Home Mediahype over een ‘nieuwe ijstijd’ zorgde voor klimaatscepsis

Mediahype over een ‘nieuwe ijstijd’ zorgde voor klimaatscepsis

  • Gepubliceerd op: 21 februari 2025
  • Laatste update 13 mrt 2025
  • Auteur:
    Fanta Voogd
  • 7 minuten leestijd
De strenge winter van 1979: Een man probeert zijn auto uit de sneeuw te graven.

Berichten over mondiale afkoeling zorgden halverwege de jaren zeventig voor verwarring over welke kant het opging met het klimaat. Niet alleen Amerikaanse bladen, ook Nederlandse kranten waarschuwden voor een ‘nieuwe ijstijd’. Weliswaar voorspelden de meeste onderzoeken dat de aarde juist opwarmde. Maar dat vonden de media veel minder sexy.

Het besef dat de aarde opwarmt door de uitstoot van CO2 is pas sinds een paar decennia ingedaald bij het grote publiek. Wetenschappers weten al iets langer dat menselijke activiteit leidt tot een warmer klimaat. In de eerste helft van de negentiende eeuw maakten verschillende natuurkundigen melding van het natuurlijke broeikaseffect op aarde. De Amerikaanse wetenschapper Eunice Newton Foote bewees in 1856 middels experimenten dat vooral kooldioxide (CO2) daarbij een rol speelt. In 1896 wees de Zweedse natuurwetenschapper Svante Arrhenius als eerste op de mogelijkheid dat de mens door de verbranding van steenkool bijdraagt aan de opwarming van de aarde.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Zijn theorie moest nog wel empirisch worden bewezen. Het duurde nog tot 1938 voordat de Britse stoomingenieur en amateur-klimatoloog Guy Callender aantoonde dat de temperatuur op aarde de voorgaande vijftig jaar daadwerkelijk was gestegen. En in 1960 leverde de Amerikaanse geochemicus Charles Keeling hard bewijs dat de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer toenam. 

Waarom heeft het daarna nog zo lang geduurd voordat de meeste mensen de wetenschappelijke kennis over de opwarming van het klimaat voor waar aannamen?  

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

‘Kouder dan normaal’

Juist toen de bewijzen voor een door mensen veroorzaakt broeikaseffect zich geleidelijk opstapelden, ontdekten onderzoekers dat luchtvervuiling ook een verkoelend effect kan hebben. In de jaren zeventig verschenen talloze berichten waarin werd gewaarschuwd voor afkoeling van de aarde. Het gerenommeerde Amerikaanse weekblad Time bijvoorbeeld publiceerde op 24 juni 1974 een artikel onder de kop ‘Nog een ijstijd?’ De auteur wees op onderzoek waaruit bleek dat de temperatuur sinds 1940 met 1,5 graad Celsius was gedaald. ‘Wat de oorzaak ook moge zijn, de gevolgen van de afkoelende trend kunnen zeer ernstig, zelfs rampzalig zijn. Wetenschappers hebben berekend dat een daling van slechts 1 procent zonlicht dat het aardoppervlak bereikt, het klimaat uit balans kan brengen, en de planeet kan laten afkoelen tot een punt van waaraf ze binnen een paar honderd jaar verder afglijdt naar een nieuwe ijstijd.’ 

Getructe Time-cover over Global Cooling.
Links een echte cover van Time, rechts een neppe variant over een dreigende ijstijd.

Het jaar daarop bracht het concurrerende tijdschrift Newsweek een artikel met dezelfde strekking (‘The Cooling World’). ‘Het kernpunt is dat, na driekwart eeuw buitengewoon milde weersomstandigheden, het klimaat op aarde schijnt af te koelen. Meteorologen zijn het oneens over de oorzaak en de omvang van de afkoelende trend, alsook over het specifieke effect op het lokale weer. Maar ze zijn bijna unaniem over het inzicht dat de trend de landbouwproductiviteit de rest van de eeuw zal verlagen,’ aldus Newsweek van 28 april 1975. Ook in Nederlandse dagbladen verschenen in die jaren tientallen berichten over de ‘nieuwe ijstijd’. Zo plaatste NRC Handelsblad op 30 november 1974 een paginagroot achtergrondartikel onder de kop: ‘Verwachting voor de komende honderd jaar: kouder dan normaal’. 

Global Cooling in Newsweek.
Het Newsweek-artikel over de afkoelende aarde.

Het nieuws kwam niet uit de lucht vallen. Reid Bryson, geoloog en meteoroloog aan de universiteit van Wisconsin, had eind jaren zestig het idee gelanceerd dat fijnstof de atmosfeer minder transparant maakt, waardoor de aarde minder zonlicht ontvangt. Bovenop de natuurlijke uitstoot van vulkanen komt de luchtvervuiling, die Bryson de human vulcano noemde. Het afkoelende effect van aerosolen zou ook nog eens zorgen voor de groei van de ijsmassa’s op de polen en daarmee voor meer reflectie van zonlicht. Door dit zichzelf versterkende effect is een kleine groei van de uitstoot van fijnstof genoeg om de aarde te laten afkoelen.  

