Home De cocaïnecoup in Bolivia

De cocaïnecoup in Bolivia

  • Gepubliceerd op: 31 januari 2025
  • Laatste update 31 jan 2025
  • Auteur:
    Peter Speetjens
  • 10 minuten leestijd
Gewapende troepen bij het presidentieel paleis tijdens de coup op 17 juli 1980.

Waarom nu?

De Boliviaanse autoriteiten hebben afgelopen oktober 21,6 ton cocaïne onderschept. De megavangst wijst erop dat in het land nog steeds veel coke wordt geproduceerd.

Keer op keer viel Bolivia ten prooi aan een staatsgreep. In 1980 was het weer zover. Onder het oog van de CIA pleegden generaals en drugsdealers samen een coup, die het land veranderde in ’s werelds eerste narcostaat. 

Klaus Barbie studeerde theologie toen hij in de jaren 1930 lid werd van de Sicherheitsdienst. Blijkbaar vormde zijn geloof geen obstakel om voor de inlichtingendienst van de SS te werken. Hij maakte er snel carrière. Na een kort dienstverband in Amsterdam werd Barbie op 29-jarige leeftijd hoofd van de Gestapo in Lyon. Vanwege zijn wrede verhoor- en martelpraktijken, waaraan hij soms persoonlijk deelnam, en de deportatie van zo’n 14.000 Joden, kreeg Barbie de bijnaam ‘de Slager van Lyon’. Pas in 1987 werd hij veroordeeld wegens zijn oorlogsmisdaden. Dit deel van zijn levensverhaal is welbekend. Maar het is helft: hij wist ook jarenlang een stempel te drukken op Bolivia, het Andesland in het hart van Zuid-Amerika, dat bekendstaat als wereldrecordhouder staatsgrepen. Sinds Bolivia zich in 1825 onafhankelijk van Spanje verklaarde, waren er meer dan 190 coups of pogingen daartoe.

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Barbie was in 1947 in Duitsland opgepakt door Amerikaanse geallieerden. Hoewel Frankrijk hem toen al bij verstek ter dood had veroordeeld, wilden de Amerikanen hem niet uitleveren. Liever gebruikten ze hem als informant, voordat ze hem in 1951 met valse documenten hielpen ontsnappen naar Zuid-Amerika.  

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Daar nam Barbie de naam Klaus Altmann aan en leefde in alle vrijheid in Bolivia. Hij werd er een rijk man. Zijn scheepvaartbedrijf Transmaritina Boliviana importeerde vooral Duitse en Oostenrijkse wapens. Daarnaast stond hij een tijdlang op de loonlijst van de Duitse geheime dienst; er was volop vraag naar zijn expertise op het gebied van verhoor en veiligheid. Ook adviseerde Barbie de ene na de andere generaal die in Bolivia de macht greep.  

Inwoners van La Paz bouwen barricades na de coup, 17 juli 1980.
Inwoners van La Paz bouwen barricades na de coup, 17 juli 1980. Bron: Getty Images.

Hij was beslist niet de enige Europeaan met een duister verleden die in Zuid-Amerika een nieuw bestaan zocht. Er waren nog andere oud-nazi’s, Belgen en Fransen die in de koloniale oorlogen in Congo en Algerije hadden gevochten, en Italiaanse en Spaanse rechts-extremisten. Barbie bracht hen samen in een militie, vernoemd naar het Spaanse vreemdelingenlegioen van dictator Francisco Franco: ‘De bruidegoms van de dood’.  

Barbie noemde zijn militie: ‘Bruidegoms van de dood’ 

Barbie stond op goede voet met Roberto Suárez, een telg uit een steenrijke Boliviaanse familie. Terwijl zijn voorvaderen een fortuin verdienden in de rubber en veeteelt, besloot Suárez het over een andere boeg te gooien. Hij ging aan de slag als drugsbaron en leverde cocapasta aan het Colombiaanse Medellínkartel. Al snel had hij door dat hij veel meer kon verdienen door ook zelf te produceren. Hij huurde de bruidegoms van de dood in als een soort pretoriaanse garde.   

Klaus Barbie als mentor  

De beruchtste Boliviaanse coup vond plaats op 17 juli 1980. Die begon, ver weg van de Boliviaanse hoofdstad La Paz, in de laaglanden van de oostelijke deelstaat Beni, niet geheel toevallig de thuishaven van drugsbaas Suárez. Het provinciale garnizoen aldaar nam de wapens op en eiste het aftreden van interim-president Lidia Gueiler die het land, na decennia van militaire dictatuur, naar de verkiezingen van juni 1980 had geleid. De linkse Hernán Siles Zuazo was daarbij als winnaar uit de bus gekomen.  

