Home Dossiers De Verenigde Staten Het succes van redneck George Wallace

Het succes van redneck George Wallace

  • Gepubliceerd op: 20 augustus 2024
  • Laatste update 22 aug 2024
  • Auteur:
    Frans Verhagen
  • 15 minuten leestijd
Gouverneur George Wallace van Alabama spreekt in zijn rolstoel de Democratische Nationale Conventie toe. Miami Beach, 11 juli 1972
Cover van
Dossier De Verenigde Staten Bekijk dossier

Waarom nu?

George Wallace en Donald Trump hebben veel gemeen. Beiden spelen in op gevoelens van een grote groep Amerikanen die menen dat ze misdeeld, bespot en genegeerd worden.

Populist George Wallace speelde vanaf de jaren zestig handig in op gevoelens van onvrede. Volgens hem misbruikten ‘de elite’ en de overheid de middenklasse-Amerikanen. En daarmee zette hij de toon: sindsdien is iedere zichzelf respecterende politicus tegen Washington.

Het is 11 juni 1963 in Tuscaloosa, in het noordwesten van Alabama. Een klamme hitte ligt over het universiteitsstadje. We zien een man in een deuropening. Slechtzittend pak met achterovergekamd haar, dat blinkt van de brillantine. Klein van postuur maar de kin vastberaden vooruit. Een microfoon om zijn nek. Naast hem geüniformeerde staatspolitie. Zoom uit en je ziet tegenover hem een lange, magere man, met een beter, zij het gekreukeld pak, het hoofd ietwat gedraaid, armen wat gekunsteld over elkaar. Een intellectueel type. 

Meer historische context bij de Amerikaanse verkiezingen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

The Stand in the Schoolhouse Door’ wordt een van de bekendste foto’s van de strijd om burgerrechten, net zo iconisch als de bijtende honden van politiecommissaris Bull Connor en de brug bij Selma. Alabama is wereldberoemd in 1963, en dan alleen om foute redenen. De man in de deuropening is gouverneur George Wallace die, zoals beloofd in zijn verkiezingscampagne, twee zwarte jongeren verhindert hun plek in te nemen als student aan de University of Alabama. 

De beroemde foto ‘The Stand in the Schoolhouse Door’: Wallace (links) tegenover Nicholas Katzenbach. Tuscaloosa, 11 juni 1963.
De beroemde foto ‘The Stand in the Schoolhouse Door’: Wallace (links) tegenover Nicholas Katzenbach. Tuscaloosa, 11 juni 1963.

De lange man is president John F. Kennedy’s onderminister van Justitie, Nicholas Katzenbach. Misschien kruist Katzenbach zijn armen zo vreemd omdat hij zeven minuten moet luisteren naar een oratie over ‘states rights’, het recht van individuele staten om hun eigen samenleving in te richten, inclusief het onthouden van burgerrechten aan zwarten. Katzenbach, die een microfoon weigerde, vraagt Wallace nog één keer of hij zich neerlegt bij de gerechtelijke opdracht om de studenten toe te laten. Het antwoord is onveranderd.  

Nadat Wallace naar binnen is gegaan en de fotografen zijn vertrokken, brengen federale agenten de twee studenten naar hun onderkomens. Ze worden hartelijk ontvangen door witte medestudenten die duidelijk Wallace’ boodschap hebben gemist. Intussen heeft president Kennedy Alabama’s staatspolitie onder federale controle geplaatst. Wallace protesteert, maar vindt het niet erg: als de federale overheid intervenieert, dan is die verder ook verantwoordelijk. Bemoeizucht? Los dan zelf de problemen maar op. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Wallace’ theaterstuk levert niets op voor zijn zaak: zijn hardnekkige verdediging van rassensegregatie in het diepe zuiden. Maar politiek gezien doet hij goede zaken. Ineens kent iedereen deze Democraat, gouverneur van een zuidelijke, algemeen nogal achterlijk geachte staat met een reputatie van raciaal geweld. Een gewone redneck, schrijft Time Magazine. Maar wie wil, ziet hier een man die zich verzet tegen van boven opgelegde regels, tegen een arrogante en opdringerige federale overheid. Iemand die zijn nek voor je uitsteekt. Wallace boort een bron aan die nog steeds vloeit. 

