Home Dossiers Renaissance Voor Maarten Luther was oprecht geloof genoeg

Voor Maarten Luther was oprecht geloof genoeg

  • Gepubliceerd op: 27 november 2014
  • Laatste update 23 feb 2023
  • Auteur:
    Luc Panhuysen
  • 15 minuten leestijd
Maarten Luther
Cover van
Dossier Renaissance Bekijk dossier

Maarten Luther bood miljoenen gelovigen een uitweg uit de beklemmende leer van de katholieke kerk. Ze hoefden zich niet langer te laten afpersen door geestelijken uit angst voor het vagevuur. Het was genoeg als ze oprecht geloofden.

Op 2 juli 1505 liep een rechtenstudent in gedachten verzonken naar huis. Diepe gedachten, dus het ontging hem dat de heide in bloei stond en dat zich boven zijn hoofd onheilspellende onweerswolken samentrokken. Plots bulderde het hemelgewelf; vurige slangen kronkelden uit het wolkendek en hapten woedend naar de aarde.

Meer lezen over de Reformatie? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Het natuurgeweld rukte de student uit zijn gepeins en sleurde hem naar zijn diepste angsten. Hij wierp zich op de knieën, vouwde zijn handen en riep door de rollende donder heen tot de schutspatroon voor reizigers in nood: ‘Hilf du, Sankt Anna, ich will ein Mönch werden – als u mij helpt, heilige Anna, zal ik monnik worden.’ De hel op aarde had van de student rechten een gelovige gemaakt die onder stroom stond.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Augustijnen

Deze zomerdag transformeerde het leven van de jonge Maarten Luther en zou twaalf jaar later leiden tot een van de meest ingrijpende veranderingen in de Europese geschiedenis. Maar eerst moest hij thuis zijn vader in Eisleben trotseren, die een heel andere loopbaan voor zijn slimme zoon in petto had. Vader Luther had echter het nakijken. Reeds twee weken later trad Maarten in bij de augustijnen, een orde van bedelmonniken.

Hoewel de vestiging in Erfurt, waar hij zich had aangemeld, bekendstond als streng in de leer, liet de noviet spoedig iedereen in boetvaardigheid achter zich. Hij kon zich niet klein genoeg maken, alsof hij zich elk gebed opnieuw boog onder het daverende geweld van de hemel. Hij vastte zo fanatiek dat zijn medemonniken hem eens bewusteloos op de stenen vloer van zijn bidcel vonden. In 1507 hield hij zijn eerste mis, maar de aanwezigheid van God was zo sterk en afkeurend dat hij in paniek raakte. Stamelend bracht hij zijn maidenspeech tot een einde.

De ‘Pieteraflaat’ beloofde kwijtschelding van alle zonden, zelfs toekomstige

Luther en theologie

Luther was nog ver verwijderd van de kerkhervormer die hij in de periode van de Renaissance zou worden. Maar de omvang van zijn gewetensnood kwam overeen met die van veel van zijn tijdgenoten. Luthers aanleg voor de Vreze Gods – zijn timor dei – zou hem in aanvaring brengen met de rooms-katholieke kerk, waarvan hij als monnik, en na 1508 als student theologie aan de universiteit van Wittenberg, onderdeel was.

Die kerk bestond al anderhalf millennium en was uitgegroeid tot een instituut dat elk facet van het leven, van de doop na de geboorte tot het laatste oliesel aan het doodsbed, in zijn greep had gekregen en dat het bestaan van de nederigste dagloner tot dat van gezalfde koningen en keizers diepgaand beïnvloedde. Had die kerk zich in de eerste eeuwen na Christus als adjudant van God opgesteld, in Luthers tijd was ze zo eerbiedwaardig geworden dat ze als Zijn plaatsvervanger met Zijn heiligheid wedijverde.

Luther was nog ver verwijderd van de kerkhervormer die hij zou worden

Het resultaat was een piramidaal opgebouwde multinational met de paus aan het hoofd, een board of executives van kardinalen daaronder, gevolgd door de bisschoppen en zo verder naar beneden tot in de kleinste parochies aan toe. Die kerkelijke vertegenwoordigers haalden belastingen binnen, voerden rituelen uit, dwongen ontzag voor het hemelse en de wereldlijke autoriteit af, en retourneerden voor elke eenheid troost een dubbele portie schuld en angstigheid.

