Bent u ook zo klaar met polarisatie? De gemiddelde Nederlander in ieder geval wel, driekwart van de bevolking maakte zich er in 2022 zorgen over volgens het SCP, en die zorgen zijn de laatste tijd niet minder geworden.
Maar misschien bent u als lezer géén gemiddelde Nederlander en geniet u juist van debatteren en discussiëren op het scherpst van de snede. Op 8 maart 1968 meldde Het Parool dat de Abraham Kuyperstichting – het wetenschappelijk instituut van de ARP – méér polarisatie zou verwelkomen. Want dat zou de ‘partijpolitieke opvattingen verduidelijken’. Ook in maandblad De Tijd, dat niet als revolutionair bekend stond, werd in 1969 hoog opgegeven van de kansen die de polarisatie bood: dat zou ‘de dynamiek’ van het publieke en politieke debat aanzwengelen. Kortom, ooit werd polarisatie als bevorderlijk voor een gedegen meningsvorming beschouwd.
Maar de tijden zijn veranderd. De tot voor kort verschrompelende middenpartijen doen met klem een beroep op de kiezer om het afkalvende midden te versterken en de flanken niet verder tegen elkaar uit te spelen. Zelfs het NSC – toch medeschuldige aan het meest polariserende kabinet sinds Joop den Uyl – schuift de keurige Eddy van Hijum naar voren als lijsttrekker ‘om de polarisatie tegen te gaan’.
Wat is er gebeurd? Kunnen we deliberatieve democratie en, om het met Jürgen Habermas te formuleren, het gezamenlijke zoeken naar waarheden niet meer aan? Misschien. Goed leren discussiëren is ook een kunst die door ons hyberbole twitter- en insta-gedrag bepaald niet wordt bevorderd. Maar er is meer aan de hand. Polarisatie op inhoud is niet het probleem. Het is de affectieve polarisatie die het debat bij voorbaat ondermijnt en onmogelijk maakt.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Affectieve polarisatie is het tegenovergestelde van debatteren op inhoud, het is het liken of ontliken op vórm. De commissie-Marcouch wijdde er in 2023 al een dik rapport aan: Koester de democratie!. Affectieve polarisatie zoekt niet naar verdieping, inhoudelijke doordenking of naar habermassiaanse beste waarheden, maar serveert iemand af op emotie, uiterlijk en identiteit. Als je bij de eigen groep hoort, dan is alles bij voorbaat geoorloofd en waar. En de leden van de andere groep? Die hebben het bij voorbaat fout. En zíjn ook fout. Met hun gehele aard en wezen.
Dat wisten ze overigens ook al in 1968. President Lyndon B. Johnson liet toen de oorzaken en gevolgen van de protesten in de grote Amerikaanse steden onderzoeken. Volgens de rapporteurs waren volledig gescheiden werelden en gemeenschappen aan het ontstaan: wit en zwart vooral, maar ook progressief en conservatief, jong en oud. En dat zou de democratie op den duur ondermijnen. En wat deed Johnson? Niets.
Het schijnt dat Amerika met veel trends vooroploopt. Dat klopt. Zowel de affectieve polarisatie als het nietsdoen is inmiddels ook in Nederland goed geland.