Electoraal succes voor Wallace

Aan ambitie ontbreekt het Wallace niet. In maart 1964 duikt hij op in Wisconsin, een staat in het middenwesten, voor de Democratische voorverkiezingen voor het presidentschap. Zijn oorspronkelijke voornemen was Kennedy het vuur aan de schenen te leggen, maar na diens dood is Lyndon Johnson een even aantrekkelijk doelwit. De verwachtingen zijn beperkt: 10 procent van de kiezers zou mooi zijn. Maar gaan die in Wisconsin echt stemmen op een zuidelijke demagoog, die bij zijn inauguratie in 1963 nog provocerend predikte: ‘Segregatie vandaag, segregatie morgen, segregatie altijd’? Die na het opblazen van vier zwarte meisjes in hun beste kerkkleren volhield dat onder de leden van de moorddadige Ku Klux Klan zich ‘veel prima vredelievende individuen’ bevonden?  

‘Segregatie vandaag, segregatie morgen, segregatie altijd’ 

Dat 34 procent van de Democratische kiezers in Wisconsin daar gemakkelijk overheen stapt, stemt Wallace lyrisch en schokt president Johnson. En het blijft niet bij Wisconsin. In Indiana haalt Wallace 30 procent en in Maryland, ten noorden van Washington, liefst 43 procent. Wallace is doorgebroken. Hij krijgt niet alleen de stemmen van de witte zuidelijke migranten die tussen 1910 en 1945 naar het noorden zijn gekomen, maar bereikt ook etnische kiezers, de Italianen, Polen en Serviërs. In Indiana trekt hij katholieke arbeiders.   

Wallace beëindigt zijn campagne in juli en claimt succes. Hij heeft ‘staatsrechten’ op de kaart gezet of in elk geval laten zien dat witte arbeiders weinig geven om de burgerrechtenagenda die president Johnson oplegt aan de Democratische Partij. Het publiek is Wallace snel vergeten als president Johnson in november met een landslide het presidentschap wint. Maar dat vijf staten in het diepe zuiden overlopen naar de Republikein Barry Goldwater geeft aan dat de partijverhoudingen verschuiven. 

Codewoord: staatsrechten

Witte zuiderlingen houden stug vol dat de Burgeroorlog niet ging over slavernij, maar over ‘staatsrechten’: het recht van individuele staten om zelf te beslissen hoe ze hun samenleving inrichten. Inclusief slavernij in dit geval. Tot op de dag van vandaag gebruiken sociaal-conservatieven de term als codewoord voor het recht om in door hen bestuurde staten te kunnen doen wat in de brede samenleving niet acceptabel is. En dat is ook precies wat het Hooggerechtshof deed toen het in 2022 besloot dat abortus niet een recht is waarover de vrouw beslist, maar een bevoegdheid van de staten.   

Wallace is goed gepositioneerd voor 1968. Zijn tussentijdse probleem is dat je als gouverneur in Alabama maar één termijn mag dienen. Hij schuift zijn vrouw Lurleen naar voren. Zij wint maar overlijdt in mei 1968 aan de kanker die ze dan al met zich draagt. Ze wordt opgevolgd door ondergouverneur Albert Brewer. 

De afkeer van de overheid, van ‘de politiek’, die Wallace verwoordt, zal een blijvertje blijken. Volgens een van zijn biografen geeft hij ‘een gevoel van eigenwaarde aan miljoenen middenklasse-Amerikanen die zich gebruikt en misbruikt voelden door afstandelijke, vaak arrogante politici, rechters en bureaucraten, die zich op het oog alleen leken te interesseren voor de heel rijken of de heel armen’. Dat heeft hij goed gezien: sinds de jaren zestig voert zowat elke kandidaat campagne tegen Washington. 

Brandweerlieden verjagen Afro-Amerikanen. Birmingham, Alabama, 3 mei 1963.
Brandweerlieden verjagen Afro-Amerikanen. Birmingham, Alabama, 3 mei 1963. Bron: Getty Images.

Scheiding der geesten 

In 1968 treedt Wallace aan als derdepartijkandidaat, onder de vlag van de American Independent Party. Aanvankelijk lijkt president Johnson onaantastbaar. Wallace weet intussen dat antipathie tegen zwarten onderhuids kan werken, maar je moet het niet te expliciet maken. ‘Dogwhistles’ noemen we dat tegenwoordig: je zegt iets dat onschuldig klinkt, maar dat iedereen begrijpt. Wallace is populair in witte buurten die dicht bij zwarte wijken liggen, waar bewoners de effecten voelen van de integratie van woonwijken en scholen. Wallace werpt licht op wat journalisten zullen omschrijven als de noordelijke ‘backlash’, de terugslag op de Democratische toewijding aan de burgerrechten. 

