Een onbekende historische foto. Is het verhaal erachter te vertellen? Xandra Schutte, hoofdredactrice van Vrij Nederland, en Oscar Garschagen, hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad doen een poging.
‘Dit beeld stamt uit de jaren vijftig, de tijd van de wederopbouw. Men steekt de handen uit de mouwen in een sfeer van constructieve saamhorigheid’, meent Oscar Garschagen. Xandra Schutte is niet zo zeker van die datering: ‘Het land is nog niet bebouwd. Spoedig zullen hier nieuwbouwhuizen verrijzen. De straat is er al, maar de stoepranden moeten nog worden gelegd. Het woord “doorzonwoning” komt nog niet in het spraakgebruik voor. Het zijn de jaren dertig of de vroege jaren van de wederopbouw.’
Ook de lokatie levert hoofdbrekens op. ‘Ik denk dat het hier gaat om de eerste bewoners van de nieuwe polders, het huidige nog immer aangenaam lege Flevoland’, zegt Garschagen. Schutte houdt het op ‘ergens op het Nederlandse platteland’. Maar dat het tafereel zich op Nederlandse bodem afspeelt, daar zijn zij beiden zeker van. Schutte haalt die aanwijzing uit de foto zelf. Ze traceert de vrachtwagen, ‘een Bedford van de firma Pastoor uit Spijk’, naar ‘een aannemersbedrijf uit de buurt van Doetichem’.
Het socialistische karakter van de foto valt de beide hoofdredacteuren op. ‘Er straalt een opgewekte, optimistische en sociaal-democratische sfeer uit deze foto’, vindt Garschagen. Schutte gaat nog wat verder: ‘Het is de vrije zaterdagmiddag. Een aantal twintigjarige idealistische jongens vervoert een jeugdhonk voor de socialistische jeugd van oost-Nederland dat de naam “Roodborstje” zal dragen. Het jeugdhonk hebben ze met eigen handen gebouwd en ze zullen het ook eigenhandig van de vrachtwagen tillen en neerzetten aan de rand van het socialistische jeugdkamp in de natuur waar ze zullen genieten van een welverdiend vakantieweekend.’
Ook de personen op de foto doen Schutte aan de socialisten denken: ‘Je ziet aan de pakken en stropdassen die sommigen dragen dat de jongemannen afkomstig zijn uit een keurig burgerlijk milieu afkomstig.’ In de zittende man op de voorgrond herkent zij een socialistisch voorman die het later tot minister van Volkshuisvesting zou schoppen. ‘Maar hij is niet de belangrijkste. Dat is de francofiel met zijn alpinopet die door de latten van het jeugdhonk naar de fotograaf gluurt. Hij heeft het honk ontworpen en de discussie over de indeling van de ramen glansrijk gewonnen.’
De lege omgeving waarin de mannen zich bevinden brengt Garschagen tot een poëtische ingeving: ‘Het doet me denken aan een gedicht van Gerrit Komrij: ” Er is een land dat ik met pijn verliet / Er is een land dat ik met pijn bewoon / Een derde land daartussen is er niet / Mijn leven volgt een zonderling patroon”. Ook Schutte proeft iets van een serene rust: ‘Het is alsof de oorlog nooit zal komen of nooit heeft bestaan.’
Uitleg: Een wet uit 1923 verplichtte jongemannen die omwille van gewetensbezwaren militaire dienst weigerden vervangende arbeid te verrichten. Deze foto is genomen in 1947 in het werkkamp Lauwerspolder, aan de rand van de nieuwe Flevopolder. De dienstweigeraars hebben een vrachtwagen gehuurd om met verlof te kunnen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees