In de Vroege IJzertijd vestigde een zeevolk zich op de huidige Gazastrook: de Filistijnen. Daar botsten ze met de Israëlieten uit het oosten. Voor hun huidige claims op het gebied grijpen zowel de Joden als de Palestijnen terug op deze vroege geschiedenis, vertelt hoogleraar Jürgen Zangenberg.
Wie waren de eerste bewoners van Gaza?
‘Er is geen archeologische site die we met zekerheid kunnen aanwijzen als de historische stad Gaza. Er zijn in de huidige Gazastrook wel een aantal nederzettingen gevonden die in aanmerking komen als woonplaatsen. De naam Gaza komt al voor in Egyptische teksten uit de Bronstijd, maar de precieze locatie kan door de eeuwen heen veranderd zijn.
Meer historische context bij het nieuws van nu? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Wat we wel zeker weten, is dat het om een kuststad ging. In de Gazastrook zijn resten van huizen gevonden uit het vierde millennium voor Christus. En uit 1500 v. Chr. zijn elitehuizen op ruïneheuvels opgegraven, zogenoemde tels. Die verraden dat de regio intensief bewoond werd. In de Bijbelse bronnen worden deze vroege bewoners Kanaänieten genoemd.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Was het een welvarende regio?
‘Zeker, want kuststeden als Gaza profiteerden van de handel met Egypte. De Egyptische invloed loopt als een rode draad door de geschiedenis van het gebied. De zeehandel via Gaza was erg belangrijk voor de Egyptenaren, onder andere vanwege kostbaar cederhout uit Libanon. Sommige historici denken zelfs dat bepaalde nederzettingen in de huidige Gazastrook Egyptische garnizoenen waren, waar ambtenaren en soldaten het rijk tegen noordelijke concurrenten verdedigden.
Rond de twaalfde eeuw voor Christus kreeg het gebied te maken met migratie: een invasie van wat de Egyptenaren “zeevolken” noemden. De Egyptenaren wisten die invasie redelijk af te slaan, waardoor de immigranten zich – in plaats van aan de Nijldelta – aan de grenzen van het Egyptische Rijk begonnen te vestigen. Een van die volkeren waren de Filistijnen.
Onder de Filistijnen werd Gaza een multiculturele stad
Dit zeevolk bracht nieuwe technologieën met zich mee, vooral op het gebied van aardewerkvormen en ijzerbewerking. De immigranten waren superieur aan de culturen uit de Bronstijd, want voor wapens was ijzer veel geschikter dan brons. De Filistijnen vestigden zich in vijf steden die ook in de Bijbel genoemd worden: Gaza, Ashkelon, Ashdot, Ekron en Gat. Gaza was daarvan waarschijnlijk de belangrijkste. Maar de oorspronkelijke bevolking was niet verdwenen: de groepen vermengden met elkaar. Onder de Filistijnen ontstond er een soort hybride cultuur: door het contact met de rest van de mediterrane wereld werd Gaza een multiculturele stad.’

De Filistijnen worden vaak genoemd in de Bijbel. Hoe betrouwbaar zijn die teksten?
‘De Bijbelse teksten zijn latere reflecties op een vroegere situatie, bedoeld om de eigen identiteit vorm te geven. Maar ze bevatten wel historische informatie. Zo lezen we in de Bijbel bijvoorbeeld dat de Filistijnen wilden uitbreiden naar het achterland. Waarschijnlijk wilden ze naar het oosten trekken, omdat daar betere landbouwgrond lag. Maar daar botsten de Filistijnen met de vroege Israëlieten, die vanuit het bergland richting de kust uitbreidden om zich in hetzelfde heuvelland te vestigen.
Een van de beroemdste Bijbelverhalen over deze conflicten is dat van David en Goliath. David en andere herders moesten het opnemen tegen een oorlogsmachine die oprukte vanaf de kust, met Goliath als een soort tank. De reus stond symbool voor de superieure wapentechnologie van de Filistijnen.
Goliath stond symbool voor de superieure wapentechnologie van de Filistijnen
De beschrijving van de Filistijnen in de Bijbel is vergelijkbaar met hoe de Grieken hun helden omschreven: zwaarbewapend met schilden, helmen, pantsers en lange lansen. Daartegenover stond de kleine, knappe David met slechts een slinger en een steen. De kern van het verhaal is dat David de Filistijnen alleen kon verslaan dankzij de hulp van God. De Bijbeltekst moest aantonen dat de Filistijnen niet in dit land thuishoorden.’