De zuiderlingen hebben de Democratische Partij al verlaten, ze hebben in 1964 al op de Republikein Barry Goldwater gestemd, die anders dan gebruikelijk in zijn keurige conservatieve partij een uitgesproken verdediger van segregatie is. Nu bouwt Wallace de brug waarover ook blue collar-noorderlingen vertrekken. De Democratische Roosevelt-coalitie van de New Deal, waarbij noorderlingen segregatie accepteerden in ruil voor progressief beleid, is definitief verbroken. Met zijn ‘noordelijke strategie’ speelt Wallace in op die scheiding der geesten. Hij klinkt als een Republikein als het gaat om bijstand, ras en belastingen, als een Democraat op het gebied van bestaanszekerheid en vakbondsrechten, en als een zuiderling over geloof en nationalisme. 

George Wallace voor zijn ideale landkaart, 10 februari 1972.
George Wallace voor zijn ideale landkaart, 10 februari 1972. Bron: Getty Images.

De grote migratie

Het is algemeen bekend dat miljoenen zwarte zuiderlingen vanaf 1905 naar het noorden migreerden. Ze waren op zoek naar banen en hadden genoeg van de lynchings en segregatie. Minder bekend is dat nog veel meer witte zuiderlingen naar het noorden verkasten. En naar het westen, waar ze in Californië in de Central Valley terechtkwamen. Bakersfield werd een centrum van countrymuziek. Deze ‘Southern Diaspora’, zoals de socioloog James Gregory het noemt, was de basis waarop George Wallace in 1964 zijn eerste successen kon boeken. Zijn taal, zijn stijl en zijn accent openden deuren in het noorden. Hij kon ook gebruikmaken van netwerken die dateerden uit de jaren twintig, toen de Ku Klux Klan in het middenwesten bijzonder actief was. 

Wallace is een begaafd campagnevoerder, krijgt de lachers op zijn hand. Hij heeft het over ‘baardige bureaucraten’ en pseudo-intellectuelen ‘die niet eens hun fiets recht kunnen parkeren’. Martin Luther King noemt hij steevast een communistische agitator. Hij verwerpt de ‘highpocrisy’ van de machtselite in Washington. Die eist overal integratie, maar ze stuurt haar eigen kinderen naar privéscholen of naar omliggende staten, liever dan de grotendeels zwarte scholen in DC. Hij schampert over hun verontschuldigend gestotter van ‘speciale omstandigheden’ of ‘de problemen van nationale bekendheid’. 

In de naweeën van de desastreuze Democratische conventie in Chicago staat Wallace in veel peilingen op 20 procent. Nadat zijn campagnefilm The Wallace Story wordt uitgezonden, haalt hij vijf maal zoveel geld binnen als Democraat Hubert Humphrey. Een analist vergelijkt het met een ijsberg: ‘Er is heel wat meer dan je kunt zien aan de oppervlakte, en wat daaronder zit, is het gevaarlijkste deel.’ 

Tegelijkertijd is Wallace zijn eigen ergste vijand, of in elk geval is zijn reputatie dat. Zo vraagt een Pools-Amerikaanse leider: als Wallace president wordt, gaat hij alle zwarten opjagen en neerschieten, toch? En Wallace zelf verklaart trots: ‘Wij in Alabama, we hebben geen rellen. Als ze daarginds een rel beginnen, krijgt de eerste die een baksteen opraapt een kogel in zijn kop, dat is alles.’ Vaak gaat hij te ver. Een noordelijk gehoor is niet gediend van sneren naar wops (Italianen), kikes (Joden) en de paus. 

‘De eerste die een baksteen opraapt, krijgt een kogel in zijn kop’ 

Bovendien blundert Wallace bij het vinden van een running mate. Zijn eerste keuze, een gematigde zuidelijke oud-gouverneur, laat hij vallen als zijn rechtse achterban protesteert. Vervolgens haalt hij de agressieve, roeptoeterende generaal Curtis LeMay binnen, bekend als ‘Bombs Away LeMay’ van de oorlogsbombardementen op Tokio en een uitgesproken voorstander van het gebruik van kernwapens in Vietnam. Het komt Wallace duur te staan. Tegenstanders hebben het over de ‘Bombsey Twins’, een niet al te subtiele verwijzing naar de Ku Klux Klan-bommen die in Birmingham de vier meisjes hadden opgeblazen. 

