Door de Slag bij Tannenberg in 1914 kwam Paul von Hindenburg onverwacht in het centrum van de macht terecht. De overwinning bezorgde hem zoveel status dat hij vanaf 1916 de Duitse militaire strategie grotendeels mocht bepalen. Met rampzalige gevolgen.
Tannenberg is sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer op moderne landkaarten te vinden. Het dorpje heet tegenwoordig Stębark en ligt in Noordoost-Polen. In 1914 lag het in Oost-Pruisen, het deel van het Duitse Keizerrijk dat direct grensde aan het tsaristische Rusland.
Eerste Wereldoorlog
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, verwachtten de toenmalige Duitse opperbevelhebbers niet dat Oost-Pruisen direct in de vuurlinie zou komen te liggen. Weliswaar had Duitsland ook Rusland de oorlog verklaard, maar ze namen aan dat het nog wel enkele weken zou duren voordat het Russische leger klaar was voor een veldslag.
De Duitse strategie was daarom op het westelijke front gericht, waar België en Frankrijk werden aangevallen. Alleen het Achtste Duitse Leger onder leiding van de oude generaal Maximilian von Prittwitz bleef achter om de oostgrens te bewaken.
Dat bleek een flinke misrekening, want op 15 augustus voerden het Eerste en Tweede Russische Leger een aanval uit in Oost-Pruisen en in het Mazurische merengebied. Het Russische overwicht was enorm en delen van Oost-Pruisen kwamen in Russische handen. Duizenden Duitsers vluchtten uit vrees voor de vermeende ‘wreedheid van de kozakken’.
Had de opvliegende zoon van een Pruisische koopman wel voldoende gezag en status om het bevel op zich te nemen?
De Duitse opperbevelhebber Helmuth von Moltke jr. besloot op dat moment in te grijpen. Hij onthief Prittwitz van zijn functie en ging direct op zoek naar een vervanger. Zijn oog viel daarbij op de betrekkelijk jonge generaal-majoor Erich Ludendorff, die twee weken daarvoor veel indruk had gemaakt in de Slag bij Luik door zijn agressieve moed en strategisch inzicht. Maar er waren ook twijfels over Ludendorffs heftige temperament, matige sociale vaardigheden en betrekkelijk lage sociale afkomst. Had deze opvliegende zoon van een Pruisische koopman wel voldoende gezag en status om het bevel van het Achtste Leger op zich te nemen?
Boegbeeld
Al snel werd besloten dat naast Ludendorff een gezaghebbende Dekorativfigur moest komen te staan, iemand uit de hoge adel die bereid was om een groot deel van het militair-strategische werk aan Ludendorff te geven. Op dat moment kwam de 66-jarige generaal Paul Ludwig Hans Anton von Beneckendorff und von Hindenburg in beeld.
Weliswaar was Hindenburg al drie jaar met pensioen, maar na het begin van de oorlog had hij herhaaldelijk te kennen gegeven dat hij stond te trappelen om iets te kunnen betekenen. Hoewel hij nooit tot de absolute top was doorgedrongen, had Hindenburg een redelijk succesvolle carrière gehad in het Pruisische en Duitse leger. Hij had diverse onderscheidingen gekregen voor zijn rol in de Pruisisch-Oostenrijkse Oorlog van 1866 en de Duits-Franse Oorlog van 1870-1871.
Met zijn regiment was hij onder de Arc de Triomphe door gemarcheerd en op 18 januari 1871 was hij aanwezig toen in de spiegelzaal van Versailles het Duitse Keizerrijk werd uitgeroepen.
30.000 Russen sneuvelden tegenover 3500 soldaten
Wat ook in zijn voordeel sprak was dat Hindenburg, in de woorden van zijn biograaf Wolfram Pyta, ‘die Kunst des Delegierens’ geperfectioneerd had. Hij omringde zich graag met talentvolle jonge militairen en ging zelf na de middagpauze meestal naar huis om zich te verdiepen in militair-historische boeken.
Anders dan Ludendorff had hij een gelijkmatig karakter, was hij sociaal zeer vaardig en beleefde hij veel plezier aan de representatieve kanten van zijn functie. Met al deze kwaliteiten, maar ook door zijn indrukwekkende voorkomen – een rijzige gestalte met een vierkant hoofd, een grote martiale snor en een gespierde nek – leek hij, kortom, geknipt voor de rol van boegbeeld.
