Home Tsjechoslowakije lokte vluchtelingen in de val met Operatie Grenssteen

Tsjechoslowakije lokte vluchtelingen in de val met Operatie Grenssteen

  • Gepubliceerd op: 29 januari 2025
  • Laatste update 29 jan 2025
  • Auteur:
    Frans Stoks
  • 11 minuten leestijd
Grenswacht bij de Tsjechisch-Duitse grens in de buurt van Bayerisch Eisenstein, 1958.

Na de communistische staatsgreep in 1948 in Tsjechoslowakije is de toegang naar het Westen geblokkeerd. Of toch niet? Aardige agenten bieden dissidenten een veilige vlucht over de grens aan en sommigen gaan daar gretig op in. Dat blijkt een kapitale fout. 

‘Tot ziens in betere tijden.’ Met die woorden neemt Jan Prošvic (41) tijdens een regenachtige aprilnacht in 1948 bij een slagboom aan de Boheems-Beierse grens afscheid van een geüniformeerde Tsjechische politieagent. Die laatste heeft de Tsjechische uitvinder en grootindustrieel en zijn gezin tot hier op weg geholpen. De laatste 200 meter naar het ‘Vrije Westen’ moeten ze op eigen houtje te voet afleggen. 

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Een dag eerder, op 23 april 1948, heeft Prošvic, een onteigend bezitter van twee fabrieken en een privévliegtuig, met vrouw en twee kinderen in zijn Tatraplan vanuit Praag 150 kilometer afgelegd naar Kdyně, niet ver van de Boheems-Beierse grens. Ze verblijven in hotel Modrá Hvězda (‘Blauwe Ster’) op het centrale plein van het stadje. ’s Avonds wordt Stanislav Liška, de Tsjechische politieagent, aan hen voorgesteld als politiecommissaris van Všeruby, een dorpje nog dichter bij de grens. Nadat Prošvic een aanzienlijk bedrag heeft betaald, rijdt Liška vlak voor middernacht het gezin Prošvic naar Všeruby. Te voet gaan ze verder met drie koffers, een grote aktetas, een draagbare typemachine en tassen met kostbaarheden, totdat ze bij de slagboom komen. Liška zegt dat ze na een paar honderd meter op Duitse grenswachten zullen stuiten die hen naar een douanekantoor zullen brengen. Daar zal iemand van het Amerikaanse Counterintelligence Corps (CIC) hun wat vragen stellen.  

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

‘Halt! Wer da?’ hoort Prošvic plotseling twee douaniers in Duitse uniformen roepen. Ze brengen de vluchtelingen naar een spaarzaam verlichte woning, waar mannen in Amerikaanse en Duitse uniformen hen allerhartelijkst ontvangen. Aan de muur hangen een grote Amerikaanse vlag en een portret van president Harry Truman, en op de tafel staat een fles whisky. De mannen bieden sigaretten aan – ‘Camel of Lucky Strike?’ – en geven de kinderen een stuk Zwitserse chocolade. Met hun moeder kunnen ze in een andere kamer wat uitrusten. 

Jan Prošvic is voor de oorlog een bekende uitvinder-ondernemer. Deze foto is uit 1943.
Jan Prošvic is voor de oorlog een bekende uitvinder-ondernemer. Deze foto is uit 1943.

De geüniformeerde mannen vertellen Jan Prošvic in het Duits dat hij in het Beierse stadje Neukirchen beim Heiligen Blut is. Om zijn ondervragers een beeld te geven van wat er aan de Tsjechoslowaakse kant van de grens zoal speelt, moet Prošvic een reeks vragen beantwoorden waarvan een verslag wordt gemaakt. Wie heeft hem helpen ontsnappen? Welke anticommunistische contacten heeft hij? Wat wil hij in het Westen gaan doen? Wat vindt hij van de communistische regering? Prošvic ondertekent het in het Duits opgestelde verslag en wordt met zijn vrouw en twee kinderen begeleid naar twee auto’s die hen naar een onderkomen verderop in Beieren zullen brengen.  

Vluchten of blijven? 

