Op 26 juni 1945 worden in San Francisco, op de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, de Verenigde Naties opgericht. Zeventig jaar later klinkt de roep om een hervorming van de ‘vredesorganisatie’ steeds luider. Maar het lijkt weinig reëel dat de huidige opzet wordt aangepast. Zeker niet door de Verenigde Staten, waar het idee voor de Verenigde Naties werd geboren, uitgewerkt en grotendeels als fait accompli gepresenteerd.
Het is nieuwjaarsochtend in het Witte Huis, januari 1942. Eregast Winston Churchill is net halverwege zijn ochtendbad als er op zijn deur wordt geklopt. Nog voordat de Britse premier kan antwoorden, zwiept de badkamerdeur open en verschijnt een lange, tanige man in een rolstoel in de deuropening. Sorry, Winston, maar ik… My house is your house, Franklin. Maar doe je wel even de deur achter je dicht?
‘Sorry, Winston, maar ik… My house is your house, Franklin. Maar doe je wel even de deur achter je dicht?’
Franklin D. Roosevelt, president van de Verenigde Staten, kon niet langer wachten. Die middag ontvangt hij de Chinese en Russische ambassadeurs. Samen met de Verenigde Staten en Groot-Brittannië zullen zij een beginselprogramma ondertekenen, waarin de kersverse bondgenoten stellen dat zij gezamenlijk de strijd aangaan met ‘de barbaarse en brute krachten die de wereld wensen te onderwerpen’. Er moet alleen nog worden bedacht in naam van welke alliantie dit document wordt opgesteld.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Roosevelt en Churchill konden het over die benaming een dag eerder niet eens worden. Roosevelt had eenvoudigweg ‘de Alliantie’ geopperd, maar dit was hem afgeraden door Churchill. Die wees de Amerikaanse president erop dat zijn eigen Senaat – met zijn nog altijd krachtige isolationistische tendensen – daar wel eens negatief op zou kunnen reageren. Maar het enige alternatief dat beide staatsmannen konden bedenken – ‘de Geassocieerde Machten’ – klonk, zeker gezien de in het document gestelde doelen, weer té vrijblijvend.
Roosevelt verstoort zijn gast die ochtend zo ruw, omdat hij zojuist op een lumineus idee is gekomen. Hij heeft de ideale naam bedacht: ‘de Verenigde Naties.’ Die aanduiding impliceert geen inbreuk op de soevereiniteit van de betrokkenen, en tegelijkertijd spreken er hoop, idealisme en vertrouwen uit. Het is nietszeggend en aansprekend tegelijk. ‘Franklin, this is perfect,’ glundert Churchill.
Een koor van volkeren
Bovenstaande is gebaseerd op de memoires van de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Cordell Hull, die niet bij het ‘badkameroverleg’ aanwezig was (Roosevelt hield zijn topdiplomaat sowieso ver van elk overleg dat er werkelijk toe deed). De anekdote is dus mogelijk apocrief. Toch is hij van belang, omdat hij in hoge mate exemplarisch is voor de wijze waarop de Verenigde Naties zijn ontstaan.
Wij, de volken van de Verenigde Naties, vastbesloten ronkt de preambule van het Handvest van de VN, een soort grondwet van de vredesorganisatie, met een nauwkeurige omschrijving van taken en doelen van elk orgaan. Zo zien de Verenigde Naties zichzelf graag: een koor van 191 volkeren dat, op basis van gelijkwaardigheid en universele principes, de wereldproblemen aan de orde stelt. Maar de Verenigde Naties zijn nooit een neutraal instituut geweest, en zijn ook zeker nooit als ‘universeel en democratisch’ door de oprichters geconcipieerd. Integendeel, het Handvest van de Verenigde Naties is voor het overgrote – en belangrijkste – deel het product van Amerikaanse politici, die er hun visies op de naoorlogse wereldorde in vastlegden.
