Alle artikelen
Ik heb altijd een afkeer gehad van de Middeleeuwen. De Middeleeuwen: dat waren de eeuwen van roomse christendommelijkheid, heiligenverering, bijgeloof en onredelijk fanatisme. Heimelijk ben ik altijd een aanhanger geweest van de door Voltaire en andere verlichtingsdenkers gekoesterde gedachte dat de Middeleeuwen ‘Dark Ages’ waren. En ik koesterde onvoorwaardelijke sympathie voor de vermaarde achttiende-eeuwse Britse geschiedschrijver Edward Gibbon, die in zijn zesdelige History of the Decline and Fall of the Roman Empire (voltooid in 1787) het christendom de schuld gaf van de ondergang van het Romeinse Rijk.
Gretig las ik de plechtige en ietwat zelfgenoegzame ontboezeming waarmee Gibbon in zijn autobiografie aangaf hoe hij op zijn thema was gestoten: ‘Het was in Rome, op de 15e oktober 1764, toen ik zat te mijmeren te midden van de ruïnes van het Capitool, terwijl de ongeschoeide bedelmonniken de vespers zongen in de tempel van Jupiter, dat het idee de neergang en de val van de stad te beschrijven mij voor het eerst te binnen schoot.’ De zingende bedelmonniken stonden voor alles dat Gibbon verafschuwde: vrome lieden die met hun halsstarrige ontkenning van de Romeinse waarden een grootse wereld hadden ondermijnd en in de vernieling hadden geholpen. Dat Gibbon zijn meeslepende geschiedenis vanuit dit vooropgestelde idee schreef, had me al te denken moeten geven.
De te vroeg overleden Leidse hoogleraar middeleeuwse geschiedenis H.P.H. Jansen sloeg met zijn handboek Geschiedenis der Middeleeuwen (1978) de eerste bres in mijn zelfverzekerde overtuiging. Doodgemoedereerd schreef Jansen dat het verwijt van Gibbon aan het christendom ‘natuurlijk niet verdiend’ was, want: ‘Juist via de Kerk is het grootste deel van de antieke beschaving voor Europa bewaard gebleven.’ De Nijmeegse hoogleraar Peter Raedts verrichtte verder sloopwerk aan mijn heilige huisje. Hij stelde enkele jaren geleden een andere periodisering voor. De Middeleeuwen konden niet als één geheel worden opgevat, dat simpelweg van 500 tot 1500 liep. Tussen 1000 en 1200 beleefden economie en wetenschap zo’n bloei, dat gerust van een gouden tijdperk mocht worden gesproken. Zo eenduidig als ik me de Middeleeuwen voorstelde, waren die dus niet. Maar toch: één bezwaar konden de mediëvisten niet wegnemen. De Middeleeuwen waren hoe je het ook wendde of keerde geheel en al gericht op het christelijke lijdensverhaal. Alle kunst en wetenschap stonden toch in dienst van dat ene Grote Verhaal.
Keizers en pausen
Maar zelfs mijn laatste bastion wankelt. Want domineerde het christendom wel in de Middeleeuwen? Sinds jaar en dag woedt er onder mediëvisten een discussie over de vraag hoe christelijk het ‘gewone’ volk in de Middeleeuwen wel was. De Franse historicus Jean-Claude Schmitt heeft de stelling geponeerd dat met de kerstening het heidendom nog niet meteen was verdwenen. Integendeel, onder het christelijke vernis zou het heidendom lange tijd hebben voortgeleefd. Dat gaat A.H. Bredero, emeritus hoogleraar middeleeuwse geschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, duidelijk te ver. Bredero heeft een vuistdik boek geschreven over (of liever: tegen) de ‘ontkerstening der Middeleeuwen’ die moderne historici als Schmitt verkondigen. De bijna tachtigjarige Bredero is al zijn hele leven bezig met het Middeleeuwenbeeld in onze tijd. Toen hij in 1976 aantrad als hoogleraar, sprak hij zijn inaugurele rede uit onder de veelzeggende titel Tegen een misverstaan der Middeleeuwen. Nadien heeft het thema ‘christendom en Middeleeuwen’ hem nooit meer losgelaten.
De ontkerstening der Middeleeuwen is een merkwaardig boek. Hoewel uit alles blijkt dat de belijdend rooms-katholiek Bredero het boek vanuit grote innerlijke bewogenheid heeft geschreven, is het een typisch gelegenheidswerk geworden. De ontkerstening der Middeleeuwenis een uitwerking van colleges die Bredero tussen 1993 en 1998 gegeven. En dat is te merken ook. De ontkerstening van de Middeleeuwen is een schools boek, waarin de lezer nog eens alle koningen, keizers en pausen langs ziet komen. Als naslagwerk kan het, dankzij de uitstekende registers, heel goed dienst doen. Maar Bredero heeft geen naslagwerk willen schrijven, hij wil een discussie aangaan met andere vooraanstaande mediëvisten. De innerlijke tegenstrijdigheid van het boek zou nog wel te verdragen zijn, als Bredero een begenadigd stilist was. De omslag meldt dat hij wordt gerekend ‘tot de belangrijkste en ook internationaal meest gezaghebbende mediëvisten van deze tijd’. Ik geloof het graag. Maar over een vlotte pen beschikt Bredero niet. Het boek is in zo’n plechtstatige, ouderwetse stijl geschreven dat je er letterlijk doodmoe van wordt. De te lange zinnen wemelen van woorden als ‘blijkens’, ‘hetgeen’, en ‘althans’. Kortom, onze internationaal vermaarde mediëvist schrijft geen bedlectuur.
