Home Dossiers Oudheid Bar Kochba: icoon van de zionisten

Bar Kochba: icoon van de zionisten

  • Gepubliceerd op: 23 januari 2024
  • Laatste update 08 feb 2024
  • Auteur:
    Ewout Klei
  • 9 minuten leestijd
Standbeeld van Bar Kochba door Henryk Glicenstein, 1905.
Cover van
Dossier Oudheid Bekijk dossier

Waarom nu?

Archeologen hebben onlangs in een grot in de woestijn van Judea vier Romeinse zwaarden gevonden. Waarschijnlijk stammen ze uit de tijd van de zogeheten Bar Kochba-opstand, in het jaar 132.

In het jaar 132 leidde Simon bar Kochba een Joodse opstand tegen de Romeinse bezetter. Hij gold als de nieuwe messias, maar faalde. De Romeinen sloegen het verzet genadeloos neer en de Joden wilden niets meer van hem weten. Tot zionisten Bar Kochba herontdekten.

Een populair Hebreeuws kinderliedje, dat alle kinderen op Israëlische scholen leren, gaat over de Joodse rebellenleider Bar Kochba. Hij kwam in de tweede eeuw na Christus in opstand tegen het Romeinse Rijk. Bar Kochba wordt in het liedje gevangengenomen en in een leeuwenkuil gegooid, maar hij weet de leeuw te temmen en ontsnapt op zijn rug. ‘Bar Kochba was een held/ Hij vocht voor de vrijheid,’ luidt het refrein.

Meer lezen over de Oudheid? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Maar Bar Kochba reed nooit echt op de rug van een leeuw. Dat is een verdichting van de Joods-Duitse schrijver Samuel Mayer uit 1840. Het beeld van de onverschrokken geweldenaar uit het kinderliedje past bij de verering die Bar Kochba ten deel valt in bepaalde Joodse kringen in Israël en de diaspora. Hij zou een zionist avant la lettre zijn, die een Joodse natiestaat wilde vestigen. Bar Kochba staat symbool voor de sterke Jood, die niet langer slachtoffer wil zijn van discriminatie en vervolging. Een voorbeeld om na te volgen.

Maar wie was de historische Bar Kochba? En hoe verliep zijn opstand tegen het Romeinse gezag? Het probleem is dat er weinig bronnen over zijn. De belangrijkste bron is de Romeinse geschiedschrijver Lucius Cassius Dio, die een kleine eeuw later een samenvatting over de opstand schreef in zijn Historia Romana. En verder zijn er enkele regels bewaard gebleven van kerkhistoricus Eusebius en kerkvader Hiëronymus. De Joodse bronnen zijn niet historisch, maar eerder legendarisch. Zo zou Bar Kochba met zijn voet een projectiel van een Romeinse katapult hebben teruggeschopt. Hij was een gibbor, ‘een sterke’. Dat is in lijn met christelijke bronnen die Bar Kochba omschrijven als een tiran, omdat hij van hen eiste dat ze hem als messias erkenden.

Verzet van de Makkabeeën. Geschilderd  door Jean Fouquet, circa 1470.
Verzet van de Makkabeeën. Geschilderd door Jean Fouquet, circa 1470.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Fanatieke rebellen

Bar Kochba’s echte naam was Simon ben Kosiba en hij werd vermoedelijk tussen 90 en 95 n.Chr. geboren in de provincie Judea. De Romeinen waren toen al twee eeuwen de baas in het huidige Israël en Palestina. Hoewel de Romeinse overheersers het Joodse geloof in principe respecteerden, waren de verhoudingen tussen het plaatselijke bestuur en de onderdanen vaak gespannen. De elite in Jeruzalem werkte met de Romeinen samen omdat dit financiële en politieke voordelen opleverde, maar onder het gewone volk was er veel achterdocht. Sommige Joden sloten zich aan bij de zeloten, een groep fanatieke rebellen, terwijl anderen hoopten op de komst van de messias die hen zou bevrijden.

In 66-73 kwamen de Joden in Judea voor het eerst in opstand. De rebellie mislukte jammerlijk, wat mede te wijten was aan de onderlinge verdeeldheid. De Romeinen verwoestten Jeruzalem en de tempel. Na hun overwinning bleef het onrustig in de provincie. Daarom stuurden ze hun tiende legioen als permanent bezettingsleger naar het gebied.

De Romeinen verwoestten Jeruzalem en de tempel

In het jaar 132 was er weer verzet. Deze keer schaarden de Joodse rebellen zich wel achter één leider: Simon ben Kosiba oftewel ‘Bar Kochba’. Deze erenaam, die ‘Zoon van de ster’ betekent, kreeg hij van de charismatische rabbijn Akiva, die in hem de langverwachte Messias zag die het Joodse volk zou verlossen. De rabbijn verwees hierbij naar een profetie uit Numeri 24:17: ‘Een ster komt op uit Jakob, een scepter uit Israël.’

