Home Dossiers Ondernemers Jan Ernst Matzeliger: een vergeten schoenenreus

Jan Ernst Matzeliger: een vergeten schoenenreus

  • Gepubliceerd op: 7 november 2024
  • Laatste update 07 nov 2024
  • Auteur:
    Paul van der Steen
  • 8 minuten leestijd
Jan Ernst Matzeliger in 1885.
Johanna Borski
Dossier Ondernemers Bekijk dossier

Waarom nu?

Schoenmakers verdwijnen uit het straatbeeld, zo blijkt uit onderzoek van AmbachtNederland. Consumenten laten hun kapotte schoenen minder vaak repareren.

Eind negentiende eeuw bedacht de Surinaamse fabrieksarbeider Jan Ernst Matzeliger een machine om schoenen te ‘zwikken’. De productie van schoeisel verliep daardoor veel sneller. De uitvinding maakte hem een rijk man, maar hij kon niet lang van zijn fortuin genieten.

In de VS wordt Jan Ernst Matzeliger nog herdacht, maar Nederland en Suriname zijn hem vergeten. Terwijl hij toch ook daar enige bekendheid zou moeten genieten vanwege zijn klassieke van-krantenjongen-tot-miljonair-verhaal, zij het zonder happy end.  

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Matzeliger kwam in 1852 ter wereld op Twijfelachtig, een koffieplantage aan de Cotticarivier in het noordoosten van Suriname, Nederlands grootste kolonie in de West. Hij was de zoon van ambtenaar Ernst Carl Martzilger junior en een slavin luisterend naar de naam Aletta. Onder de Martzilgers waren meerdere ingenieurs te vinden. Ze hadden Duitse roots. Jan Ernst droeg aanvankelijk de verkorte versie van de achternaam van zijn vader, Martzil, maar veranderde die later.  

De jongen ging een paar jaar na zijn geboorte bij een tante wonen, een zus van zijn vader. Zij kocht hem en zijn moeder in 1862 vrij. Op Twijfelachtig werkten op dat moment nog een kleine vijftig slaven. Dat blijkt uit de administratie van een jaar later, toen de slavernij werd afgeschaft. De eigenaar had recht op een vergoeding van 300 gulden per persoon. De slaven dienden nog tien jaar op plantages te blijven werken en stonden voortaan onder staatstoezicht.  

Slavenvertrekken op een plantage. Litho naar Gerard Voorduin, 1860-1862.
Slavenvertrekken op een plantage. Litho naar Gerard Voorduin, 1860-1862.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Matzeliger was ontsnapt aan dat lot, maar veel onderwijs kreeg hij niet. Hij bleek wel aanleg voor techniek te hebben en leerde vanaf zijn tiende de praktijk in de machinewerkplaats van de Dienst der Koloniale Vaartuigen in Paramaribo. Die plek stond onder Surinamers bekend als Frinkiebakka, dat betekende: achter op het erf. 

De vaart zelf begon hem op een zeker moment te trekken. Vanaf zijn negentiende kwamen Matzeligers handen en technisch inzicht van pas op schepen die van en naar Nederlands koloniale bezittingen in de Oost voeren. Aan boord werkte hij als kajuitjongen en matroos.  

Schoenenhart van Nederland

De Langstraat, een streek in Noord-Brabant tussen Geertruidenberg en Den Bosch, vormde eeuwenlang het hart van de Nederlandse schoenen- en leerbedrijvigheid. De bloei begon al zo’n 500 jaar geleden. Arbeid was relatief goedkoop in deze regio en veehouders konden runderhuiden leveren. Voor het looien waren bovendien de schors van eikenbomen en kalkarm stromend water aanwezig. In de twintigste eeuw kwam de klad erin, vooral door concurrentie uit het buitenland. De laatste halve eeuw ging het echt hard achteruit. Toch zijn in het gebied nog bedrijven te vinden die alle economische stormen hebben overleefd. 

Het standbeeld ‘Meester Schoenmaker’
in Kaatsheuvel.
Het standbeeld ‘Meester Schoenmaker’ in Kaatsheuvel.

Tijdens zijn reizen kwam hij op allerlei plekken; de Verenigde Staten trokken hem het meest. In 1873 of 1874 besloot hij er te gaan wonen. Hij werd er ingeschreven als ‘John Earnst Matzeliger’ en had in zijn begintijd tal van baantjes in en rond Philadelphia en Boston, onder meer als schoenmaker. Het was niet eenvoudig voor hem om een sociaal leven te leiden naast het werk: hij stuitte veelvuldig op racisme, sprak gebrekkig Engels en had niet veel te besteden.  

