Home Dossiers Het verzet Onderzoeker ontrafelt codebericht uit Oranjehotel

Onderzoeker ontrafelt codebericht uit Oranjehotel

  • Gepubliceerd op: 1 mei 2023
  • Laatste update 08 mei 2023
  • Auteur:
    Florentijn van Kampen
  • 10 minuten leestijd
Het cellencomplex van het Oranjehotel in 1946.
Cover van
Dossier Het verzet Bekijk dossier

In 2018 wordt in het archief van de Nederlandse verzetsman Frits van der Schrieck een codebericht aangetroffen. Hij schreef het in 1942 tijdens zijn eenzame opsluiting door de Duitse bezetter in de Polizeigefängnis van het huis van bewaring in Scheveningen, beter bekend als het Oranjehotel. Het is een mysterieus stukje papier, aan beide zijden zorgvuldig volgeschreven met getallen en leestekens. Een verzetsplan, een noodkreet, of geheime informatie over de vijand? Florentijn van Kampen, onderzoeker bij de iHub op de Radboud Universiteit, heeft het codebericht ontrafeld en onthult hier zijn verborgen boodschap.

Frits van der Schrieck werd geboren op 16 april 1917 in Den Haag. Toen hij in 1937 eindexamen deed, besloot hij rechten te gaan studeren in Leiden en zich aan te sluiten bij het Leids Studentencorps Minerva. Hij maakte daar deel uit van een groep jaarclubvrienden die zich ‘De Musketiers’ noemden. Erik Hazelhoff Roelfzema, de latere Soldaat van Oranje, was lid van het eerste uur.

Meer lezen over de Tweede Wereldoorlog? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Tijdens de oorlog raakte Frits betrokken bij het verzetswerk. Hij ondersteunde geheim agenten bij hun werk in Nederland, hielp mensen die wilden vluchten en probeerde de Duitsers tegen te werken door sabotage. Vanaf 1941 raakte Frits betrokken bij het Englandspiel, een operatie van de Duitse contraspionagedienst. Vanwege zijn verzetswerk werd hij gearresteerd en vastgezet in het Oranjehotel in Scheveningen. Daar verbleef hij van juni tot en met december 1942 in eenzame opsluiting. En daar schreef hij het codebericht.

De website van Nationaal Monument Oranjehotel vermeldt het volgende over het codebericht:

Frits zat bijna een half jaar helemaal alleen in cel 586: in ‘Einzelhaft’ (eenzame opsluiting). Hij mocht geen brieven schrijven. Wel smokkelde Frits een codebericht aan zijn ouders naar buiten. Dit codebericht is bewaard gebleven, maar wat hij op deze manier aan zijn ouders probeerde te vertellen is tot de dag van vandaag niet achterhaald…

Grondwetten

Welke methode heeft Frits gebruikt om een leesbare boodschap om te zetten in een verzameling getallen? Het moet een systeem zijn geweest dat met niet veel meer dan pen en papier in een cel kon worden uitgevoerd: een zogenoemd handcijfer. De Tweede Wereldoorlog kent beroemde voorbeelden van handcijfers, zoals de Groep 2000 code van verzetsvrouw Jacoba van Tongeren. Dankzij deze code hoefden de circa 150 leden van haar verzetsgroep elkaars echte naam en adres niet te kennen. In plaats daarvan gebruikten ze cijfercodes om elkaar aan te duiden. Hierdoor hebben vrijwel alle leden van Groep 2000 de oorlog overleefd.

‘In plaats van namen gebruikten verzetsmensen cijfercodes om elkaar aan te duiden’

Wat opvalt aan het codebericht van Frits, is een wat groter geschreven notitie aan de achterkant: ‘z.o.z. nakijken in van Hasselts verzameling van Staatsregelingen en Grondwetten’. Het is een verwijzing naar een juridisch standaardwerk uit die tijd: het boek Nederlandsche Staatsregelingen en Grondwetten door W.J.C. Van Hasselt. Het boek is een bundeling van de verschillende staatsregelingen en grondwetten van Nederland vanaf de Bataafse Republiek in 1798.

De verwijzing naar een boek is belangrijk op een codebericht. Als de zender en ontvanger van een bericht een gemeenschappelijk boek hebben afgesproken, kunnen zij dat boek gebruiken om een bericht te coderen door te verwijzen naar letters in het boek. Stel dat op bladzijde 23 de vijfde letter een F is, dan kan de F dus worden gecodeerd als 23,5: een boekcijfer. Dat maakt het vermelden van het boek op het codebericht wel enigszins dubbel: het suggereert een boekcijfer, maar welke codemaker schrijft nu de titel van het boek dat geheim moet blijven prominent op de boodschap?

