Home Dossiers Tweede Wereldoorlog Winston Churchill: blunderende oorlogsheld

Winston Churchill: blunderende oorlogsheld

  • Gepubliceerd op: 22 april 2009
  • Laatste update 01 jun 2023
  • Auteur:
    Maurice Blessing
  • 18 minuten leestijd
Portret van Winston Churchill, Engelse premier tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Winston Churchill staat bekend als de man die Groot-Brittannië door de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog loodste en daarmee aan de basis stond van de geallieerde eindoverwinning. In werkelijkheid was Churchill een tactisch blunderaar, die zich liet verblinden door zijn imperiale obsessies.

Toen Barack Obama in 2008 nietsvermoedend zijn werkkamer in het Witte Huis in gebruik nam, werd hij daar onaangenaam geconfronteerd met een prominent opgestelde bronzen buste van Winston Churchill. Het kunstwerk, eigendom van de Britse staat, was in 2001 door de toenmalige premier Tony Blair aan Obama’s voorganger George Bush overhandigd als symbool voor de Britse steun aan de Amerikaanse War on Terror.

Churchills torso was een voor de hand liggende keuze. Niet alleen had ‘de Grootste Brit aller tijden’ ooit het idee de wereld in geholpen dat er tussen Britten en Amerikanen zoiets bestaat als een special relationship, Blair wist ook dat Bush en zijn neoconservatieve kliek idolaat waren van Churchill.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Er is wel gezegd dat Republikeinse kopstukken als Cheney en Giuliani bij het onderwerp Churchill eenzelfde dweepzuchtige devotie vertoonden als een pelgrim bij het graf van zijn favoriete heilige of een Elvis-fan op de gewijde grond van Graceland.

Churchill citeren – al dan niet apocrief – was een geliefd tijdverdrijf in de kringen rond Bush. Direct nadat op die fatale ochtend de vliegtuigen in de Twin Towers waren gevlogen, kwam vicepresident Cheneys stafchef Lewis ‘Scooter’ Libby met de volgende ‘passende’ quote op de proppen: ‘Ik had het gevoel dat ik hand in hand liep met de Voorzienigheid, en dat mijn hele voorbije leven slechts de opmaat had gevormd van dit moment en deze beproeving.’ Dit zijn de exacte woorden waarmee Churchill zijn gevoelens omschreef bij het aanvaarden van het Britse premierschap op 10 mei 1940.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Een historisch personage met symboolfunctie

Churchill is zonder meer een krachtig symbool. En zoals dat doorgaans gaat met historische personages met een krachtige symboolfunctie – bijvoorbeeld Gandhi of de Dalai Lama – is zijn levensverhaal uitgegroeid tot een legende met universele aantrekkingskracht.

Het verhaal mag bekend worden verondersteld: als roepende in de woestijn profeteerde Churchill in de jaren dertig het Duitse oorlogsgevaar. Hij keerde zich fel tegen de appeasement-politiek van de principeloze Neville Chamberlain, die in de Führer een kerel zag met wie je zaken kon doen.

Slechts op het allerlaatste moment, toen de Duitse oorlogsmachine niet alleen Tsjecho-Slowakije maar ook half Polen en heel Denemarken en Noorwegen had opgeslokt en de Wehrmacht reeds de grenzen van de Lage Landen was overgetrokken en opmarcheerde in de richting van het Kanaal, riep de Britse koning George VI Churchills hulp in en stelde hem aan als opvolger van Chamberlain. Als premier én als minister van Defensie van het Britse oorlogskabinet wees Churchill vervolgens ‘hand in hand met de Voorzienigheid’ iedere vorm van overeenkomst met de Duitsers af.

Hij mobiliseerde het land razendsnel en loodste het Britse volk in de meest benauwde uren van zijn bestaan met zijn vlammende redevoeringen door de Slag om Engeland. Daarna was het slechts wachten op Amerikaanse betrokkenheid bij de oorlog, zodat Britten en Amerikanen in juni 1944 gebroederlijk de stranden van Normandië konden bestormen om zo het kwaad van het nazisme uiteindelijk de nek om te draaien.

