Home ‘Daders zien zichzelf vaak als slachtoffers’

‘Daders zien zichzelf vaak als slachtoffers’

  • Gepubliceerd op: 24 september 2024
  • Laatste update 20 nov 2024
  • Auteur:
    Bas Kromhout
  • 16 minuten leestijd
‘Daders zien zichzelf vaak als slachtoffers’

Kampbeulen, terroristen, ontspoorde militairen – wat zijn dat voor mensen? Zijn ze uitzonderlijk of juist heel normaal? Alette Smeulers komt na dertig jaar onderzoek tot de slotsom dat allebei waar is. ‘Iedereen kan een dader worden, maar niet iedereen wordt eenzelfde soort dader.’ 

Na een terroristische aanslag ontstaat er in de sociale media steevast ruzie over de motieven van de daders. Het zijn overtuigde aanhangers van ideologie X of religie Y, zegt de ene groep. Welnee, zegt een andere groep, ze zijn geestelijk niet in orde. Volgens weer een andere groep gaat het om mensen die door hun moeilijke omstandigheden tot het uiterste worden gedreven. 

Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Kennelijk kunnen we plegers van extreem politiek geweld niet anders dan eendimensionaal bekijken. Terwijl bergen wetenschappelijk onderzoek aantonen dat het gedrag van zulke daders wordt gestuurd door een ingewikkelde mix van factoren. Dat geldt voor terroristen, maar ook voor mensen die in dienst van een staat extreem geweld gebruiken, tot en met genocide. 

De mix van drijfveren ziet er bovendien bij elk individu anders uit. De ene dader is de andere niet. Hoogleraar Internationale misdrijven Alette Smeulers onderscheidt in haar boek Perpetrators of Mass Atrocities. Terribly and Terrifyingly Normal? veertien verschillende types. ‘Daarmee wil ik nuance aanbrengen in het debat,’ zegt zij.  

Alette Smeulers. Foto door JASPAR MOULIJN;
Alette Smeulers. Foto door Jaspar Moulijn.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Hoe kwam u op het idee daders te classificeren? 

‘Omdat er nog geen omvattende classificaties bestonden. De criminologie verkeerde lang in een staat van ontkenning als het om internationale misdaden ging. Daar is pas in de afgelopen jaren verandering in gekomen. Ikzelf beweeg tussen verschillende disciplines: ik ben dertig jaar geleden begonnen als student in de politicologie, houd me bezig met geschiedenis, ben gespecialiseerd in de psyche van de dader, gebruik inzichten uit de criminologie en heb nu een leerstoel Internationale misdrijven aan de rechtenfaculteit in Groningen. Mijn onderzoek bevindt zich op het grensvlak van het internationale strafrecht en de internationale criminologie: het onderzoek heeft namelijk belangrijke implicaties voor de juristen die daders van zulke misdrijven berechten. 

In het begin onderzocht ik vooral daders van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, later ook uit andere periodes: de Cambodjaanse killing fields, de genocide in Rwanda, de Zuid-Amerikaanse dictaturen, de apartheid in Zuid-Afrika. Ik merkte al snel dat sommige daders uit verschillende historische contexten op elkaar leken. Zo bleek Adolf Eichmann veel gemeen te hebben met Alfredo Astiz, een Argentijnse folteraar in de tijd van de junta. En zo waren er meer daders met gemeenschappelijke kenmerken. Ik begon ze in groepjes in te delen, steeds systematischer. Ik heb een database aangelegd van honderden daders, die ik indeelde in categorieën. Als ik iets te weten kwam over een dader die in geen van de categorieën paste, dan maakte ik weer een nieuwe categorie.’ 

Naar welke kenmerken heeft u gekeken?  

‘Het gaat mij om de motieven en achtergronden van daders, niet het soort daden dat zij hebben verricht. Met één uitzondering. Ik onderscheid een categorie van criminal masterminds – het Nederlandse “criminele meesterbrein” vind ik geen goede vertaling – die per definitie de hoogste positie in de commandoketen bekleden. Maar de andere dadertypes kun je op allerlei niveaus en in verschillende rollen aantreffen.’ 