Uiteindelijk belandde hij in een schoenenfabriek in Lynn, een plaats ten noorden van Boston. De eerste bedrijvigheid op dit gebied dateerde er van 1635 en de industrietak had er flink wortel geschoten. De staat Massachusetts vormde het hart van de Amerikaanse schoenindustrie. Door de oostelijke ligging bleven er constant nieuwe vaklieden komen. De vaste banen in deze industrie waren gewild. Behalve mannen konden ook vrouwen er aan het werk; ze vormden zo’n 30 procent van het personeel.  

Een vrouw aan het werk in een schoenfabriek in Lynn, 1895. Net als Matzeliger werkte ze in de schoenenfabriek.
Een vrouw aan het werk in een schoenfabriek in Lynn, 1895.

De sector kon de grote vraag nauwelijks aan. In de jaren dat Matzeliger in Lynn werkte, kwam bijna 60 procent van de nieuwe schoenen in Amerika uit Massachusetts. De productie was er al voor een belangrijk deel gemechaniseerd. Machines sneden het leer of sloegen spijkers in de zolen. Een belangrijk deel van de innovaties was ter plekke ontwikkeld.  

Zwikkers waren de aristocraten onder de schoenmakers 

Maar het zwikken – bovenmateriaal van een schoen over de leest trekken en daarna vastmaken aan de binnenzool – bleef handwerk. Het vergde veel ervaring, kracht, gevoel voor het soms weerbarstige leer en een soort timmermansoog. De zwikkers ontleenden daar een zekere trots aan. Als ‘aristocratie onder de schoenmakers’ stonden ze in hoog aanzien. Je voegde je niet zomaar bij hen. Zwikken was een ambacht. De mannen pochten dat machines heel veel konden overnemen, maar niet hun werk. 

Matzeliger bedacht een verbeterde versie

Matzeliger liet zich daar niet zo makkelijk van overtuigen. Het werk van de handzwikkers bestond uit een vaste reeks opeenvolgende handelingen. Hij keek er lang en goed naar. Daarna brak hij zijn hoofd over manieren waarop je een machine dezelfde verrichtingen kon laten uitvoeren.  

Niemand stimuleerde Matzeliger in zijn zoektocht. Zijn eigen nieuwsgierigheid en ambitie dreven hem. Hij offerde er zelfs zijn spaarzame vrije uren voor op. Geld voor een gelikt model had hij niet. Dus nam hij zijn toevlucht tot afvalmaterialen. Hij verzamelde sigarenkistjes, stukjes hout en draad en maakte daar een eerste constructie mee. Die was halverwege 1880 gereed en kon veel van de bewegingen van de zwikkers nabootsen.  

Matzeliger liep niet te koop met zijn poging om de industrie te veranderen, maar die bleef toch niet geheim. Zijn plannen en ietwat knullig ogende apparaat werden bespot. Wat haalde die ‘Dutch nigger’ zich in zijn kop? 

Wat haalde die ‘Dutch nigger’ zich in zijn kop? 

Maar de doe-het-zelf-uitvinder putte voldoende vertrouwen uit zijn eerste model. Deze keer sprokkelde hij resten metaal en afgedankte machineonderdelen bijeen. Op die manier kon de nieuwe, verbeterde versie van zijn machine een professioneler karakter krijgen. Opnieuw kostte het sleutelwerk een paar jaar. Het resultaat maakte dat meer mensen Matzeliger serieus gingen nemen. Hij kreeg zelfs een aanbod om zijn model en de onderliggende plannen voor 1500 dollar te verkopen.  

Voor een eenvoudige werknemer als Matzeliger was dat een enorm bedrag, gelijk aan jaren salaris. Maar hij was ervan overtuigd dat hij zichzelf met een verkoop tekort zou doen. Dus ging hij op zoek naar zakelijke partners met geld. Twee wilden instappen in de verdere ontwikkeling. De drie mannen zouden elk een derde van de opbrengst krijgen. 

Matzeliger kon de zaken voortaan grootser aanpakken. De patentaanvraag vormde even een probleem, want het beoordelend orgaan in Washington, D.C. had moeite om de tekeningen te begrijpen. Een functionaris reisde hoogstpersoonlijk af naar Lynn om de machine in werking te zien. Daarna werd in maart 1883 het patent aan Matzeliger verleend.  

Meer voor een lagere prijs 

In 1885 had hij voor het eerst een machine klaar die de fabrieken in kon. Een regionaal actieve geschiedkundige had meteen door dat hier iets historisch en revolutionairs gebeurde. Hij schreef: ‘Een jonge mecanicien uit Lynn heeft een veelbelovende zwikmachine geconstrueerd, die weliswaar nog niet overal in gebruik is, maar die schoenen op perfecte wijze zwikt binnen de tijd die een schoenmaker 50 jaar geleden nodig zou hebben om zijn gereedschappen bij elkaar te halen.’ 

Lynn vormt het centrum van de Amerikaanse schoenenindustrie, 1881. Matzeliger gaat ernaartoe.
Lynn vormt het centrum van de Amerikaanse schoenenindustrie, 1881.