De legendarische Churchill

De oorlog was gewonnen. Churchill en Eisenhower zouden uitgroeien tot de verpersoonlijking van de door het Lot – dan wel God – gewilde triomf van Licht over Donker, van de westerse democratie over ‘oosterse’ dictatuur.

Zoals alle aansprekende verhalen stoelt dat van Churchill op een selectieve weergave van de werkelijkheid

Het is een buitengewoon aansprekend historisch verhaal, dat Hollywood meer dan eens in knisperende dollars heeft weten om te zetten. Maar zoals alle aansprekende verhalen met Hollywood-potentie stoelt het op een hoogst selectieve weergave van de werkelijkheid.

In zekere zin is Churchill inderdaad een held. Dat hij in de jaren dertig als lid van het Lagerhuis inging tegen de heersende opinie in het land – namelijk dat een nieuwe Grote Oorlog koste wat kost vermeden moest worden – tekent zijn sterke karakter (al zal het feit dat Chamberlain en zijn voorganger Baldwin hem buiten hun kabinet hadden gelaten hebben bijgedragen aan zijn oppositionele stellingname).

‘Een overwinning tegen elke prijs’

Dat hij het premierschap op zo’n precair moment durfde te aanvaarden – waar minister van Buitenlandse Zaken lord Halifax beleefd bedankte voor de eer – is een bewijs van Churchills buitengewone moed. En dat hij in mei 1940 ‘een overwinning tegen elke prijs’ verkoos boven onderhandelingen met Adolf Hitler valt niet alleen in moreel opzicht te prijzen; het is – achteraf gezien – ook in militair en politiek opzicht de enige juiste Britse beslissing geweest.

In recente boeken wordt gedecideerd de vloer aangeveegd met Churchill

Maar toch. Wie Churchills functioneren als oorlogspremier nader beziet, wordt overdonderd door zijn schrikbarende tactische incompetentie en pijnlijke onvermogen om de juiste prioriteiten te stellen. In recente boeken als Winston Churchill. The Flawed Genius of World War II en Churchill. The Greatest Briton Unmasked van respectievelijk Christopher Catherwood en Nigel Knight – beiden gerespecteerde historici aan de Universiteit van Cambridge – wordt gedecideerd de vloer aangeveegd met Churchills vermeende brille.

Churchill was een arrogante betweter

Uit deze boeken, en een handvol iets minder recente publicaties, komt Churchill naar voren als een arrogante betweter, die zijn generaals in vaak ellenlange nachtelijke dramsessies zijn onsamenhangende ideeën trachtte op te dringen.

In de dagboekaantekeningen van de hoogste Britse militair, Chief of the Imperial General Staff (CIGS) sir Alan Brooke – die in 2001 zijn gepubliceerd – is de frustratie over Churchills bemoeizucht en strategisch onvermogen meer dan tastbaar. Zo schrijft hij op 20 november 1942:

‘Op naar een volgende bijeenkomst met hem [Churchill] van 10:30 tot god mag weten hoe laat, om verder te discussiëren over ambitieuze en onmogelijke plannen voor de herovering van Birma!’

Op 10 mei 1943 noteert Brooke:

‘We gingen om 11:30 naar de premier en bediscussieerden de strategie in het Verre Oosten tot half twee in de ochtend. Een volkomen onbevredigende bijeenkomst, waarbij hij opnieuw aantoonde niet in staat te zijn de onderlinge connecties tussen de verschillende strijdtonelen te begrijpen.’

‘Hij is veranderd in een dreinend kind dat om een verboden cadeautje vraagt’

Op 23 augustus dat jaar, over ‘een humeurige primadonna van een premier’:

‘Hij is onredelijker en lastiger dan ooit. Op een ledig moment is hij verzot geraakt op het idee dat een overwinning op de Japanners alleen kan worden bereikt via een verovering van de noordpunt van Sumatra! Hij is veranderd in een dreinend kind dat om een verboden cadeautje vraagt.’

En zo gaat het maar door. In maart 1944 vergelijkt Brooke zijn positie als militair adviseur van de premier met die van ‘een man geketend aan de strijdwagen van een waanzinnige!! Ik zal niet langer in staat zijn hem in toom te houden.’ In september noteert hij over de dan bijna 70-jarige Churchill:

‘Het was moeilijk je geduld met hem te bewaren, maar ik had tegelijkertijd vreselijk met hem te doen. Hij komt op mij over als een man die aan het eind van zijn krachten is, geen vat meer heeft op de realiteit en zich dat langzaamaan begint te realiseren.’