Op 22 augustus 1914 werden Hindenburg en Ludendorff benoemd tot nieuwe bevelhebbers van het Achtste Leger, en op 23 augustus 1914 troffen ze elkaar voor de eerste maal in de trein op weg naar Oost-Pruisen. De week die volgde werd al snel onderwerp van de nodige mythevorming. In de Duitse pers heette het dat Hindenburg bij aankomst de gedemoraliseerde manschappen direct naar zijn hand wist te zetten. Vervolgens bedacht hij samen met Ludendorff een paar briljante aanvallende manoeuvres waardoor het Russische Leger omsingeld zou worden. Die opzet slaagde en al op 29 augustus was de overwinning een feit.
Heroïsche symboolfiguur
Dertigduizend Russische soldaten waren gesneuveld tegenover ‘slechts’ 3500 Duitse soldaten. Vooral Hindenburg werd in de pers bejubeld als de held van Tannenberg: in heel Duitsland werden in de daaropvolgende maanden diverse straten en pleinen naar hem vernoemd, er kwamen ‘Hindenburg’-producten op de markt – van Hindenburg-sigaren tot Hindenburg-gebak – en er werd een Hindenburg-lied gecomponeerd.
In Berlijn werd zelfs een 13 meter hoog houten standbeeld van Hindenburg neergezet, waarin Duitsers tegen betaling van een gift voor de oorlogsindustrie spijkers mochten slaan.
De Hindenburg-verering getuigde vooral van de enorme behoefte in Duitsland aan een heroïsch symboolfiguur die als alternatief kon gelden voor de matig populaire keizer Wilhelm II. Welbeschouwd was de strategische betekenis van de overwinning namelijk betrekkelijk klein en was de rol van Hindenburg bovendien niet overdreven groot geweest.
De Hindenburg-verering nam ongekende proporties aan
Zo was het veelgeprezen aanvalsplan helemaal niet door Hindenburg bedacht, en overigens ook niet door Ludendorff, maar door kolonel Max Hoffmann. Dat dit riskante plan slaagde, was vooral te danken aan het enorme amateurisme van het Russische leger.
De snelle Russische mobilisatie was ten koste gegaan van de zorgvuldigheid, waardoor er een tekort aan munitie en aan degelijke communicatiemiddelen was. Ook werden berichten ongecodeerd uitgezonden, zodat de Duitsers precies wisten wat de Russische legers van plan waren.
Wraakoefening
Hindenburgs grootste verdienste was misschien wel dat hij besloot de slag niet naar Ortelsburg, Allenstein of Neidenberg te noemen, wat geografisch correcter was, maar naar het verder van het daadwerkelijke front gelegen Tannenberg. Door zijn kennis van de militaire geschiedenis wist hij dat hier in 1410 al eens een veldslag had plaatsgevonden, waarbij de Teutoonse Orde was verslagen door Pools-Litouwse ridders.
Hindenburg droeg acties bij aan de mythevorming rondom zijn persoon
Aldus werd de Slag bij Tannenberg door Hindenburg welbewust opgewaardeerd tot een soort verlate wraakoefening van de Duitsers tegen de vernedering van 1410. Door zijn grote bereidheid om geregeld journalisten te woord te staan en in vol ornaat te poseren voor schilders en fotografen, droeg Hindenburg actief bij aan de mythevorming rondom zijn persoon. Zich welbewust van zijn eigen tekortkomingen liet hij Ludendorff meeprofiteren van alle lof en prestige door hem als zijn briljante rechterhand af te schilderen.
Wonderduo
Het was na Tannenberg eigenlijk alleen een kwestie van tijd voordat het wonderduo het Duitse opperbevel zou overnemen. Na het verlies van de Slag bij Verdun in 1916 was het eindelijk zover en werd Hindenburg benoemd tot opvolger van opperbevelhebber Erich von Falkenhayn. De gevolgen waren rampzalig. Hindenburg voer blind op Ludendorff, die een bijzonder agressieve strategie van totale oorlog en ambitieuze annexatieplannen had bedacht. Elke mogelijkheid tot een compromisvrede werd daarmee overboord gegooid.
Elke mogelijkheid tot een compromisvrede was daarmee overboord gegooid
De intensivering van de oorlogvoering betekende dat de legerleiding een grotere grip op economie en samenleving kreeg. Na het ontslag van rijkskanselier Theobald von Bethmann Hollweg in 1917 was Duitsland feitelijk een militaire dictatuur onder leiding van het tweespan van Tannenberg.
