Home Dossiers Adolf Hitler ‘Ook in de Weimarrepubliek ging veel nepnieuws rond’

‘Ook in de Weimarrepubliek ging veel nepnieuws rond’

  • Gepubliceerd op: 16 sep 2025
  • Update 26 sep 2025
  • Auteur:
    Bas Kromhout
Adolf Hitler spreekt de Rijksdag toe in 1933
Hitler en de Tweede Wereldoorlog
Dossier Adolf Hitler Bekijk dossier

Adolf Hitler werd in 1933 rijkskanselier dankzij een coalitie met centrum-rechtse partijen. Gemakkelijk was het niet. Zes maanden probeerden de politieke hoofdrolspelers Hitler van de macht af te houden, totdat ze vaststelden dat er geen alternatief was. Historicus Timothy W. Ryback schreef een boek over de formatie van het kabinet-Hitler, en trekt daaruit lessen voor de huidige politiek.

Stel, je bent een historicus op leeftijd die al decennialang onderzoek doet naar een periode die langzaam wegzakt in het collectieve geheugen. En dan plotseling gebeurt er iets in jouw land, waardoor iedereen wil weten hoe die geschiedenis precies verliep en wat we daarvan kunnen leren. Het overkwam de Amerikaan Timothy W. Ryback (71) na de herverkiezing van Donald Trump, vorig jaar november. ‘Ik houd me al sinds de late jaren tachtig bezig met de Weimarrepubliek en het nationaal-socialisme. Destijds was het pure geschiedenis,’ zegt hij. ‘Soms schreef ik een artikel voor The New Yorker en dan duurde het vaak een jaar voordat de redactie om een volgend stuk vroeg. Maar het liep heel anders toen ik afgelopen januari voor The Atlantic een reconstructie schreef van de wijze waarop Adolf Hitler in 53 dagen de Duitse democratie ontmantelde. Dat stuk sloeg enorm aan, en drie weken later vroeg de redactie om een nieuw artikel. En toen nog een, en nog een. Inmiddels zit ik op acht, negen stukken. Ze gaan onder andere over de handelstarieven die Hitler invoerde, zijn relatie met vooraanstaande ondernemers, en hoe hij het hoofd van de centrale bank ontsloeg.’

Timothy Ryback
Timothy Ryback. Foto door Anne de Henning.

Gavin Newsom, de Democratische gouverneur van Californië, heeft in een interview verwezen naar uw artikelen. Hij is geschrokken van de overeenkomsten met Donald Trumps beleid. Is dat het effect dat u wilt bereiken?

‘Ik ben blij dat een gouverneur mijn stukken leest. We hebben in het Westen te maken met uitdagingen voor de liberale democratie. Maar ik trek zelf geen vergelijkingen met Hitlers machtsovername. Ik ben geen politiek commentator, maar een historicus. Ik schrijf over de geschiedenis. Als er resonanties zijn met de huidige tijd, dan hoort de lezer die vanzelf.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Hoort u zelf resonanties?

‘Ik moet de laatste tijd vaak denken aan een uitspraak die Hitler deed in 1932. Na twaalf jaar lang te zijn geridiculiseerd in krantenartikelen en cartoons was zijn partij de grootste geworden bij verkiezingen. “Nu lacht er niemand meer,” zei Hitler. Hetzelfde geldt voor Trump. Jarenlang zag je al die memes over hem, we vonden hem zó grappig. Nu lacht er niemand meer. Dat is een echo, maar ik beweer niet dat Trump en Hitler hetzelfde zijn. Ieder van hen is een unieke historische figuur. De geschiedenis herhaalt zich niet.’

Intussen merkt Ryback dat het heden nieuwe vragen stelt aan het verleden, waardoor aspecten aan het licht komen die tot nu toe weinig aandacht kregen. Dat geldt zelfs voor een zo intensief bestudeerd onderwerp als Adolf Hitler. ‘Meestal ligt de focus op de Holocaust, en minder op Hitlers relatie met democratische instituties. Maar omdat onze eigen democratie bedreigd wordt, krijgen we daar nu wel oog voor. En dan vind je opeens vers materiaal waar niemand eerder naar heeft gekeken.’ In Rybacks geval resulteerde dat in het vorig jaar verschenen boek Machtsovername, waarin hij gedetailleerd beschrijft hoe Hitler in januari 1933 rijkskanselier kon worden in een coalitie met andere partijen.

