Home Herdenken in een voormalige DDR-gevangenis

Herdenken in een voormalige DDR-gevangenis

  • Gepubliceerd op: 5 februari 2001
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Beatrice Jansen-de Graaf

Het complex Bautzen was gevangenis onder het nationaal-socialisme, de Russen en in de DDR. Nu is het een herdenkingscentrum. Maar de oud-gevangenen hebben moeite het lijden onder verschillende dictaturen één plaats te herdenken. ‘Volgens de gevangen die onder de Russen vastzaten was Bautzen vanaf de jaren zestig een hotel.’


‘Ab nach Bautzen…’ Met deze slogan probeerde het Holiday Inn-hotel deze zomer toeristen te lokken, tegen de achtergrond van een sprookjesachtig verlicht slot. Bautzen is inderdaad een idyllisch middeleeuws stadje. Het ligt in het heuvelachtige oosten van Duitsland, dicht tegen de Tsjechische grens, en wordt gedomineerd door een grote burcht. Bautzen heeft echter vooral bekendheid gekregen vanwege de twee gevangenissen die vanaf 1900 door opeenvolgende regeringen en regimes gebruikt werden, Bautzen I en Bautzen II.
        In de DDR stond ‘Bautzen’ in de volksmond synoniem voor de privé-gevangenis van Erich Mielke, chef van de Stasi, minister van staatsveiligheid. Officieel viel Bautzen onder binnenlandse zaken, maar in de praktijk had staatsveiligheid het er vanaf 1956 voor het zeggen. Tot 1989, toen de Muur viel. De naam ‘Bautzen’ werd het symbool voor justitiële willekeur, vervolging, onderdrukking en onmenselijkheid. ‘Ab nach Bautzen’ kreeg de sinistere betekenis van plotselinge arrestatie en een ellendig verblijf in de beruchtste gevangenis van wat de Deutsche Demokratische Republik heette.
        De directie van het Holiday Inn en het reclamebureau dat de campagne bedacht, wisten dat, maar trokken zich er weinig van aan; het DDR-verleden is nog niet beladen genoeg. Maar de meeste ex-gevangenen zijn niet beledigd of gekwetst. In een verklaring feliciteerde een groep voormalige Bautzen-gevangenen het Holiday Inn zelfs met haar geslaagde reclame-campagne. De ex-gevangenen zijn blij met alle vormen van aandacht. Het DDR-verleden is volgens hen nog lang niet verwerkt. Integendeel, het wordt verzwegen en er wordt zelfs bewijsmateriaal vernietigd. Zij wijzen in hun verklaringen op de ‘nieuwe dictatuur’ in Duitsland. Op de brutaliteit van de ‘nieuwe bezetters’ en de eenwordingspolitici, die de Ossies tegenwoordig voorschrijven wat zij gevoeld en beleefd hebben. Hoe meer bekendheid Bautzen krijgt, des te beter.

Het herdenken en verdenken van de geschiedenis van Bautzen blijkt nogal gecompliceerd te liggen. In de historie van de twee gevangenissen komen immers vrijwel alle breuken en onaangenaamheden van de Duitse geschiedenis van de afgelopen eeuw samen. De complexen werden in 1900 gebouwd en dus al gebruikt in de tijd van de keizer Wilhelm II. Door de gele zandsteen kreeg Bautzen I de bijnaam ‘Das gelbe Elend’, hoewel het gebouw ooit bekend stond als de mooiste gevangenis van Duitsland.
        Uiteraard namen de nazi’s ook in deze inrichtingen de macht over. De meest prominente gevangene van de nazi’s die hier vastzat was Ernst Thälmann, voorzitter van de Kommunistische Partei Deutschlands (KPD), die in 1944 in Buchenwald zou sterven. De cel waarin hij in 1943 en 1944 verbleef, is tot monument uitgeroepen. Naar het nationaal- socialistische Bautzen is nog maar weinig onderzoek verricht. Het is niet bekend hoeveel gevangenen er tussen 1933 en 1945 zijn gestorven en van de mensen die het overleefden is nu niemand meer in leven.
        Na de geallieerde overwinning in 1945 lag Bautzen in de Sovjet-Russische Bezettingszone. De geheime politie (NKWD, voorloper van KGB) maakte van Bautzen I ‘Speziallager’ nr. 4 en interneerde hier vijandelijke elementen. De populatie bestond uit een mix van nazi-oorlogsmisdadigers, hoge en lagere nazi-functionarissen, sociaal- democratische en burgerlijke tegenstanders van het stalinistische systeem en willekeurig opgepakte ‘verdachte personen’. Zonder voorafgaand proces en melding aan familieleden werden zij vaak voor jaren weggeborgen.

