Alle artikelen
Wanneer ben je vrij? Als de staat je met rust laat? Of ook al als je een onafhankelijke geest hebt? Het antwoord op dit soort vragen is door de eeuwen heen steeds veranderd, met als keerpunt de Franse Revolutie. Zo blijkt uit het erudiete boek van Annelien de Dijn.
‘Vrijheid – ach, wat een woord! Niemand kan uitleggen wat het eigenlijk inhoudt. Het is een bezoedelde vlag, maar zodra hij zich ontvouwt, volgt iedereen hem op weg naar alle deugden, alle misdaden en de dood.’ Dit zijn woorden van een personage uit Belle van Zuylens roman Drie vrouwen (1795). In haar bijzonder erudiete en lezenswaardige Vrijheid. Een woelige geschiedenis citeert Annelien de Dijn deze uitspraak niet, maar deze woorden van Belle van Zuylen illustreren wel heel duidelijk de cruciale omslag in het denken over vrijheid die zich in deze jaren voltrekt. Een omslag die volgens De Dijn tegenwoordig niet meer wordt onderkend, maar die ons idee van vrijheid heel sterk heeft beïnvloed en enorme politieke gevolgen heeft.
Belle van Zuylen, die dit schreef tijdens de tumultueuze en bloedige jaren van de Franse Revolutie, wees erop dat vrijheid een mooi ideaal kan zijn dat grote aantrekkingskracht uitoefent. Maar dat het ook tot rampen kan leiden, omdat eigenlijk helemaal niet duidelijk is wat we eronder verstaan. In werkelijkheid, zo beklemtoont De Dijn in dit boek, werd juist in deze periode een nieuwe invulling aan het begrip gegeven. Tegenwoordig stellen mensen vrijheid meestal gelijk met ‘het bezit van onvervreemdbare individuele rechten, rechten die een privédomein afbakenen waarop geen enkele overheid inbreuk mag plegen’. De vrijheid wordt dus gegarandeerd door wat wij doorgaans de rechtsstaat noemen.
Volgens De Dijn is deze notie pas tegen het einde van de achttiende eeuw ontstaan en was het een doelbewuste en drastische breuk met een vrijheidsbegrip dat tot dan toe dominant was geweest. In de klassieke opvatting was vrijheid ‘de controle door het volk op de wijze waarop het wordt geregeerd’. Het ging dus om een democratisch en collectief begrip van vrijheid: een vrije staat was een staat waarin mensen zichzelf bestuurden.
Dit idee ontstond in het oude Griekenland, waar de inwoners van verschillende stadstaten zichzelf als fundamenteel anders beschouwden dan de onderdanen van de vorsten die elders regeerden. Zij zagen zichzelf, in de woorden van Aeschylus, als ‘slaaf van niemand, aan niemand onderworpen’. Ook in Rome leefde dit idee heel sterk, zelfs nog lange tijd nadat de republiek plaats had gemaakt voor het keizerrijk. Dit wilde uiteraard niet zeggen dat de democratische vrijheid voor iedereen gold – vrouwen, slaven en armen werden buitengesloten – en ook betekende het niet dat het idee klakkeloos werd omarmd.
Plato en Aristoteles waren tegen de democratie en de stoïcijnse filosofen hielden er een meer moralistische opvatting van vrijheid op na. Volgens hen werd de vraag of een man vrij was niet bepaald door de regeringsvorm waaronder hij leefde, maar of hij een soevereine persoonlijkheid was, iemand met een sterk karakter en volledige zelfbeheersing.
Ten tijde van de Renaissance leefde het klassieke, democratische vrijheidsbegrip uit de Oudheid weer op en bleef het tot aan het einde van de achttiende eeuw dominant. Ook tijdens de zogenoemde Atlantische Revolutie die toen in Amerika, Nederland en Frankrijk uitbrak, werd het streven naar vrijheid geassocieerd met zelfbestuur door het volk. Daarbij werd vaak benadrukt dat politieke vrijheid onmogelijk was zonder een zekere mate van economische gelijkheid.
Deze aanval op de status-quo leidde uiteraard tot verzet van de gevestigde belangen, en De Dijn laat zien dat contrarevolutionairen in deze periode met een ander vrijheidsbegrip kwamen. Vrijheid had nu niet langer betrekking op een democratisch bestuurde samenleving, maar op de rechten van het individu. Zelfs onder een autocratisch regime kon de burger vrij zijn, zolang de overheid hem maar met rust liet. Sterker nog: volgens deze opvatting liep deze individuele vrijheid juist gevaar in een democratie, omdat de meerderheid zou kunnen beslissen dat het bezit van de rijken moest worden herverdeeld.
Negentiende-eeuwse liberalen namen dit individuele, ‘moderne’ vrijheidsbegrip over, maar na een tijd werd het aangevallen door sociaal-liberalen en socialisten, die pleitten voor verdergaande democratisering en meer economische gelijkheid. Maar toen de Koude Oorlog uitbrak, werd het idee dat vrijheid betekent dat de overheid je met rust liet weer dominant en gaven denkers als Friedrich Hayek en Isaiah Berlin de toon aan. En nog altijd is dit een opvatting die zelfs in progressieve kringen opgeld doet.