Hebben collega-historici die etappe in Hitlers weg naar de macht overgeslagen?

‘Ik zou niet zeggen “overgeslagen”. Maar de meeste boeken over Hitler behandelen de episode in twintig of dertig pagina’s, omdat ze een breder tijdsraam hebben, terwijl ik vierhonderd pagina’s helemaal besteed aan de politieke verwikkelingen in de zes maanden vanaf de Rijksdagverkiezingen in juli 1932 tot de installatie van Hitlers kabinet op 30 januari 1933. Ik heb ervoor gekozen net te doen alsof ik de uitkomst niet kende. Ik ben bijna dag voor dag gaan reconstrueren hoe de politieke situatie in Weimar-Duitsland eruitzag, welke keuzes de hoofdrolspelers maakten en welke alternatieven zij hadden.

Adolf Hitler spreekt de Rijksdag toe in 1933
Adolf Hitler spreekt de Rijksdag toe, 23 maart 1933.

Om dat te kunnen doen heb ik behalve brieven en memoires heel veel kranten gelezen. In de Weimarrepubliek was er een scala aan kranten, die van dezelfde gebeurtenissen verschillende interpretaties gaven. Ze zeggen wel eens dat journalistiek de eerste geschiedschrijving is, maar eigenlijk is het dus een erg slechte bron. Desalniettemin bieden kranten wel de mogelijkheid om anders naar het verleden te kijken. Het is de taak van de historicus om te vertellen hoe we van de ene situatie in de andere zijn gekomen. Om dat te doen, moet je uit een enorme berg informatie die feiten filteren, die helpen een verklaring te geven. Daardoor kan de illusie ontstaan dat de uitkomst onvermijdelijk was. Want je negeert een heleboel zaken die er achteraf minder toe lijken te doen, maar die de mensen op dat moment wel belangrijk vonden en waar journalisten over schreven.’

Kunt u een voorbeeld geven?

‘De hoge nazileider Gregor Strasser speelde volgens de Weimar-kranten een veel centralere rol dan historici hem later hebben gegeven. Hitler heeft Strasser uit de geschiedenis van de partij geschreven, nadat hij hem in 1934 had laten vermoorden. In werkelijkheid had hij met Strasser een soort werkverdeling gemaakt. Bij de Noord-Duitsers had Hitler de reputatie van een heetgebakerde zuiderling, daarom voerde Strasser campagne in het noorden van Duitsland en Hitler in het zuiden. Hitler was in 1932 nog niet de dictator die alles in de partij bepaalde. Hij was een twijfelaar, die heen en weer geslingerd werd tussen de flanken. Je had de radicalen, zoals Joseph Goebbels en Hermann Göring, die desnoods met geweld de macht wilden grijpen. En je had mensen als Gregor Strasser en Hans Frank, die de legale weg wilden bewandelen. Hitler zat daartussenin.’

Gregor Strasser
Nazileider Gregor Strasser.

Ryback beschrijft in Machtsovername hoe rijkspresident Paul von Hindenburg zocht naar mogelijkheden voor een parlementair meerderheidskabinet. Twee rechtse politici wilden dat wel leiden: de partijloze generaal Kurt von Schleicher en Franz von Papen van de katholieke Zentrumspartei. Beiden probeerden het eerst zonder de nazi’s, als kanseliers van twee minderheidskabinetten. Maar die werden binnen de kortste keren door de Rijksdag naar huis gestuurd. Samenwerken met de nationaal-socialisten was de enige manier om een rechtse meerderheid te smeden. Hitler wilde wel, maar stelde als eis dat hij, als leider van de grootste fractie, zelf rijkskanselier zou worden. Daar ging Von Hindenburg dwars voor liggen. Veel eigentijdse commentatoren dachten dat een uitweg uit deze impasse kon worden gevonden via Strasser, vertelt Ryback.