Nachtmerries
In september vond de jaarlijkse toogdag voor voormalige Bautzen-gevangene en andere geïnteresseerden plaats. Dit keer telde het zogeheten Bautzen-forum ruim driehonderd deelnemers. De 60-plussers onder de aanwezigen zaten voor het merendeel tussen 1945 en 1956 vast onder de sovjets, de jongeren na 1956 onder de Stasi.
        Heinz Taffelt (1929), een lid van de oudere generatie ex-gevangenen, heeft zeshonderd kilometer gereden om zijn oude kameraden te ontmoeten en stil te staan bij de graven van gestorven makkers. Taffelt vertelt dat de Russen hem oppakten op verdenking van spionage, nadat een vriend die in de uraniummijnen werkte hem een uraniumsteen getoond had. Hij werd in 1948 tot 25 jaar werkkamp veroordeeld. Tot 1956 zat hij in Bautzen.
        ‘De omstandigheden waren bar’, zegt Taffelt. ‘We hadden allemaal buikloop. De echte nazi’s, die direct na de oorlog zonder proces waren geïnterneerd, hadden het beter. Wij waren immers door de Russische militaire tribunalen veroordeeld en daarmee officieel tot criminelen gemaakt. In 1950 kwamen we in opstand, maar de bewakers sloegen onze opstand binnen twee uur neer. Ze schreeuwden: “Sla ze op hun kop, dan worden ze doof”.’
        Sinds 1999 krijgt Taffelt als erkend politiek oud-gevangene maandelijks zeshonderd mark van de staat. ‘Daar ben ik blij mee’, zegt Taffelt, ‘maar ik wil eigenlijk dat ons lot meer bekendheid krijgt. De rode en bruine dictatuur waren allebei verschrikkelijk, maar voor de slachtoffers van de rode is geen belangstelling.’
        Horst Schirmer (1928) werd drie jaar na de Duitse nederlaag door de Russen opgepakt en eveneens van spionage beschuldigd. Hij zat vijf jaar vast en beleefde naar eigen zeggen helse toestanden. ‘Ik heb nog steeds nachtmerries waarin ik de doodskreten van mijn kameraden hoor en de kinderen met hun uitgehongerde en door ziektes getekende lijfjes zie’, zegt hij. Voor de generatie van Schirmer en Taffelt draait alles om het vinden van de namen van dode kameraden, en om de oprichting van gedenkstenen. Hoe meer officieel erkende doden, des te meer genoegdoening.

Deze eerste generatie gevangenen na de oorlog zat vast tot ca. 1950. Vanaf 1950 werd Bautzen I een reguliere DDR-gevangenis. De laatste gevangenen uit het ‘Speziallager’ kwamen in 1956 vrij. Bautzen II bleef echter in gebruik. Vanaf 1956 sloot de Stasi in Bautzen II zogenaamde ‘vijanden van de republiek’ op: kritische schrijvers, filosofen, dissidenten, vluchtelingen en hun helpers. Gebruik van isoleercellen was aan de orde van de dag. Bijzonder gevreesd was de ‘tijgerkooi’, waarin de gevangene alleen kon staan of hurken. Dat moest hij dagelijks zestien uur volhouden. Vanaf 1965 werden de omstandigheden wat milder. De gevangenen mochten binnenshuis werken en werden ‘zelfs’ met hun naam aangesproken.
        Peter Groß (1949), één van de jongere deelnemers aan het Bautzen-forum, werkte begin jaren zeventig als kok op de Zwitserse ambassade in Oost-Berlijn. Tijdens een dansavondje leerde hij de één jaar jongere Christa Feurich kennen. Groß mocht als lid van het diplomatieke personeel onbelemmerd de Duits-Duitse grens oversteken. Hij smokkelde zijn nieuwe vriendin in zijn Mini-Cooper voor een lang weekend mee naar West-Berlijn. Dat ging één keer goed. Begin 1975 ondernamen ze een tweede tocht, die voor Christa als vlucht was bedoeld. Maar Christa werd aan de grens in de kofferbak ontdekt. De geliefden landden voor vier jaar in Bautzen II.
        In 1978 konden ze worden geruild tegen een Oost-Duits spionage-echtpaar dat in Zwitserland was veroordeeld. Christa mocht kiezen: mee naar Zwitserland met Peter, die ze na haar arrestatie slechts éénmaal had gezien, of terug in de DDR-maatschappij. Ze koos voor Peter.
        Van de vlucht is in 1983 een film gemaakt: Einmal Ku’damm und zurück. ‘Maar over de omstandigheden in Bautzen of over onze vrijlating in ruil voor een spionage-echtpaar werd niet gerept. Dat zou het ontspanningsproces in gevaar brengen’, weet Groß. Groß blijft ervoor vechten dat de ellende van de DDR niet in de vergetelheid raakt. ‘Men gaat uit onwetendheid en onverschilligheid veel te mild met de daders om’, zegt hij. ‘Ik weet wie mij bij de ambassade heeft verraden. Het was de chauffeur, Siegfried K. Die man werkt daar nog steeds.’
        Bij de vreedzame omwenteling van 1989 was de vrijlating van de politieke gevangenen één van de eerste acties die de demonstranten ondernamen. Zij zorgden er voor dat Bautzen II definitief dicht ging. Vier jaar later kwam er een herdenkings- en documentatiecentrum: Gedenkstätte Bautzen. Bautzen I bleef een gewone gevangenis en is dat nog steeds.

