In elk nummer vraagt Alies Pegtel een historicus naar zijn of haar historische sensatie. Naar het moment waarop, zoals Johan Huizinga het formuleerde, heden en verleden lijken samen te vallen. Een gevoel dat vaak onverwacht wordt opgewekt door een document, voorwerp, geluid, geur, locatie of inzicht. Deze maand Frank Krake. ‘Mijn handen trilden van emotie toen ik de radioberichten van het verzet vond.’
Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?
‘Bij de ontdekking van documenten waarvan ik niet eens wist dat ze bestonden, heb ik die dikwijls ervaren. Als je zoekt naar een speld in een hooiberg brengt dat altijd spanning met zich mee. Als je die speld dan daadwerkelijk vindt, is dat sensationeel. De eerste reactie gaat als een scheut van euforische blijdschap door je lichaam.’
Meer interviews met historici lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De historische sensatie geeft u een juichend gevoel?
‘Gevolgd door verwondering en verbazing. Ik onderzoek de Tweede Wereldoorlog, en het is verbazingwekkend dat er nog altijd onbekende stukken uit die periode opduiken. Tegelijkertijd besef ik dat het niet gepast is om het van de daken te schreeuwen – wat ik eigenlijk wel wil. Maar mijn vondsten stemmen feitelijk vaak droevig, ze betreffen soms oorlogsslachtoffers.’
Kunt een voorbeeld geven van een juichend gevoel?
‘Er zijn meerdere momenten geweest waarop ik een gat in de lucht sprong. Bijvoorbeeld tijdens mijn onderzoek voor De grootste bankoverval aller tijden, die in 1944 werd gepleegd in Almelo door een Twentse verzetsgroep. Zo vond ik het originele document waaruit blijkt dat Winston Churchill persoonlijk op de hoogte is gesteld van het welslagen van deze spraakmakende verzetsactie. Het document bevond zich in de National Archives in College Park. En ik vond de transcripties van de radioberichten die het verzet naar Londen had gestuurd om toestemming voor de bankoverval te vragen. Bij het NIOD kreeg ik ze onder ogen. Mijn handen trilden van emotie.’
Hoe kwam u erbij om deze Twentse verzetsactie te onderzoeken?
‘Door mijn vader; hij vertelde me er vaak vol trots over. In Almelo was de grootste bankoverval ter wereld gepleegd. Niet in Londen of Parijs, maar in Almelo, of all places, de stad waar ik geboren ben. Mijn vader woonde niet ver van het bankgebouw en was in het laatste oorlogsjaar acht jaar. De overval had diepe indruk op hem gemaakt, mede door het exorbitante bedrag dat de verzetsmannen hadden buitgemaakt uit dit Twentse filiaal van De Nederlandsche Bank: 46 miljoen gulden, naar huidige waarde maar liefst 300 miljoen euro.
Na een eerste rondje langs lokale musea en heemkundeverenigingen was ik definitief gegrepen. Na meer dan zeventig interviews met kinderen van de bankovervallers van weleer en zelfs met nog twee ooggetuigen, en na talrijke archiefbezoeken, had ik het verhaal na vijf jaar nagenoeg compleet.’
Nagenoeg?
‘Nou, mijn grootste historische euforie moest nog komen. Toen op 1 januari 2021 de archieven van de DNB na 75 jaar geheimhouding eindelijk geopend werden, werd mijn vermoeden bewaarheid. NSB’er Meinoud Rost van Tonningen had als DNB-president zelf bevolen al die miljoenen naar Almelo te vervoeren. Uit eigenbelang, als onderdeel van zijn vluchtplan. Uit de notulen van een vergadering uit 1944 blijkt dat hij zijn dubbelhartigheid verbloemde door een miljoen gulden uit te loven voor de tip die zou leiden tot opsporing van de daders.’
Hiermee was het verhaal niet rond?
‘Nee, want verzetsstrijder Gerhard Nijland, de boerenzoon die de buit van 46 miljoen in zijn hooiberg had verborgen, leek via de beruchte Nacht und Nebel-methode in het niets te zijn opgelost. Na jaren tevergeefs zoeken kon zijn vader de pijn van zijn verdwenen stamhouder niet langer verdragen. Hij stapte in 1948 uit het leven.
De gedachte aan hoe het Gerhard was vergaan liet ook mij niet meer los. Door zijn gangen na te gaan ontdekte ik dat hij naar werkkamp Ahlem bij Hannover is getransporteerd. Ik besloot een afzonderlijk boek te schrijven over Gerhard en de brute SS-kampcommandant die hij in Ahlem tegenkwam. Die commandant bleek de voormalige aanvoerder en ster van het Duitse nationale voetbalelftal te zijn.’
Dat boek, De verzetsman en de voetbalheld, is net verschenen. Geeft u daarin ook uitsluitsel over Gerhards lotgevallen?
‘Jazeker. Door stukken uit het stadsarchief van Hannover te combineren met documenten uit het gemeentearchief van Hellendoorn weet ik hoe het met hem is afgelopen. Wederom een historische sensatie. Ik heb het verhaal gepresenteerd aan zijn familie. Een moment om nooit te vergeten. Zij kunnen nu weer een graf bezoeken en Gerhard de laatste eer bewijzen.’
Frank Krake
(1968) studeerde marketing strategy aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij debuteerde in 2013 met de autobiografie Rampondernemer. De bestseller De laatste getuige (2018), over Wim Aloserij, die drie concentratiekampen en een grote scheepsramp overleefde, werd in tien talen vertaald. De grootste bankoverval aller tijden, over een groep Twentse verzetsvrienden, kwam uit in 2022. Onlangs is het vervolg verschenen, De verzetsman en de voetbalheld.