‘Anders dan Hitler was Strasser wel bereid compromissen te sluiten, om zo een voet tussen de deur van de macht te krijgen. Verschillende kranten speculeerden erop dat de nazi’s Hitler aan de kant zouden schuiven ten gunste van Strasser. De NSDAP was in een diepe crisis. Bij de verkiezingen in juli 1932 had de partij 37 procent van de stemmen behaald, en Hitler geloofde dat hij bij de volgende verkiezingen in november een absolute meerderheid kon halen. In plaats daarvan zakte de NSDAP naar 33 procent. Door de vele verkiezingscampagnes die de partij in korte tijd had moeten voeren, was ze financieel failliet. Het ledental daalde snel, en er was grote interne verdeeldheid. Von Schleicher bood Strasser de post van vicekanselier aan in een kabinet onder zijn leiding. Het leek erop dat Hitler zijn kans had laten passeren. Maar toen gingen Von Papen en Von Hindenburg er toch mee akkoord dat hij kanselier in een rechtse coalitie werd.’

Deze naziposter hamert op werk, vrijheid en brood
Deze naziposter hamert op werk, vrijheid en brood, 1932.

Gered door de bel?

‘Hitler had alle geluk van de wereld. Waarschijnlijk bezat hij een soort killersinstinct waardoor hij wist in welke richting hij moest gaan, maar veel dingen vielen zijn kant op, op een manier die hij onmogelijk kon plannen. De nazipartij werd ook nog eens bedreigd door het feit dat de Weimarrepubliek uit het economische dal kroop. Hitlers populariteit schoot omhoog na de beurskrach van 1929, maar eind 1932 stabiliseerde de economie onder leiding van de president van de Reichsbank, Hans Luther. Als Von Schleicher zes maanden langer als kanselier in het zadel had weten te blijven, dan waren de nazi’s waarschijnlijk gekrompen tot zo’n 20 procent van het electoraat. Omdat de communisten een even groot deel van de kiezers achter zich hadden, was het democratische midden dan overeind gebleven. Hitler speelde hoog spel door geen genoegen te nemen met iets anders dan het kanselierschap. Het verbazingwekkende is dat hij uiteindelijk zijn gelijk bewees.’

‘Hitler had alle geluk van de wereld’

Rijkspresident Von Hindenburg vond Hitler onacceptabel als kanselier. Beschermde hij de democratie?

‘Toen ik het boek aan het schrijven was en nog midden in het verhaal zat, was Paul von Hindenburg voor mij een echte held. De man was al afgezwaaid als generaal, toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak. In het landsbelang keerde hij terug en werd hij de opperbevelhebber van het Duitse leger. Na de oorlog ging hij terug naar zijn landgoed in Oost-Pruisen, schreef zijn memoires en leidde een rustig leven. Maar in 1925, terwijl hij rouwde om zijn pas overleden vrouw, werd er opnieuw een beroep op hem gedaan. Duitsland zat zonder president en Von Hindenburg moest het land komen redden. Dus hij zwoer op de constitutie dat hij de nieuwe republiek zou behoeden. En dat deed hij. Von Hindenburg las de constitutie zoals een veldofficier een militaire handleiding. Als artikel 53 zei dat hij zus kon doen, dan deed hij zus. Zei artikel 1 dat hij zo kon doen, dan deed hij zo. En hij probeerde echt binnen de grenzen van de constitutie te blijven. Toen zijn eerste termijn van zeven jaar erop zat, was Von Hindenburg al 84 en wilde hij stoppen. Maar toen besloot Hitler zich kandidaat te stellen voor het presidentschap, en Von Hindenburg was de enige die hem kon verslaan. Dat deed hij, en daarmee tekende hij eigenlijk voor de dood in functie.

En toen, in augustus 1932, ontmoette hij Hitler voor het eerst. De nazileider had net 37 procent bij de Rijksdagverkiezingen gehaald en zei dat hij rijkskanselier wilde worden. Von Hindenburg zei: “Nooit zal ik u tot kanselier benoemen, omwille van God, mijn geweten en het vaderland”.’

Verkiezingsposter met Paul von Hindenburg en Hitler
Verkiezingsposter met Paul von Hindenburg (links) en Hitler, 1933.

Zes maanden later deed hij het toch.

