Maar liefst zeven Cleopatra’s hebben over Egypte geheerst. Stuk voor stuk doortastende vrouwen met veel gevoel voor pr en sterker dan hun echtgenoten. Met flair en humor schreef Lloyd Llewellyn-Jones hun biografie.
Wanneer we het over Cleopatra hebben, hebben we het meestal over Cleopatra VII. Zij was de laatste in een rij van illustere vrouwen die Egypte zo’n anderhalve eeuw geregeerd hebben. Ze was het liefje van Julius Caesar en Marcus Antonius en de koningin die de ondergang van het Ptolemeïsche Rijk met haar spectaculaire zelfmoord – door het gif van een slangenbeet – luister bijzette. Elisabeth Taylor vereeuwigde haar in de epische film uit 1963.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
De Britse historicus Lloyd Llewellyn-Jones maakt op sprankelende wijze duidelijk dat de slechte pers die deze Cleopatra heeft gehad – ‘koningin der hoeren’, ‘verderfelijk harpij’ – veelal van boze witte mannen afkomstig was. Klassieke auteurs als Plutarchus, Suetonius en Cassius Dio creëerden een misogyn beeld van de koningin dat door classici vrij klakkeloos is overgenomen. Ook het gedrag van haar voorzaten kon in de historiografie op weinig clementie rekenen. Vrouwen die zich zo uitdrukkelijk met de macht bemoeiden, verdienden niet beter dan het wrede lot dat zij in de regel ondergingen (slechts een enkele Cleopatra stierf een natuurlijke dood).
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Llewellyn-Jones schetst een heel ander beeld. De Cleopatra’s waren stuk voor stuk politiek doortastende vrouwen, pragmatisch, pr-bewust en veelal sterker dan de mannen die zij trouwden. Zij gingen over lijken om hun matriarchale macht veilig te stellen. Die lijken betroffen dan vooral bloedverwanten – zusters, zwagers, zelfs zonen en dochters. De Ptolemeïsche dynastie wilde voor alles voorkomen dat haar macht door exogamie versplinterd raakte. Vandaar dat incest bij de keuze van een huwelijkspartner meer regel dan uitzondering was, ondanks de gebodsbepalingen die ook in Egypte ten aanzien van bloedschande golden. Cleopatra II bijvoorbeeld trouwde met haar broers, Ptolemaeus VI en Ptolemaeus VIII Physcon.
Werd deze mores door het gewone volk geaccepteerd? De Ptolemeïsche heersers, aldus Llewellyn-Jones, bevestigden met hun amorele gedrag alleen maar hun macht. Onmatigheid droegen ze in een land van schaarste schaamteloos uit, vandaar dat op munten hun obese voorkomen nauwelijks werd verhuld. Ze hoefden zich niet aan menselijke wetten te houden, want ze waren aan de goden gelijk. Verschillende Cleopatra’s identificeerden zich met Isis, die zoveel van haar tweelingbroer Osiris hield dat ze al in de baarmoeder met hem vrijde.
Lloyd Llewellyn-Jones heeft met de nodige flair en humor de levens van deze Cleopatra’s opgetekend. Bovenal is zijn boek een goed gedocumenteerde geschiedenis van de ondergang van het Ptolemeïsche Rijk, waarbij hij zijn stelling overtuigend voor het voetlicht weet te brengen: aan de vrouwen heeft het niet gelegen.
De Cleopatra’s. De vergeten koninginnen van Egypte
Lloyd Llewellyn-Jones
352 p. Nieuw Amsterdam, € 34,99

Openingsbeeld: Marcus Antonius ontmoet Cleopatra. Schilderij door Lourens Alma Tadema, 1885.