Home De korte renaissance van de Roma

De korte renaissance van de Roma

  • Gepubliceerd op: 7 oktober 2024
  • Laatste update 10 okt 2024
  • Auteur:
    Gillis Kersting
  • 9 minuten leestijd
Roemeense zigeuners begin twintigste eeuw.

Waarom nu?

Roma in Roemenië zijn slachtoffer van 'ecologisch racisme', stelt het European Environmental Bureau (EEB). Ze moeten bijvoorbeeld wonen bij vuilnisbelten of op industrieel vervuilde grond.

In de jaren twintig en dertig bloeide de Roma-gemeenschap in Roemenië. Acteurs, musici, schrijvers en theologen maakten deel uit van de elite. Tot de Tweede Wereldoorlog uitbrak en duizenden van hen omkwamen.  

De Roma behoorden tot de weinige minderheden van wie de autoriteiten in het koninkrijk Roemenië geen last hadden. Net als de Roemenen zelf waren ze orthodox en koningsgezind. Ze streefden niet naar een eigen staat en er was geen moederland dat hen opriep zich af te scheiden. De Roma waren ongeletterd en leefden verspreid door het land. Op geen enkele manier vormden ze een bedreiging voor de Roemeense middenklasse.  

Meer historische achtergrondverhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Dat gold volgens de autoriteiten wel voor andere groepen. Roemenië zat dankzij annexaties van Boekovina en Bessarabië in 1918, Dobroedzja in 1919 en Transsylvanië in 1920 opgescheept met een veelvoud aan etnische minderheden. Op een bevolking van 15,1 miljoen waren er 3,9 miljoen buitenlanders. Hongaarse en Duitse landheren bezaten de beste gronden in Transsylvanië, Russische intelligentsia beheerste het universiteitsleven in Bessarabië, en Joden, de erfvijanden van de natie, trokken zogenaamd achter de schermen aan de touwtjes. Voor de liberale kabinetten van de jaren twintig was het dan ook zaak het staatsbestuur en de nationale economie niet alleen te industrialiseren, maar ook te roemeniseren.   

De industrialisering ging goeddeels voorbij aan de laagste klassen: 84,5 procent van de Roemenen leefde in primitieve hutten, at alleen rijstepap en was verstoken van medische voorzieningen. De kindersterfte op het platteland was de hoogste van Europa (jaarlijks 46 procent) en nog hoger dan die van India. Sinds de afschaffing van de lijfeigenschap in de jaren 1860 waren tărani (landarbeiders) vrij volgens de grondwet, maar in de praktijk waren hun leefomstandigheden nauwelijks beter dan die in de Middeleeuwen.  

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Hun situatie was vergelijkbaar met die van de Roma, die eveneens in slavernij hadden verkeerd. De modernisering van de Roemeense economie trof beroepen waarin de Roma actief waren. Lăutari (muzikanten), ursari (berentemmers), rudari (houtbewerkers/zakkenrollers) en căldărari (koperslagers) hadden begin jaren twintig geen andere keus dan hun beroep op te geven en zich te vestigen in de buurt van boerengemeenschappen. De Roma verhuurden zich als relatief goedkope arbeidskrachten aan de boeren of maakten zich nuttig als huishoudelijke hulp. De wisselwerking met de boeren droeg bij aan hun integratie op het platteland. In de census van 1930 gaf 87 procent van de Roma in Transsylvanië aan dat ze thuis Roemeens spraken. 

Roemeense landarbeiders halen de oogst binnen op de klanken van muziek, circa 1920.
Roemeense landarbeiders halen de oogst binnen op de klanken van muziek, circa 1920. Bron: Getty Images.