‘En dat neem ik hem kwalijk. Waarom deed Von Hindenburg dat? Was hij murw geworden door de politieke chaos? Realiseerde hij zich dat het met de democratie niet ging werken? Volgens een theorie heeft Hitler hem beloofd dat hij slechts een tussenfiguur was die de keizer zou laten terugkeren. Volgens een andere was Von Hindenburg in een financieel schandaal verwikkeld en werd hij gechanteerd. Of was hij seniel aan het worden? Er is denk ik niet één simpele verklaring, maar het was zonder twijfel zijn meest tragische beslissing. Want Von Hindenburg was de enige persoon die kon verhinderen dat Hitler rijkskanselier werd.’

‘Von Hindenburg kon als enige Hitler tegenhouden’

Had Von Hindenburg andere opties om een meerderheidskabinet te vormen?

‘Nee, zoveel opties waren niet voorhanden. Dat was deels te wijten aan de obstructiepolitiek van de nationaal-socialisten in de Rijksdag. Zij verlamden de rechtse kabinetten van Von Papen en Von Schleicher keer op keer en brachten hen ten val. Een oplossing had misschien gevonden kunnen worden als de verschillende centrum-rechtse partijen en de sociaal-democraten hadden samengewerkt. Zo’n coalitie zou moeilijk te smeden zijn geweest, maar je zou willen dat ze het gedaan hadden, want al die partijen waren voor de democratie. Het probleem was dat de middenpartijen grote aantallen kiezers verloren aan de antidemocratische extremen: de NSDAP en de communistische partij. Het midden was gevaarlijk smal geworden.’

Na november 1932 probeerde zowel Von Schleicher als Von Papen een kabinet te formeren dat Von Hindenburgs goedkeuring kon wegdragen. Waarom koos de rijkspresident uiteindelijk voor Von Papen?

‘Dat is een beetje een raadsel. Von Papen was met afstand de minst populaire kanselier uit de hele Duitse geschiedenis. Maar hij was Von Hindenburgs favoriet. Waarom? Von Papen kwam uit dezelfde aristocratische kringen. Hij was charmant en zag er goed uit. Mensen zeiden dat zijn hoofd gemaakt was voor hoge hoeden in plaats van hersenen. Ik denk dat Von Hindenburg zich meer op zijn gemak voelde bij Von Papen dan bij Von Schleicher, die hij respecteerde, maar die bekendstond als een intrigant. Op een gegeven moment werd de rijkspresident moe van Von Schleichers politieke spelletjes.’

Maar Von Papen kon er toch ook wat van? Zo verzweeg hij voor de andere partner in de coalitie, Alfred Hugenberg van de Deutschnationale Volkspartei (DNVP), dat Hitler van plan was om direct na zijn aantreden nieuwe verkiezingen uit te schrijven.

‘Dat klopt. Von Papen wilde natuurlijk het liefst zelf opnieuw rijkskanselier worden, maar kon niet om Hitlers eisen heen. Daarom stelde hij zich uiteindelijk tevreden met het vicepresidentschap en gaf toe aan Hitlers voorwaarde van nieuwe verkiezingen. Over dat laatste zei hij niets tegen Hugenberg, die hij ook aan boord moest zien te krijgen. Hugenberg zat niet op nieuwe verkiezingen te wachten, want zijn DNVP had juist in november veel zetels van de nationaal-socialisten afgesnoept en die wilde hij natuurlijk niet verliezen.

Het kabinet-Hitler
Het kabinet-Hitler, 30 januari 1933. Franz von Papen zit rechts van Hitler, Alfred Hugenberg staat rechts.

En toen, op 30 januari 1933, terwijl hij samen met de andere ministers van het kabinet-Hitler in het voorvertrek van het presidentieel paleis stond te wachten tot Von Hindenburg hen zou beëdigen, hoorde Hugenberg voor het eerst van de afspraak tussen Von Papen en Hitler. En Hugenberg zei: nein, geen sprake van! Hij was net zo koppig als Hitler. Hij was een succesvolle industrieel en krantenmagnaat, een van de rijkste mensen van Duitsland. Hij had Hitler niet nodig.

