Alle artikelen
In deze rubriek kunnen lezers hun mening geven over artikelen die in het Historisch Nieuwsblad verschenen zijn. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten. Reacties: Postbus 1528, 1000 BM Amsterdam of redactiehn@vug.nl
Adlon
In een historisch tijdschrift mag zelfs op de kleinste slak zout gelegd worden, vind ik. Daarom: het Berlijnse hotel waar president Bush onlangs logeerde, heet niet Adler, zoals vermeld in de rubriek mensen (Historisch Nieuwsblad 2002/4), maar Adlon.
J.L. Heldring, Leidschendam
Cees Fasseur
In het artikel ‘De geschiedenis top 20 van 2002′ (Historisch Nieuwsblad 2001/ 9-10, trof ik voor de zoveelste keer mijn naam aan in verband met Cees Fasseur. De auteur meldt mijn optreden naar aanleiding van mijn boek Om erger te voorkomen in het televisieprogramma Buitenhof en concludeert: ‘Daar ontbrak Cees Fasseur. Waarom? “Ajax speelt ook niet tegen Heereveen 3,” zei Fasseur in het Parool Theater.’
Fasseur identificeert zich dus met de professionele club Ajax die zich te goed voelt voor de amateurs, Heereveen 3. Maar dan ontgaat hem toch iets. Namelijk, dat wanneer de kleine David de euvele moed heeft om de grootheid van de reusachtige Goliath in twijfel te trekken, de reus wel degelijk zijn kracht zal tonen aan de dwerg. Zo zou Ajax zich evenmin te goed voelen om op sportieve wijze het gevecht aan te gaan, als Heereveen 3 haar voetbaltechnische kwaliteiten serieus in twijfel zou trekken. Juist met degene waarmee je het meest van mening verschilt, ga je het debat aan, lijkt me. Of is Fasseur bang dat Heereveen 3 hem wel eens met kracht van argumenten zou kunnen verslaan?
Als je niet verschijnt op een zo prestigieus podium als Buitenhof, wek je op zijn luidst gezegd de indruk dat je niet voor je mening durft uit te komen, en op zijn zachtst dat je je aan de discussie onttrekt. Na het lezen van de passage heb ik er maar om geglimlacht en er het mijne van gedacht.
Dat werd anders toen ik twee maanden later, opnieuw in Historisch Nieuwsblad (2002-1), wederom met Fasseur werd geconfronteerd. In het portret ‘Cees Fasseur verlaat de geschiedwetenschap’ wordt Fasseur voorgehouden dat sommige studenten vonden dat hij ‘blaft’, in plaats van doceert, waarop hij antwoordt: ‘Nou blaffen, dat vind ik zo onaangenaam klinken. Maar ik houd wel van een stevige discussie.’ Enige alinea’s daarna schrijft de auteur: ‘Maar Fasseur vindt dat met Van der Zee niet te discussieren valt.’ Waarop Fasseur: ‘Ze gaat niet in op de argumenten van anderen. Je kunt niet zeggen: hier staat een vrouw die het opneemt tegen het establishment.’
Ten eerste ben ik wel degelijk en vele malen op de argumenten van anderen ingegaan. Met name in het Tijdschrift voor Geschiedenis tegen het erelid Ivo Schöffer, 17 pagina’s lang. Misschien wel ‘om erger te voorkomen’ achtte de redactie daarna de discussie gesloten, maar dat terzijde.
Omdat ik met Om erger te voorkomen nu juist wel tegen de elites inga, voelde Fasseur zich in de lente van 1997 geroepen om mijn gedachtegoed in verband te brengen met dat van nationaal-socialistische leiders als Mussert en Seyss-Inquart. Hij heeft er in De Telegraaf en het Algemeen Dagblad zijn schamele excuses voor aan moeten bieden.
Het blijft mij een raadsel waarom Fasseur, die zo’n kritiek heeft op mijn boek en mij als mens blijkbaar abject vindt, zijn kritiek, hoe bedekt en juridisch ongrijpbaar dan ook, na al die tijd blijft ventileren. Daarbij komt, dat hij niet of nauwelijks tegen de inhoud van mijn boek fulmineert, maar voornamelijk tegen mij als persoon. Het is niet zomaar dat de auteur in dezelfde passage opmerkt dat ‘hij (Fasseur) zijn opponent nauwelijks met inhoudelijke argumenten te lijf gaat.’
Een open discussie krijg je, als je een stelling met een tegenstelling kunt weerleggen. Daarin zijn Fasseur c.s. tot dusverre niet geslaagd. Meneer Fasseur, omdat door Uw recente uitspraken opnieuw mijn naam als integer historica in het ongerede is geraakt, daag ik U, de voormalig praktiserend historicus, nogmaals uit de degens te kruisen en Uw wetenschappelijk onderbouwde tegenargumenten naar voren te brengen. Toon dan Uw Ajax-kwaliteiten. Noblesse Oblige.