De waargenomen afkoeling gold alleen voor delen van Noord-Amerika en Azië 

In 1963 had de aan het Amerikaanse leger verbonden klimatoloog J. Murray Mitchell aan de hand van historische metingen al vastgesteld dat de temperatuur op aarde sinds 1940 inderdaad een dalende trend vertoonde. Later is overigens gebleken dat Mitchells waargenomen afkoeling geen wereldwijd fenomeen was, maar alleen gold voor delen van Noord-Amerika en Azië. 

‘Spectaculair foute’ voorspelling over afkoelende aarde

Twee tegengestelde, door mensen veroorzaakte invloeden op het klimaat streden dus om de aandacht. In het midden van de jaren zeventig leek de theorie van de  mondiale afkoeling aan de winnende hand, afgaande op de berichtgeving door de media. Maar dat beeld is vertekend. In 2008 publiceerde het Bulletin of the American Meteorological Society een literatuuronderzoek dat laat zien dat de grote media-aandacht voor de ‘nieuwe ijstijd’ in de jaren zeventig niet overeenkwam met wat er tegelijkertijd aan klimatologisch onderzoek werd verricht. Van de in de jaren 1965-1979 verschenen wetenschappelijke publicaties over het klimaat in de 21ste eeuw neigden 7 naar mondiale afkoeling, terwijl 44 publicaties opwarming voorspelden.  

De media-aandacht voor de ‘nieuwe ijstijd’ kwam niet overeen met wat er aan klimatologisch onderzoek werd verricht 

Wat mogelijk een rol heeft gespeeld bij het vertekende beeld in de pers is dat journalisten, naar de aard van hun werk, berichten over wat nieuw is. De kennis over het broeikaseffect was ‘oude koek’, terwijl de inzichten over het effect van aerosolen relatief nieuw waren. 

Vanaf de jaren tachtig nam de wetenschappelijk consensus over de opwarming van de aarde verder toe. De lichte en plaatselijke temperatuurdaling van Mitchell was rond 1975 gestopt. De luchtverontreiniging in de vorm van fijnstof nam af, terwijl de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen bleef stijgen. De ernst van de zaak drong ook door tot de publieksmedia. Op 23 oktober 2006 publiceerde Newsweek een artikel waarin het blad erkende dat het in 1975 ‘spectaculair fout’ zat met de voorspelling van een afkoelende aarde. 

Luchtvervuilende industrie zou voor een nieuwe ijstijd zorgen.
Luchtvervuilende industrie zou voor een nieuwe ijstijd zorgen.

Toch hebben dergelijke berichten een lang na-ijlend, vertragend effect gehad op de aanvaarding van het inzicht dat we aankoersen op rampzalige wereldwijde opwarming. En op het nemen van de noodzakelijke maatregelen om die opwarming tegen te gaan. 

Donald Trump herhaalt verhalen over ijstijd

Was het aanvankelijk nog een kwestie van gezonde scepsis, later betrof het steeds vaker boosaardige ontkenning. De waarheid werd ondergeschikt gemaakt aan economische belangen. Het Amerikaans wetenschappelijke tijdschrift Science onthulde begin 2023 dat de oliegiganten Exxon en Mobil in de jaren zeventig al nauwkeurig wisten te voorspellen in welke mate de aarde zou opwarmen. Maar tegelijkertijd zijn de concerns – ook na hun fusie in 1999 – de resultaten van hun eigen onderzoek blijven weerspreken. In ieder geval tot in 2015.  

De auteurs van het artikel in Science stellen dat ExxonMobil structureel twijfel bleef zaaien over de schadelijke effecten van de uitstoot van broeikasgassen. Het olieconcern heeft tot 2004 telkens weer het achterhaalde verhaal over global cooling uit de jaren zeventig in herinnering gebracht, om de onzekerheid bij het grote publiek over de opwarming te cultiveren. Overigens ontkent ExxonMobil de beschuldiging van bewuste misleiding. Science zou ‘goedbedoelde, interne beleidsdiscussies’ ten onrechte hebben aangezien voor pogingen tot het verspreiden van desinformatie. 

ExxonMobil heeft telkens weer het achterhaalde verhaal over global cooling in herinnering gebracht 

Twee maanden na de onthulling in Science kwam de Nederlandse nieuwswebsite Follow The Money met een soortgelijk verhaal over Shell. Ook het Nederlands-Britse olieconcern wist, dankzij eigen onderzoek, begin jaren zeventig al dat het verbruik van fossiele brandstoffen klimaatverandering veroorzaakte. En niet pas sinds 1986, zoals eerder werd aangenomen. Ondanks deze kennis stortte Shell zich tijdens de oliecrisis op de winning van steenkool, met de oprichting van Shell Coal International in 1974. Ook Shell zou jarenlang een te optimistisch beeld hebben geschetst en vooral de onzekerheden rond de voorspelde mondiale opwarming hebben benadrukt. 