Wat de geschiedkundige zag, zagen de fabrikanten ook. Alleen een heel kundige en vaardige zwikker lukte het om tientallen paren schoenen per dag af te leveren. En dan moest het ook nog een latertje worden. Met Matzeligers zwikmachine ging de productie steeds verder omhoog: van 75 paar naar 150 en uiteindelijk zelfs 700 per werkdag. Dit betekende meer productie tegen een lagere prijs. 

De zwikkers zelf waren vanzelfsprekend minder enthousiast. Ze beschouwden de uitvinding als verraad aan hun ambacht. Hun werkgelegenheid was in het geding. Uit protest tegen de noviteit kwam het tot werkweigering en zelfs tot stakingen. Maar de revolutie in de vervaardiging van schoenen liet zich niet meer tegenhouden.  

Het echt grote, commerciële succes van zijn machine mocht Matzeliger niet meer meemaken. In de zomer van 1886 leek hij tijdens een regenbui een kou te hebben opgelopen, maar het was tuberculose. Hij kreeg rust voorgeschreven, maar dat belette hem niet om te werken aan een vierde, verbeterde versie van zijn schoenstikmachine. De tot zijn ziekte altijd bezige Matzeliger doodde de tijd ook met het schilderen van een Surinaams landschap. Dat werk kwam nooit af, want zijn gezondheid holde achteruit. Op 24 augustus 1889 overleed hij op 37-jarige leeftijd in het ziekenhuis van Lynn.  

Eén leest voor beide voeten

De eerste schoenen dateren van 14.000 tot 17.000 jaar geleden. De grote massa loopt er pas een eeuw of vijf op; daarvoor waren ze een luxeproduct. Ook vanaf 1500 waren ze nog relatief duur. Modellen voor de rijken boden meer comfort dan die voor de gewone man of vrouw. Voor hen begonnen schoenmakers pas in de loop van de negentiende eeuw met twee verschillende leesten te werken, voor de linker- en de rechtervoet. Daarvoor was het one sizes fits both sides. Mechanisatie en lagelonenlanden maakten schoenen daarna goedkoper.  

De schoenmaker door Jozef Israëls. Matzeliger was ook schoenmaker.
De schoenmaker door Jozef Israëls.

Hij liet geen grote rijkdommen na. Voor vrienden waren er een horloge, een paar van zijn schilderijen en zijn bijbel. De aandelen in zijn vennootschap vertegenwoordigden de grootste waarde. De begunstigde was de North Congregational Church in Lynn.

Matzeliger opgenomen in eregalerij voor uitvinders

Die kerk had Matzeliger vanaf zijn komst naar deze voor hem vreemde stad als een warm thuis ervaren. De North Congregational Church ging al een tijd gebukt onder een zware hypotheekschuld. Een aantal jaren na de dood van Matzeliger kon die dankzij de opbrengst van de aandelen worden afgelost. De akte werd in de kerk verbrand. De rest van Matzeligers geld voor de kerk ging naar de armen, zo had hij het zelf voor zijn dood vastgelegd. De weldoener werd geëerd met gezang en een foto in het godshuis. 

Inmiddels heeft Matzeliger een eigen merk sneakers 

Helemaal vergeten is Matzeliger nog altijd niet. In 1991 sierde hij een postzegel in de Black Heritage Series, een reeks met beeltenissen van zwarte Amerikanen die grootse prestaties verrichtten. Zeven jaar daarvoor herdoopte Lynn een bestaande brug tot Jan E. Matzeliger Memorial Bridge. Op de website van de gemeente in Massachusetts wordt de Surinamer niet alleen geëerd als grootse uitvinder, maar ook als de man die van Lynn de schoenenhoofdstad van de wereld maakte. In 2006 kreeg Matzeliger een plekje in de National Inventors Hall of Fame, Amerika’s eregalerij voor uitvinders.  

Vorig jaar, 140 jaar na Matzeligers patentaanvraag, kwamen ook speciale sneakers op de markt: JEMS by Pensole. Het portret van de uitvinder staat op de doos en op beide zolen. Via een QR-code aan de binnenkant van de deksel kan een AI-versie van hem tot leven worden gewekt. De schoen is een initiatief van ontwerper D’Wayne Edwards, voorheen onder meer actief voor Nike. Hij wil Afro-Amerikanen een grotere rol laten spelen bij het ontwerp en de productie van schoenen. JEMS staat voor Jan Ernst Matzeliger Studios.  

Meer weten

  • Emancipatie 1863-1963. Biografieën (1964) bevat een portret van Jan Ernst Matzeliger geschreven door A.N. Raan. 
  • Deze online eregalerij voor grote Amerikaanse uitvinders behandelt ook Matzeliger. 
  • Lynn (1995) door Joanne S. Foley beschrijft de geschiedenis van de stad, met een centrale rol voor de schoenenindustrie en Matzeliger. 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 11 - 2024