Na de Duitse inval in de Tweede Wereldoorlog popelden leden van de NSB om met de oude elite af te rekenen. Ze hoopten alle belangrijke functies zelf in te pikken. Maar dat mislukte en leidde tot veel frustraties. Zo blijkt uit Fout!, een bloemlezing van artikelen uit extreem rechtse oorlogsbladen.
Nationaal-socialisten waren revolutionairen. Ze wilden de bestaande politiek-maatschappelijke structuren omverwerpen en een ‘Nieuwe Orde’ stichten. Vóór mei 1940 waren ze daar in Nederland niet in geslaagd. Bij verkiezingen kregen de NSB en andere fascistische partijen te weinig stemmen en voor een gewapende revolte was hun aanhang te klein. De Duitse inval veranderde echter alles. Met hulp van de bezetter zou het nationaal-socialisme in Nederland zegevieren, zo was de verwachting.
Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Direct na de capitulatie waren de Nederlandse nazi’s vervuld van een gevoel van triomf en zucht naar wraak. Tijdens de korte strijd in mei had de regering uit angst voor een vijfde colonne zo veel mogelijk NSB’ers laten interneren. Acht van hen waren door Nederlandse soldaten doodgeschoten. ‘Wij eisen in de eerste plaats dat het recht zijn loop krijgt. De schuldigen zijn gewaarschuwd,’ sprak partijpropagandist Adriaan van Hees tijdens een massabijeenkomst van de NSB in Lunteren op 22 juni 1940.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
NSB-krant
Van deze manifestatie, die de veelzeggende naam ‘Hagespraak der Bevrijding’ kreeg, werd een reportage afgedrukt in de NSB-krant Volk en Vaderland. Hierin is te lezen hoe de beweging van Anton Mussert ondubbelzinnig de kant van de bezetter koos:
‘Aangrijpend is het, wanneer opzij van het terrein aan een afzonderlijke mast, bekroond met de gouden adelaar, de Duitse vlag wordt gehesen. Het is uit dankbaarheid dat Hitler ons heeft bevrijd, toen duizenden van onze kameraden, samen met vele Duitsers, in forten en gevangenissen werden gegooid en van 10 tot 15 mei een ronduit schandalige behandeling kregen. Het Deutschlandlied en Horst-Wessel-Lied klinken. Hoewel het ons tegelijk pijn doet dat buitenlandse hulp ons voor de democratische sluipmoord op eigen volksgenoten moest behoeden, toch overheerst bij ons de vreugde.’
‘Wij hebben nieuwe mannen nodig, die voortkomen uit het volk’
Mussert ging zelfs zover om een grote bronzen klok, die aan de rand van het vergaderterrein stond, aan de Duitse luchtmacht te schenken. Dezelfde luchtmacht die een maand eerder Rotterdam in de as had gelegd. Zo legde Mussert openlijk zijn eigen lot en dat van zijn aanhangers in de handen van Hitler.
Met hulp van de Führer wilde Mussert een nationaal-socialistisch Nederland opbouwen. Koningin Wilhelmina en haar regering waren naar Londen gevlucht, dus de macht leek voor het grijpen te liggen. Het Nationale Dagblad van 18 juli 1940 deed verslag van een toespraak van de plaatsvervangend leider van de NSB, Kees van Geelkerken:
Sprekend over de gevluchte democratenbende zei Van Geelkerken: ‘Als u denkt dat deze lieden nog eens in Hoek van Holland voet aan wal zullen zetten, dan zeg ik u: al zouden ze zwemvliezen tussen de poten hebben, ze komen er tóch niet meer in! (Stormachtig applaus) Wij hebben nu de straat en dus zullen wij ook de staat krijgen.’
NSB in Nederland
Volgens beproefd fascistisch recept probeerde de NSB meteen na de Duitse inval de publieke ruimte te veroveren. Geüniformeerde leden van de Weer-Afdeling (WA) gingen de straat op en zochten de confrontatie met linkse tegenstanders en Joden. Op 7 september 1940 kwam de Haagse WA-man Peter Ton om bij relletjes. Deze ontstonden nadat een fietser al dan niet opzettelijk was ingereden op een colonne van de Jeugdstorm, de jongerenorganisatie van de NSB. Toen WA-mannen uit de buurt zich ermee gingen bemoeien, greep de politie in. Volgens de Duitsers, die de zaak onderzochten, werd Ton gedood door een politiekogel.
De NSB gebruikte de ‘moord’ op Peter Ton om een hetze te beginnen tegen al hun vijanden. Het Nationale Dagblad van 9 september 1940 schreef:
‘Achter de daders rijzen schimmen op. De schimmen van de leiders van de politieke partijen, die jarenlang Nederlanders tegen Nederlanders ophitsten. Zij zitten verscholen in hun veilige schuilplaatsen, vervuld van een dodelijke haat. […] Over de baar waarop nu Peter Tons ontzielde lichaam rust heen wijzen wij beschuldigend naar zijn echte moordenaars, de stille haatzaaiers. Zij gaan schuil onder politieke christenen, onder Joodse ophitsers, onder vrijmetselaars en hun aanhang. Wij vragen hun om rekenschap en verantwoording. Hun en hun handlangers. Zij zijn de ware moordenaars. Zij dienen gestraft te worden.’