Antropoloog Aurel Boia onderzocht in 1934 de integratie van Roma in het dorp Șanț in Transsylvanië en schreef: ‘Ze hadden dezelfde religie als de andere (Roemeense) mensen van Sanț, dezelfde gebruiken (doop, huwelijk, begrafenis, begrafenisceremonies), hetzelfde bijgeloof, dezelfde gewoonten. De zigeuners, die in contact stonden met Roemenen, bleven integreren in de Roemeense gemeenschap. Ze namen hun levensstijlen over en ze namen deel aan het collectieve leven van het dorp. Aan de andere kant verbeterde hun materiële en culturele status, waardoor de kloof tussen hen kleiner werd.’ 

Ook de ontduiking van de leerplicht bracht Roma en tărani nader tot elkaar. De Roma stuurden hun kinderen sowieso niet naar school. De landarbeiders wilden dat wel, maar ze konden hun kinderen niet missen als arbeidskrachten in het familiebedrijf. Bij de invoering van de leerplicht in 1919 ging in Bessarabië nog 88 procent van de Roemeense leerlingen naar school, maar in 1926 was dit aantal gedaald tot 67 procent. In dat jaar kon slechts 6,1 procent van de Roemeense kinderen in Bessarabië lezen en schrijven. Dat was exemplarisch voor de ongeletterdheid in de rest van het land, om over het gebrek aan geletterdheid onder de Roma maar te zwijgen. 

De Roma integreerden op het platteland 

Belangengroepen 

Enkele Roma die wel intellectueel succes hadden, stichtten eind jaren twintig belangengroepen die de gemeenschap uit hun marginale positie moesten trekken. Het muzikantengilde Junimea Muzicală, in 1927 opgericht door de dirigent Grigoraş Dinicu, profileerde zich als netwerk voor lăutari die door de massaproductie van goedkope radio’s en grammofoonplaten werkloos waren geraakt. In april 1933 stond theoloog, historicus en oorlogsveteraan Calinic Popp-Şerboianu aan de basis van de eerste Algemene Zigeunervereniging in Roemenië, de AGȚR. Die hield in alle delen van het land culturele manifestaties met muziek en debat,  die duizenden bezoekers trokken. De AGȚR vroeg de Roemeense overheid om steun voor culturele initiatieven, zoals Roma-musea, -bibliotheken en -onderwijsinstellingen. Maar ook om toegankelijke medische zorg, opvang van daklozen en juridisch advies, bijvoorbeeld over de vraag hoe nomadische Roma konden overgaan op een sedentaire levenswijze. Ook bestrijding van criminaliteit onder Roma was een aandachtspunt.  

Zigeunermuzikanten luisteren in 1935 naar een grammofoonopname van hun muziek. De techniek maakt hen werkloos.
Zigeunermuzikanten luisteren in 1935 naar een grammofoonopname van hun muziek. De techniek maakt hen werkloos. Bron: Getty Images.

Zoals gebruikelijk in de Roemeense politiek waren Roma-belangengroepen, zoals de AGȚR, opgebouwd rondom een sterke leider. Şerboianu ondervond concurrentie van andere Roma-groepen en kreeg zelfs tegenstand binnen zijn eigen beweging. De secretaris-generaal Gheorghe Lăzăreanu-Lăzurică, eveneens een historicus, viel Şerboianu openlijk aan in de media en scheidde zich af. Hij richtte in 1934 zijn eigen beweging op, de UGRR. Een jaar na de splitsing kwam Lăzurică zelf onder vuur te liggen van een andere troonpretendent: Gheorghe Niculescu, een vermogend bloemenhandelaar uit Boekarest. Hij liet Lăzurică molesteren, dwong hem af te treden en nam zelf de macht over binnen de partij. Onder leiding van Niculescu groeide de beweging, inmiddels omgedoopt tot AGURR, uit tot de voornaamste en machtigste Roma-vereniging van het land, met duizenden leden door heel Roemenië.  