Even leek het erop dat de coalitie op het laatste moment zou sneuvelen. Maar toen beloofde Hitler dat Hugenberg minister mocht blijven, ongeacht de verkiezingsuitslag. Vervolgens zei Von Hindenburgs secretaris dat de rijkspresident al vijftien minuten in de ontvangstzaal wachtte en ongeduldig werd. Hugenberg ging met de andere ministers mee naar binnen en liet zich beëdigen. Dat was echt zo’n ongelooflijk moment waarop de geschiedenis een heel andere wending had kunnen nemen. De volgende ochtend belde Hugenberg een bekende en zei: “Ik heb zojuist de grootste vergissing van mijn leven gemaakt.”’

‘Even leek het erop dat de coalitie op het laatste moment zou sneuvelen’

Hadden de Duitsers in de gaten dat de democratie ten grave werd gedragen?

‘Lang niet iedereen. Sommige kranten verwachtten dat Hitlers kabinet het nog geen maand zou uitzingen. Von Hindenburg had immers al drie kanseliers voortijdig naar huis gestuurd en niets stond hem de weg om van Hitler de vierde te maken. Maar toen brandde de Rijksdag af op 27 februari, een paar dagen voor de nieuwe verkiezingen. Hitler slaagde er nog steeds niet in om een absolute meerderheid te halen. Laat staan de twee derde meerderheid die hij nodig had om de zogenaamde Ermächtigungsgesetz aangenomen te krijgen, waardoor hij dictatoriale volmachten voor vier jaar zou krijgen. Hij deed alles om aan het vereiste percentage te komen. Hij verbood de communistische partij, die verantwoordelijk werd gehouden voor de Rijksdagbrand, zodat hun zetels leeg bleven bij de stemming op 23 maart. De nazi’s intimideerden zo veel mogelijk sociaal-democraten, maar de meesten kwamen toch opdagen. Uiteindelijk gaven de stemmen van de centrumrechtse parlementariërs de doorslag. De een na de ander stond op en zei: meneer de rijkskanselier, we maken ons zorgen over de verdeeldheid die u zaait, over de rechtsstaat en de burgerlijke vrijheden – maar toch stem ik voor uw wet. Zo pleegde de democratie zelfmoord.’

Brand in de Rijksdag
Brand in de Rijksdag, 28 februari 1933.

Waarom deden die parlementariërs dat?

‘Ik denk dat zij zich persoonlijk geïntimideerd voelden. Een groot aantal kreeg opeens te maken met gerechtelijke onderzoeken naar financiële malversaties, die de nieuwe nazi-machthebbers tegen hen openden. Ook zorgden de nazi’s op de dag van de stemming voor een intimiderende sfeer. Gekleed in de bruine uniforms van de SA, de uiterst gewelddadige paramilitaire afdeling van de NSDAP, kwamen de gedelegeerden het tijdelijke parlementsgebouw binnenmarcheren. De sociaal-democratische afgevaardigde Otto Wels hield nog een dappere toespraak tegen de wet en voor democratie. Maar Hitler antwoordde simpelweg dat Wels en zijn partijgenoten te laat waren. Zij hadden hun kans gehad, nu was het de beurt aan de nazi’s.’

Had Von Hindenburg de democratie toen nog kunnen redden?

‘Hij had de macht om Hitler als kanselier te ontslaan. Na de beëdiging op 30 januari had hij tegen zijn secretaris gezegd dat hij nooit meer met Hitler in één ruimte wilde verkeren. Maar zijn scepsis nam in de weken daarna af. Waarom is me niet duidelijk. Twee dagen voor de stemming over de Ermächtigungsgesetz schudden Hitler en Von Hindenburg elkaar in Potsdam in het openbaar de hand. Ik denk dat toen de laatste hoop vervloog dat de rijkspresident Hitler nog tot de orde zou roepen.’

Welke actuele les trekt u uit deze geschiedenis? 