Vanwege de rebellie in Beni belegden politici en vakbondsleiders een spoedvergadering in het Boliviaanse Arbeiders Centrum (COB) in La Paz. Maar tot een gemeenschappelijke reactie zou het nooit komen. Om 12 uur ’s middags stopte een stoet ambulances met zwaaiende lichten en loeiende sirenes voor het gebouw. Er sprongen geen artsen uit, maar tientallen gewapende mannen onder leiding van kolonel Luiz Arce Gomez, hoofd van de Militaire Inlichtingen Dienst (SES), die Barbie als zijn ‘mentor’ beschouwde.  

Kolonel Luiz Arce Gomez.
Kolonel Luiz Arce Gomez.

Alle aanwezigen werden opgepakt. Twee linkse kopstukken, onder wie een ex-minister, werden geliquideerd. Een derde werd zwaargewond afgevoerd. Van hem werd nooit meer iets vernomen. Een van de gedetineerden zei later dat hij dagenlang in een te kleine cel in zijn eigen ontlasting zat. En: ‘We werden gemarteld door paramilitairen met een Italiaans of Argentijns accent.’ 

Er bestaat weinig twijfel over dat Barbies ‘bruidegoms’ tijdens deze coup hand- en spandiensten leverden. Ook de Argentijnse geheime dienst was erbij betrokken. Die had sinds een staatsgreep in eigen land in 1976 de nodige ervaring opgedaan met ‘vuile’ oorlogvoering. Tienduizenden Argentijnen werden gemarteld of vermoord of verdwenen simpelweg. Vaak werden ze per vliegtuig in de oceaan gedumpt. In Bolivia verdwenen eveneens duizenden mensen.  

Terwijl kolonel Gomez en zijn manschappen huishielden in het COB, omsingelden tanks en soldaten het presidentieel paleis en parlement in het centrum van La Paz. Aan het eind van de middag had president Gueiler genoeg gezien. Ze trad af. In haar plaats kwam haar neef generaal Luis Garcia Meza.  

Hij was een beroepssoldaat die het tijdens de dictatuur van Hugo Banzer in de jaren 1970 tot generaal had geschopt. Meza zag het liefst een terugkeer naar de harde hand van Banzer, die goede banden onderhield met Barbie. Meza’s grote voorbeeld was Augusto Pinochet, die in 1973 in Chili de macht had gegrepen. Net als zijn zuiderbuur wenste Meza Bolivia te zuiveren van ‘het subversief terrorisme van ultralinks’.  

Het leger dreigt weer

Na de coup van 1982 bleef het Boliviaanse leger lang weg van het politieke toneel. Pas in 2019 stak het fenomeen de kop weer op toen generaal Williams Kaliman toenmalig president Evo Morales verzocht op te stappen wegens vermeende verkiezingsfraude. Al vindt niet iedereen dat dit een echte coup was. Maar op 26 juni 2024 was het duidelijk: toen stond generaal Juan Zúñiga met soldaten en tanks voor het presidentiële paleis in La Paz met het verzoek aan president Luis Arce om weg te gaan. Maar toen die zijn aanhang optrommelde, droop de generaal af.  

‘In vijf jaar hebben we tweemaal het Boliviaanse leger op het politieke toneel gezien – een uiterst zorgwekkende ontwikkeling,’ zei Linda Farthing, auteur van het boek Coup. ‘Dat is het laatste wat je wil zien in Latijns-Amerika. Het leger behoort te allen tijde onder civiele controle te staan.’ 

Agenten bewaken het presidentieel paleis in La Paz na
een nieuwe couppoging, 26 juni 2024.
Agenten bewaken het presidentieel paleis in La Paz na een nieuwe couppoging, 26 juni 2024.. Bron: ANP.

En wie kon dat beter dan kolonel Gomez? Meza benoemde hem tot minister van Binnenlandse Zaken en Justitie. Gomez waarschuwde onmiddellijk dat iedereen die zich tegen de nieuwe regering verzette maar beter ‘met het testament onder de arm’ over straat kon gaan. Met Gomez als rechterhand riep Meza de noodtoestand uit. Politieke partijen en vakbonden werden verboden. Buitenlandse journalisten werden het land uitgezet en er kwam een strikte censuur op de nationale media.  