Door in het voorjaar van 1918 een massaal offensief in het westen te ontketenen, hoopten zij de oorlog te kunnen beslissen voordat de Amerikaanse troepen zouden arriveren.
Hoewel al snel bleek dat deze strategie was mislukt, deden ze het naar buiten toe voorkomen alsof de overwinning nabij was.
Schuimbekkend van woede
Toen de nederlaag eind september 1918 definitief onafwendbaar was, stortte Ludendorff letterlijk in: schuimbekkend van woede kroop hij over de vloer van zijn kamer. Hindenburg daarentegen stelde alles in het werk om zijn eigen imago te beschermen. Zo mocht de nieuwe parlementaire regering onder leiding van Max von Baden de boodschap overbrengen dat Duitsland om een wapenstilstand had verzocht.
Toen de geallieerden vervolgens harde eisen stelden aan de Duitse regering, riepen Hindenburg en Ludendorff de Duitse soldaten op om alsnog verder te vechten. Deze insubordinatie kon de nieuwe Duitse regering niet accepteren, maar wederom wist Hindenburg zijn straatje schoon te vegen door te doen voorkomen alsof alleen Ludendorff deze oproep had gedaan.
Ludendorff werd daarop ontslagen, terwijl Hindenburg aanbleef in de rol van de rechtschapen kapitein die weigerde om het door anderen tot zinken gebrachte schip te verlaten. De catastrofale nederlaag bleef hem daardoor nauwelijks aankleven: na de oorlog bleef de oude generaal onverminderd populair.
Hitler rijkskanselier
In 1925 besloot de inmiddels 77-jarige Hindenburg zich, op aandringen van rechts-nationalisten, kandidaat te stellen voor het presidentschap van de Republiek van Weimar. Door zijn heldendaden in Tannenberg te benadrukken, wist Hindenburg zijn tegenkandidaten te verslaan. Hoewel hij zijn minachting voor de democratische republiek nauwelijks verhulde, hield hij zich in de eerste jaren redelijk koest.
Het taaie regeerwerk liet hij zo veel mogelijk over aan de talentvolle Gustav Stresemann. Deze overleed onverwachts in oktober 1929, enkele weken voor de beurskrach op Wall Street. De zware economische crisis die daarvan het gevolg was, leidde tot de komeetachtige opkomst van Hitlers NSDAP.
De hoogbejaarde Hindenburg zou de grip op de werkelijkheid hebben verloren
Over de rol die Hindenburg in de daaropvolgende jaren heeft gespeeld, is bijzonder veel geschreven. De hoogbejaarde Hindenburg zou de grip op de werkelijkheid hebben verloren. Hij zou, zoals minister van Propaganda Joseph Goebbels in 1931 het formuleerde, ‘een grijsaard met aderverkalking’ zijn en ‘volledig apathisch in binnenlandse aangelegenheden’.
De uiteindelijke benoeming van Hitler tot rijkskanselier op 30 januari 1933 zou dan ook vooral te danken zijn aan de adviezen van Franz von Papen en zoon Oskar von Hindenburg.
Ook deze mythe wordt in de doorwrochte biografie van Wolfram Pyta met tal van bewijzen doorgeprikt. Er zijn weinig aanwijzingen dat de rijkspresident niet meer precies wist waar hij mee bezig was. Hoewel geen fan van Hitler, heeft hij uiteindelijk zelf het besluit genomen om Hitler te benoemen in de hoop dat deze zich uiteindelijk wel zou voegen.
Wederom nam Hindenburg daarmee een rampzalige beslissing, die hem nadien minder is aangerekend dan eigenlijk had gemoeten. Nog steeds heten in Duitsland straten en pleinen naar Hindenburg, die op 2 augustus 1934 na een kort ziekbed overleed.
Koen Vossen is historicus, publicist en docent politicologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Meer weten
Hindenburg. Herrschaft zwischen Hohenzollern und Hitler (2007) van Wolfram Pyta geldt als het standaardwerk.
Hindenburg. Icon of German Militarism (2005) van Denis E. Showalter en William J. Astore.
Een kleine geschiedenis van de Grote Oorlog 1914-1918 (2009) van Koen Koch beschrijft de Slag bij Tannenberg en de rol van Hindenburg.
Dit artikel is exclusief voor abonnees