Dat de Amerikanen hun nek uitstaken in het bedisselen van een nieuwe, naoorlogse vredesorganisatie, lag in de jaren veertig niet voor de hand. Na afloop van de Eerste Wereldoorlog had de Amerikaanse president Wilson een zeperd opgelopen in zíjn poging een internationale vredesorganisatie – de Volkenbond – op te zetten. De Democratische president was teruggefloten door de Senaat, nadat hij had nagelaten de isolationistische Republikeinen voor zijn ideeën te winnen. Zijn geesteskind kwam er, maar zonder deelname van zijn eigen Verenigde Staten.
Pearl Harbor
De Republikeinse presidenten die Wilson opvolgen, stoffen de beproefde Monroe-doctrine weer af. De Verenigde Staten richten zich op internationaal terrein als vanouds op het behoud van de hegemonie op het Noord- en Zuid-Amerikaanse continent. Maar de Democraat Roosevelt, die in 1933 aan de macht komt, heeft zijn twijfels over de bruikbaarheid van deze veiligheidsdoctrine in de moderne wereld. De ontwikkelingen in vervoer, telecommunicatie en wapenindustrie verkleinen immers met de dag het relatieve geografische isolement van het Amerikaanse continent. Roosevelt durft echter niet de fout van zijn Democratische voorganger te maken door het Congres tegen de isolationistische haren in te strijken.
Die dag gaf iedere realist het isolationisme op
Wanneer in 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, vertrouwen de meeste Amerikanen voor hun veiligheid dan ook op de uitgestrektheid van de omringende oceanen en de afschrikkende werking van de Amerikaanse lucht- en zeevloot. Maar een Japanse verrassingsaanval doet het Congres radicaal van buitenlandpolitieke kleur verschieten. In de morgen van 7 december 1941, Hawaiiaanse tijd, overrompelen 350 Japanse gevechtsvliegtuigen de Amerikaanse strijdkrachten in Pearl Harbor. De Republikeinse senator Vandenberg, tot dan een strijdbaar isolationist, schrijft na de oorlog dat zijn ‘overtuigingen op het gebied van internationale samenwerking en collectieve veiligheid zich vormden op de middag van de aanval op Pearl Harbor.’ Die dag gaf iedere realist het isolationisme op.
Vier politiemannen in de Verenigde Naties
De gedwongen deelname aan de Tweede Wereldoorlog biedt de regering-Roosevelt de mogelijkheid ook op het naoorlogse wereldtoneel een rol te gaan spelen. De ideeën die Roosevelt hierover koestert, zijn sterk beïnvloed door het fiasco van de Volkenbond, die een nieuwe wereldoorlog niet heeft kunnen voorkomen. Duurzame vrede na de overwinning op het slagveld, zo meent Roosevelt, wordt slechts gewaarborgd als ditmaal alle overwinnaars zich er actief voor inzetten. De Verenigde Staten moeten de gemeenschappelijke strijd van de ‘Verenigde Naties’ tegen nazi-Duitsland en Japan doortrekken naar de naoorlogse periode. Innige samenwerking met – vooral – Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie ‘om na de oorlog de vrede te winnen’ is daarom geboden.
In het licht van de latere Koude Oorlog is dit pragmatisme van Roosevelt ten opzichte van de Sovjet-Unie opmerkelijk. In de context van de Tweede Wereldoorlog is het echter een voor de hand liggende keuze. Rusland en de Verenigde Staten hebben dezelfde kortetermijnbelangen: het onschadelijk maken van Duitsland en Japan. En wat Stalins officiële langetermijnbelang van de proletarische wereldrevolutie betreft, gaat Roosevelt er – terecht – van uit dat Stalin meer in wereldlijke macht is geïnteresseerd dan in ideologische scherpslijperij.
Het falen van de Volkenbond beïnvloedt Roosevelts naoorlogse visie op nog andere wijze. De president ziet het democratisch gehalte van Volkenbond namelijk als een van de hoofdoorzaken van de roemloze ondergang van de organisatie. De grondregel dat belangrijke beslissingen unaniem worden ondersteund door alle leden heeft elke doortastende besluitvorming gefrustreerd. Roosevelt stelt daar zijn ‘Vier-Politiemannenconcept’ tegenover. De vier ‘belangrijkste staten’ – volgens Roosevelt de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Rusland en nationalistisch China – zullen gebroederlijk toezicht houden op de status-quo. Militaire en politieke conflicten zullen zij zo nodig gewapenderhand oplossen. Alle overige staten worden ontwapend.
