Home Dossiers Militaire geschiedenis Bij Dybbøl verloren de Denen bijna de helft van hun bevolking

Bij Dybbøl verloren de Denen bijna de helft van hun bevolking

  • Gepubliceerd op: 24 jul 2025
  • Update 25 jul 2025
  • Auteur:
    Ruurd Kok
Bij Dybbøl verloren de Denen bijna de helft van hun bevolking
Cover van
Dossier Militaire geschiedenis Bekijk dossier

Dybbøl: de naam van dit plaatsje in Denemarken staat synoniem voor een pijnlijke nederlaag in 1864 tegen het Pruisische leger. De Denen verloren een derde van hun grondgebied en de helft van de bevolking. Voor de Pruisen was de Slag bij Dybbøl de eerste van een reeks overwinningen die leidde naar de vereniging van Duitsland. 

In het uiterste zuidoosten van het Deense Jutland, in een glooiend landschap met gele koolzaadvelden, ligt Dybbøl. Net buiten het dorp staan langs de doorgaande weg vier monumentjes op een rij. Elk monumentje is omgeven door een keurig geschoren heggetje. De gedenktekens zijn afwijkend van vorm, maar voorzien van vrijwel identieke Duitse opschriften: ‘Hier ruhen 28 tapferen Preussen.’ De volgende steen vermeldt 209 Denen, een kruis 100 Denen en de laatste steen nog eens 25. Samen ongeveer een zesde van de naar schatting 2000 soldaten die hier op 18 april 1864 vielen.  

Meer historische context bij het nieuws van vandaag?

Meld u aan voor de gratis nieuwsbrief van Historisch Nieuwsblad.
Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Bij elk monumentje liggen verse kransen, neergelegd bij de jaarlijkse herdenking van de gevallenen op 18 april. De kransen komen zowel uit Denemarken als uit Duitsland. Maar de Deense nederlaag wordt nog zo diep gevoeld, dat Duitse militairen tot circa tien jaar geleden niet welkom waren bij de herdenkingen. 

De nederlaag zat zo diep, dat Duitsers niet bij de herdenking mochten zijn 

Drie kilometer lange verdedigingslinie 

In 1848 ontstond een conflict tussen Denemarken en het koninkrijk Pruisen, nadat een groep Duitsgezinden in Sleeswijk-Holstein de beide hertogdommen onafhankelijk verklaarde van Denemarken en daarbij gesteund werd door Pruisen. De Eerste Duits-Deense Oorlog eindigde drie jaar later onder internationale druk, zonder dat er wezenlijk iets veranderde aan de gespannen situatie rond beide hertogdommen.  

Totdat Otto van Bismarck in 1862 tot kanselier van Pruisen werd benoemd. Hij zette zich met militaire middelen in voor de vorming van een Duits Keizerrijk. Bismarck zag zijn kans schoon toen Denemarken in 1863 aanspraak maakte op de hertogdommen Sleeswijk en Holstein. Dit was een schending van in 1852 vastgelegde internationale afspraken. Op 1 februari 1864 verklaarden Pruisen en Oostenrijk de oorlog aan het Deense koninkrijk. Met de inval door de verenigde Oostenrijkse en Pruisische legers was de Tweede Duits-Deense Oorlog een feit. 

Enkele dagen na de oorlogsverklaring betrokken Deense troepen de stellingen bij Dybbøl, of Düppel in het Duits. De in totaal tien schansen waren aangelegd in 1861, in een drie kilometer lange verdedigingslinie op een heuvelrug bij het dorp. De linie was bedoeld als een flankpositie om een inval in Jutland vanuit het zuiden te ontmoedigen: ze zou een vijand die wilde doorstoten kwetsbaar maken voor een aanval in de rug. Bovendien moest de linie het Deense leger de mogelijkheid bieden zich eventueel terug te trekken op het nabijgelegen eiland Als. 

Tien schansen die de Denen verdedigden bij Dybbøl
De tien schansen die de Denen verdedigden bij Dybbøl.