Vaticaans conservatisme
Een waardeloos boek dus? Nee, zeker niet. Er is ook veel goeds te zeggen. In deze tijd van specialisatie bestaan er mediëvisten die er hun levenswerk van maken om de precieze plaats van een middeleeuwse kerk te lokaliseren: tien meter links of tien meter rechts van de sporthal. Bredero doet niet mee aan dat poetsen van punaises. Hij schuwt het grote gebaar niet en durft het aan een alomvattende ‘terugblik op de geschiedenis van twaalf eeuwen christendom’ te schrijven. Zijn lef kan niet genoeg worden geprezen. Wat zijn boek verder sympathiek maakt, is dat Bredero zich niet schuldig maakt aan apologetiek. Dat zou wel voor de hand liggen, want de wijze waarop vooral Franse historici de christelijke Middeleeuwen betwisten, treft hem pijnlijk, zo blijkt keer op keer uit het boek.
Maar Bredero vervalt niet in een krampachtige verdediging van het christendom. Zo bekritiseert hij de idealisering van de christelijke Middeleeuwen tijdens de Romantiek in de negentiende eeuw. Vooral paus Pius IX (1846-1878), onder wie het Vaticaanse conservatisme een intrigerend hoogtepunt bereikte, krijgt van Bredero op zijn falie. Op zo’n moment toont Bredero zich een typisch Nederlandse rooms-katholiek, die de ontwikkelingen in Rome argwanend volgt. Dat is niet altijd zo geweest: in de jaren vijftig en zestig publiceerde Bredero nog in roomse periodieken als de Katholieke Illustratie en de Annalen van het Thijmgenootschap. Maar hoe vooruitstrevend Bredero inmiddels ook is, de stelling van Jean- Claude Schmitt vindt hij onaanvaardbaar. Niet alleen omdat hij de kerstening meer waardeert dan Schmitt, ook omdat hij grote bezwaren koestert tegen diens benadering. Schmitt is een mediëvist die in het vaarwater van de historici rond het roemruchte tijdschrift Annales terechtkwam. Van de Annales-historici moet Bredero niets hebben. Hij keert zich vooral tegen hun methoden en pretenties. Ze zouden zich te weinig aan de feiten houden en te veel denken in ‘economische structuren’ en ‘maatschappelijke verbanden’. En ze pretenderen wel een mentaliteitsgeschiedenis van de Middeleeuwen te kunnen leveren, maar interpreteren daarbij hooguit de zeden en gewoonten van een elite – slechts van die elite is immers schriftelijk materiaal overgeleverd. Schmitts beschrijving van ‘bijgeloof in de Middeleeuwen’ vindt Bredero dan ook tegelijk te simpel en te veel blaaskakerij. De Annales-historici zouden de middeleeuwse mens verder te veel als ‘tijdgenoot’ beschouwen en niet beseffen dat de middeleeuwer heel anders in de wereld staat dan de moderne mens, die ‘van God los’ is.
Het is de vraag of Bredero de Annales-historici recht doet. Zij hebben de mediëvistiek verrijkt met frisse vragen, waar menig stoffige purist die zich blind staart op oorkonden nooit aan toekomt. Ze dwingen mediëvisten (opnieuw) tot nadenken over hun vak. Sterker nog: als Annales-historici als Schmitt en Jacques Le Goff Bredero niet zo hadden geprikkeld, zou De ontkerstening van de Middeleeuwen nooit zijn geschreven. En dan hadden we toch iets gemist: niet alleen een interessant beeld van de Middeleeuwen, maar ook een boeiend zelfportret. Bredero komt eruit naar voren als een ouderwets erudiet historicus en tegelijk als een vooruitstrevend rooms-katholiek. Hij behoort tot een uitstervend ras: zo breed belezen zijn nog maar weinig historici en belijdend rooms-katholiek is geen enkele historicus van naam meer. Redenen genoeg om dit boek te lezen, de moeizame stijl waarin het geschreven is ten spijt.

De ontkerstening der Middeleeuwen. Een terugblik op de geschiedenis van twaalf eeuwen christendom.
Adriaan H. Bredero.