Dictatuur van de grootmachten
Roosevelts revolutionaire idee – dat in feite neerkomt op een werelddictatuur van de grootmachten – kan rekenen op de enthousiaste instemming van Stalin. Maar buiten het Kremlin vindt zijn veiligheidsconcept weinig weerklank. In de eerste plaats ligt Churchill dwars.
De Britse premier ziet wel degelijk een rol in de wereldpolitiek weggelegd voor de kleinere staten. Churchill staat bovendien veel wantrouwiger dan Roosevelt ten opzichte van Stalin, die hij geen invloed op West-Europa wil geven.
In de eerste plaats ligt Churchill dwars
Onder de poëtische titel ‘Morning Thoughts on Postwar Security’ krabbelt Churchill zijn eigen gedachten op papier. Hij wil de wereld verdelen in aparte regio’s, verenigd onder één ‘Wereldraad’, waartoe de naties zich in laatste instantie kunnen wenden. Churchills ‘ochtendgedachten’ worden in de Verenigde Staten echter gewantrouwd. Is de Britse premier nu al bezig zichzelf invloedssferen toe te eigenen? En wat als de Zuid-Amerikaanse staten hun eigen regio, dus zonder de Verenigde Staten, willen creëren?
Kille Realpolitik
De Amerikaanse Secretary of State Cordell Hull wijst Churchills ideeën resoluut van de hand. Maar in de plannen van zijn politieke baas Roosevelt ziet Hull evenmin iets. De kleinere staten zullen zich nooit vrijwillig overleveren aan de willekeur van de grote broeders, vermoedt de minister. Hij heeft daarom zijn ambtenaren al in 1942 opdracht gegeven tot het ontwerpen van een ‘Handvest van de Verenigde Naties’, dat meer universele, democratische trekken vertoont.
Hull neemt de gelegenheid te baat om de regie over de naoorlogse planning in eigen hand te nemen
Inmiddels beginnen zich, na ‘Stalingrad’, de contouren van een geallieerde overwinning af te tekenen. Het Congres maant de regering-Roosevelt daarom haast te maken met de naoorlogse plannen. De Britten en de Russen zullen de Verenigde Staten anders, via het slagveld en geheime onderhandelingen, voor voldongen feiten stellen.
Hull neemt de gelegenheid te baat om de regie over de naoorlogse planning in eigen hand te nemen. Allereerst schuift hij Roosevelts vertrouweling op zijn departement, onderminister Sumner Welles, aan de kant. Het komt hem daarbij niet slecht uit dat Roosevelt in beslag wordt genomen door andere, dringender zaken.
Nu moet Hull zijn ideeën nog onder de aandacht van de bondgenoten zien te brengen. Die mogelijkheid doet zich voor als Stalin een uitnodiging van Roosevelt voor een topontmoeting afslaat. Als alternatief zullen de ministers van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Staten, Rusland en Groot-Brittannië elkaar in oktober 1943 in Moskou ontmoeten. Het is de enige belangrijke top tijdens de oorlog waarvoor Hull zal worden uitgenodigd.
Russische en Britse toetreding tot de Verenigde Naties
De belangrijkste taak van Hull in Moskou is een toezegging verkrijgen van de Russen en Britten dat zij zich na afloop van de oorlog bij een internationale vredesorganisatie zullen aansluiten. Dit lukt wonderwel. In de slotverklaring van de conferentie verklaren de drie dat zij ‘overtuigd zijn van de noodzaak een algemene internationale organisatie op te zetten, gebaseerd op de principes van soevereine gelijkheid van alle vredelievende staten’.