Als één man begroeten leden van de Hitlerjugend en het Jungvolk Adolf Hitler tijdens een partijbijeenkomst in Neurenberg, september 1937.
Als één man begroeten leden van de Hitlerjugend en het Jungvolk Adolf Hitler tijdens een partijbijeenkomst in Neurenberg, september 1937. Bron: ANP.

Smeulers is uitgekomen bij veertien verschillende dadertypes. Ze omschrijft in haar boek een voor een de kenmerken en noemt historische voorbeelden. Jozef Stalin plaatst ze bijvoorbeeld in de categorie criminal masterminds, Osama Bin-Laden valt onder de noemer fanaticus, Hermann Göring was een carrièremaker en Anders Breivik was deranged – oftewel iemand met een psychische stoornis. De grenzen tussen de categorieën zijn niet absoluut, bij sommige daders is meer dan één etiket mogelijk. Ten slotte geeft Smeulers bij elke categorie daders mogelijke verklaringen voor hun gedrag. 

Is uw beeld van daders veranderd? 

‘Toen ik helemaal aan het begin stond van mijn onderzoek, dacht ik dat daders abnormale mensen waren, maar toen besefte ik dat de meeste daders normale mensen waren die in abnormale omstandigheden gruwelijke daden verrichtten. Er zijn ook daders die uitzonderlijke persoonlijke kenmerken hebben, waardoor zij gemakkelijker geweld plegen dan anderen, maar dat zijn de uitzonderingen. Verder zijn er criminelen onder daders van internationale misdrijven, maar ook dat is vaak een kleine groep.’ 

Welke dadertypes komen het meest voor? 

‘Het talrijkst zijn volgers en opportunisten. Dat zijn normale mensen zonder psychische afwijkingen. Zo werkten er in de nazi-kampen veel minder sadisten dan je zou verwachten. Naar schatting vond 5 procent van de daders in de concentratiekampen het leuk hun slachtoffers pijn te doen. Bij andere dadertypes komen afwijkingen soms wel, en soms niet voor. Alleen lone wolves zoals Anders Breivik en Ted Kaczynski, de Una-bomber, hebben vaak een psychische stoornis.’ 

Over welke stoornissen gaat het dan? 

‘Het zijn dan vaak psychopaten of sadisten en een enkeling leidt aan een vorm van schizofrenie. Vooral psychopaten en sadisten voelen geen empathie. Ze voelen ook geen angst en zijn immuun voor stress, zodat ze vaak het voortouw nemen. In sommige situaties is dat een voordeel. Een brandweerman met psychopathische karaktertrekken zal eerder een brandend huis ingaan om iemand te redden dan zijn collega’s. In een oorlogssituatie kunnen psychopaten opvallen door hun uitzonderlijke moed, maar ze zijn ook de eersten die extreem geweld gebruiken en anderen daarin kunnen meenemen. 

Daders die hoog in de hiërarchie staan zijn vaak narcisten. Die mensen hebben een uitvergroot zelfbeeld, zijn niet in staat kritisch naar zichzelf te kijken en accepteren ook geen kritiek van anderen. Ze omringen zich met jaknikkers. Dan hebben we ook de zogeheten machiavellisten, dat zijn mensen die anderen manipuleren en daar gewin uit proberen te halen. Een goed voorbeeld daarvan is Vladimir Poetin, die ooit bij een ontmoeting met Angela Merkel heel bewust twee grote honden de kamer binnenliet, omdat hij wist dat de Duitse bondskanselier doodsbangwas voor die dieren. AIs iemand zowel een psychopaat als een narcist en een machiavellist is, spreken forensisch psychologen van een Duistere Triade. Veel bekende criminal masterminds voldoen aan dit beeld, zoals Adolf Hitler, Saddam Hoessein, Bashar al-Assad en Kim Jong-un. Komt er ook nog sadisme bij, dan heb je een Duistere Tetrade. Dat gold bijvoorbeeld voor Jozef Stalin en Idi Amin, die precies voorschreven hoe tegenstanders moesten worden gemarteld. 

