrije hand.

Zelf was de president erg ingenomen met de arrestatie van de charismatische Eugene Debs. De 62-jarige SPA-leider wist tijdens de presidentsverkiezingen van 1912 nog 6 procent van de stemmen te halen, maar verdween in juni 1918 als landverrader achter de tralies omdat hij tijdens een toespraak had gezinspeeld op verzet tegen de dienstplicht.

De burgerwachten hoefden niet bang te zijn voor vervolging

De oorlogsindustrie moest ook op volle toeren blijven draaien. Stakingen werden met geweld beëindigd, waarbij de inzet van het leger niet werd geschuwd. Tot grote vreugde van rijke industriëlen werd vakbond IWW tot staatsvijand nummer 1 bestempeld. De Wobblies, zoals de ongeveer 100.000 leden om onduidelijke redenen werden genoemd, waren vaak migranten en zwarten. Bijeenkomsten werden uiteengejaagd, clubhuizen overvallen en leiders gearresteerd.

In het laatste geval hadden ze nog geluk. Want zelfbenoemde burgerwachten als de Knights of Liberty namen het heft in eigen hand en zeker zwarte Wobblies werden vaak op brute wijze gelynched. De burgerwachten hoefden niet bang te zijn voor vervolging, want als het al tot rechtszaken kwam dan werden ze vaak direct vrijgesproken.

Sterker nog, het ministerie van Justitie verleende een semiofficiële status aan de American Protective League. De APL was een door marketingman Albert M. Briggs in het leven geroepen vrijwilligersorganisatie, waarin Amerikanen die geen dienstplicht hoefden te vervullen toch een steentje bij konden dragen aan het veilige thuisfront. Ze sloegen stakers in elkaar, sleepten dienstweigeraars naar barakken en terroriseerden ‘radicalen’.

Staking op scheepswerven in Seattle, 1919.
Staking op scheepswerven in Seattle, 1919.

Stakingen en rassenrellen

Na de Oktoberrevolutie in Sint-Petersburg predikte Wilson ‘geweld, geweld tot het uiterste, geweld zonder grenzen’ om te voorkomen dat Amerikaanse arbeiders het Russische voorbeeld zouden volgen. Dat klinkt raar uit de mond van de man van de Veertien Punten, maar in feite kwam Wilsons ware aard naar boven. De in 1856 geboren president bracht zijn jeugd door in zuidelijke staten en zijn vader – een dominee – bleef er na de Amerikaanse Burgeroorlog van overtuigd dat de Confederatie én de slavernij ten onrechte waren verdwenen.

Wilson had zelf als universiteitsrector eens verkondigd dat slavernij ‘niet zo slecht was als vaak wordt gezegd’. De federale overheid was bij het begin van zijn eerste termijn als president de grootste werkgever voor zwarte mensen, maar er volgden al snel ontslagrondes. In overheidsgebouwen verschenen bordjes ‘colored’ en ‘white’. Stemrecht voor zwarten vond Wilson maar niets (laat staan voor vrouwen, zie kader).

Zelfs gerespecteerde dagbladen deden mee aan de hetze

De wapenstilstand aan het westfront was geen reden om de draconische wetgeving terug te draaien. De angst voor het rode gevaar bleef onverminderd groot. Terwijl Wilson begin 1919 naar Parijs vertrok voor de vredesonderhandelingen, liepen de spanningen in de Amerikaanse samenleving zelfs nog verder op. Tijdens de oorlog hadden de fabrieken in de noordelijke staten op volle toeren gedraaid. Om alle dienstplichtige militairen en stakende arbeiders te vervangen hadden gewiekste fabrieksdirecteuren ongeveer een half miljoen zwarte arbeidskrachten uit zuidelijke staten geworven. In de zomer van 1917 had dat al in diverse steden tot rassenrellen en lynchpartijen geleid.

Door het einde van de oorlog in Europa viel de vraag volledig weg én keerden gedemobiliseerde militairen massaal terug naar huis. Het gevolg: snel oplopende werkloosheid en inflatie. Tegelijkertijd gooiden ontevreden arbeiders massaal het bijltje erbij neer. Zij eisten hogere lonen. Een mede door de Wobblies georganiseerde algemene staking in Seattle werd door de burgemeester afgeschilderd als een revolutie. Toen hij de hulp inriep van het leger, kwam er na vijf dagen een einde aan de staking.

Staking van staalwerkers in Cleveland, oktober 1919.
Staking van staalwerkers in Cleveland, oktober 1919.