Langzaam daalt de adrenaline in Prošvic’ lichaam. Er lijkt een einde gekomen aan een hectische periode van intimidatie, pesterijen en verdachtmakingen door communistische activisten. Onmiddellijk na de communistische putsch van februari 1948 hadden zich arbeidersmilities in zijn fabrieken gevormd, die hem zijn eigendom en managementrechten ontnamen. Na de nationalisatie van zijn fabrieken hoopte de uitvinder-industrieel dat alles weer op zijn pootjes terecht zou komen; hij had meer belangstelling voor stofzuigers, strijkijzers en koffiemachines dan voor politiek. Maar vanwege de voortdurende aanvallen op zijn persoon was hij gaan twijfelen. Vluchten of blijven? 

Voorkant van een stripboek over Operatie Grenssteen door Václava Jandečková en Michal Kocián.
Voorkant van een stripboek over Operatie Grenssteen door Václava Jandečková en Michal Kocián.

Op een dag kreeg Prošvic bezoek van František Hejný, die zich voorstelde als ‘Jonny’ en Prošvic vertelde dat hij volgens Amerikaanse bronnen elk moment kon worden gearresteerd. Jonny bood een veilige vlucht naar het Westen aan. In die tijd ontving Prošvic ook anonieme brieven waarin hij voor ‘varken, uitbuiter, kapitalist en collaborateur’ werd uitgemaakt: ‘Al je bezittingen behoren toe aan de arbeidersklasse en jij hoort achter de tralies. Net als je vrouw met al haar bontjassen!’ En via de telefoon bereikten hem anonieme waarschuwingen: ‘Pas op! Ze willen je arresteren!’ Uiteindelijk zwichtten hij en zijn vrouw voor Jonny’s aanbod. Nu ze veilig in het douanekantoor op Duits grondgebied zijn, lijkt de vlucht naar het ‘Vrije Westen’ geslaagd en kunnen ze even op adem komen. 

‘Al je bezittingen behoren toe aan de arbeidersklasse!’ 

Na het verhoor rijden de twee auto’s de familie Prošvic niet verder Beieren in maar stoppen voor het politiebureau van het Tsjechische Všeruby. Daar worden alle gezinsleden gearresteerd wegens ‘illegale grensoverschrijding’, ook al hebben ze geen voet op Beierse bodem gezet. Na uitputtende ondervragingen, dit keer door niet-verklede agenten van de Státní bezpečnost (‘Staatveiligheidsdienst’, StB), worden de bezittingen en kostbaarheden die ze bij zich hebben geconfisqueerd en verdwijnen ze achter de tralies.  

Een paar weken later veroordeelt een rechtbank Jan Prošvic in een schijnproces tot twee jaar dwangarbeid in een kamp in Kladno. Zijn echtgenote Jiřina komt er genadiger van af: ze heeft geen voor haarzelf belastende verklaring ondertekend, maar de communisten hebben haar chique Praagse appartement leeggeroofd en geconfisqueerd. De villa in Vonoklasy, een deftige wijk ten zuidwesten van Praag, komt met de resterende inboedel in september 1949 voor een appel en een ei in het bezit van de communistische premier Antonín Zápotocký, die in maart 1953 Klement Gottwald opvolgt als president. Jiřina Prošvicová blijft volledig berooid achter met haar kinderen. Het gezin woont aan de rand van Praag met een ernstig zieke oma in een ongemeubileerd woning zonder verwarming, toilet en stromend water.  

Inwoners van Praag luisteren naar de eerste toespraak van de nieuwe president Klement Gottwald na de communistische machtsgreep, 25 februari 1948
Inwoners van Praag luisteren naar de eerste toespraak van de nieuwe president Klement Gottwald na de communistische machtsgreep, 25 februari 1948. Bron: Getty Images.

Whisky en chocolade 

Prošvic en zijn familie zijn de eerste slachtoffers van een geheime misleidingsoperatie van de StB, onder de paraplunaam Akce Kámen (‘Operatie Grenssteen’), waarbij de StB in 1948 een achttal nepgrenzen inrichtte op zo’n 200 meter vóór de feitelijke grens tussen Tsjechoslowakije en de Amerikaanse Bezettingszone in Beieren. Doel van de uitlokkingen was de Tsjechoslowaakse bevolking verder te intimideren, te beroven en geruchten te verspreiden dat vluchten naar het Westen zinloos was. Amerikanen en Duitsers zouden gevluchte Tsjechen en Slowaken weer terugsturen omdat ‘ze niet zitten te wachten op communisten uit het Oosten’. ‘Jonny’, die de familie Prošvic overhaalde om te vluchten, was een agent-provocateur van de StB. 