Het zet een neerwaartse spiraal in gang. Een derde partij verliest uiteindelijk altijd aan de kandidaten die wel kunnen winnen. Kiezers willen hun stem niet verspillen. In de slotmaanden haken veel vakbondsleden alsnog af, en dat geldt ook voor witte vrouwen in de suburbs. Wallace eindigt met 13,5 procent van alle uitgebrachte stemmen, op zich een heel behoorlijk resultaat. Dat hij de vijf Goldwater-staten binnenhaalt, verrast niet. Opmerkelijker, en te weinig onderkend als een teken van grote verandering, is dat hij de helft van zijn tien miljoen stemmen haalt in noordelijke of westelijke staten, inclusief een half miljoen in Californië, dat Hubert Humphrey aan Nixon verliest.  

Wallace wordt het podium op gerold bij een rally. Greensboro, North Carolina, 20 maart 1976.
Wallace wordt het podium op gerold bij een rally. Greensboro, North Carolina, 20 maart 1976. Bron: Getty Images.

De superbe analist Geoff Hodgson schreef over 1968 memorabele en in zekere zin tijdloze woorden: ‘Gewone mensen stemmen vaak op demagogen als Richard Nixon en George Wallace, die niet hun echte belangen vertegenwoordigen, maar die ten minste hun morele en patriottische gevoelens lijken te begrijpen, liever dan op de voorstanders van verandering, die hun belangen overeind houden maar hun gevoelens kwetsen.’ Het klinkt verrassend up-to-date. 

Wallace kan eer inleggen met zijn resultaten, maar moet evenzogoed in 1970 in Alabama aan de bak om zijn gouverneurschap terug te winnen van de man die zijn overleden echtgenote had vervangen. Als hij verliest, zal dat een einde maken aan zijn landelijke ambities. In een smerige campagne, zelfs naar de standaarden van Alabama, sleept hij de overwinning uit het vuur.  

Wallace is man van het moment

Zittend president Richard Nixon staat er eind 1971 niet goed voor. Hij heeft baat bij gerommel in de Democratische Partij, waar een hele batterij aan kandidaten klaarstaat, inclusief George Wallace. Nixon helpt een handje door zijn ‘dirty tricks’-team op pad te sturen om de frontrunner, senator Edmund Muskie te ondermijnen. Hij weet dat Wallace in het noorden niet zal prevaleren. Op 14 maart krijgt Nixon in Florida wat hij wil: Wallace haalt 42 procent, Muskie maar negen.  

Inmiddels zijn de onderwerpen veranderd, in het voordeel van George Wallace. Het gaat niet meer om burgerrechten per se, maar om de effecten ervan op de samenleving. Rechters dwingen kinderen om naar scholen buiten hun wijk te gaan. ‘Busing’ is bijzonder controversieel, vooral in het noorden, waar de wijken veel verder uit elkaar liggen en de bussen grote afstanden moeten overbruggen. Arbeiders ervaren dat ze door positieve discriminatie promoties mislopen. En huiseigenaren willen nog steeds gekleurde nieuwkomers weren. 

Basisschoolkinderen in een schoolbus, onderdeel van het ‘busing’-programma. Chicago, 1968.
Basisschoolkinderen in een schoolbus, onderdeel van het ‘busing’-programma. Chicago, 1968. Bron: Getty Images.

In Wisconsin haalt Wallace op 4 april 22 procent, een week later in Pennsylvania 21 procent. In beide staten eindigt hij als tweede, respectievelijk na George McGovern en Hubert Humphrey, maar Wallace is de man met momentum en hij hoopt het in Maryland te laten zien.  

In een shopping mall in Laurel draait Wallace op 15 mei voor de tweede keer die dag zijn verhaal af, een tirade van vijftig minuten tegen de intense slechtheid van de overheid, de federale rechtbanken, de nationale media, bureaucraten, en pseudo-intellectuele professoren – de eeuwige populistische riedel. Hij is moe, zijn stem hapert en hij kan zijn gewone intensiteit niet opbrengen. Niettemin oogst hij flink applaus, waarna hij zich, tegen het advies van zijn bewakers, in de menigte stort om handen te schudden. 

Opeens duwt een jongen met een Wallace-button zich door de menigte. Arthur Bremer glipt langs 57 politiemensen en een groepje Secret Service-agenten, roepend: ‘Hey, George! Hey, George!’ Volgens The Washington Post was hij gekleed in ‘rood, wit en blauw’ en ging het om een ‘loner met een hang naar porno’. Van korte afstand schiet hij vijf keer. Wallace wordt in zijn borst getroffen, een van de kogels gaat door zijn lichaam heen en raakt de ruggengraat.  