Hull is er zeker van dat hij Stalin een alternatief heeft geboden voor het creëren van een pro-Russische veiligheidsgordel in Oost-Europa. Ook de Britten denkt hij te hebben afgebracht van een politiek van invloedssferen. Maar de toezeggingen van de Britten en Russen getuigen slechts van behendigheid in kille Realpolitik, zo zal later op pijnlijke wijze duidelijk worden. Stalin is voornamelijk bevreesd dat een dergelijke machtige organisatie tegen hem gebruikt zal gaan worden. Deelname is voor de Russen daarom een betere optie dan afzijdigheid. Ook de Britten hebben zo hun eigen overwegingen: zij willen de Amerikanen koste wat kost bij het naoorlogse Europa betrokken houden.
Uncle Joe
Eind 1943 ontmoet Roosevelt dan eindelijk Stalin, in Teheran. Om het ijs te breken noemt hij de Sovjet-dictator gemoedelijk ‘Uncle Joe’. Die amicale benadering neemt wat kou uit de lucht, maar lang niet alles. Stalin wil namelijk opheldering over de vraag waarom er in West-Europa nog altijd geen tweede front is geopend, ondanks toezeggingen van Roosevelt in die richting – meer dan een jaar geleden. Stalin vermoedt – niet helemaal ten onrechte – dat zijn Rode Leger het zwaarste werk in de strijd tegen de Duitse Wehrmacht mag opknappen.
Om de Russische dictator te lijmen, doet Roosevelt hem een aantal toezeggingen: ‘Uncle Joe’ krijgt de vrije hand in de Baltische staten en mag het oostelijk deel van Polen annexeren. Ook wat de geplande naoorlogse ‘democratische’ vredesorganisatie betreft stelt Roosevelt Stalin enigszins gerust. De Verenigde Naties zullen worden gedomineerd door ‘de grote drie of vier’, die slechts in onderlinge unanimiteit zullen handelen.
Inmiddels schaaft Hull in Washington ijverig verder aan zíjn plan voor de Verenigde Naties. Op 29 december 1943 stuurt hij een memorandum naar Roosevelt, waarin hij elementen van Roosevelts ‘politiemannenconcept’ combineert met zijn eigen, meer democratische visie. Zo spreekt het memorandum van een ‘algemene vergadering’ van alle lidstaten, ter formulering van het algemeen beleid. Daarboven wordt een uitvoerende raad gesteld. De Verenigde Staten, Rusland, Groot-Brittannië en China zullen er permanent deel van uitmaken. Enkele andere, kleinere staten zullen op basis van een roulatiesysteem tijdelijk zijn vertegenwoordigd in deze ‘veiligheidsraad’, die zich zal richten op de echt belangrijke zaken: internationale veiligheid en het handhaven van de vrede.
De Verenigde Naties zullen worden gedomineerd door ‘de grote drie of vier’, die slechts in onderlinge unanimiteit zullen handelen
Op 3 februari 1944 stemt Roosevelt in met dit voorlopige plan. Verheugd laat Hull uitnodigingen uitgaan aan Engeland, Rusland en China om later dat jaar, op het landgoed Dumbarton Oaks in de buurt van Washington, de puntjes op de i te zetten.
Dumbarton Oaks
‘Dumbarton Oaks’ zal van cruciaal belang zijn, beseft Roosevelt. Niet alleen voor de toekomst van de – nog te winnen – vrede, maar ook voor die van hemzelf. In november worden immers presidentsverkiezingen gehouden, en het valt te verwachten dat de kandidaten voornamelijk zullen worden beoordeeld op hun naoorlogse plannen. Roosevelt zal zich daarom, vanuit het Witte Huis, intensief met de conferentie bemoeien. Voorzitter van de Amerikaanse delegatie wordt onderminister van Buitenlandse Zaken Edward Stettinius, opvolger van Welles en voormalig topman in de Amerikaanse auto- en staalindustrie.