Hard tegen hard

Maar in 1919 bleven stakingsgolven door de VS rollen. Vooral in de staalindustrie en de kolenmijnen werd massaal gestaakt. De autoriteiten stuurden vaak het leger eropaf om de stakingen te beëindigen. De fabrikanten zetten zwarte arbeiders in als stakingsbrekers. Daardoor gingen ook witte stakers de zwarte bevolking als zondebok beschouwen. Wilson wakkerde vanuit Parijs het vuurtje nog eens aan door de roep om meer burgerrechten en betere arbeidsomstandigheden gelijk te stellen aan het gevreesde bolsjewisme.

In de Red Summer van 1919 kookte Amerika over. In diverse steden trokken witte menigtes zwarte wijken in om ze in brand te steken. De ordediensten hielden zich vaak afzijdig of deden enthousiast mee. Het grootste bloedbad vond plaats in Chicago: in twee weken tijd werden daar honderden woningen en winkels in de as gelegd. Volgens officiële cijfers vielen er 38 doden en 527 gewonden, maar volgens ooggetuigen werden veel slachtoffers in de rivieren van de stad gedumpt. De daders werden nooit vervolgd, want de autoriteiten hielden zich vooral bezig met het opsporen en oppakken van ‘radicalen’.

De schrijvende pers plaatste alles in het teken van anti-bolsjewisme. Zelfs gerespecteerde dagbladen deden mee aan de hetze. Russische en Oost-Europese migranten werden ook niet ongemoeid gelaten. Ze hadden het wel minder zwaar te verduren dan de zwarte bevolking. Zo werden migranten in New York door soldaten gedwongen om luidkeels The Star-Spangled Banner te zingen. Opgezweepte mensenmenigtes plunderden kantoren van ‘rode’ organisaties en verbrandden op straat linkse lectuur.

Het ging hard tegen hard, want er werd niet alleen volop gestaakt, maar in juni 1919 ontploften er zelfs acht bommen tegelijkertijd in verschillende steden. Anarchisten hadden het gemunt op de autoriteiten. Er vielen twee dodelijke slachtoffers, waaronder een bommenlegger. Attorney General Palmer en zijn gezin kwamen met de schrik vrij, toen de voorkant van hun huis werd weggeblazen. Palmer zwoer wraak.

Arrestatie van vreedzame vrouwen

In 1917 protesteerden suffragettes maandenlang vreedzaam – en in stilte – bij het Witte Huis voor het vrouwenkiesrecht. Na de Amerikaanse deelname aan de Eerste Wereldoorlog kondigde Wilson aan ‘ontrouw’ met ‘harde hand’ aan te pakken. De suffragettes werden gearresteerd en in barre omstandigheden opgesloten. Toen ze uit protest in hongerstaking gingen, kregen ze met trechters dwangvoeding toegediend. Mede daardoor wisten ze de publieke opinie uiteindelijk voor zich te winnen. Ook Wilson ging om en sprak na de wapenstilstand zijn steun uit voor het 19e amendement. In 1920 konden 26 miljoen Amerikaanse vrouwen voor het eerst naar de stembus.

Inkeer

Wilson had ondertussen letterlijk en figuurlijk andere dingen aan zijn hoofd. Hij reisde per trein kriskras door de Verenigde Staten om steun te verwerven voor zijn plannen voor de Volkenbond, waarover hij in Parijs had onderhandeld. Maar in Parijs was de president getroffen door de Spaanse Griep en zijn gezondheid was sindsdien dusdanig zwak, dat het moordende tourschema hem uiteindelijk een beroerte opleverde. Na oktober 1919 was Wilson nauwelijks meer in staat te functioneren.

Palmer en zijn rechterhand Hoover kregen daardoor de vrije hand. De Attorney General greep die kans met beide handen aan, want hij hoopte zich te profileren als de ideale Democratische kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 1920. Palmer speelde de koene ridder tegen het rode gevaar. Dat was dan ook de reden dat hij de dreiging stevig aandikte in de aanloop naar 1 mei: Amerika zou op de rand van een revolutie staan.

De macht van Hoover

J. Edgar Hoover bleef nog decennia op zijn post. Hij werd in 1924 directeur van het Bureau of Investigation, de voorloper van de FBI waarover Hoover tussen 1937 en 1972(!) de scepter zwaaide. Hoover bouwde de FBI uit tot een professionele organisatie, maar wist zelf zoveel kennis en macht te vergaren dat zelfs presidenten bang voor hem waren. Tijdens de Koude Oorlog ging hij vrolijk verder met zijn jacht op ‘radicalen’ – linkse Amerikanen in het algemeen en communisten en zwarte burgerrechtenactivisten in het bijzonder. Voor de georganiseerde misdaad had de FBI-directeur evenwel een blinde vlek. Hij ontkende zelfs lange tijd het bestaan van de maffia.

