De Roemeense dictator Nicolae Ceaușescu was een graag geziene gast in het Westen, omdat hij afstand nam van Moskou. Maar thuis onderdrukte hij zijn bevolking meedogenloos. En dat kwam hem duur te staan.
Op 21 december 1989 verscheen Nicolae Ceaușescu in een dikke zwarte overjas en dito muts op het balkon van het hoofdkwartier van de Communistische Partij van Roemenië. De 71-jarige Conducător keek tevreden naar de menigte die zich op het centrale plein in Boekarest had verzameld. De toeschouwers waren zoals gebruikelijk ruimschoots voorzien van grote portretfoto’s van de leider en rode banieren met zijn wijsheden. De televisiecamera’s draaiden voor een live-uitzending, terwijl Ceaușescu een verhaal afstak over ‘fascistische agitatoren die het socialisme in gevaar brachten’.
Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Toen gebeurde er iets dat nog nooit eerder was vertoond in het communistische Roemenië: er klonk steeds duidelijker boegeroep uit het publiek. Ceaușescu was even met stomheid geslagen. De camera’s registreerden hoe zijn mond openviel. Mensen begonnen zelfs massaal om zijn vertrek te roepen. Zijn vrouw Elena spoorde hem aan iets te doen en hij kondigde een schamele verhoging van de pensioenen aan. Daarna viel Ceaușescu helemaal stil, zijn hand nog doelloos in de lucht. Met wanhoop in zijn ogen sloeg hij het tumult op het plein gade. Daarna ging de live-uitzending op zwart.
Maar het was te laat. Iedereen in Roemenië had kunnen zien hoe Ceaușescu van het ene op het andere moment veranderde van de almachtige dictator in een zwakke oude man. Overal in Boekarest en andere steden in het land gingen mensen de straat op. Ze waren niet langer bang voor de Securitate, de alomtegenwoordige geheime politie. Na meer dan 24 jaar aan de macht was Nicolae Ceaușescu de controle volledig kwijt.
‘Gevaarlijke agitator’
De ster van de Conducător was onwaarschijnlijk hoog gerezen voor iemand van zijn eenvoudige komaf. Nicolae Ceaușescu was in 1918 in het dorpje Scornicești geboren als de derde van negen kinderen in een arm boerengezin. Het moet in de familie Ceaușescu niet erg gezellig zijn geweest, want Nicolae vertrok al op 11-jarige leeftijd naar Boekarest in het kielzog van een oudere zus.
Wat hij daar uitspookte is in nevelen gehuld. Volgens zijn officiële biografie ging hij aan de slag als leerling-schoenmaker bij Alexandru Săndulescu en loodste die hem binnen in de toen illegale Roemeense Communistische Partij (RCP), waar de jonge Ceaușescu als loopjongen hand-en-spandiensten verrichtte. Maar volgens historici heeft Ceaușescu nooit één schoen gemaakt en is er sprake van een fraai staaltje geschiedvervalsing, waarbij Nicolae zich de lotgevallen van zijn oudere broer Marin heeft toegeëigend om zijn politieke carrière vroeger te laten beginnen.
Zeker is dat de 18-jarige Ceaușescu in 1936 door het radicaal-rechtse regime van Roemenië als ‘gevaarlijke communistische agitator’ werd veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf. Na zijn vrijlating ontmoette Nicolae zijn latere vrouw Elena in een textielfabriek. Veel tijd kregen de tortelduifjes niet: tijdens de Tweede Wereldoorlog koos Roemenië de kant van nazi-Duitsland en communisten als Ceaușescu werden uit voorzorg opgesloten in interneringskampen.
Daar had hij het geluk om samen in een cel te belanden met Gheorghe Gheorghiu-Dej, de leider van de RCP. Ceaușescu werd door andere gevangen communisten gezien als een domme boerenkinkel, omdat hij een zwaar accent had en bovendien stotterde. Maar hij was hondstrouw aan Gheorghiu-Dej en die maakte hem tot zijn rechterhand. Tijdens door de leider georganiseerde ‘zelfkritieksessies’ sloeg Ceaușescu andersdenkenden in elkaar.