Kijk eens: in 25 minuten hebben we de toekomst van de wereld geregeld. Wie zal nu nog zeggen dat we niet efficiënt zijn
De Britten sturen hun onderminister sir Alexander Cadogan naar Dumbarton Oaks. Cadogan is een fanatiek voorstander van een universele veiligheidsorganisatie, in tegenstelling tot Churchill en de rest van het Britse oorlogskabinet. Zij verwachten weinig van de conferentie. De dag voor zijn vertrek beschrijft Cadogan in zijn dagboek de laatste kabinetsvergadering als volgt: ‘11.30. Kabinet, over “Toekomstige Wereldorganisatie”. P.M. [Churchill] maakt cynische grapjes – dat voorspelt niet veel goeds. Om 11.55 zegt hij: Kijk eens: in 25 minuten hebben we de toekomst van de wereld geregeld. Wie zal nu nog zeggen dat we niet efficiënt zijn.
Voor de Russen is de Sovjet-ambassadeur in Washington, Andrei Gromyko, de belangrijkste afgevaardigde. De Chinezen zullen pas in een latere fase, na het afsluiten van de onderhandelingen met Rusland, bij de conferentie worden betrokken. Rusland vreest een Japanse aanval op Siberië als het rechtstreeks met China zal onderhandelen.
Vetorecht
Op 21 augustus wordt de conferentie door Cordell Hull geopend. Hij vertelt de deelnemers wat er op het spel staat: niets minder dan ‘vrede, vrijheid en stijgende welvaart voor de toekomstige generaties’. Dan kan het spel van harde onderhandelingen beginnen. De Britten blijken voor een groot deel mee te kunnen gaan met de Amerikaanse plannen, zolang de organisatie niet té machtig wordt. Ook pleiten ze voor een Frans permanent lidmaatschap van de Veiligheidsraad, als tegenwicht tegen Rusland, dat binnen Europa een niet te grote stem mocht krijgen. Tot slot stellen ze de harde eis dat er geen verwijzing in het Handvest komt naar toekomstig zelfbestuur van de Britse koloniën.
De Russen, die juist wel een machtige organisatie willen, houden lang vast aan hun wens van een eigen leger voor de Verenigde Naties. Maar de Amerikaanse onderhandelaars vermoeden dit niet aan hun volksvertegenwoordigers te kunnen verkopen: het is een te grote inbreuk op de nationale soevereiniteit. Als de Russen inzien dat de Amerikanen nooit akkoord zullen gaan, laten ze deze eis vallen. Er komt dus geen staand VN-leger.
De Russische onderhandelaars tonen zich een stuk minder inschikkelijk bij een andere belangrijke kwestie. Kan de toekomstige Veiligheidsraad een beslissing nemen die tegen de belangen van een van de permanente leden indruist? De Russen houden vast aan het idee dat de permanente leden slecht in volledige unanimiteit mogen opereren, zoals Roosevelt het Stalin heeft voorgespiegeld. Het is duidelijk dat Gromyko van Stalin de opdracht heeft meegekregen niet zonder vetorecht thuis te komen. Stalin is bang dat Rusland, als enige communistische staat in de Veiligheidsraad, anders geïsoleerd komt te staan. Het heeft voor hem weinig zin deel te nemen aan een internationale organisatie als hij bij elke stemming het onderspit moet delven.
Waarom geen vetorecht?
Er is later veel gediscussieerd over de vraag waarom Roosevelt de Amerikaanse delegatie – tegen zijn klaarblijkelijke overtuiging in – op 24 augustus heeft opgedragen níét in te stemmen met een algemeen vetorecht voor de permanente leden. Waarschijnlijk spelen er twee factoren mee in Roosevelts beslissing, die het Verenigde Naties-project op de rand van de afgrond brengt. Ten eerste hebben de Russen diezelfde maand, bij de Poolse opstand in Warschau tegen de nazi’s, geweigerd de rebellen te hulp te schieten. Stalin is duidelijk van plan de Poolse hoofdstad zelf te bevrijden, om Polen zo zijn politieke eisen te kunnen opleggen. Dit moet de Amerikanen terughoudend hebben gemaakt in het toekennen van een grotere macht aan Rusland in de Veiligheidsraad.