Er zijn ook daders met andere psychische problemen, zoals depressies. Er is wel gesuggereerd dat Mohammed Atta, de leider van de zelfmoordaanslag op de Twin Towers, suïcidaal was. Aanvankelijk werd hij vooral gezien als iemand die helemaal opging in de fundamentalistisch-islamitische ideologie, maar dat beeld is door sommige onderzoekers genuanceerd. Ik weet niet wie er gelijk heeft.’ 

Hebben de aandoeningen een biologische achtergrond? 

‘Hersenonderzoek toont aan dat agressieve geweldplegers vaak een niet volledig ontwikkelde of beschadigde frontaalkwab hebben. Ook de hoeveelheid neurotransmitters, zoals dopamine en serotonine, in de hersenen speelt een rol. En die hoeveelheid houdt weer verband met een bepaald gen. Maar stoornissen ontstaan door een combinatie van biologische én omgevingsfactoren. Iemand met een ongunstige genetische dispositie, die ook nog een jeugdtrauma oploopt door bijvoorbeeld misbruik, heeft een verhoogd risico om te ontsporen. Een kind dat opgroeit in een gezin waar huiselijke geweld voorkomt, leert bovendien dat geweld normaal is.’  

Zijn veel daders op die manier beschadigd? 

‘De meeste criminal masterminds hebben een moeilijke jeugd gehad. Stalin had een agressieve, alcoholverslaafde vader. Daders die gekwalificeerd kunnen worden als true believers of holy warriors voelen zich vaak aangetrokken tot extremistische ideologieën omdat ze een moeilijke periode doormaken, of geen aansluiting vinden bij de rest van de maatschappij. Als individu, of omdat ze horen bij een groep die wordt achtergesteld en gemarginaliseerd. Het kan ook zijn dat ze gewoon worstelen met het leven en zoekende zijn. Dat verklaart waarom met name jonge mensen vatbaar zijn voor radicale ideeën. Bij de meeste mensen is het een tijdelijke fase, maar er zijn ook min of meer permanente buitenstaanders. Zij kunnen radicaliseren. 

Jozef Stalin, geportretteerd door Samuel Johnson Woolf, 1937.
Jozef Stalin, geportretteerd door Samuel Johnson Woolf, 1937.

Sommige daders zijn getraumatiseerd door de gewelddadige dood van een ouder of partner. Gevoelens van machteloosheid en vernedering kunnen zich vertalen in een wens om wraak te nemen. Ik las in een wetenschappelijk boek over Palestijnse jongeren de volgende quote: “Van mijn klas zijn er nog maar twee in leven. Alle anderen zijn gedood of hebben een zelfmoordaanslag gepleegd.” Als dat je leefwereld is, kun je je voorstellen dat de drempel om terroristische aanslagen te plegen niet zo hoog is.’ 

Wat is de rol van ideologie? 

‘Voor alle daders is ideologie belangrijk. Hetzij omdat ze een betere wereld willen creëren door te moorden, hetzij omdat ze de ideologie gaandeweg omarmen. Alle daders vinden de eerste keer dat ze een mens doden verschrikkelijk. Iedereen ziet zichzelf als een goed mens, en daar past iets verschrikkelijks doen niet bij. Het is niet met elkaar te rijmen, er treedt cognitieve dissonantie op. Om die op te lossen en het positieve zelfbeeld te herstellen, komt ideologie van pas. Die vertelt dat de slachtoffers in werkelijkheid gevaarlijke vijanden zijn, en dat het noodzakelijk en goed is hen te doden. De slachtoffers worden daarbij vaak gedehumaniseerd: ze worden “beesten”, “ziektekiemen” en “kakkerlakken” genoemd, wat het gemakkelijker maakt hen “op te ruimen”. 

