Weinig mensen hebben zo’n bewogen leven geleid als Jan Fabius (1888-1964). Hij was oorlogscorrespondent op de Balkan, werd in 1919 verhoord door Jozef Stalin, was getuige van de Japanse inval in China en belandde in 1962 in het bestuur van de Boerenpartij. Historicus Koen Vossen legde zijn roerige bestaan vast. ‘Fabius heeft een leven geleid waarbij je van de ene verbazing in de andere valt.’
Waarom heeft u een biografie geschreven over Jan Fabius?
‘Ik ben geïnteresseerd in randfiguren. In mensen die een heroïsch leven willen leiden en daarbij het gevaar opzoeken. Ik kwam Fabius tegen toen ik aan mijn proefschrift over kleine politieke partijen werkte. In coronatijd ben ik weer onderzoek naar hem gaan doen. Toen bleek er veel te zijn dat ik nog niet wist. Hij had zelfs een dossier bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Via familie kreeg ik bovendien een koffer vol correspondentie. Hij heeft een leven geleid waarbij je van de ene verbazing in de andere valt.’
Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Waarom begon Fabius zijn carrière als oorlogscorrespondent?
‘Hij was een echte avonturier: hij wilde graag een oorlog meemaken om spektakel te zien. Dus toen in 1912 oorlog uitbrak op de Balkan, ging hij er direct naartoe. In die jaren heerste in Europa een verlangen naar oorlog en de heroïek die daarbij hoorde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging hij als meereizend journalist vooral met hoge officieren om. Toen hij in 1919 verslag wilde doen van de Russische Burgeroorlog, werd hij zelfs verhoord door Jozef Stalin. Pas later werd hij gevoeliger voor de gruwelijkheden van de strijd.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wat deed hij daarna?
‘In 1922 vertrok hij met zijn gezin naar Nederlands-Indië om geld te verdienen. Hij had grote schulden, maar kon een goed salaris krijgen bij de Bataafse Petroleum Maatschappij (BPM). Hij leefde er als bevoorrechte koloniale Europeaan en had veel personeel. Dat waren eigenlijk de enige Aziaten met wie hij in contact kwam. Hij had het idee dat blanke Europeanen voorbestemd waren om de Aziaten te leiden. Het werd geen succes bij BPM, omdat hij te eigenzinnig was voor het bedrijfsleven.’
Waarom werd Fabius veroordeeld voor majesteitsschennis?
‘Na de oorlog – waarin hij drie jaar in een Jappenkamp zat – verzette Fabius zich tegen de onafhankelijkheid van Nederlands-Indië. Hij begon hoge ministers en politici van sabotage te beschuldigen. Dat vonden ze vervelend, maar ze wilden hem niet aanklagen omdat hij daardoor meer aandacht zou krijgen. Dat veranderde toen hij in een pamflet stelde dat Greet Hofmans te veel invloed had op Juliana. De koningin kon zelf geen aangifte doen, maar de overheid wel. Fabius werd veroordeeld tot tien dagen cel, hoewel hij eigenlijk niet schuldig was aan majesteitsschennis.’
Groter dan het leven. De roekeloze avonturen van Jan Fabius
Koen Vossen
336 p. Boom, € 29,90