Wisten de Israëlieten Gaza uiteindelijk te veroveren?
‘Gaza bleef lang buiten hun bereik, als multiculturele kuststad was het te groot, te succesvol en te machtig. In de achtste eeuw kwamen eerst de Assyriërs langs, daarna de Babyloniers en in de vierde eeuw voor Christus veroverde Alexander de Grote de stad. Gaza was een van de weinige steden die echt militair verzet tegen hem boden, maar dat mocht niet baten. Gaza werd zo een belangrijk onderdeel van het handelsnetwerk in het oosterse Mediterraanse Zeegebied.

Pas rond 100 v. Chr. lukte het de Judeeërs om Gaza te veroveren. De stad was op dat moment ontzettend belangrijk, omdat Gaza het eindpunt was geworden van de Wierrookroute: een handelsroute die vanuit Zuid-Arabië door het zuiden van Jordanië en de Negev-woestijn naar de kust liep. Wierook was een van de meest gevraagde grondstoffen van de antieke wereld, omdat het gebruikt werd voor offers.
Toen het gebied in 63 v. Chr. werd ingelijfd door het Romeinse Rijk, gebruikten de Romeinen het woord Iudaea voor de provincie. Maar na de Tweede Joodse Opstand in 132 verdween die naam. Keizer Hadrianus had grote moeite om de opstand onder controle te krijgen en besloot de provincie daarna Palestina te noemen.’
Palestijnen en Filistijnen worden nog steeds wel eens door elkaar gehaald.
‘Dat die woorden op elkaar lijken, is dus geen toeval. Ze komen beide van het semitische woord pelestim. Het zou kunnen dat de Romeinen de naam Palestina bewust kozen als beledigende verwijzing naar de Filistijnen, want ze wilden niets meer horen van de Judeeërs. Toen de Arabieren het gebied in de zevende eeuw veroverden, namen ze ook de Latijnse naam over: Filastin. De mensen die daar woonden heetten voortaan Palestijnen.’

Grijpen Joden en Palestijnen nog steeds terug naar deze oude geschiedenis?
‘Het speelt absoluut een rol in het huidige debat. Joden identificeren zich als de opvolgers van de Israëlieten; zij zouden het historische recht hebben om dit hun Heimat te noemen. Maar ook de Palestijnen willen met dit verleden laten zien dat niet alleen de Israëliërs recht hebben op dit gebied, maar dat hun recht op dit gebied net zo oud en legitiem is.’
In hoeverre is het nog mogelijk om archeologisch onderzoek te doen in Gaza?
‘Vanwege de dichte bevolking en vooral de politieke ontwikkelingen was het altijd moeilijk om in Gaza op te graven. Veel van onze informatie komt uit de tijd voor de stichting van de staat Israël. Egyptische archeologen hebben er voor de Zesdaagse Oorlog nog een groot mozaïek gevonden van een oude synagoge uit de vijfde en zesde eeuw na Christus, dat zich nu in het Israel Museum bevindt. Op het mozaïek zien we David met een lier op zijn troon zitten, omringd door allerlei beesten. Het doet denken aan de Hellenistische Orpheus-mythe, een mooi voorbeeld van de verschillende invloeden in Gaza.

Na de jaren zestig werden opgravingen steeds moeilijker en intussen is bijna de hele strook bebouwd. Recent hebben Fransen en Britten verschillende opgravingsprojecten doorgevoerd. Je kunt bijna nergens breed graven, want overal staan – of stonden – huizen. Het werd bovendien steeds lastiger om Gaza binnen te komen. Door de uitermate hoge bevolkingsdruk, de Hamas-regering en de catastrofale verwoestingen door de Israëlische aanval is het archeologisch erfgoed van de Gazastrook dramatisch beschadigd. Ik heb jarenlang in het noorden van Israël gegraven, maar Gaza was off-limits.’
Openingsbeeld: David verslaat Goliath. Zeventiende-eeuws schilderij van Guillaume Courtois.