Knuppel met watten
Inmiddels is de concurrentieslag om het ware slachtofferschap losgebarsten. Wie heeft het meest geleden? De communist die door de nazi’s werd geïnterneerd, de burger die door de Russen werd opgesloten, de vijand van het DDR-regime? En hoeveel slachtoffers waren er eigenlijk in de verschillende groepen?
        Een woordvoerder van het Bautzen-comité, waarin de voormalige ‘Speziallager’- gevangenen 1945-1956 zijn verenigd, gaat ervan uit dat in Bautzen I tussen 1945 en 1949 18.000 van de 26.000 gevangenen stierven, vaak aan tbc of ondervoeding. Het Rode Kruis komt uit op twaalfduizend.
        Maar volgens dr. Jörg Morré van de Gedenkstätte Bautzen berusten die hogere getallen op een misverstand. Morré stelt dat de Duitse namen in de Russische archieven vaak verkeerd zijn gespeld en daardoor soms diverse malen zijn meegerekend. Zo zou je wel 146 versies van de naam ‘Schwarz’ tegenkomen. Morré is in de Russische archieven de dodenlijsten nog eens nagegaan en kwam voor de betreffende periode in Bautzen I op 2776 doden (2708 sterfgevallen en 68 geëxecuteerden). Met zijn kritiek op de te hoge sterftecijfers stoot hij de vele voormalige gevangenen voor het hoofd. In hun herinnering waren de lijkentransporten enorm.
        
Hartmut Richter (1950) werd opgepakt omdat hij vanuit West-Duitsland vluchtelingen had geholpen. Hij vluchtte zelf in 1966, vijf jaar na de bouw van de Muur, via het Teltow- kanaal naar het Westen. Richter vertelt trots dat hij 33 mensen bij een succesvolle oversteek heeft geholpen. Maar toen werd hij in de kraag gevat door de Oost-Duitsers. Hij zat vast van 1978 tot 1980.
        Als ‘buitenlands’ gevangene werd Richter volkomen geïsoleerd. ‘Maar de oudere gevangenen zeggen dat we niet moeten zeuren, zij hadden het veel slechter’, zegt Richter. ‘Volgens hen was Bautzen in de jaren zestig, zeventig en tachtig een hotel. Maar zij houden geen rekening met de tactiek van de “knuppel met watten”, de vernietiging van de ziel. De methodes werden erg subtiel. De openlijke terreur nam weliswaar af, maar de psychologische terreur mag niet gebagatelliseerd worden.’
        Om dit soort misverstanden te bestrijden hebben de ‘jongeren’ een eigen belangenvereniging opgericht: de OFB, de Opfer-, Förder- und Dokumentations-Verein Bautzen-II e.V. Waarmee het generatieconflict is bezegeld. ‘Jammer’, zegt Richter, ‘want ik erken het leed van de ouderen wel degelijk. Het waren echt niet allemaal fascisten, zoals de Russen beweerden.’