Nanda van der Zee, Bloemendaal
Fortuyn en de NSB
In het vorige nummer (Historisch Nieuwsblad 2002/4) stond een tendentieus artikel waarin Fortuyn en het fortuynisme gelijk werden gesteld met Mussert en de NSB. De vergelijkingen zijn echter gebaseerd op selectieve aanhalingen van Fortuyn en gebrekkige historische kennis.
De aanname dat er drie momenten aan te wijzen zijn waarin ongenoegen en volkswoede aanzwellen tot een heuse beweging is willekeurig. In de geschiedenis zijn veel meer van dergelijke periodes aantoonbaar dan deze drie (die ook nog eens dateren uit de laatste twee en een halve eeuw!.
Vervolgens getuigt het van slecht historisch besef om twee van de drie bewegingen en hun leiders identiek te verklaren. Natuurlijk zijn er overeenkomsten – onvrede over regeringscolleges en gevoel van uitsluiting van het politieke spel, maar de verschillen zijn evident.
Een heroïsering van het verleden, zoals deels aanwezig bij de NSB, is nauwelijks te vinden in het fortuynisme; Fortuyn wilde globalisering en mobiliteit voor iedereen. Fortuyn vond wel dat het patroon van normen en waarden uit het verleden was weggegooid zonder een ander alternatief dan cultuur-relativisme: dit is gevaarlijk in een democratisch land dat door niet-democratische (e.g. fundamentalistische) elementen wordt overspoeld. Een democratisch land is weerloos indien het geen besef heeft dat het de eigen cultuur, en daarmee de democratie, dient te beschermen.
Verder had de NSB geen oplossing voor hoofdproblemen zoals werkloosheid. Fortuyn had die wel voor problemen als ambtenaren overhead, wachtlijsten en onderwijs.
Minimaal tien keer worden opvattingen van Fortuyn ten onrechte gelijk gesteld aan die van Mussert: omschrijving Nederlandse samenleving, oplossingen, filosofie, tegenstanders, verkiezingen, laster, literaire voorbeelden, cultuur relativisme, vreemdelingenhaat en de nieuwe leider. De lezer kan de juiste uitspraken van Fortuyn hierover vinden in zijn boek De Verweesde Samenleving.
Menke de Groot, Bussum
Deltawerken
Ik lees het Historisch Nieuwsblad omdat ik het een leuk, goed geïnformeerd blad vind. Kom ik een verhaal tegen over de Deltawerken (Historisch Nieuwsblad 2002/4). Ha, denk ik, Zeeland een keer aan bod. Laten jullie ex-waterstater Leen Becu helemaal leeg ebben in een verhaal dat de historisch niet dieper gaat dan een droogvallend schor. Dat Rijkswaterstaat het Deltaplan etaleerde in de folkloregalerij van klompen, molens en bloemen is tot daar aan toe. Becu doet dat nog steeds. Dat is hem gegund. Van een redactie die professioneel betrokken is bij geschiedenis had ik meer afstandelijkheid en (bronnen)onderzoekende geest verwacht. Zeker ook een toetsing van de beweringen van Becu.
Niet de Zeeuwse vissers zorgden voor de omslag in het denken die leidde tot de ‘kroon op de Deltawerken’: de Oosterscheldekering, de eerste en duurste milieu-investering uit de Nederlandse geschiedenis. Zij waren immers al gepaaid met een in het vooruitzicht gestelde uitkering van de Deltaschadewet.
Het was een groepje gedreven Oosterscheldeliefhebbers – winkeliers, studenten, een drukker – die in een loods in Yerseke de acties tegen de door Becu zo gewenste potdichte betonnen dam startten. Van de vissers in hun dorp kregen ze aanvankelijk slechts ‘rotte vis’ naar hun hoofd. Toch zette deze Aktiegroep Oosterschelde Open onbevangen door. De groep wist media en publieke opinie zo te mobiliseren dat de Haagse politiek de druk niet meer kon negeren en in 1974 besloot tot een duur compromis.
U laat Becu kritiekloos zeggen dat de acties nooit grimmig zijn geweest. Als leden van de actiegroep dreigen bouwketen van Rijkswaterstaat op de Deltawerken in brand te steken, noemt hoofdredacteur G. de Kok van de Provinciale Zeeuwse Courant de leden van de actiegroep ‘de Tupamaros van Zeeland’.
Paul de Schipper, Hooge Zwaluwe
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Brieven juli 2002
In deze rubriek kunnen lezers hun mening geven over artikelen die in het Historisch Nieuwsblad verschenen zijn. De redactie behoudt zich het recht voor brieven in te korten. Reacties: Postbus 1528, 1000 BM Amsterdam of redactiehn@vug.nl AdlonIn een historisch tijdschrift mag zelfs op de kleinste slak zout gelegd worden, vind ik. Daarom: het Berlijnse hotel...
Commentaar: Nie wieder
Duitsland kruipt uit zijn schulp. Meer dan vijftig jaar heeft het zich politiek gedeisd gehouden. Boete en bezinning was het algemeen aanvaarde motto. Liever een goede Europeaan dan een goede Duitser zijn, om de weg terug naar het kwaad te vermijden. ‘Duitsland’ werd niet groot geschreven. Patriottisme en nationalisme waren verdachte gespreksthema’s. Als aanstichter en...