Mede-oprichter Club van Rome werd klimaatscepticus

Voor zijn boek De Twijfelbrigade (2014) heeft ingenieur en schrijver Jan Paul van Soest zich ondergedompeld in de denkwereld van Nederlandse klimaatsceptici. Al snel ontdekte hij een patroon. De Nederlandse sceptici baseren hun wijsheid volledig op het werk van hun Amerikaanse geestverwanten. Verder zijn veel sceptici volledig oprecht, volgens Van Soest. Het zijn veelal mensen met een extreem liberale, zelfs libertaire levensovertuiging. Ze hebben een rotsvast vertrouwen in het heil van de vrije markt. Met de aanvaarding van het slechte nieuws van klimaatverandering zouden ze moeten erkennen dat de markt heeft gefaald en dat de overheid moet ingrijpen. ‘Dat idee is zo onacceptabel, dat ze niet anders kunnen dan de theorie [van de klimaatverandering] verwerpen,’ aldus Van Soest. 

In zijn boek signaleert hij dat klimaatsceptici in Nederland bijzonder effectief zijn in het bespelen van de media en het beïnvloeden van de publieke opinie en de politiek. Effectiever dan in andere landen. Het percentage van de bevolking dat denkt dat menselijk handelen de oorzaak is van de klimaatverandering was bij het verschijnen van De Twijfelbrigade zelfs lager dan in de VS (44 om 49 procent). Daarbij moet worden aangetekend dat de klimaatscepsis in Nederland sindsdien flink is afgenomen. 

Van Soests tien jaar oude schets vindt bevestiging in de spraakmakende affaire rond de fysisch-scheikundige Frits Böttcher (1915-2008). Zijn invloed als klimaatscepticus kreeg extra gewicht omdat Böttcher in de jaren zestig aan de wieg had gestaan van de Club van Rome en daarmee gold als een van de pioniers van de Nederlandse milieubeweging. Bovendien was hij een prominent VVD-lid en bekleedde hij invloedrijke posities in het bedrijfsleven, de wetenschap en bij de overheid. Böttcher ontpopte zich vanaf eind jaren tachtig tot een bekende klimaatscepticus. 

Journalistiek platform Follow the Money (FTM ) maakte in 2020, ruim elf jaar na zijn overlijden, bekend dat de wetenschapper in de jaren negentig minstens een miljoen gulden heeft ontvangen van Nederlandse multinationals, waaronder Shell, DSM en AkzoNobel. FTM  baseerde zich daarbij op Böttchers omvangrijke, persoonlijke archief. Van zelfverrijking was geen sprake. Hij gebruikte het geld om een internationaal netwerk van klimaatsceptici op te zetten. Op verzoek van zijn geldschieters mengde hij zich in het publieke debat, waarbij hij het bestaan van een door mensen veroorzaakte broeikaseffect simpelweg ontkende (‘de CO2-mythe’). 

Ter verdediging van Böttcher moet in herinnering worden gebracht dat hij zelf niet stiekem deed over de steun die hij kreeg uit het bedrijfsleven. In zijn rapport Science and Fiction of the Greenhouse Effect and Carbon Dioxide (1992) meldt hij netjes dat zijn Global Institute for the Study of Natural Resources werd gefinancierd door Shell, Texaco, Akzo, Hoogovens, DSM, KLM, ANWB en Bovag. Die openhartigheid had FTM niet onvermeld mogen laten. Ook al had het platform daarmee zijn ‘onthulling’ over de geldstromen rond Böttcher een stuk minder spectaculair gemaakt. 

Dit is illustratief voor de werkwijze van klimaatsceptici: het (al dan niet opzettelijk) selecteren van gegevens die passen binnen het eigen betoog en het onvermeld laten van feiten die daarbuiten vallen. Prominente Amerikaanse klimaatontkenners als Fred Singer en George Will kregen geen genoeg van de ‘nieuwe ijstijd’. Met in hun kielzog hun Nederlandse geestverwant Hans Labohm. 

Ook Donald Trump greep erop terug in een interview in The Washington Post van 7 november 2018: ‘Als je teruggaat in de tijd en kijkt naar de berichtgeving, dan was er sprake van mondiale bevriezing. Op een gegeven moment zouden de planeten doodvriezen. En dan zou de aarde weer sterven door oververhitting,’ aldus de huidige president van de Verenigde Staten. Daarmee suggereerde hij dat ‘de wetenschappers’ het zelf ook niet weten, en dat je hen dus niet moet geloven. 

Meer weten:

  • De Twijfelbrigade. Waarom de klimaatwetenschap wordt afgewezen en de wereldthermostaat 4 graden hoger gaat (2014) Jan Paul van Soest. Ontleedt het succes van de internationale en Nederlandse beweging van klimaatsceptici. 
  • Waar kunnen we landen? Politieke oriëntatie in het Nieuwe Klimaatregime (2018) door Bruno Latour. In een essay onderzoekt de Franse filosoof en socioloog Latour hoe klimaatwetenschap en politiek verweven zijn. 

Openingsbeeld: De strenge winter van 1979: Een man probeert zijn auto uit de sneeuw te graven.