‘De eerste keer dat ze een mens doden, vinden alle daders verschrikkelijk’ 

Veel internationale misdrijven vinden plaats in de context van een oorlog, dat is een periode waarin het denken is vernauwd tot een “wij of zij”-tegenstelling. Soldaten die oorlogsmisdaden plegen, hebben opdracht gekregen de vijand te vernietigen. Daarbij opereren ze in groepsverband. Individueel gedrag wordt sterk beïnvloed door de groep als geheel.’ 

Hoe werkt dat? 

‘Mensen zijn kuddedieren. We hebben allemaal de behoefte erbij te horen. Het is heel moeilijk voor een mens om in te gaan tegen de groep, vooral als die hem bescherming biedt zoals in een oorlogssituatie. Tekenend is wat dat betreft het geval van een Amerikaanse soldaat die niet wilde meedoen toen zijn eenheid de burgers in het Vietnamese dorp My Lai uitmoordde. Hij durfde niets te zeggen. Om er onderuit te komen schoot hij zichzelf in de voet, met alle risico’s op complicaties van dien. 

In een leger, maar ook in de burgersamenleving, zijn de verhoudingen hiërarchisch. Mensen zijn gesocialiseerd om te gehoorzamen aan autoriteitsfiguren. Dat is noodzakelijk om een complexe maatschappij niet in chaos te laten ontaarden, maar het wordt een probleem als de autoriteiten moordzuchtige opdrachten geven.  

‘Als anderen extreem geweld gebruiken, lijkt het normaal’ 

In een politieke massabeweging of totalitaire staat wordt gebrek aan loyaliteit als een ernstig delict beschouwd. De meest fanatieke leden worden ten voorbeeld gesteld aan de rest. Zij nemen ook het voortouw bij het plegen van extreem geweld. De anderen weten dat als zij niet volgen, zij zich buiten de groep plaatsen. Ook als ze er niet direct voor worden gestraft, voelt dat onprettig. Het is gemakkelijker te gehoorzamen. Omdat je in een groep bent, voel je minder eigen verantwoordelijkheid. De groep stelt de norm. Als anderen om je heen extreem geweld gebruiken, lijkt het normaal om mee te doen.’ 

Ook als je over normale empathische vermogens beschikt? 

‘Ja, daar ben ik van overtuigd. Hierin verschil ik van mening met socioloog Abram de Swaan, die zegt: daders zijn geen normale mensen, want ze hebben geen empathie. Daar ben ik het mee oneens. Met uitzondering van de psychopaten en sadisten hebben daders wel degelijk empathie, maar ze leren heel snel hun empathie uit te schakelen. Mensen transformeren tot daders doordat ze zich aanpassen en reageren op hun omgeving. Het is een proces – een continuum of destructiveness noemt de Amerikaanse psycholoog Ervin Staub het – waarin gewone mensen geleidelijk aan tot daders verworden. De eerste keer doden is moeilijk, de tweede keer is alweer een beetje makkelijker, en na een tijdje begint het te wennen. Het bewustzijn vernauwt; de empathie voor de slachtoffers wordt uitgeschakeld. Als je eenmaal in een bepaald spoor zit, is het moeilijk om terug te keren. Want dat betekent toegeven dat je verkeerd bezig bent, en dat doen we niet graag. Liever gaan we door. De tweede keer legitimeert de eerste keer. Doden went snel en kan zelfs verslavend worden.’ 

De ondertitel van uw boek, ‘verschrikkelijk en angstaanjagend gewoon’, is een omschrijving die filosoof Hannah Arendt gaf van Adolf Eichmann. Haar zienswijze is niet onomstreden. 

‘Arendt is vaak bekritiseerd om wat zij schreef in Eichmann in Jeruzalem: de banaliteit van het kwaad. Zeker toen later geluidsopnames opdoken van een interview dat de Nederlandse NSB-journalist Willem Sassen met Eichmann heeft gehouden toen beiden zich in Argentinië verscholen. Daarin zegt Eichmann dat hij nergens spijt van had en dat hij graag alle tien miljoen Joden in Europa zou hebben vermoord. Velen hebben hieruit geconcludeerd dat hij toch geen gewone man was, maar dat hij handelde uit antisemitisme.  