De enige foto van Operatie Grenssteen. De zittende man heet Jaroslav Hakr. De man in het Amerikaanse uniform is StB-officier Otto Jireček.
De enige foto van Operatie Grenssteen. De zittende man heet Jaroslav Hakr. De man in het Amerikaanse uniform is StB-officier Otto Jireček.

Een van de hoofdrolspelers in deze operaties is Stanislav Liška, de politiecommissaris die Prošvic de weg heeft gewezen tot aan de namaakslagboom. Begin april 1948 heeft hij van de StB de topgeheime opdracht gekregen om het laatste huis in het verlaten Sudeten-Duitse gehucht Schneiderhof (Myslív u Všerub) te huren en in te richten als een Duits douanekantoor met een bureau voor een Amerikaanse CIC-officier. Hij is het die de Amerikaanse vlag, de fles whisky en pakjes Amerikaanse sigaretten en stukjes Zwitserse chocolade heeft geregeld. De Duitse en Amerikaanse uniformen komen uit het onuitputtelijke kostuummagazijn van de Praagse Barrandov filmstudio’s. Een van de geselecteerde agenten heeft acht jaar in de Verenigde Staten doorgebracht en spreekt Engels. De Duitse douaniers hebben Oostenrijkse en Sudeten-Duitse roots. Liška hoopt echter dat de vluchtelingen zullen merken dat er iets niet klopt in het douanekantoor: op de deuren heeft hij borden met de teksten ‘Wachzimer’ en ‘Komandant’ aangebracht met opzettelijk één letter m. Geen StB’er die dat opmerkt. 

De uniformen komen uit de Praagse filmstudio’s 

Sinds 1946 is Liška actief als medewerker van de Tsjechoslowaakse veiligheidsdiensten, maar ook als agent voor het Amerikaanse Counterintelligence Corps (CIC). Voordat Operatie Grenssteen van start gaat, heeft hij met oud-verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog meer dan 110 (prominente) Tsjechen, Slowaken en Polen met succes over de grens geholpen. Bij de geënsceneerde vlucht van Prošvic kon hij niet anders, omdat de StB hem anders niet meer zou vertrouwen. Wel slaagt hij erin via zijn contacten aan de Beierse kant van de grens de BBC op de hoogte te brengen van Operatie Grenssteen – die maakt daar in uitzendingen melding van. Ook heeft hij de Amerikaanse ambassade in Praag ingelicht. Die komt in juni 1948 al met een publiek protest tegen het illegale gebruik van hun vlag en uniformen en stuurt op 2 juli 1948 een tweede protestnota naar het ministerie van Buitenlandse Zaken: ‘The Embassy again requests immediate steps to be taken to terminate the practice.’ 

Proactieve uitlokking

Inspiratie voor de misleidingoperatie deed de StB op in de handboeken van de Russische NKVD en zijn opvolger KGB. De Russen hebben er zelfs een woord voor: nastupatelnost (agressieve contraspionage, proactieve uitlokking). In Oost-Berlijn richtten ze bijvoorbeeld woningen in die de indruk moesten wekken dat ze in West-Berlijn lagen en waarheen mogelijke vluchtelingen naar het Westen werden gelokt. Daar werden ze eerst vriendelijk uitgehoord en vervolgens opgepakt. 

Uiteraard ontkennen de Tsjechoslowaakse autoriteiten alles, maar de gegevens in het protest van de Amerikanen zijn zo gedetailleerd dat de StB begint te vermoeden dat er een rotte appel in hun eigen kleine kring zit. De verdenking valt begrijpelijkerwijs op Liška. Die wordt op 10 december 1948 gearresteerd en vijf maanden lang verhoord. Als hij weer vrijkomt, realiseert hij zich dat hij zijn geluk heeft vermorst. Hij besluit, samen met vrouw en kinderen, in de nacht van 11 op 12 augustus naar het Westen te ontsnappen. Voor hem een koud kunstje. 