Lăzurică en Şerboianu hervonden elkaar en zetten hun politieke activiteiten voort in samenwerking met extreemrechts. Het Legioen van de aartsengel Michaël, de ultranationalistische en antisemitische beweging die met lange marsen en politieke aanslagen de politieke macht bedreigde, raakte de juiste snaar bij nationalistische Roma. De manier waarop het Legioen de Roemeense identiteit invulde, sprak hen aan. De ware Roemeen omhelsde volgens de Legionairs traditionele plattelandswaarden en hield er een eigen beleving van het orthodoxe geloof op na, verrijkt met esoterische ideeën (vooral uit India).   

Arisch broedervolk

SS-topman Heinrich Himmler koesterde bijzondere belangstelling voor de Roma. Onder zijn supervisie legde onderzoeksinstituut Ahnenerbe (Voorouderlijk Erfgoed) zich toe op de studie van de oer-Ariërs, die in prehistorische tijden aan de voet van de Himalaya woonden. Het Sanskriet, de taal van de oer-Ariërs, was verwant aan het Romani. De Roma zelf waren als afstammelingen van Indiase nomaden dus verwant aan de voorvaderen van het Germaanse ras. Ahnenerbe-indoloog Walther Wüst betoogde dat zigeunersprookjes werden verteld in een idioom van de Duitse taal, dat Indoarisch was en een uiting van onvervalst Arisch denken’.    

Aangevoerd door de charismatische rechtenstudent Zelea Codreanu voerden de Legionairs een kruistocht tegen het modernisme, tegen het individualisme, tegen buitenlanders, tegen Joden. Het mystieke fascisme van de Legionairs was een doodscultus met bloedige inwijdingsceremonies en rituele slachtingen van tegenstanders. De spirituele binding van de Roma met het Roemeense platteland was voor de Legionairs, op enkele uitzonderingen na, reden om de groep niet uit te sluiten. 

Het legionairsblad Cuvântul publiceerde begin jaren dertig artikelen waarin het empathie uitsprak voor het leed van de Roemeense Roma, die eeuwenlang waren onderdrukt en uitgebuit. Ook prees het journaal de heldenmoed van Roma-militairen die het moederland hadden verdedigd in de Eerste Wereldoorlog. ‘Anders dan de separatistische Hongaren en Bulgaren, waren de Roma een natie die de Roemeense zaak niet zou verraden.’ 

Ultrarechtse Legionairs prezen de moed van Roma-militairen  

Roma houden een massavergadering

Het Legioen, dat in januari 1938 landelijk 350.000 leden telde, was voor sommige Roma te radicaal. De bekende journalist, Ilie Rădulescu, hoofdredacteur van de fascistische krant Porunca vremii, en vermoeilijk ook een Roma, weigerde het lidmaatschap. Ook Lăzurică zag in juli 1935 meer heil in een alliantie met de fascistische Nationaal-Christelijke Partij, geleid door de dichter Octavian Goga. Zijn partij verleende niet alleen financiële steun aan Roma-burgerinitiatieven, maar zette als enige ook Roma-kandidaten op de kieslijst. Ze voorzag Lăzurică’s Roma-beweging zelfs van een hoofdkwartier in Boekarest, vanwaar de UGRR het partijblad uitbracht. Glasul Romilor was een van de zes Roma-journaals van het land. Al deze kranten publiceerden historische verhalen over de geschiedenis van de Roma en ze bespraken Roma-literatuur.  

Roemeense boeren bij de begrafenis van legionairs van de IJzeren Garde die sneuvelden in de Spaanse Burgeroorlog, 1937.
Roemeense boeren bij de begrafenis van legionairs van de IJzeren Garde die sneuvelden in de Spaanse Burgeroorlog, 1937. Bron: Getty Images.

Tijdens een massavergadering op 15 september zette Lăzurică in een redevoering uiteen dat ‘Roma geassimileerd waren in de Roemeense natie, beiden van het Arische ras, christenen, patriotten, en koningsgezinden. De Roma zijn geen vijanden en hun hart klopt niet voor andere naties.’ Volgens Lăzurică hadden de Roma zich aangesloten bij de Nationaal-Christelijke Partij ‘omdat ze een hoger niveau van menselijke waardigheid wilden bereiken en gezien wilden worden als volwaardige burgers’.      

