Home De jaren tachtig van Sonja Barend

De jaren tachtig van Sonja Barend

  • Gepubliceerd op: 5 februari 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Micha Kat en Stef Severt

Het TV-programma Sonja was een van de meest bekeken programma’s in de jaren tachtig. Het programma wilde taboes doorbreken door andersdenkenden aan het woord te laten. Een bonte stoet belangengroepen passeerde de revue. Dit is deel 1 in een serie over de jaren tachtig.


‘Wat moet ze met zo’n roetmop?’, vroeg de vader zich af toen hij voor het eerst werd geconfronteerd met de nieuwe liefde van zijn dochter. Hij vertelde erover bij Sonja die het thema ‘gemengde relaties’ aansneed. Een typisch Sonja-onderwerp met een al even typische Sonja-ontknoping. De vader: ‘Later bleek het best een aardige jongen te zijn’.
        We kunnen het ons nu nauwelijks meer voorstellen, maar in de jaren tachtig stond een dergelijk item garant voor een avondje spraakmakende televisie. Sonja Barends gasten spraken vrijuit over onderwerpen die toen nog golden als taboes. Een blank-zwarte relatie was in de jaren dat allochtonen nog gastarbeiders heetten een novum, waar bijna per definitie negatief tegenaan werd gekeken. De makers van het programma zagen dat nu juist als een uitdaging: we stropen de mouwen op en zorgen ervoor dat de kijkers er na de uitzending net zo over denken als de tot inkeer gekomen vader.
        De jaren tachtig waarin de uitzendingen met Sonja Barend (Sonja’s Goed Nieuws Show en Sonja op Maandag, Vrijdag en Zaterdag) uitgroeiden tot een van de meest bekeken en besproken televisieprogramma’s van Nederland, waren jaren van malaise. De werkloosheid bleef maar stijgen (tot rond het miljoen eind jaren tachtig) en het financieringstekort liep steeds verder op. Onder minister van Financiën Onno Ruding werd ‘de broekriem steeds strakker aangehaald’ en flink gekort op de uitkeringen. Daarmee groeide de armoede in Nederland. Ook zaken als de dreigende plaatsing van kruisraketten en het snel toenemend aantal allochtonen zorgden voor maatschappelijke onrust. Het bleek een prima voedingsbodem voor extreem- rechts. Maatschappelijke tegenstellingen verscherpten: waren de jaren zeventig (Den Uyl) vooral de jaren van de polarisatie in de politiek, in de jaren tachtig drong de polarisatie door tot in alle hoeken en gaten van de samenleving.
        Gelukkig konden de mensen bij Sonja terecht om er hun beklag te doen of hun hart te luchten. ‘Mensen moesten mondig worden. Een stem krijgen. Dat was wat toen vooral leefde’, zegt Sonja Barend in de burelen waar ze thans samen met Paul Witteman en een forse redactie het nieuwsprogramma B&W maakt. ‘Vandaag de dag zie je dat diezelfde mensen hun individuele recht op geld en geluk komen opeisen. Als ze dat niet per ommegaande krijgen, worden ze boos of agressief.’ Ziet Barend een verband tussen het een en het ander? Barend: ‘In de jaren tachtig ging het erom dat mensen bij de dokter of de gynaecoloog leerden voor zichzelf op te komen, dat ze durfden te zeggen wat ze wilden. Daarover spraken we in ons programma. Nu kan de dokter klappen krijgen als hij niet direct doet wat zijn klant wil. De idealen van toen zijn doorgeslagen. In een bepaald opzicht hebben wij aan deze ontwikkeling een bijdrage geleverd, dat besef is de laatste tijd wel bij me doorgedrongen. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat we op dat moment gelijk hadden. Dat houd ik zeker staande.’

Gouden formule
Sonja in de verschillende verschijningsvormen liep van 1977 tot 1996, een periode waarvan de jaren tachtig het hart vormen. Een bonte stoet aan mondig te maken belangengroepen, slachtoffers, minderheden en outcasts passeerden in die periode de revue: bom-moeders, prostituees, travestieten, Bhagwan-aanhangers, anti-bont-activisten, homoseksuelen (COC), het El Salvador-comité, slachtoffers van ongewenste intimiteiten en incest, lijders aan aids en anorexia nervosa, plaatsers van contactadvertenties, vrouwen met te kleine borsten en vrouwen die een ‘dikke vrouwendag’ wilden organiseren. De onderwerpen laten zien hoe snel normen en waarden zijn veranderd. Zo werd er gediscussieerd over het programma Opsporing Verzocht, of zoiets nou wel op televisie kon.