Wallace komt tot inkeer

Geschokte tegenstanders zetten hun campagnes op pauze. ‘Bid voor ons land,’ zegt George McGovern. Nixon reageert geheel naar karakter: hij geeft zijn staf meteen opdracht de aanvaller als een linkse activist af te schilderen. Howard Hunt, de latere Watergate-crimineel, wordt nog dezelfde dag op pad gestuurd om pamfletten van McGovern en Kennedy in Bremers appartement te leggen.  

De volgende dag wint Wallace ruim in Maryland en in Michigan. Maar binnen een week is duidelijk dat Wallace de rest van zijn leven in een rolstoel zal zitten en altijd pijn zal lijden. Verdere campagne heeft geen zin en George McGovern, de favoriete tegenstander van president Nixon, verwerft de nominatie. Wallace maakt een korte entree op de Democratische conventie, maar voelt zich te beroerd om ervan te genieten. 

Wallace toont vanuit zijn ziekenhuisbed een krantenkop over zijn winst in Maryland en Michigan, 17 mei 1972.
Wallace toont vanuit zijn ziekenhuisbed een krantenkop over zijn winst in Maryland en Michigan, 17 mei 1972. Bron: Getty Images.

In Alabama, waar inmiddels termijnbeperkingen voor het gouverneurschap zijn afgeschaft, wint Wallace in 1974 een derde termijn. In 1976 spreekt hij voorzichtig over landelijke ambities maar zijn tijd is voorbij. Een andere zuidelijke gouverneur, Jimmy Carter, minder grof, beter passend in het tijdsbeeld, blijkt wel in staat door te breken. In 1978 wordt Wallace opnieuw herkozen. 

Bij de gouverneursverkiezingen van 1982 neemt hij afstand van zijn reactionaire en racistische standpunten. Hij vraagt, en krijgt, steun van Afro-Amerikaanse kiezers, waarmee hij van aarts-racist een symbool wordt van de veranderingen in Alabama en het zuiden. Zijn verhaal van inkeer en gezamenlijkheid spreekt aan. De harde man in de schoolpoort heeft zijn schild afgeworpen. Het wordt gewaardeerd. Burgerrechtenactivist Jesse Jackson maakt zijn opwachting in Montgomery. In 1986 ziet Wallace af van een vijfde termijn vanwege gezondheidsproblemen. Hij overlijdt in 1998. 

Op latere leeftijd wordt Wallace gematigder en ontmoet zelfs burgerrechtenactivist Jesse Jackson. Montgomery, Alabama, 23 mei 1983.
Op latere leeftijd wordt Wallace gematigder en ontmoet zelfs burgerrechtenactivist Jesse Jackson. Montgomery, Alabama, 23 mei 1983. Bron: Getty Images.

Biografen noemen Wallace ‘de meest invloedrijke verliezer’ in de politiek van de twintigste eeuw. Daar zit wat in als je je realiseert dat Wallace de trend zette waarop niet zijn Democratische, maar de Republikeinse Partij sinds de jaren zestig heeft gesurft: sociaal-conservatisme, appel op culturele onderwerpen, geloof en gezinswaarden, en vooral boze kiezers wijsmaken dat de overheid hun vijand is. Cru populisme, iets waarop George Wallace het patent had, maar niet het alleenrecht.  

De ideologische richting van Amerika is veranderd 

In de jaren zestig werd gezegd dat het zuiden meer zou worden zoals de rest van het land. Het omgekeerde lijkt het geval: het land is meer geworden zoals het zuiden. Richard Nixon heeft de deur geopend met zijn ‘southern strategy’ en Ronald Reagan heeft succes geboekt met conservatief populisme. Ze hebben de ideologische richting van Amerika veranderd.  

Maar Wallace heeft de weg gewezen, de brug geslagen. Er loopt een directe lijn van George Wallace naar Donald Trump, de demagoog die verrassend vaak een echo lijkt van zijn zuidelijke voorganger. Die dezelfde groep kiezers aanspreekt. En Wisconsin, Michigan en Pennsylvania zullen ook in november 2024 weer beslissend zijn. 

Meer weten:

  • The Southern Diaspora (2006) door James Gregory beschrijft hoe dat meer witten dan zwarten vertrokken uit het diepe zuiden. 
  •  Nixonland (2009) door Rick Perlstein laat zien dat Richard Nixon verantwoordelijk is voor alles wat er sinds 1968 is gebeurd. 
  •  The Politics of Rage (2000) door Dan T. Carter is de beste biografie van George Wallace. 

Openingsafbeelding: Gouverneur George Wallace van Alabama spreekt in zijn rolstoel de Democratische Nationale Conventie toe. Miami Beach, 11 juli 1972. Bron: Getty Images.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 9 - 2024