Sun Tzu, de grote Chinese militair en strateeg, heeft miljoenen militairen, MBA-studenten en managers geïnspireerd met De kunst van het oorlogvoeren. Maar achter wie lopen ze eigenlijk aan?
Alles begint met zijn naam. Sun Tzu klinkt goed. Compact en assonant; het rolt van de tong, met die verleidelijk fricatieve tzzz in het midden. Had hij Gong Xingjue geheten, dan was de man nooit zo bekend geworden. Je ziet dankzij die naam de oude wijsgeer zó voor je: met één hand verslaat hij een vijandelijk leger, met de andere harkt hij een zen-tuin aan. En in zijn vrije tijd schrijft hij De kunst van het oorlogvoeren, zodat gewone stervelingen in zijn wijsheid kunnen baden. Een veelgeciteerd boek, Sun Tzu is de ultieme leermeester geworden om op het slagveld te overwinnen. En in de directiekamer.
Er is alleen één probleempje, heeft hij wel echt bestaan? Laten we met iets eenvoudigs beginnen: hoe heette Sun Tzu? Een vreemde vraag op het eerste gezicht, want de naam van de Chinees staat pontificaal voorop zijn boek. Maar Tzu is niets anders dan een titel, iets als ‘meester’. Er zou in de zesde eeuw voor Christus in het grote koninkrijk Wu in oostelijk China een minister aan het hof van koning Helü hebben geleefd die Sun Wu heette. Als hoge beambte kreeg hij natuurlijk de eretitel meester, dus Sun Tzu.
Eeuwenlang dachten historici dat deze minister de grote oorlogskenner was. Hoewel er altijd twijfel bestond, vooral omdat hij bij geen enkele slag aanwezig is geweest en in dezelfde tijd ook een zoon van een generaal leefde die Sun Bin heette. Ook die kreeg de titel meester mee, waardoor er tegelijkertijd en in elkaars nabijheid twee Sun Tzu’s leefden, van wie eentje met militaire kennis. Om het helemaal ingewikkeld te maken, heeft Sun Bin een boek geschreven dat De kunst van het oorlogvoeren heet. Alleen is dat een andere uitgave dan het werk met dezelfde titel dat zo populair is.

Het kan nog verwarrender: er bestaan onderzoekers die geloven dat Sun Wu en Sun Bin een en dezelfde waren; anderen zien in de twee een vader en zoon. Zoveel opvattingen wijzen erop dat we hier met wilde speculatie te maken hebben. En dan vergeten we nog de tetterende olifant in de kamer: beide heren leefden meer dan een eeuw voor de oudste delen van De kunst van het oorlogvoeren zijn geschreven.
Al die onzekerheid weerhoudt de westerse wereld er niet van om met Sun Tzu te dwepen alsof hij Napoleon persoonlijk bij Waterloo heeft verslagen. De Chinees is de Von Clausewitz van mensen die hun wijsheid het liefste in hapklare brokken hebben, de Machiavelli van powerpointpresentaties. Zijn strategieën zijn vooral populair bij mensen die denken dat je met genoeg wilskracht een marktaandeel kunt veroveren alsof het Koeweit is. En dat alles gebaseerd op poëtische oneliners die voor velerlei uitleg vatbaar zijn.
Zelfde titel als Machiavelli
Sun Tzu is niet de enige die een boek onder de titel De kunst van het oorlogsvoeren heeft geschreven. Niccolò Machiavelli deed het in 1520 dunnetjes over, hij pende een genadeloze analyse van hoe je een leger bouwt dat niet meteen wegloopt zodra de eerste pijlen door de lucht suizen. Het is minder bekend dan zijn meesterwerk De heerser, maar in dezelfde toon geschreven.
Machiavelli wil een natie van soldaten, geen professionele legers die alleen hun zwaarden slijpen als er iets te verdienen valt. In tegenstelling tot Sun Tzu is hij geen liefhebber van het vermijden van gewapend conflict. Voor hem is oorlog politiek met hakwapens. De legeraanvoerder moet niet bang zijn om aan te vallen en dient de touwtjes strak in handen te houden, alleen met ijzeren discipline win je de strijd.
Wreedheid is volgens de auteur daarom soms noodzakelijk. Maar populariteit is het geheime ingrediënt waarmee je het volk aan je zijde houdt, zelfs als je hun belasting verhoogt om de strijd te financieren of hun zonen de dood in jaagt.