La Paz was al snel onder controle en in de ban van de angst. ’s Nachts durfde geen mens de straat op te gaan. Buiten La Paz duurde het zo’n drie weken om de situatie onder controle te krijgen. Mijnbouwers waren in staking. Boeren blokkeerden wegen. Het regime reageerde hard en meedogenloos. In een brief aan de aartsbisschop van La Paz beschreven twee mijnwerkersvrouwen hoe dat eraan toeging. ‘Het Max Toledo Regiment viel [het stadje] Caracoles aan met geweren, mortieren, tanks en gevechtsvliegtuigen. Onze mannen verdedigden zich met stenen, stokken en dynamiet. Op maandagmiddag waren de meeste mijnwerkers dood. De overlevenden vluchtten naar de heuvels of de huizen van [het stadje] Villa Carmen. De troepen achtervolgden hen. Zij doodden sommigen in hun huizen, arresteerden en martelden anderen, en regen tallozen aan hun bajonet. De gewonden werden onthoofd. (…) Bij zonsopgang, op dinsdag 5 augustus, laadden ze de doden en gewonden in drie vrachtwagens. Zo’n 900 mensen verdwenen – dood, gewond of gevangen.’ 

Koning Coke

De coup van 1980 leidde niet alleen tot mensenrechtenschendingen en wandaden, ook de term ‘narcostaat’ kwam op. Het begrip is niet eenduidig, maar verwijst meestal naar een land waar de economie in hoge mate afhankelijk is van de drugshandel of een land waar de officiële instituties in hoge mate zijn geïnfiltreerd door de drugshandel.  

In Bolivia was van beide sprake. En Gomez speelde daarin een sleutelrol. Als minister van Binnenlandse Zaken en Justitie moest hij niet alleen andersdenkenden vervolgen, maar ook de drugshandel bestrijden. Ondertussen was hij een van de drijvende krachten achter de coup.  

Paramilitaire eenheden wachten bij een voertuig
dat naar verluidt werd gebruikt om slachtoffers
van de coup te ontvoeren, 1980.
Paramilitaire eenheden wachten bij een voertuig dat naar verluidt werd gebruikt om slachtoffers van de coup te ontvoeren, 1980.

Drugsbaron Suárez was zijn neef. Die had de drie grootste Boliviaanse cocaïneproducenten samen weten te brengen in ‘La Corporación’. Met Barbies bruidegoms als private beveiligingsdienst en de Boliviaanse staat als dekmantel, groeide La Corporación uit tot ’s werelds grootste drugsdealer en Suárez tot ‘Koning Coke’. 

In februari 1981 zond tv-programma 60 Minutes een interview met Arce Gomez uit. Volgens deze Amerikaanse show kwam 80 procent van alle cocaïne uit Bolivia. De opbrengst? Zo’n miljard per jaar. 60 Minutes wees niet alleen beschuldigend naar Gomez, maar ook naar generaal Hugo Echevarria, garnizoenshoofd in de oostelijke stad Santa Cruz, en de minister van Onderwijs, een ex-generaal met de toepasselijke naam Ariel Coca.  

‘Wij zijn oprechte mensen die altijd de waarheid spreken’ 

Bolivia produceerde inmiddels cocaïne op industriële schaal. Cessna propellervliegtuigen vlogen af en aan met deze drug. Gomez ontkende de aantijgingen met een stalen gezicht. ‘Verzinsels van extreem-linkse groeperingen,’ zei hij. ‘Wij zijn oprechte mensen die altijd de waarheid spreken.’ Maar diezelfde maand nog werd hij gedwongen af te treden. De regering Meza hield het vijf maanden langer vol.  

War on Drugs in Bolivia

In The Big White Lie beschrijft Michael Levine hoe hij jarenlang als undercover agent van het Amerikaanse Drug Enforcement Agency (DEA) in Zuid-Amerika werkte. Volgens hem was de CIA volledig op de hoogte van wat er in 1980 in Bolivia stond te gebeuren en wat er daarna gebeurde. Dat is wellicht geen verrassing. De Amerikaanse geheime dienst was actief betrokken bij de coups in Brazilië (1964) en Chili (1973) en werkte in het kader van Operatie Condor nauw samen met alle militaire regimes in de regio. Schokkender is wellicht dat Levine claimt dat de CIA in de strijd tegen het ‘linkse gevaar’ de DEA regelmatig dwarszat in de ‘war on drugs’.  