Weggebombardeerd bij Trondheim

Soms krijgt ‘het dreinende kind’ Churchill zijn zin; de gevolgen zijn bijna zonder uitzondering desastreus. Zo zijn Duitse troepen in april 1940 Denemarken en vervolgens Noorwegen binnengevallen. Churchill, diezelfde maand benoemd tot voorzitter van het Militair Coördinatie Comité, trekt de regie van de geallieerde landingen bij de Noorse havens Trondheim en Narvik naar zich toe.

Het slecht doordachte en uitgevoerde plan eindigt in een fiasco

Het slecht doordachte en uitgevoerde plan eindigt in een fiasco: de Britse troepen bij Trondheim, verstoken van enig luchtafweergeschut, worden eenvoudig weggebombardeerd door de Luftwaffe. Op 4 mei worden de geallieerde troepen rond Trondheim geëvacueerd, op 8 juni die bij Narvik. De Noorse koning en zijn kabinet volgen letterlijk in hun kielzog.

Ironisch genoeg vormt het fiasco van de Noorse expeditie de directe aanleiding tot het aftreden van Chamberlain, en daarmee zijn opvolging door Churchill – die als geen ander verantwoordelijk was voor het echec. Het is de persoonlijk secretaris van zowel Chamberlain als Churchill, John Colville, die rond deze tijd opmerkte:

‘Het land gelooft dat Winston de daadkrachtige man is die de oorlog zal winnen. Het realiseert zich maar zeer ten dele hoe ineffectief – of beter gezegd: schadelijk – veel van zijn initiatieven zullen blijken te zijn.’

Churchill had soms geluk

Daarmee is niets te veel gezegd. Maar soms had Churchill ook stom geluk. Zo schreef hij de ‘miraculeuze’ ontsnapping naar Engeland van 200.000 Britse manschappen via Duinkerken, eind mei 1940 tijdens de Slag om Frankrijk, toe aan de ‘Voorzienigheid’ (en het ‘verraad’ van de Belgen). Maar in werkelijkheid had de bevelvoerend commandant, generaal lord Gort, Duinkerken slechts kunnen bereiken door op een cruciaal moment de orders uit Londen – vervat in een persoonlijk telegram van Churchill – te negeren.

Soms had Churchill ook stom geluk

Volgens de militair historicus Raymond Callahan heeft Gort ‘op die lenteavond mogelijk bijgedragen aan de Britse wil om door te vechten in omstandigheden die de meeste tijdgenoten als hopeloos omschreven. Hij redde in ieder geval de reguliere kern van het leger, waarop Groot-Brittannië verder kon bouwen, totdat het, in 1945, 2 miljoen man in het veld kon brengen.’

Churchill en de Battle of Britain

Een ander ‘gelukje’ van Churchill was dat hij tijdens de Slag om Engeland uit pure vergeldingsdrang Berlijn liet bombarderen. Dit maakte Hitler op zijn beurt weer zo woedend dat deze de Luftwaffe opdroeg Britse steden met zware bommen te bestoken. Deze strategische misser van de Führer was een van de belangrijkste oorzaken van Duitslands falen tijdens de Battle of Britain. De terreurbombardementen leidden de Luftwaffe immers af van belangrijker strategische doelen als vliegvelden en wapenfabrieken, zodat de RAF uiteindelijk in staat was de luchtoorlog, en daarmee de Slag om Engeland, te winnen.

Het is ondoenlijk hier alle negatieve aspecten van Churchills leiderschap voor het voetlicht te brengen. Veel van zijn waanideeën waren weliswaar pijnlijk, of – erger nog – dodelijk voor de direct betrokkenen – met als meest afschuwelijke voorbeeld het terreurbombardement op Dresden op 13 en 14 februari 1945 –, maar ze beïnvloedden het verloop van de oorlog niet of nauwelijks.

Zijn meest desastreuze bijdrage aan WO2 was het onvermogen om het belang in te zien van Roundup

Dat kan echter niet gezegd worden van Churchills meest desastreuze bijdrage aan de Tweede Wereldoorlog: zijn onvermogen om het belang in te zien van operatie Roundup, het Amerikaanse plan voor een landing in Noord-Frankrijk in april 1943.