De exacte reden waarom de Joden weer in opstand kwamen, is onbekend. Waren ze boos omdat de Romeinse keizer Hadrianus Joden wilde verbieden uit de Thora te onderwijzen? Of omdat hij de Joodse besnijdenis in de ban wilde doen, zoals de rabbijnse literatuur beweert? Of vanwege zijn plan Jeruzalem te herbouwen als een Romeinse stad, genaamd Aelia Capitolina?

De eerste Joodse opstand

Van de eerste opstand tegen de Romeinen (66-73 n.Chr.) is uitgebreid verslag gedaan door Flavius Josephus. Deze Joodse geschiedschrijver was overgelopen naar de Romeinen en beschouwde de opstandelingen als dappere dwazen, omdat het resultaat van hun verzet de verwoesting van Jeruzalem en de tempel was. In 66 stuurde keizer Nero legerleider Vespasianus naar Judea om het gebied te pacificeren. Maar na de zelfmoord van Nero trok Vespasianus naar Rome om zelf keizer te worden. Zijn zoon Titus, de latere keizer, maakte het karwei af. Hij veroverde Jeruzalem, stak de tempel in brand en veroverde drie jaar later het fort Massada.

De vernietiging van de tempels van Jeruzalem door  keizer Titus. Schilderij door Nicolas Poussin, circa 1638.
De vernietiging van de tempels van Jeruzalem door keizer Titus. Schilderij door Nicolas Poussin, circa 1638.

Wellicht heeft Bar Kochba zich laten inspireren door een andere historische opstand. Namelijk die van de Makkabeeën, Joodse priesters, in 168-160 v.Chr tegen het Macedonische Seleucidenrijk in Syrië. Deze opstand laaide op doordat koning Antiochus IV de Griekse cultuur promootte en de Joodse tempel had ontheiligd. Drie eeuwen later leek Hadrianus, met zijn plan om een Romeinse stad te bouwen op de as van Jeruzalem, een nieuwe Antiochus IV. Bar Kochba noemde zichzelf nasi (prins of vorst), net als de Makkabeeën. En net als zij riep hij op tot een heilige oorlog. Volgens rabbijn Akiva moest elke Jood deelnemen aan de strijd van Bar Kochba. Iedereen moest zich scharen achter de Joodse messias.

Bar Kochba en zijn mederebellen hadden de opstand zorgvuldig voorbereid. In de jaren 130-132, toen Hadrianus de oostelijke provincies van zijn rijk bezocht, hielden de rebellen zich nog koest. Ze bouwden geheime bases in de rotsen van Judea van waaruit ze de Romeinse legioenen konden overvallen. Ze wonnen zo veel mogelijk informatie in over het bezettingsleger. Ook trainden ze hun mannen in de kunst van oorlogsvoering, want tegen de goed bewapende legionairs moesten de opstandelingen het hebben van snelheid en wendbaarheid. Om het bezettingsleger te saboteren, leverden Joodse smeden wapens van slechte kwaliteit aan de Romeinen.

Volgens rabbijn Akiva moest iedereen zich scharen achter de Joodse messias

Ergens in de lente of zomer van het jaar 132 besloot Bar Kochba in actie te komen. De Romeinen wierpen 50.000 soldaten in de strijd, toch leed het tiende legioen zware verliezen. En mogelijk hebben de opstandelingen het 22ste legioen – dat ook werd ingeschakeld – zelfs vernietigd, want het verdween na de Bar Kochba-opstand uit de geschiedenis. Ondanks de grote verliezen aan Romeinse kant wisten de opstandelingen Jeruzalem niet te veroveren. De opstandelingen sloegen eigen munten, waarvan er later wel veel zijn terugvonden in Judea, maar niet in Jeruzalem, Galilea, Samaria, Transjordanië en Gaza. Volgens archeologen bewijst dit dat deze gebieden in Romeinse handen bleven.

En het keizerrijk sloeg terug. Hadrianus stuurde zijn beste generaal Julius Severus naar het gebied. Die moest daarvoor helemaal uit Brittannië komen. De veldheer, die ervaring had met oorlogsvoering tegen de barbaren, begon een effectieve contraguerrilla. Hij zorgde ervoor dat de Joodse rebellen geen toegang meer hadden tot voedsel en onderdak, waardoor ze langzaam maar zeker steeds meer terrein verloren. Deze tactiek kostte tijd, maar was wel effectief. Een voor een vielen de forten en versterkingen van de rebellen in Romeinse handen.

Bar Kochba moest zich terugtrekken in de vestingstad Betar. Op de negende van Av, de Joodse vastendag waarop de vernietiging van de tempel werd herdacht, viel de stad. Bar Kochba overleefde de Romeinse aanval niet, maar het is onbekend of hij sneuvelde in strijd of werd geëxecuteerd nadat de Romeinen hem gevangen hadden genomen. Rabbijn Akiva, die al eerder in Romeinse handen was gevallen, trof een pijnlijker lot: hij werd levend gevild. Ondertussen zou hij het Sjema, het Joodse rituele gebed, hebben gereciteerd.