Huizen liggen in puin 

De Deense versterkingen bij Dybbøl werden vanaf begin april voortdurend beschoten door de Pruisische artillerie. Die beschietingen waren gericht op het uitschakelen van de Deense artillerie, het verwoesten van de stellingen en het breken van het moreel van de verdedigers. Door de granaatinslagen stond er al snel geen boom meer op de heuvels, was de aarde omgeploegd en lagen huizen in puin. Een witgepleisterde molen op de heuveltop bleef lang ongeschonden in het oorlogsgeweld. Het bouwwerk werd door de Denen beschouwd als symbool van hun standvastigheid, maar werd op 10 april alsnog verwoest door een voltreffer. De verantwoordelijke Pruisische kanonnier werd rijkelijk beloond en gedecoreerd. 

Door de beschietingen stond er al snel geen boom meer op de heuvels 

Volgens buitenlandse waarnemers waren de beschietingen heviger dan die op Sebastopol tijdens de Krimoorlog van 1855. Op 13 april werden in 24 uur 7300 granaten afgeschoten met 114 Deense doden en gewonden als gevolg.  

Op maandag 18 april 1864 om 10 uur in de ochtend bestormden de Pruisen de Deense stellingen na een zes uur durende artilleriebeschieting. De datum voor de aanval was bewust gekozen, want twee dagen later zouden in Londen vredesbesprekingen plaatsvinden. In slechts enkele minuten werden de schansen ingenomen. De meeste verdedigers hadden in de tweede linie beschutting gezocht tegen de ongekend zware beschieting. 

Schilderij van de Slag bij Dybbøl door Jørgen Valentin Sonne
Schilderij van de Slag bij Dybbøl door Jørgen Valentin Sonne, 1871.

De Deense historicus en journalist Tom Buk-Swienty beschrijft in zijn boek 1864: The forgotten war that shaped modern Europe hoe een Deense korporaal vanuit schans V de Pruisen uit hun loopgraven zag stormen. Zonder problemen namen ze de hindernissen, waarbij de eersten de draadversperringen openknipten en anderen de voetangels afdekten met zandzakken, waarna de hele kolonne oprukte zonder een minuut vertraging. ‘Terwijl de vijand een spoor van doden achter zich laat, lijkt de omvang van hun kolonne niet minder te worden.’ Het Pruisische overwicht was groot tijdens de eerste fase van de strijd: 10.000 Pruisen tegenover 2200 Denen. Nog voor de speciaal gecomponeerde Düppler Schanzen-Marsch ten einde was, zag de dirigent van het met de stoottroepen optrekkende muziekkorps dat de Pruisische vlag was gehesen op schans III. 

‘Een gordel van vuur’

Tijdens de strijd beschreef de Britse oorlogscorrespondent Dicey vanuit de verte de ‘vreemde schoonheid’ van wat hij zag op de heuvel van Dybbøl: ‘Vanaf de heuveltop vlamde voortdurend een gordel van vuur; en de helderblauwe hemel erboven en de kalme blauwe zee eronder omlijsten dit hele tafereel van vuur en vlammen en rook tot een prachtig geheel.’ 

Op de heuvel lag de Deense schans IV in het midden van de voorste verdedigingslinie. Hier vonden de zwaarste gevechten plaats. Omdat deze schans verder naar achter lag, moesten de aanvallers een langere afstand overbruggen vanuit hun loopgraven. Hierdoor hadden de verdedigers hier de gelegenheid de aanstormende Pruisen onder vuur te nemen, terwijl de naastgelegen schansen al binnen enkele minuten onder de voet werden gelopen.  

De aanvallende 1e Compagnie van het 53e Regiment verloor een derde van zijn manschappen. Buk-Swienty citeert uit een verslag van commandant Spinn, die zijn mannen aanspoorde met gevelde bajonetten aan te vallen. Spinn beschrijft hoe hij zijn bovenlichaam door een bres heen stak die door het geschut in de palissades was geschoten. ‘Een Deense soldaat valt mij aan, gelukkig met zijn geweer om de schouder. Ik grijp hem bij de keel en hij laat zijn wapen vallen en smeekt om genade. Alle Denen die weerstand bieden in plaats van zich over te geven worden wreed afgeslacht… dode kanonniers, officieren en soldaten liggen verspreid rond het kanon.’ De grond lag bezaaid met driehonderd verminkte lichamen. In blinde razernij waren ook verdedigers die zich overgaven gedood. 