Verenigde Staten

De Verenigde Staten waren in december 1941 bij de oorlog betrokken geraakt door de Japanse aanval op Pearl Harbor. Diezelfde maand verklaarde ook Duitsland de Verenigde Staten de oorlog, waardoor de Amerikanen zich gedwongen zagen een strategisch plan te formuleren dat rekening hield met de vooralsnog beperkte Amerikaanse troepenomvang. In afwachting van een versnelde opbouw van de Amerikaanse strijdkrachten moesten er prioriteiten worden gesteld.

Het publiek en de marine waren eensgezind: de oorlog tegen Japan genoot prioriteit

Het Amerikaanse publiek en de marine waren eensgezind: de oorlog tegen Japan in de Stille Zuidzee genoot prioriteit. Daar was de militaire dreiging immers actueel gebleken. Maar Roosevelt en de Amerikaanse legerstaf, onder leiding van generaal George C. Marshall, dachten daar anders over. Zij raakten er al snel van overtuigd dat het beter was zich eerst op Duitsland te concentreren.

Omdat Groot-Brittannië een verovering bespaard was gebleven, kon dat land als uitvalsbasis dienen voor een directe aanval op Duitsland: een landing in Noord-Frankrijk gevolgd door een snelle opmars richting het Ruhrgebied. Een dergelijke invasie van Japan was logistiek veel moeilijker te realiseren vanwege de enorme afstanden – door vijandelijk bezet gebied – die de Amerikaanse troepen zouden moeten overbruggen.

Bovendien bevonden de meeste Duitse divisies zich aan het oostfront ten gevolge van Hitlers catastrofale beslissing om in juni 1941 Rusland aan te vallen. De westerse frontlinie van de Duitsers, nog nauwelijks versterkt met wat later de Atlantikwall genoemd zou worden, was dus relatief kwetsbaar.

Amerika en Engeland: verschillende militaire culturen

Begin 1942 legden Marshall en zijn medewerkers de Britse generale staf hun plan voor Roundup voor. Tot hun grote verbazing en toenemende ergernis reageerden de Britten nogal lauwtjes. Dit is begrijpelijk met het oog op de Britse trauma’s van de Eerste Wereldoorlog en de meer recente aftocht uit Duinkerken. Maar er valt ook een diepere oorzaak voor te vinden, namelijk die van twee sterk verschillende militaire culturen.

De Amerikanen vertoonden tijdens de Tweede Wereldoorlog een sterke voorkeur voor een zo direct mogelijke confrontatie met de vijand. De Britse militaire strategie was daarentegen van oudsher gericht op het voorkomen van directe confrontaties met sterke landlegers.

Vandaar dat Groot-Brittannië een sterke marine bezat en maar een klein staand leger. De Britten – en daarin vonden Churchill en zijn militair planners elkaar bij wijze van uitzondering – prefereerden een ‘omtrekkende’ tactiek: zij wilden slechts daar toeslaan waar weinig weerstand kon worden verwacht. Churchill was geobsedeerd door wat hij ‘de zachte onderbuik van de krokodil’ (de asmogendheden) noemde: de Balkan, Italië en Griekenland.

Churchill was geobsedeerd door ‘de onderbuik van de krokodil’: de Balkan, Italië en Griekenland

Imperialisme van Churchill

Maar er speelde nog iets mee. Churchill was een aartsimperialist. Het behoud van de Britse koloniën stond voor hem altijd voorop. Hij kon dan ook slechts een beperkte invasie in Noord-Frankrijk steunen, omdat hij tegelijkertijd troepen en materieel beschikbaar wilde houden voor expedities in Zuidoost-Europa, Noord- en Oost-Afrika, het Midden- en Verre Oosten en India. De Amerikanen zagen de Britse spreiding van activiteiten als een verspilling van schaarse middelen en – met recht – als een ondergraving van de effectiviteit van Roundup.