Maar van groter belang is wellicht de verkiezingsstrijd, die in de Verenigde Staten inmiddels volop is losgebarsten. Op 16 augustus heeft Roosevelts uitdager, Thomas Dewey, stelling genomen tegen ‘Dumbarton Oaks’. De Republikeinse gouverneur van New York waarschuwt dat de grote machten van plan zijn om alle overige staten ‘klein of groot, voor altijd te onderwerpen aan de dwingelandij van de vier naties die de conferentie organiseren’. Hij duidt de intenties van zijn politiek tegenstander aan als: The rankest form of imperialism.
Hoewel de Republikeinse presidentskandidaat nooit eerder blijk heeft gegeven van compassie voor de zwakkere broeders op het wereldtoneel, treft deze slag onder de gordel Roosevelt op pijnlijke wijze. Vasthouden aan zijn oorspronkelijke uitgangspunt van volledige unanimiteit van de grootmachten binnen de Veiligheidsraad zou hem nu wel eens de verkiezingen kunnen gaan kosten.
Koude Oorlog en de Verenigde Naties
Omdat een vroegtijdige aftocht van de Russen uit Dumbarton Oaks – en daarmee het einde van de VN-plannen – eveneens catastrofaal kan uitpakken, telt de Amerikaanse delegatie zijn zegeningen. De discussie over het vetorecht, en die over de toekomst van de koloniën, worden tot latere datum uitgesteld. Op 7 oktober werd de conferentie officieel afgesloten en tot een succes verklaard. Drie dagen later komt Churchill in het geheim tot een vergelijk met Stalin over de opdeling van de Balkan in invloedssferen.
De maand daarop wordt Roosevelt herkozen als president van de Verenigde Staten. Roosevelt heeft nu, met een nieuw mandaat van de kiezers, de handen vrij om zijn bondgenoten tegemoet te komen. In februari 1945 vertrekt hij met zijn nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Edward Stettinius naar Jalta, voor een ontmoeting met Stalin en Churchill.
Drie dagen later komt Churchill in het geheim tot een vergelijk met Stalin over de opdeling van de Balkan in invloedssferen
Stalin krijgt in Jalta zijn zo gewenste vetorecht. Ook Churchill krijgt zijn zin: de Britse koloniën zullen niet zonder toestemming van het ‘moederland’ onder beheer van de Verenigde Naties worden geplaatst. Als tot slot Frankrijk wordt toegelaten als permanent lid van de Veiligheidsraad, staat het Handvest van de organisatie stevig in de steigers. Het is aan de overige 47 lidstaten om dit Handvest op 26 juni 1945, aan het slot van de oprichtingsvergadering van de Verenigde Naties in San Francisco, te ondertekenen. Met de welwillende medewerking van de kleinere landen zullen tijdens deze bijeenkomst de laatste losse eindjes aan elkaar worden geknoopt.
Roosevelt overlijdt
Roosevelt zal dit niet meer meemaken. Op 12 april 1945 wordt hij in zijn buitenverblijf in Warm Springs getroffen door een fatale hersenbloeding. Hij zal daarom ook niet ondervinden hoe de geallieerde samenwerking tegen de nazi’s onder zijn opvolger Truman bekoelt tot een Koude Oorlog tussen twee onverzoenlijke machtsblokken. Niet de Verenigde Naties, maar de NAVO en het Warschaupact bepalen de toon van de naoorlogse geschiedenis. Pas wanneer in 1989 de Koude Oorlog wegsmelt onder een warme deken van glasnost en perestrojka, verschijnt onder de laatste restjes ijs een wereld zoals die Roosevelt voor ogen stond.
De Verenigde Naties dienen slechts als instrument om deze realiteit te schragen
De Verenigde Staten vormen de enig overgebleven industriële en militaire supermacht, die – als natuurlijk leider van de andere ‘grote naties’ – de rest van de wereld bij de hand neemt. De Verenigde Naties dienen slechts als instrument om deze realiteit te schragen.
