Home De Ku Klux Klan was voor jong en oud

De Ku Klux Klan was voor jong en oud

  • Gepubliceerd op: 22 november 2018
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Bas Kromhout
De Ku Klux Klan was voor jong en oud

In de jaren twintig groeide de vernieuwde Ku Klux Klan uit tot een vereniging voor het hele gezin. Miljoenen Amerikanen pronkten met hun lidmaatschap. De KKK kreeg zelfs grip op de politiek: er kwamen quota voor immigranten van Joodse, Ierse en Italiaanse afkomst.

 

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Madison Square Garden, de sport- en evenementenhal in hartje New York, vulde zich op 24 juni 1924 met Democraten die er hun nationale conventie hielden. Ze zouden bepalen wie namens de partij mocht meedoen aan de presidentsverkiezing in november. Een van de kanshebbers was Al Smith. Als gouverneur speelde hij een thuiswedstrijd, maar het was geen gelopen race. Zijn rivaal, de Californische oud-minister William Gibbs McAdoo, had namelijk een machtige bondgenoot: de Ku Klux Klan.

Als voorstander van de drooglegging – het verbod op handel in alcoholische dranken – genoot McAdoo de sympathie van de KKK. Maar de belangrijkste reden om hem te steunen was dat hij als enige in staat werd geacht de lokale favoriet te verslaan. Smith was namelijk rooms-katholiek, en dat maakte hem in de ogen van de Klan een gevaar voor Amerika.

In groten getale kwamen Klan-leden naar New York om McAdoo te steunen. Ze hielden een openluchtbijeenkomst, waar ze niet alleen de gebruikelijke kruizen verbrandden, maar ook poppen die Smith voorstelden. Ook in de conventiehal was de KKK goed vertegenwoordigd door leden en sympathisanten. Dat zinde lang niet alle partijgenoten. Een motie van afkeuring tegen de Klan werd slechts met een kleine marge weggestemd. De kwestie spleet delegaties in tweeën en hier en daar gingen Democraten elkaar te lijf.

 

De tekst loopt door onder de afbeelding.

 

Leden amuseren zich tijdens een Klan-bijeenkomst in Colorado, 1926.

Toen het stemmen begon, haalde Smith noch McAdoo de vereiste tweederde meerderheid. De impasse was totaal. Pas na 103 stemrondes en zestien dagen kwam er een winnaar uit de bus. Niet een van de twee favorieten, maar een compromisfiguur genaamd John W. Davis. Maar de Klan-leden konden claimen dat zij met succes de presidentsnominatie van een katholiek hadden gedwarsboomd.

Het optreden van de KKK tijdens de Democratische conventie komt ons tegenwoordig vreemd voor. Wij associëren de Ku Klux Klan met geheime samenkomsten in het veld en anonieme spookfiguren die ’s nachts zwarte burgers vermoorden. Niet met de openbare arena van de Amerikaanse partijpolitiek. Dat komt doordat ons beeld van de KKK wordt bepaald door de eerste groepering met die naam, die in 1866 werd opgericht in de zuidelijke staat Tennessee. De mannelijke leden geloofden dat de slaven die na de Amerikaanse Burgeroorlog waren vrijgelaten een bedreiging vormden voor de openbare orde, de kuisheid van hun vrouwen en de blanke heerschappij in het algemeen. Zij voelden en kleedden zich als gemaskerde kruisridders die het Zuiden van de ondergang zouden redden.

Deze ‘oude Klan’, die in 1869 werd ontbonden, was bijna vijftig jaar later onderwerp van een populaire speelfilm: Birth of a Nation. De film maakte indruk op veel Amerikanen, onder wie een onbekende medicus uit Atlanta, Georgia: William Joseph Simmons. Hij verdiende zijn brood als organisator bij verschillende geheime genootschappen en in 1915 besloot hij de KKK nieuw leven in te blazen. Hij maakte er een soort vrijmetselarij van, benoemde zichzelf tot Imperial Wizard en bedacht allerhande rituelen. Die vond hij belangrijker dan een politiek actieprogramma – al stond in de statuten dat zwarten minderwaardig waren en al waarschuwde Simmons voor het communistische gevaar.