Churchill was een aartsimperialist

Om de Amerikanen aan het lijntje te houden en te voorkomen dat zij hun ‘Europa eerst’-strategie zouden inruilen voor een primair op de Stille Zuidzee gerichte strategie, zegden de Britten hun steun aan een invasie in Noord-Frankrijk weliswaar toe, maar zonder dieper op de specifieke aard, datum en omvang in te gaan. De Amerikanen stelden daarop operatie Bolero in werking: de opbouw van een grote Amerikaanse troepenmacht in Engeland ter voorbereiding op Roundup.

Nederlaag in Griekenland en Libië

Helaas zou Bolero grote vertraging oplopen, met als treurig gevolg het uitstel van Roundup met meer dan een jaar. Deze omstandigheid is grotendeels terug te voeren op een strategische blunder van Churchill in januari 1941. De Britse troepen in Noord-Afrika stonden op dat moment op het punt de Italianen uit Libië te verdrijven. De Britse opmars naar de Libische hoofdstad Tripoli werd echter onderbroken doordat Churchill opdracht gaf het grootste deel van de Britse Noord-Afrikaanse troepenmacht naar Griekenland te verschepen, om dat land bij te staan in de strijd tegen de asmogendheden.

Churchill zelf verklaarde later zich moreel gedwongen te hebben gevoeld om de Grieken te steunen, maar zijn pogingen aan het einde van de oorlog om samen met Stalin Centraal- en Zuidoost-Europa in ‘invloedssferen’ te verdelen, wijst op z’n minst ook op andere overwegingen.

Het voorspelbare resultaat was dat de Britten niet alleen in Griekenland, maar ook in Libië een nederlaag leden. Het Britse verzuim om Tripoli in te nemen had de Duitse luitenant-generaal Rommel de gelegenheid geboden zijn fameuze Afrikakorps op te bouwen en vervolgens op te trekken richting Cairo en het Suezkanaal.

Voor operatie Torch waren zoveel troepen en materieel nodig dat Roundup moest worden uitgesteld

De Britse ‘levenslijn’ met India werd nu bedreigd en Churchills volledige aandacht verlegde zich naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten. In de zomer van 1942 wist hij Roosevelt te winnen voor Torch, een gezamenlijke operatie in Noord-Afrika. Daarvoor waren zoveel troepen en materieel nodig dat Bolero vertraging opliep en Roundup voor onbepaalde tijd moest worden uitgesteld.

Er zijn verschillende redenen voor aan te voeren waarom Roosevelt Churchill zijn zin gaf, tegen de uitdrukkelijke wens van Marshall en de zijnen in. Ten eerste had Roosevelt de Russische minister van Buitenlandse Zaken Molotov voor dat jaar een ‘tweede front’ beloofd om de Sovjets te ontlasten in hun strijd met de nazi’s, die op dat moment onvoorstelbare slachtingen aanrichtten onder zowel Russische soldaten als burgers. Er moest dus ‘iets’ gebeuren.

Roosevelt onder druk

Ook in de binnenlandse politiek stond Roosevelt onder druk. Zijn strategie van ‘Europa eerst’ kon slechts op beperkte steun rekenen onder de Amerikaanse bevolking. Het was daarom puur politiek gezien geen aantrekkelijke optie om grote aantallen Amerikaanse troepen tot de lente van 1943, wanneer Bolero moest zijn afgerond, buiten de gevechtshandelingen te houden.

Daarbij kwam het goed uit dat de zware Britse nederlagen tegen Rommels Afrikakorps als excuus konden dienen om de Britten middels Torch te hulp te schieten, met als gratis extra argument dat Noord-Afrika kon fungeren als ‘springplank’ naar Europa.

Torch ging in november 1942 van start met geallieerde landingen in Marokko en Algerije. In mei 1943 waren de Duitsers en Italianen uit Noord-Afrika verdreven. Het was een grote overwinning voor Churchill, en hij zou er alles aan doen om de ‘Woestijnoorlog’ te hypen als ‘keerpunt’ in de Tweede Wereldoorlog.

Stalin was woedend over wat hij beschouwde als een opzettelijk uitstel van het toegezegde ’tweede front’

Rusland laten bloeden

Niettemin was de strijd in Noord-Afrika een volstrekt perifere strijd, die in het niet zonk bij de gelijktijdige Russische doodsstrijd aan het oostfront. Het is dan ook begrijpelijk dat Stalin woedend was over wat hij beschouwde als een opzettelijk uitstel van het toegezegde ‘tweede front’. De toch al zo paranoïde Sovjetleider raakte ervan overtuigd dat het de geallieerden erom te doen was Rusland zo veel mogelijk te laten bloeden, zodat het zo verzwakt mogelijk uit de oorlog tevoorschijn zou komen.