Adolf Eichmann tijdens zijn proces
in Jeruzalem, 21 april 1961.
Adolf Eichmann tijdens zijn proces in Jeruzalem, 21 april 1961. Bron: ANP.

Ik ben daar nog steeds niet van overtuigd. Eichmann was aanvankelijk geen antisemiet, hij omarmde het antisemitisme pas later. Eichmann kreeg de taak de Endlösung en dus de genocide te organiseren. Hij werd niet gedreven door haat, maar wilde vooral het beste jongetje van de klas zijn en daarom nam hij zelf initiatieven om zijn opdracht zo efficiënt mogelijk te volbrengen. Hij raakte daardoor geobsedeerd en dat was volgens mij zijn belangrijkste drijfveer. Voor heel veel mensen geldt dat ze ambitieus zijn en niet altijd goed nadenken over de gevolgen, en daarin was hij dus akelig normaal. In een andere context en met een andere opdracht had Eichmann als ambtenaar een nuttige bijdrage aan de samenleving kunnen leveren. 

‘Eichmann voelde geen haat, maar wilde het beste jongetje van de klas zijn’ 

Er is veel discussie over de interpretatie van Arendts these van de “banaliteit van het kwaad”. Ik interpreteer haar zo: je hoeft niet kwaadaardig te zijn om kwaad te doen, want het kwaad kan ook uit hele banale eigenschappen zoals gehoorzaamheid, conformisme en loyaliteit voortkomen. Dat maakt dat iedereen een dader kan worden. Maar daar voeg ik dan op basis van mijn eigen onderzoek aan toe: niet iedereen kan om het even welk type dader worden.’ 

Hoe voorkom je dat mensen daders worden? 

‘Voor de psychiatrische gevallen is vooral goede zorg nodig. Die kun je organiseren. Het is veel lastiger de normale daders op tijd te stoppen, want dat kan in principe iedereen zijn. Dat moet ieder van ons goed beseffen. Daarom vind ik dat het boek De meeste mensen deugen van Rutger Bregman een gevaarlijke boodschap geeft. Als je daarin gelooft, denk je al snel dat jij zelf deugt. De paar mensen die niet deugen, zijn altijd anderen. Dat is nou precies wat daders ook denken. Daders zien zichzelf nooit als daders, maar vrijwel altijd als slachtoffers. Zij denken dat de groep waartoe ze behoren wordt bedreigd door vijanden. Benjamin Netanyahu bijvoorbeeld denkt sinds de afschuwelijke aanslag op 7 oktober: ik moet Hamas vernietigen, zodat Israël veilig zal zijn. Dat hij daarin veel te ver gaat en bovendien een voedingsbodem creëert voor nieuw extremisme en terrorisme, ziet hij niet meer. En iedereen die kritiek heeft, is een vijand. Zelfs de juristen van het ICC, die een goed onderbouwde aanklacht hebben opgesteld, zijn antisemieten in Netanyahu’s ogen. Poetin zegt ook dat Russen de slachtoffers zijn van Oekraïne, in plaats van andersom. Hij moest zogenaamd de Donbas binnenvallen om een genocide te stoppen. Veel gewone Russen geloven de propaganda. Zij zien zichzelf als de goeden, en de Oekraïners als de slechteriken die moeten worden gedenazificeerd.’ 

Als mensen zo beïnvloedbaar zijn, hoe schuldig is dan een individuele dader? 