Operatie Condor

De militaire regimes van Chili, Argentinië, Uruguay, Paraguay, Bolivia en Brazilië richtten in 1975 samen Operatie Condor op, een geheim samenwerkingsverband. Vernoemd naar de majestueuze roofvogel die boven Zuid-Amerika zweeft, was het doel gegevens over linkse elementen’ verzamelen en uitwisselen. Ook stonden ze doodseskaders op elkaars grondgebied toe. Het netwerk werd mede gefinancierd door Washington. Operatie Condor hield in 1983 op te bestaan.

Argentijnse agenten voeren een demonstrant af bij een anti-overheidsprotest in Buenos Aires, 1982.
Argentijnse agenten voeren een demonstrant af bij een anti-overheidsprotest in Buenos Aires, 1982. Bron: Getty Images.

De hoofdrolspelers van de coup van 1980 waren bij de DEA al jaren bekend als drugsdealers, maar velen genoten als informant politieke bescherming van de CIA. Omdat het Meza-regime een steunpilaar was in de Koude Oorlog kwam het lang met veel weg. Maar toen de enorme drugshandel bekend werd, was steun aan Bolivia politiek niet langer haalbaar.  

Op 3 augustus 1981 vond er weer een coup plaats in Bolivia. Ditmaal dwong het leger Meza af te treden. In zijn plaats kwam generaal Celso Torellio, die een jaar later alweer plaatsmaakte voor generaal Guido Vildoso. Op dat moment bevond Bolivia zich in zo’n zware economische crisis dat Vildoso geen andere uitweg zag dan een terugkeer naar civiel bestuur. 

Drugsdealers genoten bescherming van de CIA 

En dus werd Zuzao, winnaar van de verkiezingen in 1980, twee jaar later alsnog tot president benoemd. Het was het begin van een lange periode van militaire afwezigheid op het Boliviaanse politieke toneel. De terugkeer naar civiel bestuur was tevens het begin van het einde voor de hoofdrolspelers in de bloedige coup van 1980.  

Generaal Meza vluchtte naar Brazilië. In 1993 veroordeelde een Boliviaanse rechtbank hem tot 30 jaar gevangenisstraf wegens mensenrechtenschendingen. Twee jaar later leverde Brazilië hem uit. Deze (voorlopig) laatste dictator van Bolivia stierf in 2018 in een militair ziekenhuis in La Paz.  

Klaus Barbie verlaat het gerechtsgebouw van Lyon nadat hij tot levenslang is veroordeeld, 4 juli 1987.
Klaus Barbie verlaat het gerechtsgebouw van Lyon nadat hij tot levenslang is veroordeeld, 4 juli 1987. Bron: ANP.

Suárez werd in 1988 op zijn ranch in Beni gearresteerd in het bezit van zo’n 1500 kilo cocaïne. Hij kreeg 15 jaar gevangenisstraf maar werd na 7 jaar vrijgelaten. Hij overleed in 2000. Gomez werd in 1989 uitgeleverd aan de Verenigde Staten, waar hij 20 jaar kreeg wegens drugshandel. In 2009 stuurden de Amerikanen hem terug naar Bolivia, waar hij het restant van zijn leven achter de tralies zat wegens grove mensenrechtenschendingen. Hij overleed in 2020.  

En tot slot Klaus Barbie. Al in 1971 kwamen nazi-jagers hem op het spoor, maar Bolivia weigerde hem jarenlang uit te leveren. Maar toen het gedaan was met de militaire dictatuur in het land, was het ook snel gedaan met Barbie. In 1983 werd hij uitgeleverd aan Frankrijk, waar hij in 1987 tot levenslang werd veroordeeld. De Slager van Lyon overleed in 1991. 

Meer weten:

  • Coup (2021) door Linda Farthing gaat over het geweld in Bolivia. 
  •  The Big White Lie (1993) door Michael Levine beschrijft hoe de CIA de strijd tegen drugshandel saboteerde.
  • The Devil’s Agent (2013) door Peter McFarren en Fadrique Iglesias behandelt het leven van Klaus Barbie.  

Openingsbeeld: Gewapende troepen bij het presidentieel paleis tijdens de coup op 17 juli 1980. Bron: Getty Images.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2025