De Duitsers vonden een grote zuivering van het Nederlandse bestuur aanvankelijk niet nodig: de meeste burgemeesters en ambtsdragers stelden zich coöperatief op
De NSB popelde om af te rekenen met iedereen die in hun ogen tot de oude elite behoorde. Om de Nieuwe Orde tot stand te brengen moesten zo veel mogelijk bestuursposten door Nederlandse nationaal-socialisten worden bezet. Maar de Duitsers vonden een grote zuivering van het bestuur aanvankelijk niet nodig. De meeste burgemeesters en andere ambtsdragers stelden zich namelijk coöperatief op. Zij voelden zich verplicht om ‘in het belang van het Nederlandse volk’ hun taken te blijven uitvoeren.
De bezetter maakt hier handig gebruik van en hield de NSB in Nederland voorlopig aan het lijntje. Gefrustreerd schreef Het Nationale Dagblad op 31 mei 1940 dat ‘de mannen van het gekeerde jasje’ niet te vertrouwen waren:
‘Wanneer een blad als De Telegraaf in zijn hoofdartikel van 30 mei durft te schrijven: ‘De grote meerderheid van ons volk heeft nooit vijandelijke, maar wel vriendschappelijke gevoelens jegens Duitsland gekoesterd’, dan is dit typerend voor een hele groep van Nederlanders, die zich vroeger uitputten in anti-Duitse uitlatingen en nu niet weten hoe snel zij bij de bezetter van Nederland in het gevlij moeten komen. […] Wij hebben nieuwe mannen nodig, die voortkomen uit het werkende Nederlandse volk. De oude leidende kaste van het liberale Nederland heeft haar onmacht en haar gebrek aan inzicht in de eisen van deze tijd afdoende getoond.’
NSB krijgt steun van de nazi’s
Het duurde even, maar uiteindelijk kreeg de NSB de felbegeerde, exclusieve steun van de bezetter. Vanaf december 1941 verboden de Duitsers alle andere politieke partijen en groeperingen. Steeds meer bestuurlijke functies zoals burgemeestersposten kwamen in handen van NSB’ers. Eind 1942 benoemde Hitler Mussert tot ‘Leider van het Nederlandse volk’. Even leek het alsof zijn droom van een NSB-staat in Nederland werkelijkheid zou worden. Volgens het weekblad De Zwarte Soldaat van 17 december 1942 zou Mussert eindelijk kunnen beginnen aan zijn taak: ‘de eenwording van ons Nederlanders tot een bewust volk.’
Dit bleek een illusie. Mussert had van de Duitsers wel een mooie nieuwe titel gekregen, maar in de praktijk hielden zijzelf alle touwtjes stevig in handen. Ook van de gedroomde volkseenheid onder NSB-vlag kwam niets terecht. De meerderheid van de Nederlanders bleef doof voor de nationaal-socialistische heilsboodschap.
Toen vanaf 1943 niet meer viel te ontkennen dat de Duitsers aan de verliezende hand waren, verschenen er in de ‘foute’ kranten pessimistische toekomstvoorspellingen. Zo schreef De Zwarte Soldaat op 23 maart 1944, in een poging tot ironie:
Al het goede oude komt weer terug: Colijn, de werklozensteun, de baantjesjagerij, de zwendel en de Joden. O nee, da’s waar ook, helaas zijn de laatsten niet meer zo ruim voorradig.
‘Helaas zijn de Joden niet meer zo ruim voorradig’
Negen maanden later, toen het zuiden van Nederland al was bevrijd, constateerde dezelfde krant dat het herstel van de vooroorlogse politieke verhoudingen er in volle gang was:
In het bevrijde gedeelte heeft men weinig of niets geleerd sinds 1940. Daar is het oude spelletje opnieuw begonnen, maar dan met nog meer mooie woorden en leuzen. Alle partijen en partijtjes zijn er als de kippen bij om het weer zo voor te stellen, alsof zij alleen de belangen van hun aanhangers op de beste wijze zullen dienen.
Communistische machtsgreep
De restauratie zou echter niet lang duren, waarschuwde De Zwarte Soldaat. Zodra de Amerikaanse en Canadese bevrijders waren vertrokken, zouden de communisten met geweld de macht grijpen en van Nederland een bolsjewistische staat maken. Aan de NSB had het niet gelegen, want:
‘Dit alles zal dit volk uitsluitend aan zichzelf te danken hebben. Vanwege hun voortdurende verdeeldheid en door gebrek aan een sterk uitgesproken politiek program hebben de Nederlanders de enigen die hun een nieuw ideaal brachten, namelijk de nationaal-socialisten, met alle middelen bestreden.’
Met de NSB liep het slecht af. Na de bevrijding werden de leden massaal geïnterneerd. De kopstukken uit de beweging werden voor hun collaboratie zwaar gestraft. Mussert wilde de macht, maar kreeg de kogel.