Aflaten

Dit hele complex bood voor de bewoners bovenin een doorgaans weelderig leven, maar rustte als een verpletterend gewicht op de brede onderste laag van gelovigen. De ‘aflaat’, de katholieke uitvinding waarop Luther als kersverse doctor in de theologie zijn eerste pijlen zou richten, liet bij uitstek zien hoe de kerk zielzorg combineerde met haar zakelijke belangen. Tegen een vergoeding kon de gelovige bij speciale kerkelijke agenten een aflaat kopen, een soort kortingsbon met tijd als rekeneenheid. Op het formulier stond de periode (dagen, maanden, jaren) vermeld die men níét in het vagevuur hoefde door te brengen.

Iedere christen ging ervan uit dat zijn zondelast dermate groot was dat hij na zijn dood eerst een poos in het vagevuur moest doorbrengen voordat Petrus hem zou toelaten tot de pijnloze eeuwigheid van de hemel. Een verstandige gelovige was op zijn toekomst voorbereid en spaarde aflaten, want daarvan had je er nooit te veel.

Tegen een vergoeding kon de gelovige bij speciale kerkelijke agenten een aflaat kopen, een soort kortingsbon met tijd als rekeneenheid.

In Luthers tijd werd een bijzondere aflaat uitgegeven: de ‘Pieteraflaat’, die een kwijtschelding van alle zonden beloofde, zelfs toekomstige. De Pieteraflaat ontleende zijn naam aan het doel waaraan de opbrengst ten goede zou komen: de bouw van een basiliek die wij nu kennen als de Sint-Pieter, maar die toentertijd al zo lang in de steigers stond dat de roomse curie was gaan wanhopen of het gebouw ooit zou worden opgeleverd.

Pieteraflaat

Dankzij de boekdrukkunst kreeg de Pieteraflaat een enorme verspreiding; door de generositeit waarmee met genade werd omgesprongen werd hij zeer gewild. Paradoxaal genoeg zou deze aflaat de Sint-Pieter-basiliek, baken van rooms centralisme, helpen voltooien en tevens de aanzet geven voor de grootste slag die het roomse gezag ooit zou incasseren.

Voor Luther kwam de aflatenhandel neer op een vorm van zwendel, maar zijn verontrusting ging verder. De kerk bedreigde met haar verderfelijke handel en verzinsels het zielenheil van de hele christenheid.

Heeft Luther zijn beroemde 95 stellingen in 1517 echt op de houten deur van de slotkapel van Wittenberg gespijkerd? Het wordt tegenwoordig door historici betwijfeld. Vaststaat dat hij de stellingen bijsloot in een brief in datzelfde jaar aan de aartsbisschop van Mainz. In die brief heeft Luther duidelijk zijn toon gevonden. Trefzeker, zonder gestamel, zet hij de aanval in. Weet de bisschop wel van de schandelijke aflaathandel waarmee de kerk het geweten van haar gelovigen vervuilt?

Luther zorgde voor verspreiding van de stellingen

De verkopers van de Pieteraflaat beweerden ‘dat de genadeverleningen zo groot zijn dat er geen zonde zo ernstig is, zelfs als iemand de Moeder Gods had verkracht, of zij kan nog ontbonden worden’. De aartsbisschop van Mainz reageerde niet naar Luthers zin. Het duurde niet lang of de stellingen werden, eveneens dankzij de boekdrukkunst, in grote hoeveelheden over het Duitse Rijk verspreid.

Voor Luther kwam de aflatenhandel neer op een vorm van zwendel, maar zijn verontrusting ging verder. De kerk bedreigde met haar verderfelijke handel en verzinsels het zielenheil van de hele christenheid. Hoe kon God vergeving schenken als tussen Hem en de gelovigen een geestelijkheid stond die was geobsedeerd door het vergaren van rijkdom? Iemand die de Vreze Gods verstond, begreep wat het christendom hier riskeerde.