Mensensmokkel 

Op 27 april 1949 ontsnapt Jan Prošvic uit het dwangarbeiderskamp in Kladno. In West-Duitsland belandt hij in de voormalige SS-kazerne Krabbenloch in Ludwigsburg, bij Stuttgart, die opvang biedt aan duizenden Displaced Persons. In het kamp loopt Prošvic midden september 1949 Stanislav Liška tegen het lijf, de man die hem heeft verraden aan de Boheems-Beierse grens. Het is bepaald geen weerzien ‘in betere tijden’. Prošvic geeft Liška aan bij de Amerikaanse kampleiding, die Liška aan de tand voelt over zijn activiteiten in het Boheems-Beiers grensgebied. 

In opdracht van zijn ondervragers schrijft hij een verslag, onder de titel Falešné hranice (‘Valse grenzen’), waarin hij uitlegt hoe hij bijna drie jaar lang voor Amerikaanse inlichtingendiensten heeft gewerkt en waaruit zijn bijdrage bestond aan het doorspelen van gegevens over Operatie Grenssteen aan de BBC en de Amerikaanse ambassade in Praag. Een aantal CIC-officieren bevestigt dat Liška actief heeft meegewerkt aan de mensensmokkel. De Amerikanen bieden hem een baan als hoofd van de politie (Chief of Police) in het vluchtelingenkamp. Die accepteert hij.  

Stanislav Liška op een Jawa-motor in de buurt van Všeruby, eind jaren veertig.
Stanislav Liška op een Jawa-motor in de buurt van Všeruby, eind jaren veertig.

Tot eind 1950 verblijven Liška en zijn familie in Ludwigsburg. Op 6 februari 1951 gaan ze via Bremerhaven naar Canada. De rest van hun leven zullen ze in de provincie Alberta doorbrengen. In tegenstelling tot de vluchtelingenkampen in Duitsland kan de lange arm van de StB en aanverwante organisaties hen daar niet bereiken. Eerst werkt Liška op een pluimveeboerderij, later begint hij een schildersbedrijf. Hij sterft op 24 september 1980. 

Jan Prošvic kan in 1950 eindelijk naar Groot-Brittannië vertrekken. Daar vindt hij een baan als fabrieksarbeider en leert hij Engels achter de draaibank en in de avonduren. Binnen de kortste keren stampt hij een nieuwe onderneming uit de grond – RIMA – die elektrische apparaten als barbecues, haardrogers en elektrische messen maakt. In nog geen twintig jaar worden zijn elektrische koffiezetapparaten in Groot-Brittannië immens populair. De zaken gaan zo goed dat Prošvic een huis en land kan kopen op Tenerife.  

Vanuit Engeland onderneemt hij van alles om zijn in Tsjechoslowakije achtergebleven gezin te helpen. Dochter Věra (1932) is er in juli 1949 in geslaagd naar West-Duitsland te vluchten, en zijn jongste dochter Eva bezoekt in 1963 de fabriek van haar vader in Engeland en trouwt daar in december 1968. Daarbij is haar moeder ook aanwezig.  

Tragische cijfers

  • Tussen 1948 en 1989, toen Tsjechoslowakije ruim 9 miljoen inwoners telde, belandden meer dan 267.000 mensen om politieke redenen in een communistisch concentratiekamp. 
  • 248 mensen werden geëxecuteerd en circa 4500 stierven er in de gevangenis. 
  • Meer dan 170.000 Tsjechoslowaakse burgers trokken illegaal naar het buitenland; aan de westgrens zijn minstens 300 mensen gedood. 
Schijnproces tegen tegenstanders van het communistische regime, 1948.
Schijnproces tegen tegenstanders van het communistische regime, 1948. Bron: ANP.

Na de dood van president Zápotocký, in november 1957, komt de villa van de familie Prošvic in Vonoklasy in handen van StB’ers, die de tent volledig uitwonen en leegroven. De villa – of wat ervan over is – komt pas weer in bezit van de familie Prošvic na de Fluwelen Revolutie van 1989. Jan Prošvic maakt die nog net mee. Hij overlijdt in december 1989. 

Geen spijt betuigd 

Het gehucht Schneiderhof wordt bij de versterking van de grens in de jaren vijftig met de grond gelijkgemaakt. Ironisch genoeg komt er door die grensversterking – het neerlaten van het IJzeren Gordijn – een einde aan de misleidingsoperaties van de StB.  

Pas ruim na de Fluwelen Revolutie van 1989 krijgt het onderzoek naar de initiatiefnemers en uitvoerders van Operatie Grenssteen vaart. Onderzoekers constateren dat zowel volgens de toenmalige als de huidige wetgeving de acties in Tsjechoslowakije illegaal waren. Maar de StB’ers en politici die bij de operaties waren betrokken, waren toen al bijna allemaal overleden. Spijt heeft nooit iemand publiekelijk betuigd.  

