Home In zijn eerste honderd dagen moet een president leveren

In zijn eerste honderd dagen moet een president leveren

  • Gepubliceerd op: 4 februari 2025
  • Laatste update 05 feb 2025
  • Auteur:
    Frans Verhagen
  • 8 minuten leestijd
Inauguratie Franklin D, Roosevelt

Waarom nu?

Donald Trump beloofde dat hij voor 'de meest uitzonderlijke eerste honderd dagen' van een presidentschap ooit zou zorgen.

Donald Trump tekende in zijn eerste dagen als president een recordaantal executive orders. Nieuwe presidenten maken graag een vliegende start met ambitieuze wetgeving, want ze worden afgerekend op de prestaties tijdens hun ‘eerste honderd dagen’. Dat is een traditie die begon onder Franklin Roosevelt.

Amerika verkeerde in crisis toen Franklin Delano Roosevelt op 4 maart 1933 zijn inaugurele rede hield. Na de beurscrash van 1929 was de economie ingestort. Torenhoge Amerikaanse importheffingen, gekopieerd door andere landen, hadden de wereldhandel in het slot gegooid. President Herbert Hoover wist die neerwaartse trend niet te doorbreken en was bij de verkiezingen genadeloos afgestraft.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Terwijl het land wachtte op het aantreden van Roosevelt – in die tijd was dat pas vier maanden na de verkiezingen – liep de werkloosheid verder op tot 25 procent. Net voor de inauguratie leidde een run op de banken door mensen die bang waren hun tegoeden kwijt te raken tot sluiting van de meeste Amerikaanse bankinstellingen. Het land verkeerde letterlijk en figuurlijk in een depressie.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Roosevelt straalde energie uit

In zijn rede wilde Roosevelt zowel de ernst van de situatie onderstrepen als de burger moed inspreken. Vijf keer gebruikte hij metaforen die aan een oorlog refereerden. Maar het meest resoneerde zijn beroemde citaat ‘The only thing we have to fear is fear itself.’

Hij beloofde het Congres aan het werk te zetten. In één klap deed FDR wat Hoover niet was gelukt: hij gaf Amerikanen hoop en daarmee energie. Die straalde hij ook zelf uit. Roosevelt beloofde onmiddellijke actie met een eenvoudig uitgangspunt: probeer iets, en kijk of het werkt. En als het niet werkt, probeer dan wat anders.

Als gouverneur van New York had FDR de problemen van de depressie van dichtbij gezien. Volgens hem was een overheidsrol noodzakelijk. In New York had hij al het een en ander geprobeerd, niet zonder succes. Als gouverneur had Roosevelt in een radiotoespraak in april 1932 gezegd dat stabiele welvaart alleen mogelijk was met plannen ‘die van de bodem worden opgebouwd en niet van bovenaf worden opgelegd. Die opnieuw hun vertrouwen uitspreken in de vergeten man op de bodem van de economische piramide.’

Hoover en Roosevelt rijden samen naar de inauguratie.
Hoover en Roosevelt rijden samen naar de inauguratie.

Met deze forgotten man-toespraak onderscheidde FDR zich van zijn Democratische tegenstander voor de nominatie, oud-gouverneur en oud-presidentskandidaat Al Smith. Roosevelt realiseerde zich hoe belangrijk het was om de rol van de overheid te benadrukken. Terwijl zijn Republikeinse tegenstander Hoover stelde dat hij niets meer aan de economie kon doen, weigerde Roosevelt dat te accepteren.

Eenmaal ingezworen kondigde Roosevelt direct een bank holiday af voor de maandag na zijn inauguratie. Hij verlengde die daarna voor de rest van de week. In de tussentijd stelde hij de Emergency Banking Act op, die hem als president ongekende macht gaf over het financiële systeem. Alle banken werden doorgelicht door het Witte Huis. Een groot aantal bleef daarna gesloten, en bij de rest werden de banktegoeden gegarandeerd door de overheid. Banken moesten kiezen of ze wilden bankieren voor consumenten of voor eigen rekening wilden investeren. De wet werd – vrijwel ongelezen – nog dezelfde dag door het Congres gejast.

President bij de open haard

Op 12 maart, de zondagavond voordat de banken zouden heropenen, hield FDR live op de landelijke radio zijn eerste fireside chat: een praatje bij de open haard. Roosevelt zag radio als het ideale medium om de bevolking direct te bereiken, zonder tussenkomst van de schrijvende pers. Op warme toon sprak hij zestig miljoen luisteraars aan met ‘my friends’ en vertelde hij dat hij ‘een paar minuten’ met hen wilde praten over het bankwezen. ‘Hij maakte het begrijpelijk voor iedereen, zelfs voor bankiers’, zei de komiek Will Rogers. De volgende dag kregen de heropende banken voor het eerst in maanden meer geld binnen dan er werd opgenomen.

Roosevelt spreekt het volk toe over de bankencrisis
Roosevelt spreekt het volk toe over de bankencrisis tijdens een van zijn ‘Fireside Chats’.

Roosevelt hield de vaart erin met de Agricultural Adjustment Act, die de landbouwcrisis moest aanpakken. Boeren kregen subsidies om niet te planten, want overproductie had tot dusdanig lage prijzen geleid dat het niet meer loonde om voedsel naar de markten te brengen. De landbouwsector stabiliseerde, al bleef de situatie op het platteland penibel omdat grondbezitters wel subsidies kregen, maar de keuterboertjes die het land bewerkten niet. Zijn wetten deden ook niets aan de voedselverspilling, terwijl er in de steden honger werd geleden.