Noordelijke staten

Aanvankelijk liep het niet storm. Na vijf jaar had de ‘tweede Klan’ nog maar een paar honderd leden, voornamelijk in Georgia. Slechts één keer vertoonde de Klan zich in het openbaar, tijdens een veteranenoptocht. Kennelijk was de animo onder de leden minimaal, want Simmons betaalde een twintigtal zwarte mannen om de karakteristieke witte puntmutsen op te zetten en in de stoet mee te lopen. Om te voorkomen dat zijn Klan een vroege dood stierf, moest de Imperial Wizard hulp van buiten inroepen.

Simmons klopte aan bij een pr-bureau, gerund door Elizabeth Tyler en Edward Clarke. Zij zagen potentie in de KKK – niet alleen voor Georgia, maar voor heel Amerika. Maar dan moest Simmons zijn politieke boodschap aanpassen aan de belevingswereld van blanken in de noordelijke staten, waar relatief weinig zwarten woonden. Hun afkeer richtte zich eerder tegen Joden, katholieken, immigranten en de grote stad met al zijn zonden, zoals seks, alcohol en jazz. Alleen white supremacy was voor hen niet genoeg. De strijd moest gaan om het machtsbehoud van een specifiek deel van de blanke bevolking: Angelsaksische protestanten.

Met moderne communicatietechnieken zetten Tyler en Clarke de Klan op de kaart. Ze maakten van Simmons een acceptabele spreker, regelden ‘exclusieve’ interviews en plaatsten advertenties in grote dagbladen. Ze verdeelden de Verenigde Staten in negen regio’s, die onder het gezag stonden van een Grand Dragon, die weer de leiding had over een leger van lokale ledenwervers – zogeheten Kleagles. Ieder nieuw lid betaalde toetredingsgeld (klecktoken) ter waarde van ruim 100 euro. Hiervan was 40 procent commissie voor de Kleagle. Ook zijn superieuren mochten een deel in hun zak steken, voordat het restbedrag in de centrale kas werd gestort. Leden werven was dus een uiterst lucratieve business.

Groepsgevoel

Dat gold ook voor Tyler en Clarke zelf, die recht hadden op 80 procent van de inkomsten. Daarnaast bezat Tyler het Klan-tijdschrift Searchlight en had Clarke het alleenrecht op de vervaardiging van de witte gewaden, die ieder lid verplicht was aan te schaffen. Ook andere ambtsdragers begonnen Klan-gerelateerde bedrijven, zoals een platenlabel en een filmstudio.

Dankzij de nieuwe strategie groeide het ledental razendsnel. Betrouwbare cijfers ontbreken, maar op het hoogtepunt moeten enkele miljoenen Amerikanen bij de KKK zijn geweest. Niet alleen was de tweede Klan vele malen groter dan de eerste, het zwaartepunt lag dit keer bovendien niet in het Zuiden, maar in het Noorden van de Verenigde Staten. Een echt Klan-bolwerk was Oregon, aan de noordwestkust.

 

 

Evans wilde van de KKK een politieke organisatie maken met invloed op alle bestuurlijke niveaus

 

 

Klan-leden kwamen uit alle sociale lagen, maar vooral uit de lagere middenklasse en de geschoolde arbeiderstand. Het waren in meerderheid evangelicals: protestanten die buiten de traditionele kerkgenootschappen eigen bewegingen vormden, vaak rond een individuele prediker. Verschillende predikers steunden de Klan en stimuleerden de ledenaanwas.

Mensen werden lid vanwege de boodschap, maar ook omdat ze werden aangetrokken door de mystiek en het groepsgevoel van de KKK. Regelmatig vonden massale bijeenkomsten plaats, waar niet alleen gezamenlijk rituelen werden uitgevoerd, maar ook allerhande vermaak werd geboden voor het hele gezin. Ondanks de gezichtsbedekking was er niets geheims aan de tweede Klan. Wie lid was, liep ermee te koop.

