Historicus en bijbelwetenschapper Bruce Gordon beschrijft hoe de Bijbel het heeft geschopt tot het best gelezen boek uit de wereldgeschiedenis. En hoe het kan dat er vele versies van bestaan.
Voltaire verwachtte in 1776 dat honderd jaar later de Bijbel alleen nog antiquarische belangstelling zou oogsten. Maar het liep anders, zo laat Bruce Gordon zien in een boeiend relaas. Zijn boek is niet alleen interessant voor christenen, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in de westerse cultuurgeschiedenis. Want het gaat ook over de Verlichting en behandelt grote denkers, zoals Baruch Spinoza en Isaac Newton.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Er bestaat geen standaardversie van de Bijbel. Gordon legt uit hoe een verzameling van diverse boeken en brieven een canon werd. En waarom de protestantse canon 66 boeken telt, de katholieke 73 en de Ethiopisch-orthodoxe meer dan 80. Zo is Jubileeën, apocrief volgens de protestanten en katholieken, een van de boeken die wel door de Ethiopisch-Orthodoxe Tewahedo Kerk wordt erkend. Helaas schrijft Gordon niet over het Arabisch kindsheidsevangelie, een voor christenen apocrief bijbelboek dat van invloed is geweest op de Koran (Soera 19, over Maryam).
De vertaling van de Bijbel is niet zonder problemen verlopen, zo laat Gordon zien. De Latijnse Vulgaat was geen perfecte vertaling van de van origine Hebreeuwse en Griekse Bijbel, zoals de Ethiopische en Armeense vertalingen dat evenmin waren.
In de zestiende eeuw bereikte de theologische verwarring een hoogtepunt, nadat Erasmus aantoonde hoe sterk de Vulgaat afweek van het Griekse Nieuwe Testament. Hij triggerde hiermee onbedoeld de Reformatie, die het sola scriptura (‘alleen de Schrift’) centraal stelde. Niet de kerk maar theologen moesten de Bijbel uitleggen, vond Maarten Luther. Nog radicaler waren de wederdopers, die meenden dat leken de Bijbel zelf wel konden uitleggen. Ze verwierpen de kinderdoop, omdat die in de Bijbel niet voorkomt. Hun anti-intellectuele erfgenamen zijn charismatische christenen, die op basis van hun subjectieve lezing van de Bijbel radicale conclusies trekken, onder meer dat je giftige slangen kunt oppakken (Markus 16: 17-18) als je maar hard genoeg gelooft.
In de laatste hoofdstukken vertelt Gordon hoe de Bijbel over de rest van de wereld werd verspreid. Dat bleek een combinatie van geloofsijver, monnikenwerk en westers imperialisme. Toch emancipeerden niet-westerse christenen zich en ontwikkelden een eigen theologie, waarin het accent vaak lag op bevrijding uit slavernij. Voor Voltaire was de Bijbel een dood boek geworden, maar in het mondiale Zuiden denken christenen daar nog steeds anders over.
De Bijbel. Een wereldgeschiedenis
Bruce Gordon
472 p. Prometheus, € 39,99

Openingsbeeld: De Gutenbergbijbel. Foto via Wikimedia Commons/NYC Wanderer (Kevin Eng).