De RCP was tot de komst van het Russische Rode Leger in 1944 een splinterpartij met hooguit een paar duizend leden. Fascisten domineerden lange tijd het politieke landschap met de nationalistische belofte van een ‘Groot-Roemenië’. Maar in 1947 kwamen de Roemeense communisten met hulp uit Moskou aan de macht. Gheorghiu-Dej zwaaide als secretaris-generaal de scepter.
Daarna maakte zijn protegé snel carrière. Ceaușescu werd eerst onderminister van Landbouw en daarna van Defensie. In die hoedanigheden speelde hij een belangrijke rol in de gedwongen landbouwcollectivisatie, waarbij tienduizenden boeren achter de tralies verdwenen. Volgens ooggetuigen ging Ceaușescu in hoogsteigen persoon met getrokken pistool onwillige boeren te lijf.
Roemeens goud
Nicolae Ceaușescu zag sport als ideaal middel om het internationale prestige van zijn land op te vijzelen. Peperdure sportprogramma’s moesten voor medailles zorgen. Met resultaat: vooral piepjonge Roemeense turnsters baarden opzien op grote toernooien. Nadia Comăneci turnde in 1976 op de Olympische Spelen van Montréal de eerste perfecte 10 en Roemenië was het tweede land op de medaillespiegel tijdens de spelen van Los Angeles, die in 1984 door de rest van het Oostblok werden geboycot. Om die resultaten te behalen hanteerden de Roemeense turncoaches mensonterende trainingsmethoden, die dankzij de successen helaas veel navolging kregen in de rest van de wereld.
Gheorghiu-Dej loodste zijn oud-celgenoot ook binnen in het machtige politburo. Als stalinistische hardliner nam Gheorghiu-Dej na de dood van Jozef Stalin in 1953 en de daaropvolgende destalinisatie afstand van Moskou: hij koos voor ‘nationaal communisme’ om zijn populariteit te vergroten. Trots op de Roemeense cultuur en geschiedenis werd aangewakkerd. Toen dat bleek te werken konden de teugels wat losser worden gelaten: politieke gevangenen werden vrijgelaten en reisrestricties werden opgeheven.
Internationaal prestige was een belangrijk element van Gheorghiu-Dejs visie. Roemenië moest onafhankelijk opereren op het wereldtoneel en daarom werden de banden met de eveneens eigenzinnige communistische regimes in Joegoslavië, China en Noord-Korea aangehaald. Ceaușescu werd de belangrijkste gezant en reisde onder meer naar Belgrado, Beijing en Pyongyang.
Messiascomplex
Toen Gheorghiu-Dej in 1965 onverwacht aan kanker overleed, werd Ceaușescu door de ‘oude garde’ van de partij aangewezen als nieuwe secretaris-generaal. In de eerste vijf jaar volgde Ceaușescu de koers van zijn mentor, maar daarna raakte hij er steeds meer van overtuigd dat hij als enige de weg wist naar een gouden tijdperk voor de Roemenen. De Conducător was behept met een combinatie van een messiascomplex én grootheidswaanzin en dat had grote gevolgen.
De Securitate, een nieuw ministerie van Staatsveiligheid, moest ervoor zorgen dat niemand Ceaușescu in de weg stond en hield alles en iedereen in de gaten. Politieke tegenstanders verdwenen in gevangenissen of psychiatrische instellingen, inclusief de meeste communisten van het eerste uur die hem aan de macht hadden geholpen.
Toen Ceaușescu ontdekte dat de Securitate ook een dossier van hem bijhield – met onder meer gedetailleerde informatie over zijn gezondheid en zijn irrationele angst voor naalden – verving hij woedend de directeur door een van zijn vertrouwelingen. En dat gebeurde daarna in het hele overheidsapparaat.
Roemenië werd bestuurd door Ceaușescu’s familie en vrienden. Zijn vrouw Elena was ook lid van het politburo en de tweede persoon van het land. Elena Ceaușescu werd in Roemenië geroemd om haar intelligentie. Hoewel ze geen eerdere opleiding had genoten, wist ze toch een doctoraat in de kernfysica te behalen. Hun jongste zoon Nicu schopte het ook tot het politburo en werd officieel benoemd tot opvolger van zijn vader. De Ceaușescu-dynastie was vergelijkbaar met de Kim-dynastie in Noord-Korea.