Uiteindelijk gebeurde er die dag helemaal niets. Palmer stond in zijn spreekwoordelijke hemd. En nadat de Buford was vertrokken van Ellis Island, kwam er bijna direct een einde aan de deportaties. Die bleken een zaak van het ministerie van Arbeid te zijn en onderminister Louis F. Post haalde een streep door de ambitieuze deportatieplannen van Palmer en Hoover. Zij sleepten daarop Post – medeoprichter van de NAACP en uiterlijk het evenbeeld van de Russische revolutionair Lev Trotski – voor een onderzoekscommissie van het Congres om hem onderuit te halen, maar dat mislukte. De politiek kwam tot inkeer en ook het Hooggerechtshof deed een duit in het zakje.

Amerika was ondertussen ook in rustiger vaarwater terecht gekomen, want de belofte van betere arbeidsomstandigheden bleek genoeg om een einde te maken aan de stakingsgolf. Palmers rol was uitgespeeld. De onbekende James M. Cox werd de Democratische presidentskandidaat, maar die verloor kansloos van de Republikeinse senator Warren G. Harding. Hij beloofde een ‘return to normalcy’. De Amerikanen hadden hun buik vol van de door Wilson ingezette kruistocht tegen migranten en socialisten. Het rode gevaar verdween als sneeuw voor de zon. De onder Wilson opgesloten ‘radicalen’ werden allemaal vrijgelaten, Eugene Debs voorop. Harding wist met enige moeite ook de economie uit de duikvlucht te trekken. Amerika was klaar voor de Roaring Twenties.

Meer weten

  • American Midnight (2022) van Adam Hochschild is een pageturner over de periode 1917-1921.
  •  Woodrow Wilson – The Light Withdrawn (2024) van Christopher Cox legt de nadruk op de duistere kanten van Wilsons gedachtengoed.
  • Woodrow Wilson – A Biography (2009) van John Milton Cooper Jr. schetst een positiever beeld van de 28e president.

Nieuwste berichten

Fout in routekaart rampvlucht Bijlmermeer belandde in onderzoeksrapport
Fout in routekaart rampvlucht Bijlmermeer belandde in onderzoeksrapport
Artikel

Fout in routekaart rampvlucht Bijlmermeer belandde in onderzoeksrapport

Wie zwart, immigrant of vakbondslid was, had het meestal zwaar te verduren in het Amerika van president Woodrow Wilson. Politie en leger sloegen stakingen hard neer, de overheid deporteerde linkse migranten, en witte milities vermoordden ongestraft zwarte burgers. De democratie wankelde. Maar zo hoog als het geweld oplaaide, zo snel kwam het ook weer tot...

Lees meer
Greenpeace groot dankzij aanslag op Rainbow Warrior
Greenpeace groot dankzij aanslag op Rainbow Warrior
Interview

Greenpeace groot dankzij aanslag op Rainbow Warrior

Wie zwart, immigrant of vakbondslid was, had het meestal zwaar te verduren in het Amerika van president Woodrow Wilson. Politie en leger sloegen stakingen hard neer, de overheid deporteerde linkse migranten, en witte milities vermoordden ongestraft zwarte burgers. De democratie wankelde. Maar zo hoog als het geweld oplaaide, zo snel kwam het ook weer tot...

Lees meer
Scène uit The teacher who promised the sea
Scène uit The teacher who promised the sea
Recensie

‘The Teacher Who Promised the Sea’ toont dat het Franco-verleden nog springlevend is

Wie zwart, immigrant of vakbondslid was, had het meestal zwaar te verduren in het Amerika van president Woodrow Wilson. Politie en leger sloegen stakingen hard neer, de overheid deporteerde linkse migranten, en witte milities vermoordden ongestraft zwarte burgers. De democratie wankelde. Maar zo hoog als het geweld oplaaide, zo snel kwam het ook weer tot...

Lees meer
De NAVO leidde haar troepen vanuit een grottenstelsel bij Maastricht
De NAVO leidde haar troepen vanuit een grottenstelsel bij Maastricht
Artikel

De NAVO leidde haar troepen vanuit een grottenstelsel bij Maastricht

Vanuit het voormalige NAVO-hoofdkwartier in de Cannerberg werd decennialang de Koude Oorlog gecoördineerd.

Lees meer