Het boek van De Dijn – die duidelijk pleit voor het klassieke, democratische vrijheidsideaal – is een fraai voorbeeld van ideeëngeschiedenis. Soms verdwijnt de politieke realiteit echter wat al te zeer naar de achtergrond. Zo stapt ze wat erg snel heen over de Terreur tijdens de Franse Revolutie en de gruwelen van het stalinisme – twee verschijnselen die de nadruk op individuele rechten wel begrijpelijk maakten. Ook had deze lezer graag iets meer gehoord over De Dijns visie op actuele problemen als de spanning tussen democratie en rechtsstaat en de ‘illiberale’ democratieopvatting van Viktor Orbán, Vladimr Poetin en allerlei populisten. Maar dat doet niets af aan het belang van dit boek, dat veel stof tot nadenken biedt.
Vrijheid. Een woelige geschiedenis
Annelien de Dijn
512 p. Alfabet, € 29,99

Bestel in de webshop
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Vrijheid. Een woelige geschiedenis – Annelien de Dijn
Wanneer ben je vrij? Als de staat je met rust laat? Of ook al als je een onafhankelijke geest hebt? Het antwoord op dit soort vragen is door de eeuwen heen steeds veranderd, met als keerpunt de Franse Revolutie. Zo blijkt uit het erudiete boek van Annelien de Dijn. ‘Vrijheid – ach, wat een woord!...
Fighters across Frontiers. Transnational Resistance in Europe, 1936-48 – Robert Gildea en Ismee Tames
Zoals alle vakgebieden is ook geschiedenis gevoelig voor de mode van de dag. Een van de modewoorden van dit moment is ‘transnationaal’. Ismee Tames en Robert Gildea kijken door deze bril naar het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Dat levert weinig nieuws op. De laatste jaren voorzien historici die aan universiteiten werken hun onderzoeksobjecten vaak...
Moederstad – Philip Dröge
Op zoek naar zijn familieverleden in Indonesië stuit Philip Dröge op rechtschapenen, opportunisten en moordenaars. En zelfs op inteelt. Het levert een fascinerend boek op. Misschien wel de wonderlijkste ontdekking van het genealogisch onderzoek dat schrijver Philip Dröge naar zijn voorfamilie deed, is de connectie met de bekende voetballer en trainer Giovanni van Bronckhorst....
‘Het stigma op armoede is nog steeds een actuele kwestie’
Door een nieuwe definitie van armoede vallen veel minder Nederlanders onder de armoedegrens. In 1818 wilde generaal Johannes van den Bosch een eind maken aan alle armoede in Nederland.
Nederland geeft geroofde Benin-bronzen terug aan Nigeria
Welke koloniale topstukken komen nog meer in aanmerking voor teruggave aan het land van herkomst?
‘Nederlandse kolonel niet betrokken bij Bouterse-coup’
In februari vroeg de Tweede Kamer de regering archiefstukken vrij te geven over mogelijke Nederlandse bemoeienis met de militaire coup in Suriname van 1980. Onderzoeker Ellen de Vries bekeek veel archiefstukken en zag geen aanwijzingen voor Nederlands ingrijpen. Al ruim veertig jaar gaan er geruchten dat Desi Bouterse en andere Surinaamse militairen bij hun staatsgreep...
Bij vroegere rampen was er een enorme solidariteit onder burgers
Voor de slachtoffers van de explosie in een Haags flatgebouw is al een half miljoen euro ingezameld. In de negentiende eeuw zorgden rampen ook voor grote collectes.
De strijd om Nefertiti
Al decennialang probeert Egypte de prachtige buste van Nefertiti terug te krijgen uit Berlijn. Maar tevergeefs: de Duitsers willen het beeld niet afstaan – zelfs Adolf Hitler was eraan gehecht. En juridisch hebben ze het gelijk aan hun kant. In een top-10 van roofkunst van het Amerikaanse weekblad Time uit 2009 staat de buste van...
Frederick Taylor was de profeet van de managers
In negentiende-eeuwse fabrieken heerste chaos. Iedereen werkte langs elkaar heen en overal slingerden gereedschappen en onderdelen. Totdat de Amerikaanse ingenieur Frederick Taylor de ‘wetenschappelijke bedrijfsvoering’ uitvond. Maar dat had één groot nadeel: het ontnam arbeiders hun autonomie en hun status. Alle eer kwam voortaan de managers toe. De 26-jarige Frederick Taylor werkte pas een paar...
Oeigoeren zijn een verloren volk in China
Een groep Oeigoeren die naar Thailand zijn gevlucht, gaan in hongerstaking om uitlevering aan China te voorkomen. Hoe ziet de geschiedenis van de Oeigoeren eruit?
Moeder baart, vader vangt toeslag
Verschillende partijen willen de kinderbijslag verhogen. In 1938 stelde de katholieke minister Carl Romme voor om kinderbijslag te verstrekken. Wie meer salaris verdiende, kreeg een hogere bijslag.
De plundering van Lombok
Nederland gaat 478 kunstwerken teruggeven aan Sri Lanka en Indonesië, waaronder de 'Lombok-schat': de buit na een van de laatste grote koloniale veldslagen in 1894.