Verzonnen verhalen
De consensus onder hedendaagse historici is dat dit invloedrijke geschrift meerdere auteurs heeft gehad, militairen en ambtenaren in de oostelijke Chinese koninkrijken. Waarschijnlijk is de tekst van Sun Bin daarbij een inspiratiebron geweest, wat de auteursnaam en de titel van het boek kan verklaren. Het werk is vermoedelijk tussen 500 en 430 v.Chr. tot stand gekomen en er werd een naam op geplakt omdat boeken nu eenmaal niet anoniem in de kast kunnen staan. Het gaat om dertien korte hoofdstukken, samen 11.000 woorden – vijf keer de lengte van dit artikel – die handelen over hoe een leider zich dient op te stellen tijdens een conflict.
In de eeuwen daarna is het boek vaak becommentarieerd door Chinese militaire leiders en historici, zodat er een hele bibliotheek omheen is ontstaan. Vol met apocriefe verhalen. Sun Tzu zou een leger van concubines van zijn koning hebben getraind tot een dodelijke elite-eenheid. Ook zou hij met een paar mannen een veel groter leger in de pan hebben gehakt. Hoogstwaarschijnlijk zijn al deze verhalen verzonnen of heel erg aangedikt. Het zorgde er echter voor dat Sun Tzu alleen nog maar meer in aanzien steeg. Sommige van die toevoegingen zijn in moderne uitgaves terechtgekomen.

Wat het boek al twee millennia zeer populair maakt, zijn niet alleen dit soort parabels, maar ook het feit dat het relatief weinig over geweld gaat. Oorlog moet je vermijden, leert Sun Tzu ons, het is maar zonde van het geld en er gaan mensen dood. Het slimste is om de ander te laten denken dat je sterk bent, zodat hij je geeft wat je wilt zonder strijd. En als je toch moet vechten, doe het dan snel en beslissend. Hij leert ons over voorbereiding en spionage, strategisch terugtrekken en vooral vooruitdenken. Allemaal in zinnen die zo compact en rond zijn, dat ze heel mooi op een tegeltje passen.
‘Alle oorlogvoering is gebaseerd op misleiding’ is misschien wel de meest bekende oneliner. Goed advies voor mensen in de politiek, reclame en zij die van plan zijn een Tinderprofiel op te stellen. Het klinkt dan ook scherpzinnig en illuster, het resultaat van diepe meditatie. Tot je er wat langer over nadenkt en concludeert dat oorlog uiteraard gebaseerd is op de ander foppen; zeker niet op eerlijke concurrentie, felle kleuren en open kaart. Iedere lagere scholier die ooit een potje stratego heeft gespeeld, weet dit.
Ondanks het hoge opendeurgehalte is de opmars van dit boek nooit gestuit. Eeuwenlang werd het vooral in China en de rest van Azië gelezen, maar sinds er in 1910 een Engelse vertaling kwam, is ook de rest van de wereld om. Logischerwijs behoorden militairen tot de eerste enthousiastelingen in het Westen. Generaal Douglas MacArthur, aanvoerder van de geallieerde troepen in Azië tijdens de Tweede Wereldoorlog, was een vroege liefhebber. Hij had het boek altijd op zijn bureau liggen.
Ondanks de open deuren is de opmars van dit boek nooit gestuit
Hij was zeker niet de laatste. Tijdens de langdurige oorlog in Vietnam baseerden de Vietnamese militaire leiders hun strategieën op de oeroude teksten. Het bracht hun de overwinning. Bij de Amerikaanse marines staat het sinds die tijd op de verplichte leeslijst voor leidinggevenden, zo’n nederlaag gaat hun niet nog een keer overkomen. Sun Tzu bereikte zelfs de polder. Tom Middendorp, gewezen commandant der strijdkrachten, haalde het aan tijdens een interview – hij is ook fan.
Lifestylemerk
Misschien wel de meest fanatieke Sun Tzu-adept was Mao Zedong, die graag uit het boek voordroeg. De Chinese leider der communisten was vooral gecharmeerd van het citaat ‘Ken de vijand en ken uzelf, en u hoeft de uitkomst van honderd veldslagen niet te vrezen’. Daarop baseerde hij zijn beleid om China te verenigen onder het communisme en machtig te maken. Zonder Sun Tzu was dat nooit gelukt, heeft hij wel eens gezegd. Het roemruchte Rode Boekje dat Mao zelf heeft geschreven, leunt zwaar op de oude wijsgeer – al is het veel langdradiger en een catechismus van ideologische platitudes.
Mao’s Rode Boekje leunt zwaar op de oude wijsgeer
Zulke prominente figuren wisten ook westerse politici te overtuigen dat Sun Tzu kon helpen in penibele situaties. De voormalige Italiaanse premier Bettino Craxi droeg het boek onder zijn arm toen hij in 1993 in Milaan op weg was naar de rechtszaal. Daar moest hij zich verdedigen tegen aanklachten wegens corruptie. Het hielp niet, Craxi kreeg van de rechter 9,8 jaar gevangenisstraf. Of had hij het werk van Sun Tzu wel degelijk aandachtig gelezen? Craxi wist naar Tunesië te vluchten, wellicht met in het achterhoofd het citaat ‘Als je vijand sterker is, vermijd hem dan’.
Een eeuw na de belangrijkste vertaling is de rek is er nog lang niet uit, wat betreft dit standaardwerk. Sun Tzu is niet meer slechts een filosoof van het slagveld of de rechtbank, hij is een lifestylemerk geworden. Een soort militaire Deepak Chopra, een denker voor mensen die in ondernemen een bloedige strijd zien. Je hoeft zijn boek niet eens te lezen; leg The Art of War – in het zakenleven gebruik je bij voorkeur de Engelse titel – gewoon heel zichtbaar op je bureau, bijvoorbeeld naast je trofee voor beste sales, en voilà: je bent een visionair.
Sommigen dichten het boek bijna magische krachten toe. Toen zijn bedrijf Snapchat vijandelijk dreigde te worden overgenomen door Facebook, gaf oprichter Evan Spiegel, de jongste miljardair ter wereld, al zijn personeelsleden een exemplaar cadeau. Ook al hadden ze niets met de overname te maken, misschien zou het helpen. ‘De slimste verdediging tegen een overname is om zo onvoorspelbaar te zijn dat geen spreadsheet het kan bevatten.’ Was Sun Tzu een hedendaagse hedgefundmanager geweest, dan had hij het kúnnen zeggen.
Wie lazen Sun Tzu?
- Mao Zedong
- Ho Chi Minh
- Võ Nguyên Giáp
- Norman Schwarzkopf
- Colin Powell
- Barack Obama
- Napoleon Bonaparte
- Steve Jobs
- Felipe Scolari
- Wesley Snipes
- Gordon Gecko*
- Tony Soprano*
- Jean-Luc Picard*
- Harvey Specter*
*Bestaan net zomin als Sun Tzu zelf.