Geloven was genoeg voor Luther

Luther besefte eveneens waar gelovigen naar snakten. Een christen tobde zich af in de ongelijke strijd tegen de zonde. Altijd liep hij achter in de economie waarin hij zijn schuld met boetedoening, kerkbezoek, bidden, vasten, goede werken en aflaten trachtte af te lossen. Geloven in de zestiende eeuw was een doodlopende weg geworden – Luther kon erover meepraten. Maar hij vond een uitweg. Offer noch aflaat, zei hij, bedevaart noch schietgebed neemt God voor het individu in. Want Hij laat zich niet manipuleren. Het kwam aan op iets anders. Het kwam aan op overgave, oprechtheid, eenvoud. Geloven in Gods barmhartigheid, zei Luther, is alles wat je kunt doen. Geloven was genoeg; iets anders had de gelovige niet.

Luther was iets begonnen waarvan hij de omvang onmogelijk kan hebben overzien

Een kerkhervormer was hij nog niet. Dat gebeurde pas geleidelijk, toen hij vlak na de publicatie van de stellingen in botsing kwam eerst met de top van de kerkelijke piramide en daarna met de machtigsten der aarde. De paus probeerde het aanvankelijk op een akkoordje te gooien op de Rijksdag van Augsburg in 1518. Maar Luther was onverzettelijk. Daarna vroeg de paus om uitlevering van ‘de aartsketter’.

Bijval voor Luther

Luther had geluk: zijn landsheer, Frederik de Wijze van Saksen, weigerde het pauselijke bevel uit te voeren en begon zich voor de opstandige doctor in de theologie te interesseren. In 1520 publiceerde de paus een tegen Luther gerichte bul, Exsurge Domine. De eenvoudige doctor in de theologie werd daarmee door Rome erkend als een vijand van formaat. Intussen kreeg Luther bijval van tal van beroemdheden, zoals de kunstenaar Albrecht Dürer en de humanist Desiderius Erasmus.

Luther was iets begonnen waarvan hij de omvang onmogelijk kan hebben overzien. Hij zou reacties oproepen, en daar weer op reageren, die hem meesleurden in een maalstroom van heftige gebeurtenissen die het nodige bijdroegen aan de kwalen die hem zijn leven lang zouden plagen: hoofdpijn, depressie, slapeloosheid. Luther was een veroorzaker, iemand die zaaide en die donderstorm oogstte.

Open brief aan de christelijke Duitse adel

Hij begon te schrijven – felle tirades waarmee hij zijn tijdgenoten verbijsterde. Niet alleen de christenen, maar ook de Duitsers sprak hij toe, zijn landgenoten die als geen ander volk in Europa met pauselijke belastingen waren opgescheept. In zijn Open brief aan de christelijke Duitse adel rekende Luther voor dat het Vaticaan aan Duitsland jaarlijks een slordige 300.000 gulden verdiende. ‘Terecht worden rovers en dieven gehangen, maar waarom laten we die Romein [de paus] zijn gang gaan? Hij is de grootste dief en rover die er bestaat, en dat geheel in de naam van Christus en Sint-Petrus!’

Al snel breidde het verzet van Luther zich uit. Dat kon ook niet anders; wereldlijk en spiritueel gezag waren nauw verknoopt. Vorsten heetten door God op aarde te zijn gezet om de kerk en haar gelovigen te beschermen. Wie het kerkelijke gezag aantastte bedreigde daarmee onvermijdelijk het gezag van de net gekroonde keizer van het Duitse Rijk, Karel V. Karel heerste over een rijk zoals Europa dat sinds de Romeinen niet meer had gezien – behalve Duitsland besloeg het Oostenrijk, noordelijk Hongarije, grote delen van Italië, Spanje en de Lage Landen, plus de onlangs door de conquistadores veroverde gebieden in Zuid-Amerika.

Rijksdag van Worms

Op de Rijksdag van Worms in 1521 moest Luther zich tegenover de keizer verantwoorden. Iedereen rekende erop dat de monnik zou inbinden. Hoewel Karel V hem een vrijgeleide had beloofd, vond Frederik de Wijze het verstandig zijn stertheoloog een escorte mee te geven.

Hij is de grootste dief en rover die er bestaat, en dat geheel in de naam van Christus en Sint-Petrus!