540 p. Agora/Pelckmans.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
De heidense Middeleeuwen
Bredero heeft een vuistdik boek geschreven over (of liever: tegen) de ‘ontkerstening der Middeleeuwen' die moderne historici als Schmitt verkondigen.
Onstilbare honger naar radicale reinheid
Poorthuis en Salemink, verbonden aan de Katholieke Theologische Universiteit, gebruikten 488 bladzijden voor hun ‘levensverhaal’ van de joodse Sophie van Leer, die zich tot het roomse geloof had bekeerd. Daarna volgen drie en een halve bladzijde epiloog. Ze stellen er vier maal de vraag: ‘Wie was Sophie van Leer?’ Hun antwoord luidt telkens anders. Ook...
Grote individuen en hoge cultuur
Een mooier startpunt had de groep die voor het onderzoeksprogramma ‘Nederlandse cultuur in Europese context’ het ijkpunt 1900 zou gaan bestuderen zich niet kunnen wensen. Het sinds 1991 door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek gesubsidieerde megaproject beoogde immers ‘het onderzoek naar de ontwikkeling van de Nederlandse cultuur en naar de wisselwerkingen tussen de Nederlandse...
Brieven
Papoea’s Gerard Mulder mist in zijn column over de Papoea’s (Historisch Nieuwsblad 2000/6) net de pointe. Nederland wilde Nieuw-Guinea bij de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië gewoon blijven koloniseren, of beter: laten koloniseren. Het was de bedoeling dat het een nieuw vaderland zou worden voor de Indische Nederlanders die weg wilden uit Indonesië, uit angst voor Soekarno...
Audiovisueel: Wilde jaren
WILDE JAREN: EEN EEUW JEUGDCULTUUR. De serie start op donderdag 9 november om 23.20 op Nederland 1 en wordt herhaald vanaf zaterdag 11 november om 14.40Toen Eric Harris (18) en Dylan Klebold (17) vorig jaar aan de Amerikaanse Columbine Highschool in Littleton twaalf medescholieren en een docent doodschoten en vervolgens zelfmoord pleegden, trokken verschillende christelijke...
Nieuwe Media: De internetgeneratie
Het denken in generaties is in de sociologie een geliefd tijdverdrijf. Ook historici hechten grote waarde aan het generatiemodel. Na de protestgeneratie, de generatie X, Nix en de patatgeneratie is er een nieuw fenomeen: de internetgeneratie. Je houdt van ze of je haat ze, een tussenweg is er niet: Wipneus en Pim, twee van de...
Stille getuigen: De held van Durazzo
De geschiedenis laat haar sporen achter. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer het borstbeeld van nationale held Lodewijk Thomson op de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Het donderde en bliksemde boven Groningen op 15 juli 1914. ‘Loodzwart wordt de lucht: de duisternis wordt aldoor grooter, ’t is...
De vooruitgang: Massaal Nederlands verzet tegen Napoleon
Er zijn proefschriften, lezingen of artikelen die ons beeld van het verleden ingrijpend veranderen. Deze keer het proefschrift van Johan Joor, die bestrijdt dat de Nederlanders zich gelaten neerlegden bij de Napoleontische overheersing. ‘We gingen er altijd van uit dat Nederland tijdens de Napoleontische bezetting een rustige en zelfs saaie tijd doormaakte. Maar het blijkt...
Beeldgeheim
Een onbekende foto. Is het verhaal erachter te vertellen? Deze keer een poging van Manuela Kemp, RTL4-presentatrice van De heren van Amstel live en Cisca Dresselhuys, hoofdredactrice van Opzij. ‘Het is een herfstige, grijze dag in de jaren twintig van de vorige eeuw, ergens in Noord-Holland’, vermoedt Manuela Kemp. ‘De twee vrouwen – de rechter...
Spielberg
De filmproducent zegt: ‘Ik voel mij verwant met alle overlevenden’. Sterker nog: ‘Ik voel mij verbonden met het concept van de holocaustoverlevende, al heb ik er relatief weinig ontmoet.’ De filmproducent vertelt over een op video opgenomen relaas van een Poolse oud- kampbewoonster. Hij verstond er geen woord van, maar was geroerd door de kracht...
Macht
Stel, men behoort tot de machtigste historici van Nederland. Neen, gemeten naar verdeel en heersposities, variërend van het voorzitterschap van het Stimuleringsfonds Culturele Omroepproducties tot de adviesraad van het W.F. Hermans Instituut tot het comité van aanbeveling inzake de St. Nicolaas-optocht in Amsterdam, is men de machtigste historicus van Nederland. En stel, men heeft één...
Vertrouwen
Het Machiavelli-tijdperk is voorbij. Niet langer wordt de politiek beheerst door wantrouwen. De politiek neemt het paradigma van de economie over: vertrouwen. Waarom zijn de kranten de laatste tijd zo saai? Waarom lijkt er in onze wereld haast niets spannends meer te gebeuren waarop een toekomstige generatie van historici haar analytisch vernuft los kan laten?...