De lijst van maatschappelijke problemen die in Sonja werden behandeld is lang, maar het was en bleef een amusementsprogramma. ‘We probeerden de onderwerpen die wij belangrijk vonden, zoals racisme, altijd zo te brengen dat het nog een beetje te pruimen was’ zegt redacteur Kor Al, nu werkzaam bij B&W. ‘Niet wéér die zielige Marokkanen.’ Het programma wilde de kijkers dan ook in de eerste plaats vermaken. Niet voor niets was het ondergebracht bij de afdeling amusement van de VARA, door de redactie van Sonja wel gekscherend ‘de afdeling verkleden en gek doen’ genoemd.
        Daarnaast was het een echte personality-show waarin de gastvrouw minstens zo prominent was als de gespreksonderwerpen die ze aansneed. Dat was al duidelijk bij het begin van het programma: begeleid door een pakkende tune legde Barend dan een parcours van tientallen meters af door het publiek op weg naar het podium. De gesprekken kenden altijd ruimte voor een bevrijdende lach en werden afgewisseld met optredens van vaak beroemde artiesten. De formule was goud. Op het hoogtepunt haalde de show bijna vijf miljoen kijkers (een kijkdichtheid van 40%), een getal dat in het huidige televisielandschap nooit meer gehaald kan worden. Barend: ‘In de jaren tachtig hadden we nog nauwelijks concurrentie en de meeste onderwerpen waren nieuw en vers. Het waren gouden tijden voor de redactie: je hoefde de krant maar open te slaan en je had onderwerpen. Nu is alles al zevenhonderd keer behandeld en zijn alle taboes geslecht.’

Dat het programma zo populair zou worden had eindredacteur Ellen Blazer, niet durven voorspellen toen ze het in 1977 ontwikkelde. ‘Sonja werkte al voor de VARA toen ik de opdracht kreeg voor haar een nieuwe formule voor een show te bedenken. Ik kende Sonja toen nog nauwelijks. Ik kwam uit op Sonja’s Goed Nieuws Show, een op de actualiteit gericht amusementsprogramma. Ik vond dat het nu maar eens een keer over de leuke kanten van het nieuws moest gaan. Je hoorde al zo veel treurigheid. In die dagen ging een oude vriendin van mijn moeder naar het bejaardenhuis. O, wat vonden we dat zielig! Maar toen we haar opzochten bleek ze de tijd van haar leven te hebben. Kíjk, dacht ik toen, zo kan het dus ook! Die gebeurtenis lag aan het concept ten grondslag.’
        Na vijf jaar bleek de formule uitgewerkt. Het telkens weer zoeken naar een positieve invalshoek op het nieuws werd op den duur ervaren als een te strak keurslijf. In 1981 werd het programma daarom omgedoopt tot Sonja op Maandag. De redactie werd versterkt met enkele journalisten, waaronder Lida Iburg, nu werkzaam voor de VPRO-radio. Samen met Kor Al bedacht ze talloze onderwerpen. Maar uiteindelijk beslisten Barend en Blazer. Iburg: ‘Sonja had uiteindelijk het laatste woord. Als zij iets niet wilde presenteren, was het onderwerp van de baan.’

Gilles de la Tourette
Bij het aandragen van de items putten de redacteuren veel uit de krant. Sonja deed dan iedere week een oproep op de radio: ze vertelde wat er de komende show aan bod zou komen en vroeg iedereen die hierover wat te melden had, te bellen met de redactie. Door deze oproepen (eveneens een novum) belden er ook mensen die iets kwijt wilden los van de onderwerpen.
        Hoeveel journalistiek terrein er in de jaren tachtig nog braak lag, blijkt wel uit het telefoontje dat Kor Al in die dagen opnam. Al: ‘Ik kreeg iemand aan de lijn met het syndroom van Gilles de la Tourette. Niemand had daar toen nog van gehoord. Die man wilde graag in de uitzending over zijn handicap praten. Persoonlijk zag ik dat niet zo zitten, maar Sonja, Ellen en Lida waren direct enthousiast.’ Iburg had een voorgesprek met de man. ‘Ik heb hem toen gezegd dat hij in de uitzending juist wél van die rare geluiden moest maken. Anders zouden de mensen er nóg niets van begrijpen. Hij antwoordde dat ik me daarover geen zorgen hoefde te maken, met al die camera’s erbij. Het werd een memorabele uitzending. Half Nederland sprak er de volgende dag over of probeerde hem na te doen.’ Maar na de uitzending kwam ook een tramconducteur binnenlopen die na jaren onwetendheid ineens besefte wat zijn zoon had.