Stalin raakte ervan overtuigd dat het de geallieerden erom te doen was Rusland zo veel mogelijk te laten bloeden

De cijfers lijken Stalin gelijk te geven. In Noord-Afrika vonden de geallieerden 25 Duitse divisies tegenover zich; de Russen werden op dat moment met maar liefst 214 Duitse divisies geconfronteerd. Bij de Slag van El Alamein in Egypte, de beroemde overwinning van Montgomery op Rommel, vielen 2350 geallieerde soldaten. Het Rode Leger verloor in de Slag om Stalingrad, die in dezelfde periode plaatsvond, een half miljoen man.

In totaal zouden tijdens de oorlog in Europa 144.000 Britse en 143.00 Amerikaanse soldaten sneuvelen. De Sovjets verloren 11 miljoen soldaten. De Russen verloren niet alleen veruit de meeste manschappen en burgers – volgens sommige schattingen zijn er tijdens de Tweede Wereldoorlog in totaal 27 miljoen Russen omgekomen –, ze schakelden ook de meeste Duitse soldaten uit. Van de 3,5 miljoen gevallen Duitse soldaten was zo’n 15 procent het slachtoffer van Amerikaanse gevechtsacties. Meer dan 75 procent viel in de strijd met het Rode Leger.

Roundup wordt Overlord

Toen Roundup in juni 1944, veertien maanden later dan gepland en nu onder de naam Overlord, eindelijk werd uitgevoerd, had het werkelijke keerpunt in de Europese oorlog al lang en breed plaatsgevonden – namelijk aan het oostfront. In april 1944 bereikt het Rode Leger de Tsjecho-Slowaakse grens. Met de Russen angstwekkend opmarcherend in de richting van Berlijn kreeg Stalin eindelijk zijn langgewenste ‘tweede front’ in Europa – het is alleen de vraag of hij er nu nog op zat te wachten. Wat volgde was een geallieerd-Russische wedloop om Berlijn die kan worden bestempeld als het begin van de Koude Oorlog.

Als Churchill niet zo geobsedeerd was geweest door het behoud van het Imperium, was de bevrijding van Europa al in april 1943 begonnen

‘As is verbrande turf.’ Maar als Churchill niet op een cruciaal moment troepen aan het Britse leger in Noord-Afrika had onttrokken, als hij niet zo geobsedeerd was geweest door het behoud van het Britse overzeese Imperium – dat sowieso ten onder zou gaan –, als hij vertrouwen had gehad in de plannen van Marshall – zoals aanvankelijk Roosevelt en het grootste deel van de Amerikaanse legertop dat hadden –, dan was de bevrijding van Europa in april 1943 begonnen. Dit had hoogstwaarschijnlijk niet alleen miljoenen Russische levens gered, maar ook miljoenen Joodse – de Holocaust zou immers gaande de oorlog in intensiteit toenemen.

Was Bolero volgens Marshalls planning verlopen, dan hadden de geallieerden in april 1943 evenveel landingstroepen en materieel ter beschikking gehad als in juli 1944. Bovendien was de Atlantische kust bij lange na niet zo versterkt als in juni 1944: Rommel zou zich pas eind 1943 met de fortificaties lang de kust – de Atlantikwall – gaan bemoeien.

Een geallieerde landing was in 1943 dus gemakkelijker geweest in plaats van moeilijker. Ook zou het Rode Leger lang niet zo westelijk hebben gereikt, wat Polen, Tjecho-Slowakije, Hongarije en het oosten van Duitsland waarschijnlijk decennia van Sovjetdictatuur had bespaard. Maar de Voorzienigheid wilde anders, want die liep ‘hand in hand’ met Churchill, de grote, blunderende oorlogsleider.

Wat betreft het bronzen borstbeeld van Churchill in het Oval Office, dat is inmiddels door medewerkers van Obama verwijderd en vriendelijk maar beslist teruggegeven aan de Britse ambassadeur in Washington.