‘Dode kanonniers, officieren en soldaten liggen verspreid rond het kanon 

Schans IV viel als laatste na een half uur van zware gevechten. Op hetzelfde moment startte een Deense tegenaanval met 3000 man die uiteindelijk vastliep op de Pruisische reserve van 27.000 man. Een uur na aanvang van de tegenaanval zochten de uiteengeslagen Deense troepen in een chaotische terugtocht een goed heenkomen richting de pontonbruggen naar het eiland Als, dekking zoekend in sloten en uitgebrande boerderijen. Viereneenhalf uur na het begin van de bestorming was het restant van het Deense leger teruggetrokken op Als en waren de pontonbruggen vernietigd. 

Eerste Rode Kruis-gezanten

Het slagveld van Dybbøl was het toneel van een opmerkelijke primeur. Naast de parkeerplaats herinnert een in 1989 opgericht gedenkteken aan de eerste Rode Kruis-gezanten ter wereld, de Nederlandse kapitein Charles van de Velde en de Zwitserse chirurg Louis Appia. Zij werden als vrijwilligers uitgezonden door het in 1863 opgerichte Internationale Comité van het Rode Kruis. Op het slagveld van Dybbøl moesten zij toezien of het idee van onpartijdige hulpverlening in gewapende conflicten ook uitvoerbaar was in de praktijk: Appia aan Pruisische en Van de Velde aan Deense zijde. Hun bevindingen vormden de basis voor de Eerste Conventie van Genève voor de verbetering van de toestand van de gewonden en zieken in de strijdkrachten te velde.’  

Schade na de slag bij Dybbøl
De schade na de slag bij Dybbøl.

Begin van Bismarcks zegereeks 

Twee dagen na de strijd gingen de geplande vredesbesprekingen door. Na het vastlopen van deze besprekingen werden de vijandigheden eind juni hervat. De Tweede Deens-Duitse oorlog kwam ten einde met de Pruisische inname van het eiland Als, op 1 juli 1864, na een panische evacuatie van de Deense troepen. In oktober werd het internationaal geïsoleerd geraakte Denemarken tijdens vredesbesprekingen in Wenen gedwongen afstand te doen van de hertogdommen Lauenburg, Holstein en Sleeswijk. 

Voor de Pruisen was het psychologische effect van de overwinning enorm. De gewonnen oorlog tegen Denemarken was de eerste van drie overwinningen die de Pruisische minister-president Otto von Bismarck zou behalen. Na het verslaan van Oostenrijk in 1866 in de Slag bij Königsgrätz versloeg Bismarck het Franse Keizerrijk van Napoleon III in 1870. Een jaar later werd koning Wilhelm I van Pruisen tot Duitse keizer uitgeroepen in de Spiegelzaal van het paleis van Versailles, waarmee het door Bismarck gewenste Duitse Keizerrijk een feit was. De drie overwinningen werden herdacht met de oprichting van de Siegsessäule in Berlijn, ontworpen door architect J.H. Strack. 

Siegessaule voor de Rijksdag in 1900
De Siegsessäule voor de Rijksdag in 1900.

Diezelfde architect ontwierp ook het Düppel Denkmal. Een jaar na de slag werd de zwaarbevochten schans IV geruimd voor de bouw van een groot Duits gedenkteken. De 24 meter hoge neogotische, zandstenen toren werd in augustus 1872 onthuld. Alhoewel ontworpen als gedenkteken voor de gesneuvelde Pruisische soldaten, werd het zowel door de Denen als door de Duitsers gezien als een Duits overwinningsmonument.  

Regio kiest terugkeer naar Denemarken

Het gedenkteken en de graven op het voormalige slagveld werden al snel een toeristische attractie, waarbij het Düppel Denkmal regelmatig werd afgebeeld op ansichtkaarten. Een kaart met het monument in een panoramisch landschap met opkomende zon heeft als voorbedrukte tekst Gruss von der Wiege Deutschlands Einigkeit: Dybbøl als geboortegrond van de Duitse eenheid. 

Ansichtkaart waarop de Duppel Denkmal te zien is.
Ansichtkaart waarop de Düppel Denkmal te zien is.

Het voormalige slagveld zou ruim een halve eeuw in Duitse handen blijven en was regelmatig het toneel van herdenkingen en vieringen. In 1914 werd de vijftigste herdenking van de overwinning en ‘de bevrijding van Sleeswijk-Holstein’ gevierd met een optocht van de Duitsgezinde bevolking vanuit de nabijgelegen stad Sønderborg op Als naar het Düppel Denkmal. Het zou de laatste Duitse herdenking zijn. 