Wie de code in meer detail bekijkt, ziet naast de getallen ook afkortingen: ‘Str98’, ‘Str05’ en ‘Const06’. Een blik op de inhoudsopgave van het boek van Van Hasselt levert vrijwel direct een volgende aanwijzing op: ‘Str98’ betekent Staatsregeling 1798, ‘Str05’ Staatsregeling 1805 en ‘Const06’ staat voor de Constitutie uit 1806. De getallen in de code zouden wel eens direct verband kunnen houden met de wetten in het boek. Deze wetten bestaan immers uit artikelen die allemaal genummerd zijn; een ideale manier om door middel van getallen naar zinnen en woorden te verwijzen.

Ingenieus systeem

De puzzelstukken van het boekcijfer vallen langzaam op hun plek. Maar om het systeem compleet te maken moet voor élk getal duidelijk zijn welk artikel van welke wet wordt bedoeld. Een nadere inspectie van de voorkant van het bericht leidt naar een rijtje getallen bovenaan het blaadje dat duidelijk uit de toon valt: ‘4, 5, 0, 8, 84, 7, 17, 22, 3(8?)’. Die getallen blijken aan te sluiten op de jaren waarin de Nederlandse grondwet is herzien: 1814, 1815, 1840, 1848, 1887, 1917, 1922 en 1938.

Het getal 84 lijkt roet in het eten te gooien, maar getuigt juist van de volledigheid en grondigheid waarmee Frits te werk is gegaan. In 1884 is er een beperkte, en bij weinig mensen bekende, grondwetsherziening doorgevoerd.

Soms geeft een afkorting expliciet aan waar een artikel gevonden kan worden: ‘247Str98’ verwijst naar Staatsregeling 1798, artikel 247. Soms wordt door middel van een jaartal en een dubbele punt aangegeven dat een hele reeks artikelen bij één bepaalde wet thuishoren: ‘1815: 161,164,165’ verwijst dan naar artikelen 161,164 en 165 uit de grondwet van 1815. Tot slot kan er sprake zijn van een verkorte verwijzing: ‘53,4’ is dan een verwijzing naar artikel 53 uit de grondwet van 1814. Als een getal zonder verdere context werd genoemd, was het een verwijzing naar een artikel uit de grondwet van 1938, die van kracht was op het moment dat Frits gevangenzat.

Het bericht heeft nóg een wonderlijke eigenschap waarvan niet meteen duidelijk is wat die betekent. Het is opgedeeld in stukjes van wisselende lengte die beginnen met een getal, gevolgd door een verticale streep. Die getallen beginnen aan de voorkant met 7 en lopen, met een paar onderbrekingen, door tot en met 110 aan het einde.

Het systeem lijkt daarmee doorgrond. Frits gebruikte een boekcijfer met een ingenieus systeem om nauwkeurig te verwijzen naar artikelen in een verzameling wetten. Zijn bericht heeft zelfs een duidelijke structuur met een soort ‘blokken’, wat deze indruk alleen maar lijkt te versterken. Maar de laatste stap is verre van evident: hoe moeten deze verwijzingen naar artikelen iets betekenen? Wordt er verwezen naar woorden? Letters? Kortom: wat staat er eigenlijk in het bericht?

Verrassende oplossing

Met speciaal voor dit project gemaakte computerprogramma’s probeer ik vrijwel alle manieren uit om met het gedigitaliseerde boek van Van Hasselt een leesbare tekst te maken van het codebericht. Maar de analyse loopt vast. Totdat een tweede boek van belang blijkt te zijn.

Uit de biografie van Frits valt op te maken dat hij maar één boek in zijn cel had.  Zijn vader had hem meerdere boeken gestuurd, maar het enige boek dat in zijn cel aankwam, was Handboek van het Nederlandsche Staatsrecht door C.W. van der Pot. Om de tijd door te komen, besloot Frits om van dit handboek staatsrecht een samenvatting te maken.

‘Is het misschien een verzetsplan, een noodkreet of geheime informatie van de vijand?’

Van der Pot beschrijft hoe de staat Nederland is veranderd en hoe de ontwikkeling van het grondgebied van Nederland en de relatie met overzeese gebieden daarbij een rol speelt. Bij het bestuderen van deze geschiedenis valt een expliciete referentie op aan een van de staatsregelingen en grondwetten van Nederland die in het boek van Van Hasselt staan. Het betreft een wat wonderlijk detail over het aflopend octrooi van de West-Indische Compagnie. Er staat dat ‘krachtens art. 247 Str. 1798 al haar bezittingen met de schulden door de Bataafsche Republiek (worden) overgenomen’.

Even verderop wordt nader ingegaan op de gebieden waar een grondwet gelding heeft. Hier volgen de volgende twee expliciete verwijzing naar artikelen uit een grondwet: ‘Opmerkelijk is ook, dat, terwijl art. 53 Grw. 1814 spreekt van “het tegenwoordige grondgebied der Vereenigde Nederlanden in Europa’”, (…) in de omschrijving van den staat in art. 1 Grw. 1815 hiervan niets is terug te vinden’.