Gedenkplaat in Kdyně: ‘Ter nagedachtenis aan de onfortuinlijke slachtoffers van Operatie Grenssteen en als krachtige waarschuwing aan de huidige en toekomstige generaties’.
Gedenkplaat in Kdyně: ‘Ter nagedachtenis aan de onfortuinlijke slachtoffers van Operatie Grenssteen en als krachtige waarschuwing aan de huidige en toekomstige generaties’.

De tientallen slachtoffers zouden hun leven lang moeten leven met hun uitgelokte openhartige bekentenissen tegenover de nepagenten in wat zij dachten dat het ‘Vrije Westen’ was, waarbij ze ongewild geliefden, vrienden en kennissen in de problemen hadden gebracht en verraadden. Ze werden jarenlang opgesloten in gevangenissen en strafkampen en kaalgeplukt voor een vergrijp – ‘illegale grensoverschrijding’ – dat ze niet hadden begaan, omdat ze de echte grens nooit waren gepasseerd. 

Met dank aan Václava Jandečková. 

Meer weten:

  • Fingierte Grenze (2018) door Václava Jandečková legde voor het eerst de omvang van Operatie Grenssteen bloot.  
  •  On the Edge of the Cold War (2011) door Igor Lukes behandelt de rol van Amerikaanse diplomaten in Praag tijdens de Koude Oorlog. 
  •  Swingtime (2007) door regisseur Jaromír Polisenský, over muzikanten die naar het Westen willen en in de StB-val worden gelokt. 

Openingsbeeld: Grenswacht bij de Tsjechisch-Duitse grens in de buurt van Bayerisch Eisenstein, 1958. Bron: Getty Images.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 2 - 2025

Nieuwste berichten

‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’
‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’
Interview

‘Alawieten krijgen onterecht de schuld van wat Assad heeft misdaan’

Honderden Syrische alawieten zijn afgelopen week gedood door aanhangers van de nieuwe regering. Alawieten worden geassocieerd met het gevallen Assad-regime. Volgens hoogleraar Maurits Berger (Universiteit Leiden) is dat niet terecht. ‘Assad is alawiet, maar hij ziet zichzelf vooral als een Syriër, een Arabier.’ Wie zijn de alawieten? ‘Het alawitische geloof is een vertakking binnen het...

Lees meer
Welkom bij HN Actueel
Welkom bij HN Actueel
Artikel

Welkom bij HN Actueel

Veel van wat er dagelijks in de wereld gebeurt, is te duiden vanuit het verleden. Met HN Actueel krijgt u wekelijks een selectie van relevante artikelen in uw inbox én leest u onbeperkt alle verhalen op onze website. Hieronder vindt u een aantal artikelen om kennis te maken met onze fascinerende geschiedenisverhalen. Meer lezen? Kijk dan eens...

Lees meer
Zelenski’s kleren vertellen een verhaal, net als die van Mao of Gandhi
Zelenski’s kleren vertellen een verhaal, net als die van Mao of Gandhi
Beeldessay

Zelenski’s kleren vertellen een verhaal, net als die van Mao of Gandhi

Politici dragen vaak een politieke boodschap uit met hun kledingkeuze. Van het eenvoudige Mao-uniform tot de traditionele Indiase kleren van Gandhi. Veel leiders die aan de macht kwamen door een militaire coup bleven hun uniform dragen. De Oegandese dictator Idi Amin vertoonde zich in het openbaar vrijwel altijd in zijn uniform, inclusief enorme verzameling lintjes....

Lees meer
Koffie zou de Engelse man verslappen
Koffie zou de Engelse man verslappen
Nieuws

Koffie zou de Engelse man verslappen

Engelse mannen waren rond 1675 helemaal ontspoord, vonden critici. Ze verzaakten zelfs hun belangrijkste taak: kinderen verwekken. Omdat ze verslingerd waren aan koffie. Engelsen waren zo druk met koffiedrinken, dat ze hun studies verwaarloosden en vergaten om toezicht te houden op hun bedienden, zodat die straffeloos konden luieren en bedriegen. Daarvoor waarschuwde de anonieme auteur...

Lees meer