Hoeveel partijleden en Legionairs een Roma-achtergrond hadden, bleef onduidelijk. Roma en Roemenen waren door jarenlange integratie zo vermengd geraakt dat het onderscheid niet duidelijk was. Daarnaast bleef de steun vanuit de Roma-gemeenschap voor het opkomende fascisme binnen de perken door de inspanningen van Niculescu. Hij zette Lăzurică en Şerboianu neer als demagogen die gevaarlijk spel speelden door met fascisten in zee te gaan, enkel om hun politieke ambities te verwezenlijken. Dankzij zijn contacten met de liberale regeringspartij wist Niculescu bijeenkomsten van de UGRR regelmatig te verbieden.  

Rassenwetten voor de Roma

De verkiezingen van december 1937 resulteerden in het premierschap van de dichter Octavian Goga, maar niet in een doorbraak van Roma-emancipatie. Goga en zijn mederegent Alexandru Cuza hadden het te druk met het implementeren van antisemitische wetgeving. De invoering van rassenwetten leidde tot een kapitaalvlucht van Joodse ondernemers en bracht Roemenië niet alleen in een economische crisis, maar ook in een internationaal isolement. Frankrijk, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie verbraken hun diplomatieke relaties met Boekarest.  

Roma-vrouw verkoopt bloemen, jaren twintig.
Roma-vrouw verkoopt bloemen, jaren twintig. Bron: Getty Images.

Gesteggel over de naam Roma

Roma-intellectuelen kwamen er niet uit hoe zij zichzelf moesten noemen. Sommigen stoorden zich aan de term zigeuner (tigan), omdat deze naam zou afstammen van athínganos en zou verwijzen naar de voorvaderen van de Roma die als laagste kaste, de onaanraakbaren’, door de Indus trokken. De Roma-leider Naftanailă probeerde in 1920 zijn volk om te dopen tot ‘rustieke broeders’. Lăzurică lanceerde de term zgripți, verwijzend naar de mythische voorvaders van Roma en andere Arische volkeren. Pas in 1933 werd ‘Roma’ (man) op een congres aangenomen en sindsdien gepromoot.    

Alleen nazi-Duitsland bekommerde zich nog om Roemenië en dan vooral om de olievelden van Ploiești en de graanvelden van Bessarabië.  Vanaf het midden van de jaren dertig hadden de Duitsers gunstige voorwaarden bedongen op de aanschaf van Roemeense olie en graan. Ondertussen nestelden Duitse beroemdheden zich tussen de Roemeense jetset, met als doel de Roemeense officieren te winnen voor de Duitse zaak. Ook op het gebied van wetenschappelijk onderzoek haalden beide landen in 1939 de onderlinge banden aan. 

Antropologische studies, in het bijzonder eugenetica, kregen in Roemenië een nazistische inslag. Roemeense biowetenschappers, zoals Sabin Manuilă, voegden met hun werk een biologische component toe aan het Roemeens etnisch nationalisme. De Roemenen waren niet alleen verenigd door een spirituele beleving van het orthodoxe geloof en door taal en cultuur. Het was vooral Blut und Boden dat van Roemenen een apart volk maakte. De assimilatie van Roma in Roemeense dorpen, die door antropoloog Boia in 1934 nog werd toegejuicht als een teken van modernisering, betekende voor Manuilă juist een stap achteruit. ‘De vermenging van Roemeens en zigeunerbloed is de schadelijkste genetische factor die ons ras beïnvloedt.’ De krant Cuvântul, die in de jaren dertig nog lovend schreef over Roma, stelde in 1941 voor gemengde huwelijken te verbieden en Roma in getto’s te isoleren.  

