Zoals veel presidenten wil Donald Trump iets blijvends achterlaten in Washington, iets tastbaars. Eerder deze maand toonde hij tekeningen en een maquette van een klassieke triomfboog die hij wil bouwen ter gelegenheid van de 250ste verjaardag van de Verenigde Staten, in 2026. De ‘Arc de Trump’ komt te staan aan het uiterste einde van de Mall, in het verlengde van de lijn die loopt van Capitol Hill via het Washington Memorial naar het Lincoln Memorial. Het is geen toeval dat al deze monumenten de klassieke Romeinse architectuur als voorbeeld hebben.
Van oudsher hadden de Amerikaanse Founding Fathers een buitengewone interesse in de klassieke Oudheid. Ze beriepen zich vaak op het oude Rome als voorbeeld en bron van inspiratie. Logisch, want in een wereld van monarchieën kenden ze eigenlijk maar één voorbeeld van een langdurig succesvolle republiek, en dat was Rome. Ongetwijfeld speelde daarbij een rol dat ze hoopten dezelfde glorie en evenveel aanzien te bereiken.
De Founding Fathers hadden deze interesse niet van vreemden, ook Europese denkers als Montesquieu, Mably en Rousseau lieten zich inspireren door Rome. En niet zonder reden is het belangrijkste politieke geschrift van de Florentijn Niccolò Machiavelli – veel belangrijker dan De prins – zijn Verhandelingen over Livius, geschreven rond 1517. Machiavelli formuleerde grondslagen voor een republiek en ook hij greep daarvoor terug op Rome – dat van de historicus Titus Livius, die leefde in de tijd van keizer Augustus.
De Founding Fathers beriepen zich vaak op Rome als voorbeeld en inspiratiebron
Veel Amerikaanse revolutionairen zagen hun nieuwe land als een wedergeboorte van de oude Romeinse republiek, sommigen als een verbeterde versie ervan. Voor Alexander Hamilton was Rome ‘de voedster van vrijheid’, John Adams associeerde Rome met ‘de meest nobele mensen en de grootste macht die ooit bestond’. De Amerikanen hoopten te bereiken wat Engeland was ontglipt: het koesteren van de antieke republikeinse waarden van ‘de goede samenleving’, vrij van naijver, zelfzucht en decadentie. Het was een bijzonder gewrongen lezing van de geschiedenis van het Romeinse Rijk, maar dat doet hier niet ter zake. Dit was de versie die de Amerikanen zich toe-eigenden.
De Amerikaanse revolutionairen streefden naar wat zij ‘klassieke waarden’ achtten en namen bijbehorende klassieke persoonlijkheden aan. Zo werd George Washington de perfecte Cincinnatus, de Romeinse patriot die na zijn land te hebben gediend in de oorlog, op zijn landgoed de hand aan de ploeg sloeg. John Adams verlangde heftig naar een ‘Cicero-moment’. Hamilton droomde van Julius Caesar. Tijdens de discussie over de in 1787 voorgestelde grondwet namen de schrijvers van ingezonden stukken Romeinse pseudoniemen aan als Brutus, Cato en Publius.
Kopie van een Romeinse tempel
Daar bleef het niet bij. Amerikanen hadden altijd al gehouden van monumentale bouwwerken in klassieke stijl, zowel woningen als officiële bouwsels. Thomas Jefferson was helemaal gek van dit neoclassicisme, mede geïnspireerd door de variant die de Italiaanse architect Andrea Palladio in de zestiende eeuw had laten zien in vele bouwwerken. Dankzij Jefferson kreeg Virginia een Statehouse dat een kopie was van het Maison Carrée, een uitzonderlijk goed bewaarde Romeinse tempel in Nîmes, gebouwd rond het begin van de jaartelling. Hij meende dat het educatief was en bevorderlijk voor de burgerlijke waarden dat Amerikanen een dergelijk model zagen. Dat het gebouw tochtig was en ruimtelijk onwerkbaar, weerhield hem niet.

Jeffersons voorbeeld kreeg navolging: het Capitool waar het Amerikaanse Congres zetelt, het gebouw van het Supreme Court, de Library of Congress, het ministerie van Financiën. Kijk ook naar de obelisk voor George Washington, de rotunda voor Jefferson en de tempel die voor het Lincoln Memorial werd opgericht: het zijn maar een paar van de vele voorbeelden van Amerikaanse publieke gebouwen die hun inspiratie ontlenen aan Rome. En dan hebben we het alleen nog maar over Washington DC. Overal in Amerika zie je voorbeelden van klassiek Romeinse architectuur, of in elk geval de Amerikaanse interpretatie ervan. Zelfs de soms ridicule portalen aan grote landhuizen met pilaren en een fries getuigen ervan.


De hang naar alles wat Romeins is blijkt ook uit politieke symbolen zoals de godin Libertas, de talloze Latijnse motto’s en het Great Seal van de Verenigde Staten, met aan de ene kant een Romeinse adelaar voorzien van een banier met de tekst e pluribus unum (‘uit velen één’) en aan de andere kant een piramide en de zinnen novus ordo seculorum (‘een nieuwe orde der eeuwen’) en annuit coeptis (‘Hij heeft onze onderneming goedgekeurd’) plus een aantal Romeinse cijfers.


Romeins is tijdloos, volgens Trump
Deze verwijzingen mogen begonnen zijn als het restaureren of imiteren van een geïdealiseerde en verdwenen Romeinse republiek, maar al snel zongen ze zich daarvan los. De volksdemocratie die zich later in de negentiende eeuw ontwikkelde in Amerika, was uniek in de geschiedenis en leek zeker niet op het Romeinse systeem. Maar in het vroege stadium van de Amerikaanse republiek was het handig om een voorbeeld te hebben om op te bouwen.
Je zou kunnen zeggen dat de Founding Fathers de antieke wereld gebruikten als een instrument om hun waarden te bepalen en hun instituties te rechtvaardigen, net zoals Machiavelli dat deed. De klassieke Oudheid was een soort geheugenbank waarop ze terugvielen om hun ervaringen context te geven en te begrijpen. En om zich te laten inspireren. Volgens sommigen was het niet meer dan window dressing, maar dit is nu eenmaal hoe voorbeelden worden gebruikt. Uiteindelijk hadden de Amerikanen zich ook de ideeën van Locke, Burke en anderen toegeëigend, en ook in die gevallen niet zonder ze aan te passen, te plooien en te buigen naar hun behoeften.
Het is dan ook allesbehalve vreemd dat president Trump, met zijn hekel aan moderne architectuur en zijn wens om Amerika weer ‘groots’ te maken, 250 jaar later opdracht geeft om alleen klassieke bouwstijlen te gebruiken voor officiële gebouwen. Er valt wat voor te zeggen, als je ziet wat voor brutalistische architectuur er in het naoorlogse Washington van de uitgedijde overheid is neergezet. Romeins is tijdloos, lijkt Trump te denken. Hij heeft niet ongelijk. Een triomfboog, waarom ook niet? Hadrianus bouwde er ook een. En Napoleon. Je hoort hem denken: goed gezelschap.