De president proostte op het einde van de Drooglegging

Een gemakkelijk succesnummer waren de amendementen op de gehate Volstead Act die in 1919 de Drooglegging had bezegeld. Op 7 april kregen staten de vrijheid om de alcoholregels zelf te bepalen, wat overal in het land tot beer parties leidde. Amerikanen vierden feest met het slappe bier dat de VS nog lang zou blijven teisteren, maar het was goed voor het optimisme. Zelf had Roosevelt zich zijn cocktail aan het einde van de werkdag nooit laten ontgaan. Nu zei hij er een biertje op te zullen drinken.

Roosevelts succesvolle alfabetsoep

De actiebereidheid van de regering-Roosevelt sprak uit de programma’s die we nu kennen als de New Deal. Vanwege alle afkortingen worden ze vaak aangeduid als de alfabetsoep. Via de Federal Emergency Relief Administration (FERA) ging er 500 miljoen dollar naar de staten voor directe noodhulp, zoals voedselpakketten, soepkeukens en dekens. Buitengewoon succesvol was het Civilian Conservation Corps (CCC), dat binnen de kortste keren 250.000 jongeren aan het werk zette om de federale bossen en parken te verfraaien. Het combineerde Roosevelts wens om zo snel mogelijk zoveel mogelijk mensen werk te bieden én het natuurbeheer te verbeteren.

Roosevelt was ook flexibel. Om een opstand onder op hun pensioen gekorte veteranen te beteugelen, opende hij de CCC ook voor hen, terwijl de leeftijdgrens oorspronkelijk 25 was. De veteranen monkelden over de ene dollar per dag die ze verdienden, maar Roosevelt haalde hiermee wel de lont uit het kruitvat.

De Federal Emergency Administration of Public Works, later omgedoopt tot de Public Works Administration (PWA), stelde zes miljard dollar beschikbaar voor investeringen in de infrastructuur. Het ging om klassiek stimuleringsbeleid: de overheid schiep banen, de arbeiders konden weer geld uitgeven, de economie zou profiteren en anderen zouden daardoor aan het werk blijven. Met deze fondsen werden dammen en spoorwegen aangelegd: het financierde grote projecten zoals de Lincoln Tunnel en Triborough Bridge in New York en de Boulder Dam in Colorado (later genoemd naar de initiator Herbert Hoover).

Bonnevile Dam wordt gebouwd door subsidie.
Roosevelt financiert de bouw van de Bonnevilledam in de Columbia-rivier.

Met de Tennessee Valley Authority (TVA) die in mei door het Congres werd opgezet, gaf Roosevelt de overheid een hoofdrol bij het bouwen van dammen en elektriciteitscentrales in de Tennessee River. Het was niet alleen een gigantisch werkverschaffingsproject, het maakte ook een einde aan veelvuldige overstromingen en voorzag een enorm gebied in het Diepe Zuiden voor het eerst van elektriciteit. Het plan lag al jaren op de plank, maar was altijd gedwarsboomd door elektriciteitsbedrijven en conservatieven, die de bestaande dammen juist wilden privatiseren.

De druk van de eerste honderd dagen

Roosevelt had actie beloofd en hij had actie geleverd. Zijn beleid maakte geen einde aan de depressie en was niet radicaal te noemen, maar het veranderde de sfeer. Er was weer ruimte voor optimisme. Het pakket aan maatregelen werd op 16 juni afgerond, de honderdste dag dat het Congres in sessie was. Het was Roosevelt zelf die in een radiopraatje op 24 juli die toevallige honderd dagen opmerkte, terugkijkend op een periode ‘waarin de wielen van de New Deal op gang waren gebracht.’ Hoe de honderd dagen precies in zijn praatje terechtkwamen weten we niet, maar er was een precedent voor de mythologie van zo’n afgeronde periode. In 1815 werden de ongeveer honderd dagen (115 om precies te zijn) tussen Napoleons ontsnapping van Elba en zijn nederlaag in Waterloo als cent jours gekenschetst.

Roosevelt had actie beloofd en actie geleverd

Sinds Roosevelt hebben we het steeds weer over de eerste honderd dagen als er een nieuwe president aantreedt. In alle verscheidenheid van de verschillende presidenten die volgden, is een patroon te ontdekken. Grofweg kun je stellen dat Democraten altijd klaarstaan met grote overheidsprogramma’s. Lyndon Johnson had er succes mee, maar Jimmy Carter, Bill Clinton en Barack Obama overlaadden de agenda. Daardoor kon het Congres, zelfs als dat voor de meerderheid uit partijgenoten bestond, hun plannen één voor één afschieten. Joe Biden joeg er Roosevelt-achtige wetgeving doorheen. Althans, hij hoopte dat het zo zou worden gezien.

Republikeinen houden het eenvoudig en zijn gedisciplineerd. Ze concentreren zich vaak op één groot onderwerp: lagere belastingen. Ronald Reagan, George W. Bush en Donald Trump boekten er successen mee in hun eerste honderd dagen.

JFK waarschuwde dat het werk niet klaar zou zijn na honderd dagen

Soms werd de druk om snel succes te boeken juist ervaren als een last. JFK waarschuwde in zijn inaugurele rede dat het werk van zijn presidentschap niet klaar zou zijn na honderd dagen, of zelfs na de eerste duizend dagen. De trieste ironie was natuurlijk dat zijn presidentschap maar duizend dagen duurde. In typerende stijl claimde zijn opvolger Lyndon Johnson dat hij met de vijftien wetten die hij er begin 1965 doorheen jaste, inclusief de burgerrechtenwetgeving en fundamentele sociale voorzieningen, meer had gedaan dan wie dan ook sinds 1933. Hij had gelijk, maar tegelijk vormt Johnsons presidentschap een waarschuwing: succes in de eerste honderd dagen is geen garantie voor later succes of populariteit.