Maar nieuwe leden zagen algauw ook de andere kanten van de organisatie: de zelfverrijking en het gebrek aan een actieplan. Bovendien zinde het de evangelicals niet dat Simmons, die eveneens grote sommen verdiende, zijn geld vergokte en verdronk. Het gevolg was dat velen de Klan na enige tijd weer verlieten. Twee prominente ambtsdragers, Hiram Evans uit Texas en David Stephenson uit Indiana, vonden het tijd worden dat Simmons zijn koffers pakte. Zij ontfutselden hem zijn macht, maar moesten hem ten slotte uitkopen, want de Klan was een privébedrijf. In november 1922 werd Evans de nieuwe Imperial Wizard. Vervolgens ontsloeg hij Tyler en Clarke, zodat hij beslag kon leggen op alle inkomsten. Het commissiesysteem schafte hij af; de ledenwervers kregen voortaan een vast salaris.

Schandalen

Evans wilde van de KKK een politieke organisatie maken met invloed op alle bestuurlijke niveaus. Hij verplaatste het hoofdkwartier van Atlanta naar Washington, DC. Zowel onder Democratische als onder Republikeinse politici had de Klan leden en sympathisanten. Wanneer zij zich voor openbare ambten verkiesbaar stelden, voerde de KKK campagne. Met in totaal 16 senatoren, 75 Congresleden en 11 gouverneurs hadden de puntmutsen in de jaren twintig een aardige vinger in de pap, die ze gebruikten om hun standpunten op de politieke agenda te krijgen: vóór de drooglegging, tegen immigratie en tegen de vermeende macht van Joden en katholieken.

In diverse staten pleitte de Klan voor invoering van het referendum. Met dit middel kon de blanke, protestantse meerderheid haar wil opleggen aan minderheden. De afdeling in Oregon, waar het referendum al bestond, verzamelde in 1922 handtekeningen voor een volksstemming over katholiek onderwijs. Dat moest verboden worden, want via de scholen zou de paus zijn tentakels uitstrekken naar Amerika. Het referendum kwam er inderdaad en eindigde in een overwinning voor de Klan. Maar het Hooggerechtshof verklaarde het voorstel ongrondwettelijk.

 

De tekst loopt door onder de afbeelding.

 

De KKK sluit zijn samenkomsten vaak af met het in brand steken van een kruis.

Meer succes boekte de KKK op het dossier immigratie. Met afgrijzen zag de Klan buitenlandse Joden en katholieke Ieren en Italianen het land binnenkomen. Zij werden verantwoordelijk gehouden voor criminaliteit, corruptie en alcoholisme. De Republikeinse afgevaardigde voor de staat Washington – tevens Klan-lid – Albert Johnson en zijn partijgenoot senator David Reed overtuigden in 1924 een meerderheid in het Congres van de noodzaak quota’s in te voeren. De Johnson Reed Act laat zien dat de politieke invloed van de Ku Klux Klan groot was, maar ook dat zijn ideeën aansloten bij de mainstream.

Toch verdween de tweede KKK net zo snel als hij was opgekomen. Ook Evans kon of wilde de Klan niet bevrijden van opportunistische en hedonistische ambtsdragers. Het ene na het andere schandaal bereikte de pers. Het grootste drama ontspon zich rond David Stephenson. Als dank voor zijn hulp bij het afzetten van Simmons had Evans hem de ledenwerving in zeven staten toevertrouwd. Maar hij dronk te veel, sloeg zijn rivalen en viel vrouwen lastig. Het doek viel in 1925, toen Stephenson werd veroordeeld voor het ontvoeren, verkrachten en vermoorden van zijn secretaresse.

