Wonderlijk dat over fotografe Lee Miller (1907-1977) nog nooit een speelfilm was gemaakt. Dat vond ook Kate Winslet acht jaar geleden. Dankzij haar volharding is er nu Lee, geproduceerd door de filmster, die er ook de hoofdrol in speelt. In de film is Miller een stoere feministe, maar dat beeld is te beperkt.
Lee Miller ruilde haar carrière als fotomodel in New York in voor een vrijgevochten leven als fotograaf in de Europese surrealistische kunstscene. Daarna werd ze tijdens de Tweede Wereldoorlog beroemd dankzij haar oorlogsfoto’s.
Lee past in de trend van biopics die niet het hele leven van een persoon behandelen, maar een veelbetekenende periode. Verstandig, want films die een heel leven bestrijken, ogen al snel als een Wikipedialemma. Toch heeft ook een biopic die zich in een beperkte tijdsduur afspeelt nadelen. Dat is te zien – beter gezegd: niet te zien – in Lee. Daarin blikt Miller (een oud gemaakte Winslet) in 1977 in een interview terug op haar leven tussen 1938 en 1945. In flashbacks toont de film haar (ook Winslet) in 1938 als een vrijgevochten vrouw in de avantgardistische kunstscene in Frankrijk. Met kunstenaars en intellectuelen discussieert ze over het leven en de wereldpolitiek. Met Hitler zal het zo’n vaart niet lopen, want die is zo doorzichtig dat iedereen zijn bedoelingen doorziet, meent Miller.
In het groepje zit ook de Engelse kunstenaar, dichter en kunstverzamelaar Roland Penrose. Miller en hij vallen gepassioneerd voor elkaar, waarna zij hem naar Engeland volgt. Het oogt als vertrouwde Hollywoodromantiek. Maar de film verzwijgt dat Miller toen ze in 1938 met Penrose meeging, getrouwd was met een rijke Egyptische zakenman. Ze bleef tot 1947 met hem getrouwd, wat samenwonen met Penrose niet in de weg stond. Dat lijkt misschien niet belangrijk, maar is het wel, omdat Miller naast haar fotowerk juist interessant is vanwege haar vrije relatieopvattingen. Ze had lak aan conventionele opvattingen over liefde, seks en huwelijk. Dat de film die kant van haar in nevelen hult, zegt iets over onze tijd: Miller mag vrijgevochten zijn, maar niet té vrijgevochten. In elk geval niet in een grote publieksfilm.
Ook Millers jeugd blijft in de film onbesproken. Logisch, want de film behandelt haar leven tussen 1938 en 1945. Maar het gevolg is dat de duistere gebeurtenissen in haar jeugd niet worden genoemd. Miller werd op zevenjarige leeftijd seksueel misbruikt door een familievriend en haar vader had ook een ongezonde aandacht voor haar. Het had ongetwijfeld grote invloed op haar latere leven, maar de film schetst een beeld van Miller als een ongecompliceerde, stoere vrouw. Stoer was ze zeker, maar niet ongecompliceerd.
Lee switcht van model naar oorlogsfotograaf
Millers professionele leven begon toen ze als twintigjarige in New York werd ontdekt als fotomodel. Al snel stond ze op de cover van Vogue, maar de ambitieuze Miller wilde niet alleen voor de camera staan. In 1929 vestigde ze zich in Parijs, belandde ze in de avantgardistische scene en werd ze leerling, minnares en muze van de Amerikaanse kunstenaar Man Ray. Miller ontwikkelde zich bij hem tot een uitstekende surrealistische fotograaf. Na haar relatie met Ray, die drie jaar stand hield, keerde ze voor een paar jaar terug naar New York, waarna ze in 1934 met de Egyptische zakenman trouwde en in Cairo ging wonen.
Vier jaar later was Miller terug in Parijs en ontmoette ze Penrose, het startpunt van de film. De film wordt interessant als twee jaar later de oorlog uitbreekt en Miller de Blitz op Britse steden fotografeert. Als ze in 1944 in de voetsporen van D-Day als oorlogsfotograaf naar Frankrijk wil, krijgt ze geen toestemming van de Britse autoriteiten. Oorlogsfotografie is niet voor vrouwen, vinden zij. De Amerikanen denken er minder patriarchaal over en accrediteren Miller als een van de eerste vrouwen in de geschiedenis als oorlogsfotograaf.
Ze wordt naar Saint-Malo gestuurd, met de opdracht achter de linies te fotograferen, maar ze fotografeert zonder toestemming ook aan het front. Het tekent haar ambitie, zelfvertrouwen en autonomie. Later trekt ze op met de Amerikaanse Life Magazine-fotograaf David E. Scherman. Met hem maakt ze foto’s van de verschrikkingen in Dachau en een iconische foto waarin ze in Hitlers bad zit. De geënsceneerde foto verraadt haar achtergrond in het surrealisme. Woedend is ze als de Engelse Vogue haar foto’s van Dachau te gruwelijk vindt voor publicatie. Ook dan denken de Amerikanen er anders over en komen de foto’s terecht in de Amerikaanse editie.
Miller betaalde een hoge prijs voor haar oorlogservaringen, en mogelijk ook haar jeugdtrauma’s, want na de oorlog zakte ze weg in depressies en alcohol. Winslet richt met Lee een monument voor haar op, waarin Miller oogt als een feministisch rolmodel. Dat beeld is te beperkt, want Miller was one of a kind. Als ze toch een label moest krijgen, wilde ze niet feminist, maar surrealist genoemd worden, zei haar zoon Antony over haar. Die surrealistische kant ontbreekt vrijwel volledig in de film. Net als Millers gekte en zwartgallige humor, waarmee ze zich beschermde tegen de gruwelijke werkelijkheid. Zoals de opmerking die ze naar verluidt maakte bij het maken van een foto van een verwoeste Duitse stad: ‘Dit is geen uitzicht voor een toeristische brochure.’ Die zwarte humor van Miller hadden we graag meer gezien in Lee.