Op de eerste dag in Worms was Luther timide. De verzamelde Duitse keurvorsten, bisschoppen, lagere vorsten en de rest van de volgepakte hal, gepresideerd door de keizer zelf, staarde naar hem met onverholen afkeer. Maar de volgende dag had Luther zichzelf in de hand. Luid en duidelijk verklaarde hij dat hij niets terugnam van zijn kritiek op de kerk en de paus.

Zelfs toen Karel V met zijn vuist op tafel sloeg en ‘Nee!’ brulde, liet hij zich niet van de wijs brengen. Zijn rug rechtend, zijn woorden afgesteld om voor altijd een krater in anderhalf millennium van katholieke zelfgenoegzaamheid te slaan, sprak hij de beroemde zinnen uit: ‘Hier sta ik, ik kan niet anders. Om tegen mijn geweten te handelen is goed noch veilig.’ Worms eindigde in tumult, verontwaardiging, nog meer gebalde vuisten. Veilig of niet, hertog Frederik nam het zekere voor het onzekere en liet Luther bijna een jaar lang onderduiken.

Een alternatieve kerk voor Luther

Vanaf ongeveer dit moment werd Luther het oog in een storm die grenzen overschreed. Hij trok getalenteerde medewerkers aan en zette zich met hen aan de ontzagwekkende klus van de grond af aan een alternatieve kerk op te bouwen. Alles moest opnieuw over- en doordacht worden. Zoveel vragen. Twee van de zeven sacramenten bewaren, of toch meer? Was Christus bij het Avondmaal vleselijk aanwezig of enkel in de geest? Er kwam een nieuwe catechismus, ook een voor kinderen. Er werd gewerkt aan een liedboek, met nieuwe melodieën. Door ingrepen in de opbouw van de kerkdienst, met een grotere rol voor de preek, veranderde de kerk in een ruimte waarin niet alleen werd gebeden, maar ook werd onderwezen. Ook het onderwijs ging op de schop. Hoe was het anders mogelijk om later meer – en betere – predikanten te vinden?

De Bijbel moest beschikbaar komen in de volkstaal; daarom vertaalde Luther eerst het Nieuwe en tien jaar later ook het Oude Testament. Luthers vertaling van de Vulgaat kwam in veel gevallen neer op verheldering, vereenvoudiging en verkorting, maar niet alleen. De Bijbel werd een boek voor Duitsers. ‘Heil, Maria, vol van genade’ vond de doctor uit Wittenberg bolle onzin. ‘Een Duitser weet hoe een beurs eruitziet die is gevuld met goud, of een pul gevuld met bier, maar een meisje gevuld met genade?’ Het werd daarom gewoon ‘lieve Maria’.

Hier sta ik, ik kan niet anders

Door dergelijke aanpassingen van zeden en gewoonten naar lokale snit verplaatste Luther het bijbelse Judea naar Saksen. De vijfhonderd houtsneden die zijn bijbel verluchtigden vergrootten het effect van actualiteit. Zo werd het hoofdstuk ‘Openbaring van Johannes’ begeleid door de Hoer van Babylon, rijdend op een veelkoppig monster, waarin men op haar hoofd duidelijk de tiara kon zien schitteren, de kroon van de paus. Wat de Statenvertaling ooit voor het Nederlands heeft betekend, deden Luthers Bijbelvertalingen voor de Duitse taal van toen.

De Reformatie

Na ‘Worms’ veranderde het middeleeuwse Europa in rap tempo in het Europa van de Reformatie, met twee grote confessionele blokken die elkaar niet of nauwelijks verdroegen. Aan de katholieke kant stond de keizer, met als belangrijkste Duitse medestanders de vorsten van Brandenburg en van Beieren. Daartegenover stonden vrije rijkssteden, zoals Augsburg, Straatsburg en Neurenberg. Frederik de Wijze van Saksen bleef Luther zijn bescherming bieden, maar was tevens bevreesd voor de grote botsing die onvermijdelijk naderbij kwam.