Permanente breuk

Ruim drie jaar hadden de Romeinen erover gedaan om de Bar Kochba-opstand de kop in te drukken. Hun wraak was verschrikkelijk. Ze verwoestten vijftig van de belangrijkste versterkingen van de Joodse rebellen en 985 dorpen, aldus Cassius Dio. Hij schrijft dat er 580.000 Joden werden gedood bij schermutselingen en veldslagen. Nog afgezien van de talloze anderen die waren omgekomen als gevolg van honger, vuur of ziekte. Dit cijfer is wellicht aan de hoge kant, maar het is een feit dat er ontzettend veel Joodse levens verloren waren gegaan.

Jeruzalem werd een Romeinse stad, die alsnog Aelia Capitolina werd genoemd, gewijd aan de Romeinse oppergod Jupiter. Voor Joden was deze stad verboden terrein. Judea was grotendeels ontvolkt. De Joden waren na de mislukte opstand niet langer de grootste bevolkingsgroep. Uit aangrenzende gebieden begonnen de ‘heidenen’ het gebied te bevolken. De Romeinse provincie Judea werd opgeheven. In plaats daarvan kwam de nieuwe provincie Syria Palaestina, waartoe ook Syrië behoorde.

De tweede Joodse opstand

De tweede Joodse opstand is de Kitosoorlog van 115-117 n.Chr., genoemd naar de Romeinse generaal Lusius Quietus. Deze rebellie speelde zich niet af in Judea, maar in andere delen van het keizerrijk: Cyrenaica, Alexandria et Aegyptus en Cyprus. Aanleiding was een opstand in de provincie Mesopotamië, die net door keizer Trajanus was veroverd. Dankzij de opstand moest de keizer zijn tot dan toe zegenrijke veldtocht tegen het Parthische Rijk afbreken. De rebellie, waarbij veel Joden waren betrokken, sloeg over op de andere Romeinse provincies. Honderdduizenden mensen, Joden en niet-Joden, stierven. Trajanus’ opvolger Hadrianus sloeg de opstand neer. Ook gaf hij de Parthen Armenië, Assyrië en Mesopotamië terug.

De opstand leidde ook tot een permanente breuk tussen het christendom en het Jodendom. Bar Kochba eiste van de christenen dat ze zijn kant kozen tegen de Romeinen. De christenen waren een eeuw eerder begonnen als een Joodse sekte en hadden hun eigen messias: Jezus van Nazareth, die zij vereerden als de ‘Zoon van God’. Zij hadden er geen behoefte aan een nieuw Israël te vestigen, maar wilden zich voorbereiden op Jezus’ wederkomst. Ze weigerden mee te vechten en Christus te verloochenen. Daarom vervolgde en vermoordde Bar Kochba hen.

Nu de opstand was mislukt, kreeg het Joodse messianisme een ander, vergeestelijkt karakter. De messias was geen wereldse koning meer die Israël zou verlossen van de bezetter, maar iemand die het Joodse volk op andere manieren zou bevrijden. De Joodse messias was niet langer een krijger-koning zonder vrees, maar een goede leerling die de Thora bestudeerde.

Israelische postzegel met Bar Kochba, 1961.
Israelische postzegel met Bar Kochba, 1961. Beeld: Alamy.

Na de oorlog filosofeerden de rabbijnen over de vraag waarom de opstand uitliep op een totale mislukking. Bar Kochba bleek volgens hen niet de beloofde messias. Ze veranderden zijn naam van ‘Zoon van de ster’ in ‘Zoon van de leugens’. Volgens de rabbijnen hadden de Joden geen nederlaag geleden omdat de Romeinen beter vochten, maar omdat ze waren gestraft door Jahweh. De Romeinen waren het instrument van zijn wraak, omdat ze God hadden verzaakt.

Pas in de negentiende en twintigste eeuw werd Bar Kochba gerehabiliteerd door de opkomst van het zionisme. In 1898 muntte Max Nordau tijdens het Tweede Zionistische Congres de term Muskeljudentum (‘spierballenjodendom’). Het was de Joodse variant op de Duitse Körperkultur. De Poolse beeldhouwer Henryk Glicenstein maakte in 1905 een bronzen beeld van Bar Kochba als gespierde held. In heel Europa werden Joodse sportclubs en zionistische verenigen opgericht die zich naar Bar Kochba vernoemden. Ook in het huidige Israël kom je zijn naam overal tegen. Hoewel de kinderen er op school leren over de successen van de rebellenleider, horen ze niets over zijn nederlaag.

Meer weten

  • Bar Kokhba. The Jew Who Defied Hadrian and Challenged the Might of Rome (2021) door Lindsay Powell, over deze relatief onbekende Joodse (anti-)held.
  • Omzwervingen (1981) door Chaim Potok beschrijft de geschiedenis van het Joodse volk.
  • De geschiedenis van de Joden door Simon Schama is een trilogie. Deel I (tot 1492) verscheen in 2014, deel II (1492-1900) in 2017. Het laatste deel moet nog verschijnen.

Openingsafbeelding: Standbeeld van Bar Kochba door Henryk Glicenstein, 1905.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2024