Post-utopisch landschap
Historici houden van grote verbanden. Zij zien een weefsel van structuren, conjuncturen en evenementen, waar anderen slechts moedwil of misverstand ontwaren. Geschiedkundigen staan dan ook niet verbaasd te kijken bij de vaststelling dat Nederlandse koters intellectueel onder doen voor hun Vlaamse collegae. Zij zien het historisch mozaïek en weten dat het waar is. Het past...
Klerkje
`Je kunt het zo gek niet bedenken of ik ben er géén lid van,’ zei historicus Jaap Meijer, vader van Ischa, ooit. Ik ben lid van de Lira in Hoofddorp, en daar heb ik me nooit voor aangemeld. Het is de vereniging die de leengelden van de bibliotheken naar schrijvers en vertalers doorsluist. Wie ooit...
Lifestyle & trends: In de armen van de zeeman
De hotspots van achttiende-eeuws Parijs. Lekker weg in de jaren dertig. Haute cuisine in de Middeleeuwen. Trends zijn van alle tijden. Culinaire avonturen, mode, wonen en uitgaan door de eeuwen heen. Wilhelmina Hohenzollern, gemalin van koning Willem I, leed aan slapeloosheid. Die was zo hevig dat haar man besloot om speciaal voor haar,...
Stille getuigen: De degen van generaal Van Heutsz
De geschiedenis laat haar sporen na. Monumenten, voorwerpen en graven herinneren aan bijna vergeten personen. Hun verhaal wordt hier verteld. Deze keer de staatsiedegen van generaal J.B. van Heutsz (1851-1924) in het Tropenmuseum te Amsterdam. Onschuldige bloemetjes en blaadjes sieren het harde metaal. De degen van de landvoogd van Nederlands-Indië was niet bedoeld om mee...
Beeldgeheim juli 2002
Een onbekende historische foto. Is het verhaal erachter te vertellen? Quiz-meesteressen Chazia Mourali van De Zwakste Schakel en Paula Udondek van Get the Picture doen een poging. `Ik heb helemaal niets met deze foto!’ roept Chazia Mourali verschrikt uit. `Het enige wat ik zie, zijn twee saaie mannen met iets technisch.’ Udondek blijft rustig. `Ik...
De vooruitgang: `De meeste ruziënde ouders hielden rekening met hun kinderen’
Proefschriften, lezingen of artikelen kunnen ons beeld van het verleden ingrijpend veranderen. Dini Helmers laat in haar proefschrift zien dat scheiden ook in de achttiende eeuw goed mogelijk was. Scheiden was in de achttiende-eeuwse Republiek alleen mogelijk wanneer overspel bewezen was, of als een partner de ander `kwaadwillig verlaten’ had. In alle andere gevallen waarin...
‘Het leek hem prachtig dat zijn zoon heil zou gaan zaaien in deze boze wereld’
Grootvader Ledeboer richtte de Eerste Utrechtsche Studenten Geheelonthouders Vereeniging op en vroeg Wilhelmina het paleis droog te leggen. Kleinzoon Nico organiseerde de eerste oecemenische diensten. Behalve in de Kerk is de familie al generaties lang actief in de zorgende beroepen. `Ze waren heel erg bezig met de sociale en politieke kanten van het evangelie.’ Hoewel...
Jurist Robert Samkalden:`Men sprak van de Hoge Raad en de Hoogste Raad, daarmee werd dan Meijers bedoeld’
Grootvader Meijers schrijft het Nieuw Burgerlijk Wetboek. Oom Hugo Samkalden, jurist, sterft als lid van een verzetsgroep. Vader Ivo Samkalden wisselt de rechtswetenschap af met politieke functies en wordt ten slotte burgemeester van Amsterdam. De familie Samkalden combineerde haar juridische activiteiten steevast met bestuurlijke en maatschappelijke verantwoordelijkheid. `De Samkaldens waren van oorsprong Duitse joden; de...
Kunstenaar Rik Fernhout: `Niemand van mijn familie heeft zich opgesloten om alleen met schilderen bezig te zijn’
Er bestaat geen typische Toorop-Fernhout-stijl, denkt kunstenaar Rik Fernhout. Meer dan een eeuw lang was zijn familie toonaangevend in de ontwikkeling van de moderne Nederlandse kunst. Tegen wil en dank trad hij in de voetsporen van zijn voorouders. `Drie stevige generaties gingen me voor. Dat maakte het kunstenaarschap niet aantrekkelijk.’ ...
Ondernemer Paul Fentener van Vlissingen: ‘Ik moest iets studeren waarmee ik altijd mijn boterham kon verdienen’
Noblesse oblige, vond vader Van Vlissingen. `Ben jij het niet aan je voorouders verplicht om in ieder geval een paar jaar te werken bij het familiebedrijf?’ Zijn zoon Paul, uit de negende generatie ondernemers binnen de familie, zwichtte en ging werken voor de Steenkolen Handelsvereniging. `Ik raakte zo geïntrigeerd door het bedrijf dat ik er...