Wat de Statenvertaling ooit voor het Nederlands heeft betekend, deden Luthers Bijbelvertalingen voor de Duitse taal van toen

Het Lutherse kamp kreeg steun van een echte ijzervreter in de persoon van Philips, landgraaf van Hessen. Wanneer de strijd zou losbarsten wist niemand; voorlopig was de keizer nog te druk bezig zijn talrijke vijanden te bestrijden, op de eerste plaats de Turken. Ondertussen werd in 1530 de Confessie van Augsburg opgesteld, geschreven door Luthers vriend Melanchton, een geschrift dat de lutheranen en andere protestanten cohesie verschafte en dat de scheidslijnen met de oude kerk aanscherpte. Het zou in totaal nog vijftien jaar duren voordat Karel V de protestanten zou aanpakken. In die periode was het nieuwe geloof al zo geworteld geraakt dat het zich niet meer liet uitroeien.

De aantrekkingskracht van Luther

Luthers vernieuwingen, zijn felle toon, zijn rauwe agressie en zijn humor hadden aansluiting gevonden bij brede lagen van de bevolking. Al toen hij zich met zijn escorte naar Worms had begeven hingen gezinnen uit de vensters en stonden menigten langs de weg. Opmerkelijk was ook dat behalve het gewone volk ook doorluchtigheden als de landgraaf van Hessen werden aangesproken door zijn oproep tot puurheid. Zijn aantrekkingskracht strekte zich daarnaast ook uit naar raskatholieken; overal in het Rijk verlieten monniken en nonnen de kloosters. In 1523 hielp Luther bij de ontsnapping van twaalf nonnen. Bijna al deze vrouwen vonden vliegensvlug een echtgenoot; alleen één vrouw, Katharine van Bora, bleef over. Uiteindelijk trouwde Luther maar met haar. ‘Ik ben niet verliefd,’ zei hij, ‘maar ik koester haar toch.’

Katharine

Katharine had de broek aan. Ze zorgde in het drukke huishouden dat de pullen en de borden gevuld bleven. Wie Luthers Tischreden doorbladert ziet hoeveel deze man aan het woord was. Zijn vrouw wist hem als een van de weinige tafelgenoten te ontregelen. Als ze zag dat hij haar kostelijke maaltijd weer eens liet afkoelen snerpte ze: ‘Als de doctor in plaats van te oreren eens een hap zou nemen…’ Luthers respect en genegenheid bleken uit zijn bijnamen voor haar: ‘Mijn Heer Katie’, ‘mijn rib’, ‘mein Kette’, oftewel: ‘mijn ketting.’ Een brief aan haar kon hij adresseren met: ‘Aan mijn geliefde vrouw […] Mevr. Dr. Luther, heerseres van de varkensmarkt, gravin van Zulsdorf of welke andere titels Uwe Genade zichzelf maar zou willen geven.’

Geloven in Gods barmhartigheid, zei Luther, is alles wat je kunt doen

Voor miljoenen vond Luther een God, en een godsdienst, die een ontsnapping bood uit het sombere labyrint met het vagevuur als uitgang. Zelf bleef hij worstelen. Overal zag hij de duivel. ‘Altijd wanneer ik ’s avonds naar bed ga wacht satan mij op.’ De duivel trachtte hem dan te bedwelmen met een lijst van zonden. Luther liet zich niet kennen: ‘Ach Sint-Satan, bid toch voor mij. Zelf hebt U natuurlijk nog nooit iets fout gedaan, U alleen bent heilig.’ Maar Luther was niet altijd zo witzig. In een ernstiger stemming waarschuwde hij ertegen met de duivel in discussie te gaan. Je legde het hoe dan ook af, omdat satan vijfduizend jaar ervaring had in verleidingskunst.

Na Luthers dood

Toen Luther in 1546 stierf, was de storm van de Reformatie nog lang niet uitgewoed. Na hem kwam Johannes Calvijn (1509-1564), koeler en methodischer, die de kerkscheuring vergrootte. Europa werd een eeuw van godsdienstoorlogen in gezogen die het politieke landschap herschikte, en waarna men de les trok Kerk en Staat van elkaar te scheiden.

In 2017 wordt in Duitsland herdacht dat deze man zijn stellingen tegen de aflaat publiceerde en daarmee aan de basis stond van een proces waarin Noordwest-Europa zich afsplitste van de katholieke kerk. Bondskanselier Merkel heeft de katholieken opgeroepen met de festiviteiten mee te doen. Maar de pijn zit diep. De bisschoppen hebben laten weten geen zin te hebben in die viering. Zij zien geen enkele reden tot een feestelijke herdenking van wat zij zien als een traumatische kerkscheuring.