‘Volgens het internationaal recht draagt elke dader, hoe laag ook in de hiërarchie, persoonlijke verantwoordelijkheid. Je kunt je niet verschuilen achter gehoorzaamheid aan bevelen. Zelfs niet als je een kindsoldaat was, zoals Dominic Ongwen, die zelf op een afschuwelijke manier is behandeld. Hij was een jaar of tien toen hij door de LRA, de Lord’s Resistance Army in Uganda, werd ontvoerd, opgesloten, mishandeld en gedwongen om bij wijze van initiatie andere kinderen te doden. Later werd hij commandant van een beruchte eenheid. Het Internationale Strafhof heeft hem veroordeeld tot 25 jaar gevangenis.  

Soldaten van de Lord’s Resistance Army in Oeganda, 28 juni 2006.
Soldaten van de Lord’s Resistance Army in Oeganda, 28 juni 2006. Bron: Getty Images.

Hoewel dus zelfs het kleinste radertje in de machine zijn verantwoordelijkheid niet kan ontlopen, vind ik dat we meer oog moeten hebben voor de mensen aan de top. Zij geven vorm aan de context waarin anderen tot hun misdaden komen. Zij dragen de grootste verantwoordelijkheid. Carrièremakers, toegewijde strijders en volgers zouden onder een goedaardig bewind dat de mensenrechten respecteert belangrijke ondersteuners van het recht kunnen zijn, terwijl ze onder het bewind van een criminal mastermind een genocide organiseren of een martelkamp leiden. Criminelen en seksuele roofdieren hebben in vredestijd veel minder invloed, omdat ze ondergronds moeten blijven, terwijl ze in tijden van massaal geweld zich kunnen uitleven en zelfs rolmodellen worden. Denk aan de Servische militieleider Arkan.’ 

Dus om te voorkomen dat gewone burgers daders worden, moeten mensen aan de top zorgen voor een gezonde politieke en sociale context? 

‘Ja, maar ik vind ook dat gewone mensen zelf bewuster moeten worden. We zijn niet slecht, maar zwak. Te zwak om op te staan tegen de druk van onze omgeving, tegen onze superieuren en tegen de meerderheid. Te zwak om eigen verantwoordelijkheid te nemen en fouten toe te geven. Daar kunnen we zelf iets aan doen. Niet gedachteloos achter de groep of een leider aanlopen, maar kritisch nadenken en als het nodig is onze mond opendoen.’ 

Geldt dat ook voor omstanders? 

‘Omstanders spelen een grote rol bij internationale misdaden. De Auschwitz-overlevende Elie Wiesel beschrijft in een van zijn boeken het moment van deportatie uit een Hongaarse stad, toen hij opeens een raam zag waarachter een man stond toe te kijken. Dat vond Wiesel het allerergste. Omstanders zijn vaak de enigen die zonder eigen risico kunnen opstaan en zeggen: stop daarmee. Maar vaak werken bij hen dezelfde mechanismen als bij de daders, waardoor ze wegkijken en niets doen.’ 

De media maken ons tot omstanders van al het leed op aarde. Is dat niet te veel voor ons om te dragen? 

‘Mijn studenten worstelen daarmee. Ze vragen zich af: wat kunnen wij doen? En als ze dan iets doen, bijvoorbeeld door te protesteren tegen de oorlog in Gaza, vragen anderen hun verwijtend waarom ze niet ook protesteren tegen alle andere gevallen van massaal en extreem geweld. Natuurlijk kun je als individu niet aan al het onrecht in de wereld dezelfde aandacht geven. Maar als je niet protesteert tegen situatie 1, 2 en 3, wil dat niet zeggen dat je ook je mond moet houden over situatie 4.’ 

Alette Smeulers

(1967) studeerde politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel. Zij promoveerde in Maastricht op een onderzoek naar internationale uitleveringsverdragen. Smeulers doceerde eerder in Tilburg en Luik, en is sinds 2016 hoogleraar Internationale misdrijven aan de Rijksuniversiteit Groningen. Begin dit jaar verscheen haar boek Perpetrators of Mass Atrocities (508 p. Routledge, € 42,99). Ook vertelt zij over de psyche van daders in de podcast Terribly and Terrifyingly Normal? 

Perpetrators of
Mass Atrocities

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 10 - 2024