Zo niet, dan verliest de organisatie haar bestaansrecht. Dat is niet slechts de visie van de vermaledijde George W. Bush, maar bovenal die van zijn grote Democratische voorganger, Franklin D. Roosevelt.
Bretton Woods
De Amerikaanse plannen met de naoorlogse wereld behelsden niet enkel een nieuw veiligheidssysteem. Zoals op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de structuur voor de Verenigde Naties werd ontworpen, zo legde het Amerikaanse ministerie van Financiën tijdens de oorlog de basis voor een nieuw wereldwijd monetair- en handelssysteem.
Als meest ontwikkelde industriële natie was het uiteraard in het voordeel van de Verenigde Staten dat de protectionistische maatregelen die het interbellum beheersten, na de oorlog niet meer zouden terugkeren. Temeer daar miljoenen Amerikaanse soldaten en werknemers in de oorlogsindustrie dan zouden moeten uitzien naar een nieuwe baan.
In de zomer van 1944 belegden de Amerikanen daarom in Bretton Woods, New Hampshire, een conferentie waarop 44 staten onderling afspraken maakten over stabiele wisselkoersen en het afbreken van tariefmuren. Uit ‘Bretton Woods’ zijn uiteindelijk de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voortgekomen, die de Amerikaanse ideeën over een liberale, vrije wereldeconomie gestalte moesten geven.
Stalin wilde, in tegenstelling tot zijn deelname aan de Verenigde Naties, niet toetreden tot het IMF. Hij zag deze instelling als een Amerikaans machtsmiddel om het westerse kapitalisme te verspreiden. Dat Gromyko in ‘Dumbarton Oaks’ zo hardnekkig vasthield aan een vetorecht voor Rusland, is wel eens mede verklaard uit het feit dat Stalin zich bedreigd voelde door de economische plannen die een maand eerder in Bretton Woods waren gesmeed.
Meer weten:
- Uitgevers schijnen niet erg happig te zijn op boeken over de Verenigde Naties – het onderwerp spreekt duidelijk minder tot de verbeelding dan bijvoorbeeld de Tweede Wereldoorlog. In het meer populaire segment is het aanbod daarom nogal karig. Een mogelijke inleiding vormt De Verenigde Naties. Ideaal en werkelijkheid (2006, 4e druk) door Peter Baehr en Leon Gordenker. Zoals de titel doet vermoeden een nogal schools werk; het is dan ook voor het onderwijs bedoeld. Het ontstaan van de Verenigde Naties wordt in vogelvlucht behandeld.
- Pittiger is Act of Creation. The Founding of the United Nations (2003) van Stephen Schlesinger. Nadeel is de eenzijdige aandacht voor de oprichtingsvergadering in San Francisco, in het bijzonder het reilen en zeilen binnen de Amerikaanse delegatie. Het boek is dan ook voornamelijk interessant voor de rol die de Amerikaanse geheime diensten in San Francisco speelden. Niets mocht aan het toeval worden overgelaten, dus werd de handel en wandel van de deelnemers gedurende de conferentie nauwkeurig gevolgd door NSA en FBI.
- Onder de meer academische studies is het afgewogen Bretton Woods and Dumbarton Oaks. American Postwar Planning in the Summer of 1944 (1995) van Georg Schild onontbeerlijk. Schild laat zien dat het ontstaan van de Verenigde Naties, de Wereldbank en het IMF eigenlijk niet los van elkaar kunnen worden geanalyseerd. Dit is wat Robert Hildebrand wel doet in Dumbarton Oaks. The Origins of the United Nations and the Search for Postwar Security (1990). De rol die de verkiezingen van ’44 speelden in het beperken van de onderhandelingsruimte van de Amerikanen in Dumbarton Oaks, wordt door Hildebrand opvallend genoeg buiten beschouwing gelaten.
- Tot slot in de categorie ‘klassiekers’: A History of The United Nations Charter. The Role of the United States 1940-1945 uit 1958 door Ruth Russell: meer dan duizend pagina’s pionierswerk. Voor de liefhebber.