Nu valt er iets belangrijks op: 247 en 53 zijn de eerste getallen uit het codebericht van Frits, dat begint met: ‘7|247Str98,53_4,1_5’.

Het codebericht bevat dus verwijzingen naar staatsregelingen en grondwetten uit het boek van Van der Pot! Een verwijzing naar artikel 247 uit de staatsregeling van 1798, eentje naar artikel 53 uit de grondwet van 1814 en tenslotte een verwijzing naar artikel 1 uit de grondwet van 1815. En als klap op de vuurpijl zijn deze zinnen onderdeel van paragraaf 7 van het boek van Van der Pot. En 7 is uitgerekend het getal waarmee het codebericht begint.

Het cellencomplex van het Oranjehotel in 1946.
Het cellencomplex van het Oranjehotel in 1946. Foto: ANP/Spaarnestad

Om volledige zekerheid te krijgen, kijk ik in het boek van Van der Pot naar Paragraaf 72:‘De Vrijheid van politieke overtuiging’. De eerste drie referenties aan grondwetten of staatsregelingen in deze paragraaf zijn in volgorde: vrijheid van drukpers in artikel 7 grondwet, het beginsel van vrijheid uit artikel 16 grondrechten uit de Staatsregeling 1798, en artikel 227 van de grondwet uit 1815. Het begin van regel 72 uit het codebericht van Frits luidt: ‘72|7,16 grondr Str98_227,5’.   Ook hier klopt het systeem en blijkt alles op elkaar te passen.

De puzzel is opgelost: de codes zijn verwijzingen. Het gaat om persoonlijke aantekeningen van Frits tijdens het maken van zijn samenvatting van het boek van Van der Pot.  Frits nam geen genoegen met de citaten en verwijzingen uit het boek en wilde in de toekomst alle artikelen zelf in de originele staatsregeling of grondwet bestuderen. Daarom heeft hij van het hele boek van Van der Pot, van paragraaf 7 tot en met 110, de referenties aan staatsregelingen en grondwetten bijgehouden.

Monnikenwerk als afleiding

Het dagboek van Frits’ vader beschrijft het zware verblijf van zijn zoon in het Oranjehotel. Hij beschrijft hoe Frits ‘lichamelijk achteruit was gegaan doch geestelijk was gestegen’ en dat na twee zware weken ‘(Frits) het boek van professor van der Pot (…) had doorgewerkt’. Blijkbaar heeft het bestuderen van dat ene boek dat hij in zijn cel mocht hebben hem enige vorm van afleiding verschaft.

Het resultaat van zijn monnikenwerk is bewaard gebleven en later als mogelijk codebericht gezien. De verwijzing naar het boek van Van Hasselt is geen hint naar een geheim boek, maar moet men dus letterlijk nemen. Precies zoals het op de achterkant van het bericht geschreven staat, wil Frits deze artikelen zodra hij de kans krijgt ‘nakijken in van Hasselts verzameling van Staatsregelingen en Grondwetten’.

‘Het bestuderen van dat ene boek in zijn cel verschafte Frits de nodige afleiding’

Op het eerste gezicht is die uitkomst minder spannend dan een ontcijferde code, maar het levert wel een bescheiden, menselijk inkijkje in de gevangenschap in het Oranjehotel. Een plek waarin eenzaamheid, verveling en onzekerheid het hoofdbestanddeel vormden. Het laat ook zien dat de historische context waarin een bericht aan ons verschijnt, allesbepalend is voor de duiding ervan. Een mysterieus papiertje vol geschreven getallen, dat plotseling opduikt in het archief van een verzetsheld en dat is geschreven vanuit een Duitse gevangenis, moet wel een geheime boodschap bevatten. Maar dat is wensdenken en zegt vooral iets over ons verlangen om een verborgen boodschap van een held te kunnen lezen.

Het is goed om te weten dat Frits van der Schrieck de oorlog overleefde, onderscheiden werd met het Kruis van Verdienste en daarna nog een deugdzaam leven heeft gehad. En dat hij, naar we mogen aannemen, over een gedetailleerde kennis van Nederlandse Staatsregelingen en Grondwetten heeft beschikt.

Meer weten:

  • Het Oranjehotel, Een Duitse Gevangenis in Scheveningen (2019) van Bas von Benda-Beckman.
  • Verzameling van Nederlandsche Staatsregelingen en Grondwetten (1938) van W.J.C. van Hasselt.
  • Handboek van het Nederlandsche Staatsrecht (1946) van C.W. van der Zwolle.
  • De Onzichtbare Musketier, Achter de schermen van Soldaat van Oranje (2018) van Frits van der Schrieck.

Websites

 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.