Home Stille getuigen: De erepenningen van Pier Pander

Stille getuigen: De erepenningen van Pier Pander

  • Gepubliceerd op: 5 februari 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Marcel Broersma

De geschiedenis laat haar sporen na. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer de gouden erepenningen van de beeldhouwer Pier Pander (1864-1919) in het Gemeentearchief Leeuwarden.


De gouden erepenning voor de eerste Prix de Rome kon niet direct worden uitgereikt. Op de dag dat Pier Pander namelijk hoorde dat hem deze staatsprijs voor beeldende kunst was toegekend, verdween hij doodziek in het hospitaal. Een abces in zijn been bezorgde hem ondraaglijke pijnen. Volgens de dokter zou zijn genezing zes maanden duren, maar de talentvolle kunstenaar – net 21 – zou maar liefst twee jaar aan het bed gekluisterd blijven. Met een ‘opgetrokken’, korter linkerbeen verliet hij in 1887 het Amsterdamse burgerziekenhuis.
        Pander reisde direct naar Parijs om zijn studie aan de Ecole des Beaux Arts weer op te pakken. In zijn bagage prijkte de gouden erepenning, en op zijn bankrekening stond een jaargeld van de Nederlandse staat. De prijs vormde het begin van een glanzende carrière.
Als jongen was Pander al de kunstenaar onder zijn vriendjes. Uit een winterpeen sneed hij het bebaarde hoofd van Willem III dat hij uit schuchterheid in zijn zak bewaarde. ‘Maar op ’t laatst werd het dan zoo taai, stoffig en onoogelijk, dat hij ’t maar op at: alleen de maag kon er nog plezier van hebben’ schreef hij later. Panders talent werd ontdekt door een schoolmeester die enkele adellijke heren op het vijftienjarige wonderkind attendeerde. Zij betaalden zijn opleiding aan de teken- en kunstnijverheidsschool in Amsterdam.
In 1888 kreeg Pander nogmaals een staatsstipendium. Hierdoor kon de neoclassicist verder studeren in het kunstenaarsmekka Rome. Maar onderweg werd hij in München overvallen door zijn oude aandoening. Overmand door pijn trok Pander zich terug in zijn hotelkamer. Het personeel waarschuwen durfde hij niet omdat hij vreesde dat hij wegens het enorme etterverlies direct naar een derderangs hospitaal zou worden afgevoerd. Hij wachtte tien dagen op een betrouwbare arts die hem terugstuurde naar Amsterdam.
Na vijf maanden in het burgerziekenhuis vertrok Pier Pander opnieuw naar Rome. Hij werd ditmaal vergezeld door Clara de Kanter, een oudere verpleegster die tot zijn dood bij hem in Italië zou blijven. Faam verwierf Pander in de jaren 1890 met zijn beelden van kinderkopjes en portretten in reliëf. Hoogtepunt was de opdracht om in 1898 het hoofd van koningin Wilhelmina te boetseren voor de nieuwe gouden en zilveren munten.
Aan werk had Pander geen gebrek; hij vereeuwigde onder meer politicus Schaepman, dirigent Mengelberg en minister Pierson. Gouden medailles uit Amsterdam en Rome (nu ook in Leeuwarden) getuigen van de waardering voor zijn werk. Pander werd een beroemdheid. Zijn huis in Rome, waar een tamme kraai onder het slaken van ‘aanhankelijke en expressieve kreten’ vrij rondvloog, werd een ontmoetingsplek voor Nederlanders in den vreemde. De tijden waarop hij ontvangsten hield stonden zelfs in Baedekers reisgids. De bescheiden en vriendelijke Pander, uiterlijk een kruising tussen Albert Mol en Thomas Roosenboom, nam een ieder voor zich in.
Tachtig jaar na zijn dood wordt hij vooral herinnerd door zijn vriendschap met Louis Couperus. In diens roman Metamorfoze speelt Pander een rol als de beeldhouwer Fedder. En de schrijver wijdde de sonnettenreeks Alba aan Panders levenswerk: vijf marmeren beelden die de scheppende krachten in de wereld symboliseren. De beide kunstenaars vonden elkaar in de theosofie, die predikte dat alle stoffelijke materie een ziel bezit. Kunst had niet slechts een esthetisch doel, maar moest iets hogers uitdrukken.
Panders droom was een kunsttempeltje waarin slechts de Alba-beelden prijkten. In 1924, vijf jaar na de dood van de kunstenaar, werd het in Leeuwarden geopend. Ook zijn archief verhuisde naar de Friese hoofdstad – met daarin de penningen waarmee zijn carrière ooit begon.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.