Na de door Duitsland verloren Eerste Wereldoorlog koos de regio in een volksraadpleging voor terugkeer naar Denemarken. De officiële viering van de hereniging werd op 11 juli 1920 gehouden in Dybbøl. De plek waar de koninklijke familie de ceremonie had bijgewoond werd gemarkeerd met een gedenksteen en bij de molen van Dybbøl werd een grote vlaggenmast opgericht. Door een nationale collectie kon het voormalige slagveld worden aangekocht als nationaal park. Op 18 april 1924, zestig jaar na de slag, werd het terrein officieel overgedragen aan de Deense staat. Bij die gelegenheid werd de schans waar vier jaar eerder de herenigingsceremonie had plaatsgevonden, omgedoopt tot Koningsschans. 

Het Düppel Denkmal werd opgeblazen op 13 mei 1945, acht dagen na de bevrijding 

Het Düppel Denkmal werd opgeblazen op 13 mei 1945, acht dagen na de bevrijding. Na verwijdering van het puin, werden de resten van de Deense schans IV weer zichtbaar. Binnen de contouren van de schans zijn nu weer de resten te zien van een opgeblazen betonnen kruitmagazijn. 

Meer weten:

  • Tom Buk-Swienty, 2015. 1864: The forgotten war that shaped modern Europe. London: Profile Books. 
  • Marie Louise Stig Sørensen & Inge Adriansen, 2015. Dybbøl: The Construction and Reconstruction of a Memorial Landscape. In Sørensen, M.L.S. and D. Viejo Rose (eds) War and Cultural heritage. Biography of Place. 18-45. Cambridge: Cambridge University Press. 
  • www.duitslandinstituut.nl 

De auteur bezocht Dybbøl tijdens een door Visit Denmark en de regio Sønderjylland georganiseerde persreis. 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Dossier militaire geschiedenis

Sun Tzu
Sun Tzu
Artikel

Sun Tzu: de gedroomde veldheer

Sun Tzu, de grote Chinese militair en strateeg, heeft miljoenen militairen, MBA-studenten en managers geïnspireerd met De kunst van het oorlogvoeren. Maar achter wie lopen ze eigenlijk aan?  Alles begint met zijn naam. Sun Tzu klinkt goed. Compact en assonant; het rolt van de tong, met die verleidelijk fricatieve tzzz in het midden. Had hij...

Lees meer
Vrouwen aan het werk in een munitiefabriek. Schilderij door Stanhope Forbes, 1918.
Vrouwen aan het werk in een munitiefabriek. Schilderij door Stanhope Forbes, 1918.
Artikel

Hoe de Britten hun tekort aan munitie hebben opgelost

Europa verhoogt de productie van granaten voor tanks en kanonnen. ‘Op dit moment is Europa’s jaarlijkse capaciteit voor het produceren van artilleriemunitie zes keer groter dan twee jaar geleden,’ zei de secretaris-generaal van de NAVO, Mark Rutte afgelopen woensdag. Hij sprak tijdens de opening van een nieuwe wapenfabriek van het Duitse bedrijf Rheinmetall in Unterlüss....

Lees meer
Hein ter Poorten in zijn vliegtuig.
Hein ter Poorten in zijn vliegtuig.
Artikel

De luchtmacht begon ooit met burgerpiloten

Als voorbereiding op een groot conflict scherpt het kabinet de plannen voor de militaire luchtvaart aan. De Koninklijke Luchtmacht begon in 1911, toen er tijdens een oefening van het Nederlandse leger zes particuliere vliegtuigen meededen. Hun inzet bleek zo waardevol dat het kabinet besloot ook zelf toestellen aan te schaffen. In de nacht van woensdag...

Lees meer
De Gouden Leeuw tijdens de Slag bij Kijkduin, 1673. Schilderij door Willem van de Velde de Jonge, 1687.
De Gouden Leeuw tijdens de Slag bij Kijkduin, 1673. Schilderij door Willem van de Velde de Jonge, 1687.
Artikel

Engelse Zeeoorlogen waren een clash tussen twee monopolisten

De VS voert hoge importtarieven in voor Canada, Mexico en China. In het verleden leidden handelsoorlogen dikwijls tot militair geweld, zoals slepende oorlogen tussen Engeland en de Republiek.

Lees meer
Loginmenu afsluiten