Onvermijdelijk is het gedachtegoed van de Chinees uiteindelijk ook in Hollywood neergedaald. Het aanhalen van het boek is een handig trucje voor scenarioschrijvers die hun booswichten een zweem van diepgang willen meegeven. Gordon Gecko, in de klassieker Wall Street uit 1987, gebruikt een veelgehoord citaat van Sun Tzu. ‘Elke strijd wordt gewonnen vóór hij begint.’ Vervolgens handelt hij met voorkennis. Niet wat de Chinees voor ogen stond, maar ach.
Duizenddingendoekje
De kunst van het oorlogvoeren is een strategisch meesterwerk. Niet omdat je er veldslagen mee wint of concurrenten mee wegblaast, maar omdat het boek hele volksstammen heeft weten te overtuigen dat Sun Tzu een genie was. En dat hij heeft bestaan. Een vaak opgeschreven reden waarom mensen het zo’n ontzettend goed boek vinden, is dat het om antieke teksten gaat. Laat er genoeg eeuwen overheen gaan en een zienswijze wordt wet en waarheid. Zelfs – of misschien juist – als het een platitude is.
‘Kansen vermenigvuldigen zich als ze worden gegrepen,’ schreef ergens in de vijfde eeuw een anonieme Chinees onder het pseudoniem Sun Tzu. Het boek is daarvan het beste bewijs. Het is in minstens zestig talen uitgekomen; er zijn tientallen spin-offs en rip-offs. De naam van de auteur komt in bijna 50.000 academische studies voor. Daarmee staat Sun Tzu in het rijtje Sherlock Holmes, Helena van Troje en Wilhelm Tell, niet bestaande figuren met een enorme invloed.

Sun Tzu is dan ook een duizenddingendoekje. Niet alleen vanwege zijn tegeltjeswijsheden, maar door zijn tactische inzetbaarheid. Hij is het perfecte excuus om een moeilijke beslissing te verkopen als briljante strategie. Wil je de helft van je personeel ontslaan? Zeg gewoon ‘als je een leger wilt leiden, moet je weten wie het vertraagt’. Sta je op het punt je concurrent over te nemen? Citeer dan op de persconferentie: ‘De hoogste vorm van uitmuntendheid bestaat uit het breken van de weerstand van de vijand zonder te vechten.’ Dat klinkt een stuk filosofischer dan: ‘We hebben genoeg geld in kas en kunnen zelf niets meer bedenken.’
Meer weten:
- Sun Tzu Ping Fa (1993) door Krzysztof Gawlikowski en Michael Loewe in: Early Chinese Texts: A Bibliographical Guide.
- Sun Tzu and the Art of Business (2012) door Mark McNeilly, over strategische principes voor managers.
- The Art of War in the Western World (2000) door Archer Jones behandelt de ontwikkeling van oorlogvoering.

