Of ik een paar dagen naar Normandië wilde, vroeg mijn vriend Jeroen. Het zou immers exact tachtig jaar na D-Day zijn. We delen een fascinatie voor deze grootste militaire operatie in de geschiedenis; eindeloos hebben we The Longest Day gekeken. We kennen die film zo goed, dat we dialogen kunnen nadoen. ‘Mein lieber Pluskat, welchen Kurs haben denn diese Schiffe?’ ‘Auf mich zu!’
We verbleven in Saint Aubin, of, in termen van D-Day, tussen Juno en Sword. En we waren niet alleen. Lopend over de drukke strandboulevard zagen we een Willy’s Jeep voorbijrijden. Geweldig! Een zeldzaamheid! Behalve dat we een minuut later nog eentje zagen. En toen nog een. Uiteindelijk zouden gedurende drie dagen enkele honderden van deze klassieke utiliteitskarretjes voorbij tuffen. En twee dozijn Half Tracks, een paar Bren Carriers, drie Kubelwagen en een hele sleep tanks.
Meer columns lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
D-Day is een reizend circus, begon het te dagen. In heel Europa zetten liefhebbers begin juni hun amfibievoertuig op een dieplader om voor de grote mechanische reünie naar Frankrijk af te reizen. De tachtigste verjaardag was een gelegenheid die weinigen aan zich voorbij wilden laten gaan. Overal liepen mannen in perfect nagemaakte uniformen. Vrouwen hadden verpleegsterspakjes aan of ze kozen voor een femme fatale-look met voiles en netkousen. Burgerdracht met een ondertoon van sexy résistance.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Heel authentiek, maar toch zat me iets dwars. Het duurde even, toen begon het mij te dagen: iedereen was vrolijk. We waren op de plek waar 73.000 geallieerde soldaten uit elkaar zijn gereten. Normandië is een oord van groot psychologisch trauma, niemand heeft D-Day ongeschonden overleefd. Maar de mensen die aan deze enorme re-enactment deelnamen, reden uitgelaten voorbij in hun gerestaureerde autootjes.
Het meest merkwaardig is toch wel dat we overal referenties aan The Longest Day zagen. Zelfs musea gewijd aan D-Day vertonen foto’s uit de film. Het epische verhaal, misschien wel de reden dat we in Normandië waren, is net zo belangrijk geworden als de echte invasie. Jammer alleen dat die film natuurlijk een leugen is. Vol met mannen die sterven met een glimlach op hun gezicht, gelukkig dat ze hun patriottische plicht hebben vervuld. Een bespottelijk heroïsche pastiche van een werkelijkheid vol stinkende wonden en afgerukte ledematen.
Misschien, zo zei Jeroen, is die film wel een manier om de gruwelen van de invasie behapbaar te maken. Een slachting verzacht tot spannend avontuur, ik denk dat hij een punt heeft, de werkelijkheid is te schrijnend. We vonden de bunker waar majoor Pluskat als eerste Duitser de invasiearmada zag aankomen. Althans, de bunker die ze in de film hebben gebruikt, de echte is vernietigd. De decors hebben de werkelijkheid verdrongen, de jeeps zijn taaier gebleken dan de soldaten; de oorlog is nu echt geschiedenis.