Dat was geen toeval, want de Roemeense dictator was tijdens bezoeken aan Pyongyang zeer onder de indruk geraakt van de wijze waarop zijn collega Kim Il-sung zijn land bestuurde. Ceaușescu besloot de Noord-Koreaanse juche-ideologie, waarbij het streven naar zelfvoorzienendheid centraal staat, bijna een-op-een te kopiëren. Zware industrie en de Roemeense olieproductie moesten het land rijkdom en welvaart brengen.
Ceaușescu nam ook de Noord-Koreaanse persoonlijkheidscultus over. In 1974 liet hij zich benoemen tot president en trok hij als een absoluut vorst alle macht definitief naar zich toe. Hij liet zelfs een presidentiële scepter maken, die werd gebruikt in pompeuze ceremonies. Portretten en aforismen van Nicolae en Elena Ceaușescu domineerden het Roemeense straatbeeld. Het ‘Grote Genie van de Karpaten’ was natuurlijk onfeilbaar in alles wat hij deed. Op filmbeelden van een jachtpartij is bijvoorbeeld te zien hoe alle aanwezigen enthousiast applaudisseren terwijl hij een beer neerschiet. Klein detail: de beer was op een steenworp afstand verdoofd vastgebonden aan een paal.
Toch was Nicolae Ceaușescu een graag geziene gast in westerse hoofdsteden. Sterker nog, westerse regeringsleiders speelden het spelletje maar al te graag mee en verleenden de Roemeense dictator talloze officiële onderscheidingen om zijn ego te strelen. In 1969 bracht de Amerikaanse president Richard Nixon zelfs een staatsbezoek aan Roemenië, dat daarmee het allereerste land in het Oostblok was dat die eer te beurt viel. Een jaar later stonden de Ceaușescu’s op de stoep van het Witte Huis.
Westerse leiders speelden het spelletje graag mee
De Conducător koesterde zijn status als wereldleider. Belangrijker nog, hij sleepte lucratieve handelscontracten en moderne technologie binnen. En dankzij lidmaatschappen van het IMF en de Wereldbank ook de broodnodige leningen om Ceaușescu’s megalomane plannen te betalen. De Zweedse meubelfabrikant IKEA liet bijvoorbeeld goedkope meubels bouwen in Roemenië, Roemeense Dacia-auto’s waren in licentie gebouwde Renaultjes en Canada leverde een kerncentrale. De Roemeense economie groeide als kool in de jaren zeventig.
Ceaușescu had dat allemaal te danken aan het feit dat hij niet aan de leiband van Moskou liep. Zeker de toespraak die hij op 21 augustus 1968 hield vanaf het balkon van het hoofdkwartier van de Communistische Partij maakte in binnen- en buitenland grote indruk. Toen veroordeelde hij de invasie van het Warschaupact van Tsjecho-Slowakije, waarmee het Kremlin een einde maakte aan de Praagse Lente.
Daciërs als proto-communisten
Nicolae Ceaușescu liet ook de geschiedenis niet ongemoeid. De Daciërs waren een ‘vergeten volk’ dat in de tweede eeuw voor Christus in Roemenië woonde. Historici en archeologen kregen de opdracht om te bewijzen dat ze een hoofdrol speelden in de antieke wereld en aan de wieg stonden van de Europese cultuur. Zo zouden de in 1961 opgegraven Tărtăria-tabletten aantonen dat ze het eerste alfabet hebben uitgevonden en zou Rome gesticht zijn door geëmigreerde Daciërs. Op het 11de partijcongres in 1974 legde Ceaușescu een verband tussen marxisme en ‘dacianisme’: hij bestempelde de Daciërs tot ‘nationalistische’ proto-communisten die zich hadden verzet tegen het ‘imperialistische’ Rome.