Leden keerden de beweging massaal de rug toe en in 1927 waren er nog maar 350.000. De tweede KKK leidde verder een sluimerend bestaan en werd in 1944 na een schuldenzaak door de rechter ontbonden. Naoorlogse reïncarnaties konden het succes van de jaren twintig niet herhalen. Ze oefenden wel gewapende terreur uit tegen de zwarte burgerrechtenbeweging en waren daarmee zeer gevaarlijk, maar de Klan kon nooit meer een massale aanhang mobiliseren.

Bas Kromhout is redacteur van Historisch Nieuwsblad.

Strijd voor gelijke rechten

Vrouwen van de Klan

Eén op de zeven leden van de tweede KKK was vrouw. Soms introduceerden hun echtgenoten deze vrouwen bij de Klan, soms namen zijzelf het initiatief. Omdat de beweging bedoeld was als een mannenorde en er aanvankelijk geen vrouwenafdeling bestond, richtten sommigen parallelle organisaties op. Zo trad de ervaren prediker Daisy Barr uit Indiana op als Imperial Empress of the Queens of the Golden Mask. Om wildgroei tegen te gaan en controle te krijgen over zulke zusterordes bundelde Evans ze in 1923 in de Women of the Ku Klux Klan (WKKK).

De WKKK hield zich hoofdzakelijk bezig met het organiseren van de massabijeenkomsten (klonvocations) en liefdadigheidsacties. Daarnaast bood de beweging mogelijkheden om politiek actief te zijn. De Klan ijverde voor vrouwenrechten, zolang deze in overeenstemming waren met de traditionele rollen van moeder en verzorger. De man was volgens de Klan-vrouwen de zwakke schakel in het dagelijkse gevecht tegen moreel verval. De vrouw moest tegen hem worden beschermd. Dus spraken zij zich uit voor gelijke rechten inzake echtscheiding, voogdij en eigendom, en voerden ze campagne voor de drooglegging en tegen prostitutie en huiselijk geweld. Ook wilden ze een wettelijk verbod op seksuele omgang met anders gekleurden, niet om zichzelf te beschermen tegen de stereotiepe zwarte verkrachter, maar om te voorkomen dat hun echtgenoten seks hadden met hun dienstbodes. De invoering van het vrouwenkiesrecht in 1920 werd door de vrouwen van de Klan positief beoordeeld: de Amerikaanse vrouw zou haar stem wijs gebruiken. Van haar zou de redding van de natie komen.

Linkse arbeiders en zwarten

Tegenstanders aangevallen

De tweede KKK gebruikte relatief weinig geweld. Imperial Wizard Evans wilde een respectabele beweging en probeerde vechtersbazen in toom te houden. Maar dat lukte niet altijd. In sommige steden zochten Klan-aanhangers op straat de confrontatie met linkse arbeiders. Ook waren er die, in de traditie van de eerste Klan, nachtelijke aanvallen uitvoerden op tegenstanders. Het overkwam onder meer de vader van Malcolm Little, de latere activist Malcolm X, die dominee was en actief in de ‘terug naar Afrika’-beweging van Marcus Garvey.

Op een avond in 1925 werd zijn huis in Omaha, Nebraska, omsingeld door blanke ruiters met brandende fakkels in de hand. Ze riepen dat hij ‘onrust verspreidde’ onder de ‘good Negroes’. Zelf had dominee Little die avond een preekbeurt in een andere stad, zodat alleen zijn vrouw – zwanger van Malcolm – en hun drie kinderen thuis waren. De Klan-ruiters galoppeerden een paar keer rond het huis, terwijl ze dreigende kreten uitstootten, en sloegen alle ruiten in. Na dit incident, en de geboorte van Malcolm, vluchtte de familie naar Lansing, Michigan. Hier waren de Littles ook niet veilig: toen ze een winkel wilden openen buiten de zwarte woonbuurt, stak een andere blanke terreurgroep hun huis in brand.

Meer weten

The Second Coming of the KKK (2017) door Linda Gordon.

Behind the Mask of Chivalry. The Making of the Second Ku Klux Klan (1994) door Nancy MacLean.

Hardnekkig wantrouwen. De relatie tussen blank en zwart in de VS (2002) door Chris Quispel.

 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2018