De mens en klimaatverandering zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: klimaatschommelingen kunnen al sinds de Romeinse tijd worden verklaard door menselijk gedrag, zegt Wybren Verstegen, milieuhistoricus aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.
‘Het mechanisme is simpel. Een grote bevolking betekent meer ontbossing en veeteelt, dus een grotere uitstoot van CO2. De Amerikaanse klimatoloog William Ruddiman heeft ontdekt dat de koude periode in de eerste eeuwen na Christus kan worden gerelateerd aan een sterke bevolkingsafname als gevolg van epidemieën in China en het Romeinse Rijk. De zogenoemde Kleine IJstijd van de zestiende eeuw trad in, toen miljoenen indianen in Zuid-Amerika stierven aan Europese ziekten.
Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Effect van CO2
Het staat vast dat de mens via de uitstoot van CO2 het klimaat beïnvloedt. Natuurlijke factoren, zoals zonneactiviteit en schommelingen van de aardas, spelen ook een rol. Maar het effect van CO2 is overduidelijk. Helaas wordt het debat vertroebeld door doemscenario’s en klimaatsceptici. Wie wil weten hoe het zit, kan het best naar de website van het KNMI surfen. De rest is sensatie.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wetenschappers weten al sinds de late negentiende eeuw dat fossiele verbranding het natuurlijke broeikaseffect versterkt. Toen werd het nog als positief gezien: koude streken zouden geschikt worden voor landbouw. Dat opwarming voor problemen zorgt, werd voor het eerst ingezien in de jaren dertig van de twintigste eeuw.
De waarschuwing werd echter niet gehoord, omdat het klimaat tot de jaren zeventig juist kouder werd als gevolg van luchtverontreiniging. Door de snelle industrialisatie in het Westen en de Sovjet-Unie steeg de uitstoot van onder meer zwavel, dat een afkoelend effect heeft. Zwavel zorgde echter voor een ander milieuprobleem, namelijk zure regen. Terecht is toen de uitstoot van zwavel aangepakt, maar daardoor verdween wel de rem op de temperatuurstijging door CO2.
In 1971 waarschuwde de Club van Rome dat ongebreidelde economische groei rampzalige gevolgen zou hebben voor het leven op aarde, onder andere vanwege de opwarming van de aarde. Sindsdien vinden om de paar jaar klimaatconferenties plaats. Telkens blijkt het moeilijk om internationale afspraken te maken over uitstootreductie. De milieubeweging vindt dat economische groei slecht is en moet stoppen. Met allerlei doemscenario’s probeert zij mensen zover te krijgen dat ze hun levensstijl veranderen. Maar dat gepreek werkt niet.
Zure regen en ozonlaag
Ik geloof in een technologische aanpak van milieuproblemen. De zure regen en de aantasting van de ozonlaag zijn verholpen dankzij nieuwe productietechnieken, die minder zwavel en drijfgassen voortbrachten. En de CO2-uitstoot kan worden verminderd door te kiezen voor andere energiebronnen. Dat is in het verleden vaker gebeurd.
In de Middeleeuwen dreef de economie op hout, met als gevolg dat Europa werd kaalgekapt. Dat leidde tot zandverstuivingen en droogte. In de negentiende eeuw stapte men over op steenkool en later op olie. Dat ging niet zonder slag of stoot. Aanvankelijk waren kolen en olie te duur om uit de grond te halen. Het heeft ontzettend veel investeringen gekost voordat die grondstoffen rendabel werden. Maar uiteindelijk is het toch gelukt om een ander energieregime te vestigen.
Zo zou het ook moeten gaan met zonne-energie. Als we alle dakpannen vervangen door zonnecollectoren, wekken we 20.000 keer meer energie op. We krijgen dan een consumptiemaatschappij waar de milieubeweging slechts nachtmerries van kan krijgen.’