Politieke spelletjes
Intussen is het herdenken ook verworden tot een politieke kwestie. De activiteiten van de oud- gevangenen worden van harte ondersteund door CDU-functionarissen, die het bruine en rode verleden graag onder één totalitaire noemer brengen. Zo werd voorafgaand aan het Bautzen- forum een gedenkkapel op het terrein van de Gedenkstätte onthuld – een gebaar van de Saksische minister-president Kurt Biedenkopf dat bijna een miljoen Mark heeft gekost. Daarmee heeft hij veel oudere gevangenen voor zich ingenomen.
        Zij, en met hen veel CDU-ers, vinden het bespottelijk dat de Partei des Demokratischen Sozialismus (PDS) ook bij de plechtigheden wordt betrokken. De PDS is immers de opvolger van de oost-Duitse communistische partij, die juist zoveel dwingelandij en misdaden op zijn geweten heeft. Maar paradoxaal genoeg bevinden zich onder de jongere reünisten ook destijds in ongenade geraakte communisten, die hun politieke Heimat toch weer bij de PDS hebben gevonden.
        Het Bautzen-forum wordt weer georganiseerd door het Bautzen-comité en de Friedrich-Ebert-Stiftung, die alles met de te maken hebben met de sociaal-democratische partij, de SPD. Vandaar dat men graag stilstaat bij de sociaal-democratische slachtoffers. Zij zouden het zwaarst hebben geleden onder de sovjets. Er zijn echter tot op heden geen bewijzen voor gevonden, dat de Russische militaire tribunalen het daadwerkelijk vooral op sociaal-democraten gemunt hadden.

Gerhard Beemelmans (1934), celbewoner van 1980-1981, ergert zich aan alle politieke spelletjes en onderlinge ruzies. ‘Daar gaat het niet om. We hadden het allemaal slecht,’ weet hij. ‘Onder de Russen waren het voedsel en de medicijnen allerbelabberdst, maar je zat tenminste niet in de isoleercel. Onder de Stasi was de voeding beter, maar werden we stelselmatig psychisch getreiterd. Het geeft geen pas dat slachtoffers zich tegen elkaar afzetten.’
        Net als alle andere sprekers op het Bautzen-forum eist ook hij dat de DDR-dictatuur niet wordt verdrongen, maar hij heeft daar een genuanceerdere mening over: ‘We moeten ons in de eerste plaats realiseren dat wij Duitsers de Russische bezetting zelf hebben uitgelokt. Tegelijkertijd hebben we nu juist van dat nazi-verleden geleerd dat verdringen niets oplevert.’


Bautzen I

Begin 20e eeuw gebouwd als modernste penitaire inrichting van Saksen. Het huis kreeg door zijn gele stenen al snel de bijnaam ‘de gele ellende’.

1933-1945: Onder het nationaal-socialistische regime was Bautzen I tuchthuis voor politieke en andere gevangenen

1945-1950: Onder de sovjets werd Bautzen I interneringskamp voor nationaal-socialistische functionarissen en ‘Speziallager’ voor door de Russische militaire tribunalen veroordeelde burgers

1950-1989: In de DDR werd Bautzen I weer een reguliere gevangenis, onder de hoede van het ministerie van Binnenlandse Zaken. De laatste door de sovjets veroordeelde gevangenen werden in 1956 vrijgelaten.

Sinds 1989 is Bautzen I een reguliere penitaire inrichting onder toezicht van het ministerie van Justitie van de Vrijstaat Saksen


Bautzen II

Begin 20e eeuw gebouwd als huis van bewaring.

1933-1945: Onder de nazi’s functioneerde Bautzen II als huis van bewaring voor politieke gevangenen in afwachting van hun berechting door het nationaal-socialistische ministerie van Justitie

1945-1949: Onder de sovjets was Bautzen II eveneens huis van bewaring. De Russische geheime politie zwaaide er de scepter. Hier verbleven opgepakte burgers in afwachting van hun veroordeling door de Russische militaire tribunalen. Na veroordeling kwamen ze terecht in Bautzen I.

1949-1956: Met de oprichting van de DDR gaven de sovjets de gevangenis over aan het Oost- Duitse ministerie van Justitie. Na 1951 kwam Bautzen II onder toezicht van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het werd een ‘gewone’ strafinrichting en dependance van Bautzen I.

1956-1989: Inofficieel nam het ministerie van Staatsveiligheid het bestuur van Bautzen II over. Bautzen II kreeg bekendheid als ‘Stasi-bajes’. Er werden vooral politieke gevangenen en zogenaamde ‘staatsvijanden’ opgesloten.

1990-1992: Nog even werd Bautzen II na de omwenteling van 1989 als dependance van Bautzen I gebruikt, maar in januari 1992 werd het gebouw als gevangenis gesloten en besloot men er een herdenkingscentrum van te maken.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.