‘Vermenging van Roemeens en zigeunerbloed is onwenselijk’ 

De Legionaire beweging was in de jaren dertig verwikkeld in een machtsstrijd met andere fascistische bewegingen, zoals die van Goga, en met de overheid.  

Honderden vooraanstaandste Legionairs waren door ordediensten opgepakt en vermoord. Toen het Legioen in 1940 aan de macht kwam, noemde het volk de groepering net een aardappel: ‘Het beste gedeelte lag onder de grond.’ De nieuwe generatie Legionairs wilde bloed zien. Van koning Carol II en zijn hofhouding, van de Joden, van de Duitse minderheden en uiteindelijk ook van de Roma. 

Meer weten:

  • The Roma in Romanian History (2004) door Viorel Achim beschrijft de lange geschiedenis van de zigeuners in Roemenië. 
  •  Roma Voices in History: A Sourcebook (2001) door Elena Marushiakova en Vesselin Popov (red.) bevat bronnen over het Roma-verleden. 
  •  De IJzeren Garde 1927-1938 (1996) door J.J.J. Heystek over het Legioen van aartsengel Michael en Corneliu Zelea Codreanu. 

Openingsafbeelding: Roemeense zigeuners begin twintigste eeuw. Bron: Bridgeman Images.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 10 - 2024

Nieuwste berichten

Documentatie van oud-onderzoeker Bijlmerramp wordt digitaal erfgoed
Documentatie van oud-onderzoeker Bijlmerramp wordt digitaal erfgoed
Nieuws

Documentatie van oud-onderzoeker Bijlmerramp wordt digitaal erfgoed

De KB, nationale bibliotheek bewaart een website met documenten uit het onderzoek naar de Bijlmerramp voortaan als digitaal erfgoed. De maker van de website, oud-onderzoeker Henk Pruis, wil de fysieke dossiers ook een plek geven in het Nationaal Archief. Pruis digitaliseert documenten uit het onderzoek naar de Bijlmerramp, waar hij als ambtenaar van de Rijksluchtvaartdienst...

Lees meer
Beatrice de Graaf
Beatrice de Graaf
Column

Zoek democratische medestrijders op – column van Beatrice de Graaf

Er zijn dagen dat er te veel geschiedenis wordt geschreven. Zoals nu. Binnen een paar weken zijn saaie instituties, waar hoogstens droge colleges over worden gegeven, uitgegroeid tot theaters van psychologische, economische en politieke oorlogsvoering. USAID werd afgeschaft. De NAVO werd ondermijnd. En de EU maakte een kwantumsprong naar een eigen Europese militaire samenwerking. Ze...

Lees meer
Chris van der Heijden: ‘Mijn vader was geen echte nazi’
Chris van der Heijden: ‘Mijn vader was geen echte nazi’
Interview

Chris van der Heijden: ‘Mijn vader was geen echte nazi’

‘Kritisch, maar met liefde,’ zo karakteriseert Chris van der Heijden zijn nieuwe boek, dat gaat over zijn ‘foute’ ouders. In Historisch Nieuwsblad legt hij uit wat zijn vader en moeder bezielde om zich bij de NSB aan te sluiten.

Lees meer
‘Ik vond mijn vader een rechtse klootzak’ – interview met Chris van der Heijden
‘Ik vond mijn vader een rechtse klootzak’ – interview met Chris van der Heijden
Artikel

‘Ik vond mijn vader een rechtse klootzak’ – interview met Chris van der Heijden

Steeds wanneer historicus Chris van der Heijden iets publiceerde over de Tweede Wereldoorlog, brachten anderen zijn ‘foute’ vader ter sprake. Nu heeft hijzelf een boek geschreven over zijn ouders, die beiden actief waren in de NSB. ‘Ik denk dat hun intenties goed waren, maar de uitwerking hartstikke slecht.’ Met Grijs verleden. Nederland en de Tweede...

Lees meer