De jaren tachtig waren de jaren van de verdwijnende taboes. Het programma nam op dit punt het voortouw. Blazer: ‘We waren voortdurend op zoek naar taboes. Waar durven de mensen het niet over te hebben? Dat vroegen we ons steeds af.’ Het koningshuis en het geloof deden het op dit punt prima, maar Kor Al vond de taboes vooral in onderwerpen die te maken hadden met seksualiteit. Zoals het taboe seks en politiek: het programma borduurde voort op een reportage in Playboy dat een fotoserie publiceerde die vastlegde hoe een VVD-fractiemedewerker en zijn vriendin op het punt stonden de daad te bedrijven op het pluche van de kamerzetels. Bij Sonja mochten ze hun opmerkelijk visie op de politiek komen toelichten. Een poging om van de links VARA om de VVD een hak te zetten? Kor Al: ‘We hadden er toen geen vooropgezette politieke bedoeling mee, hoewel ze bij de VVD natuurlijk pissig waren.’
        Een enorm taboe werd ook doorbroken in de ronduit sensationele uitzending waarin de Amsterdamse politievoorlichter Klaas Wilting werd geconfronteerd met een interview van Barend met de crimineel Stanley H. Deze was kort daarvoor ontsnapt uit de Bijlmerbajes. Er was een klopjacht op hem ingezet en hij heette schietgevaarlijk te zijn. Al: ‘Wilting was witheet toen hij de opnames te zien kreeg. Maar hij kon zó goed verwoorden waarom hij woedend was, dat het publiek zich uiteindelijk tegen Sonja keerde.’ Dit item was zijn tijd ver vooruit. Pas ruim tien jaar later zien we in de programma’s van Peter R. de Vries een vergelijkbare benadering van criminaliteit als amusement.

Reprimande
In 1986 werd Marcel van Dam voorzitter van de VARA. Hij riep Sonja bij zich op het matje. Gezien het fenomenale succes van het programma was dat opmerkelijk. Maar van Dam stelde dat de VARA, en Sonja, voorop wat minder moraliserend moesten worden om aansluiting te houden met het publiek. Dat jaar kan worden gezien als het begin van het einde. Kor Al gelooft echter niet dat die bewuste reprimande daarop van grote invloed is geweest. ‘De maatschappij raakte minder gepolariseerd dan begin jaren tachtig. Dat had geen gunstig effect op de populariteit van het programma. Maar ook de toename van het aantal zenders door de komst van de commerciële televisie speelde een belangrijke rol.’ Sonja bleef redelijk veel bekeken, maar het zou nooit meer worden zoals vroeger.
Barend zelf zou niets liever doen dan de stapel plakboeken (‘van grond tot aan plafond’) over haar uitzendingen in de jaren tachtig eens grondig doorwerken om tot een tijdsbeeld te komen. Maar ja, geen tijd. Naarmate ze er langer over nadenkt ziet ze steeds meer tegenstellingen tussen toen en nu. Barend: ‘We hadden toen ooit een zakenman die dubieuze dingen deed in de reisbranche. Ad Latjes heette de man. Hij was natuurlijk omstreden, maar hij was ook een zakenman! Dat was toen heel nieuw en spannend. Nu praten we bij B&W met gewone mensen, die van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat bezig zijn met geld verdienen op de beurs. In de jaren tachtig waren daar maar een paar mensen mee bezig.’
De vraag of de ‘heilige missie’ van Sonja de jaren tachtig veel positiefs heeft opgeleverd is vaak gesteld, maar nooit helder beantwoord. Dat lijkt ook een onmogelijkheid. Barend: ‘We waren bezig met het maken van een amusementsprogramma. Maar dat was niet zomaar iets. We hadden inderdaad een missie. Ook hadden we het idee dat we mensen hielpen. In hoeverre dat echt zo was, ik zou het niet kunnen zeggen.’

Aan het begin van het nieuwe millennium is de heersende norm weer de standaard. Andersdenkenden en mensen met afwijkingen zijn niet meer interessant en worden liefst gemarginaliseerd omdat ze inbreuk maken op de perfectie die het leven van nu dicteert. Tegen deze achtergrond wordt het programma nu weggezet als ‘politiek correct’. De tolerantie die het zo vurig predikte is te ver is doorgeslagen, zo valt her en der te beluisteren. Barend: ‘Als ik zie dat mensen zich misdragen, heb ik vaak het gevoel: daar heb ik zelf een bijdrage aan geleverd. Maar misschien denk ik ook zo omdat ik zelf enorm ben veranderd. In de jaren tachtig zag ik alles echt in termen van zwart en wit. Ik was de vleesgeworden polarisatie. Dat paste gewoon bij mij, want ik had overal een mening over en wilde niets liever dan die de wereld in tetteren. Nu is dat anders. Ik kan vrijwel overal begrip voor opbrengen.’ Ze zegt het met spijt in haar stem. Barend: ‘Ja, ik vind dat jammer. Maar het is niet anders. We leven niet meer in de jaren tachtig.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.