‘Dat het midden moet standhouden. In een parlementair systeem moeten centrum-rechts en centrum-links zoeken naar een manier om polarisatie te voorkomen. De rol van de media is ontzettend belangrijk. In de Weimarrepubliek ging veel nepnieuws rond. Hugenbergs kranten waren er een meester in. Zo vond ik een artikel waarin werd beweerd dat de regering, om te voldoen aan de herstelbetalingseisen die waren afgesproken in het Verdrag van Versailles, een bepaald percentage van de Duitse jongeren aan de geallieerden wilde verkopen om slavenarbeid te verrichten in de Franse en Britse kolonies. Een compleet verzonnen verhaal. Denk je eens in wat het met mensen deed als ze zoiets ’s ochtends aan de ontbijttafel lazen. En niet alleen dit ene nepbericht, maar een voortdurende stroom van gefabriceerd of gemanipuleerd nieuws. Hitler kwam niet aan de macht dankzij één grote leugen, maar dankzij honderden kleine leugentjes. Individueel accepteerden mensen misschien maar twintig procent van alles wat hij verkondigde, maar als een heleboel mensen zich door een deel van de boodschap aangesproken voelden, kon hij toch een grote achterban vergaren.

De kiezers zijn de eerste verdedigingslinie van een democratie. Daarna komen hun vertegenwoordigers in de parlementen, die de regering ter verantwoording moeten roepen. En het laatste bolwerk is het machtsevenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Deze drie verdedigingslinies wisten de nationaal-socialisten uiterst effectief af te breken. Hoewel ze bij verkiezingen nooit meer dan 44 procent van de stemmen hebben behaald, waren ze in staat om anderen te manipuleren. Om daaraan weerstand te bieden is moed nodig. Het Amerikaanse Congreslid Sarah McBride vertelde recentelijk wat haar vader tegen haar zei: “Als iedereen een beetje dapper is, hoeft niemand een held te zijn.”’

Timothy W. Ryback

(1954) promoveerde en doceerde aan Harvard University. Momenteel is hij directeur van het Institute for Historical Justice and Reconciliation in Den Haag. Ryback schreef meerdere boeken over het Derde Rijk, waarvan een aantal in het Nederlands is vertaald. In 2008 verscheen Hitlers Privébibliotheek en in april van dit jaar Machtsovername. Hoe Hitler Duitsland in zijn greep kreeg (400 p. Hollands Diep, € 23,99).

Machtsovername door Timothy Ryback

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 10 - 2025

Meer interviews

Mark Mazower
Mark Mazower
Interview

‘Antisemitisme had nooit iets te maken met Israël’

Kritiek op Israël wordt tegenwoordig vaak bestempeld als antisemitisme. Maar daarmee geven autoriteiten in Israël en bevriende landen een nieuwe betekenis aan dit beladen begrip, zegt de Britse historicus Mark Mazower. Hij schreef het boek Over antisemitisme. De geschiedenis van een woord om de zuiverheid in het debat terug te brengen. ‘Het begrip antisemitisme stamt...

Lees meer
Ilja Leonard Pfeijffer
Ilja Leonard Pfeijffer
Interview

Ilja Leonard Pfeijffer: ‘De waarheid staat op achterstand’

Schrijver en classicus Ilja Leonard Pfeijffer neemt met een bronnenboek afscheid van Alkibiades, de hoofdpersoon uit zijn veelgeprezen roman. Hij werkt inmiddels aan een verhaal over de vervagende scheidslijn tussen feit en fictie. ‘Daarbij ga ik iets doen wat ik nog nooit heb gedaan: sciencefiction schrijven. Ik ben een Star Trek-fan.’    Het wordt tijd dat...

Lees meer
Portret Steffie van den Oord
Portret Steffie van den Oord
Interview

‘Overlevenden van de oorlog kunnen zich echt verplaatsen in kinderen in Gaza’

In haar nieuwe boek Kinderen in oorlogstijd kijkt Steffie van den Oord  met de laatste generatie overlevenden terug op de sporen die de Tweede Wereldoorlog door hun leven heeft getrokken.

Lees meer
Portret Jean-Marc van Tol
Portret Jean-Marc van Tol
Interview

Jean-Marc van Tol: ‘Laat Johan de Witt op zijn sokkel staan’ 

Jean-Marc van Tol laveert al jaren tussen wetenschap en literatuur. Hij werkt aan een romantrilogie over raadpensionaris Johan de Witt. Inmiddels zijn er twee delen verschenen, Musch en Buat. Daarnaast is hij coauteur van een nieuw historisch boek over zijn held: De wereld van De Witt. ‘Historici moeten zich op feiten baseren, maar ook hun...

Lees meer
Loginmenu afsluiten