Door Ceaușescu te fêteren hoopten de Amerikanen en hun bondgenoten een wig te drijven in het Oostblok. Maar het westerse enthousiasme was niet helemaal terecht, want later bleek uit archiefmateriaal dat Ceaușescu dubbelspel speelde. Niet alleen bleef hij netjes lid van het Warschaupact, maar hij speelde westerse knowhow door naar de Sovjet-Unie en die hoopte via hem juist verdeeldheid te zaaien in het Westen.
Megalomaan paleis
Begin jaren tachtig was het Roemeense economische wonder alweer voorbij. De wereldwijde crisis trof ook Roemenië: Boekarest stond bij het Westen stevig in het krijt, terwijl de vraag naar de vaak kwalitatief teleurstellende producten uit de Roemeense industrie wegviel. In zijn oneindige wijsheid besloot Ceaușescu dat zijn land daarom zo snel mogelijk alle internationale schulden moest afbetalen. Om dat te kunnen doen moesten de Roemenen simpelweg harder werken voor minder loon. De import werd volledig stilgelegd. Alles werd geëxporteerd, inclusief de schamele landbouwproductie.
Roemenen kregen alleen een ‘wetenschappelijk dieet’ en er was bijna niets meer verkrijgbaar in reguliere winkels. Tijdens de economische wonderjaren hadden de Roemenen het relatief goed gehad, maar nu viel iedere motivatie weg. Roemenië kwam totaal tot stilstand. Het geboortecijfer en de economische groei naderden het nulpunt. Alleen de zwarte markt en corruptie tierden welig.
In een poging het tij te keren nam Ceaușescu zijn toevlucht tot steeds extremere maatregelen. Veel steden droegen (en dragen) de betonnen littekens van de collectivisatie van de woningbouw, maar sistematizarea (systematisering) moest het land nog efficiënter inrichten: 8000 boerendorpen moesten plaatsmaken voor 6000 uniform over het land verspreide modelstadjes. Daar kwam uiteindelijk niets van terecht, maar de historische binnenstad van Boekarest werd wel platgegooid voor de bouw van een megalomaan paleis voor de Ceaușescu’s. Het ‘Huis van het Volk’ was na het Amerikaanse Pentagon het grootste gebouw ter wereld.
Voor vuurpeloton zong Ceaușescu ‘De Internationale’
Alles moest wijken voor Ceaușescu’s grootheidswaanzin. Daardoor hadden de Roemenen in december 1989 simpelweg niets meer te verliezen. Een relatief klein incident, waarbij inwoners van Timișoara zich verzetten tegen de uitzetting van een dissidente etnisch Hongaarse dominee, groeide uit tot een revolutie die Nicolae Ceaușescu ten val bracht. Na zijn toespraak op het balkon op 21 december 1989 opende de Securitate het vuur op de demonstranten, maar het leger koos juist de kant van de opstandelingen. Toen die de volgende ochtend het partijkantoor bestormden, vluchtten de Ceaușescu’s met hun lijfwachten weg in een helikopter.
Maar de opstand was over het hele land uitgewaaierd. Bij Târgoviște werden Nicolae en Elena gearresteerd en op Eerste Kerstdag na een schijnproces op een militaire basis voor een vuurpeloton gesleept. Voordat het vuur werd geopend zong Ceaușescu nog ‘De Internationale’. Om te bewijzen dat hij echt dood was werden videobeelden van de executie wereldwijd verspreid. Daarna gaven ook de laatste loyale Securitate-agenten de strijd op. De revolutie had 1104 doden en 3352 gewonden geëist, maar de Roemenen waren eindelijk verlost van de gehate Conducător.
Meer weten
- Kiss the Hand You Cannot Bite (1991) door Edward Behr is nog steeds de betrouwbaarste niet-Roemeense biografie.
- The Autobiography of Nicolae Ceaușescu (2010) door Andrei Ujica is een documentaire die opkomst en ondergang van Ceaușescu toont.
- Revolution 1989 (2010) door Victor Sebestyen beschrijft het wonderjaar, inclusief de gebeurtenissen in Roemenië.
Openingsbeeld: Demonstrant met een Roemeense vlag waar het communistische symbool uit is geknipt. Boekarest, 1989. Bron: Getty Images.