Home Oekraïne en Polen leggen ruzie bij over massamoorden 1943

Oekraïne en Polen leggen ruzie bij over massamoorden 1943

  • Gepubliceerd op: 21 januari 2025
  • Laatste update 22 jan 2025
  • Auteur:
    Ivo van de Wijdeven
  • 7 minuten leestijd
Protest tegen Wolyn

President Zelenski gaat akkoord met de opgraving van stoffelijke resten van Poolse burgers in het Oekraïense gebied Wolynië. Tussen 1943 en 1947 kwamen daar tienduizenden Polen om het leven. Wat gebeurde er in Wolynië? En waarom is de ruzie tussen Polen en Oekraïne nu pas bijgelegd?

Wolynië is een historische regio rondom de stad Loetsk in het uiterste noordwesten van Oekraïne, pal aan de grens met Polen en Belarus. Van oudsher woonden hier verschillende bevolkingsgroepen door elkaar, zonder dat dit problemen opleverde.

Meer historische context bij het nieuws? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Net als de rest van Oekraïne wisselde Wolynië door de eeuwen heen nogal eens van eigenaar. Vanaf de veertiende eeuw behoorde het tot het Pools-Litouwse Gemenebest, na de achttiende-eeuwse Poolse Delingen tot het Russische Rijk, en na de Eerste Wereldoorlog en de daaropvolgende Pools-Russische Oorlog (1919-1921) tot Polen.

En toen begon de ellende. In de chaos tussen 1917 en 1921 hadden ook de Oekraïners tevergeefs geprobeerd een onafhankelijke staat uit te roepen. In het interbellum bleef de Organisatie van Oekraïense Nationalisten (OUN) onrust stoken in Wolynië, dat een etnisch-Oekraïense meerderheid kende.

Grote aantallen Oekraïners verdwenen als terroristen in de gevangenis

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Maar Poolse politie- en legereenheden pacificeerden de regio met harde hand. Grote aantallen Oekraïners verdwenen als terroristen en opstandelingen in de gevangenis. Poolse ‘kolonisten’ werden aangemoedigd om zich in Wolynië te vestigen, terwijl Oekraïense scholen, bibliotheken en kerken werden gesloten. Veel Oekraïners radicaliseerden.

‘Bloedige Zondag van 1943’

 Tijdens de Tweede Wereldoorlog namen ze wraak. Het Oekraïense Opstandelingenleger (UPA) vocht onder aanvoering van Stepan Bandera aan de zijde van de nazi’s en probeerde ondertussen de etnische Polen voor altijd te verjagen uit West-Oekraïne.

De manschappen van het UPA hielden verschrikkelijk huis in Wolynië. Ze staken complete Poolse dorpen in brand en slachtten de inwoners op onbeschrijflijk gruwelijke wijze af. Verkrachting, marteling en verminking waren aan de orde van de dag. Zieken, ouden van dagen, zwangere vrouwen, kinderen: niemand was veilig. Alle sporen van Poolse aanwezigheid werden grondig uitgewist. Katholieke kerken werden verwoest en gemeenschapshuizen platgebrand.

Op één dag gingen honderd Poolse dorpen in vlammen op

Op 11 juli 1943 gingen op één dag honderd Poolse dorpen in vlammen op. Volgens Poolse onderzoekers zijn die dag ongeveer achtduizend Polen vermoord met geweren, messen, hooivorken, bijlen en wat er verder nog voorhanden was. Ze zouden tijdens de zondagse katholieke kerkdiensten zijn belaagd. In Polen geldt die dag daarom als de ‘Bloedige Zondag van 1943’.

Poolse slachtoffers in Wolynië
Poolse slachtoffers in Wolynië, 1943.

Gure guerrillaoorlog

Aanvankelijk kon het UPA ongestoord zijn gang gaan. Maar al gauw pakten de Polen de wapens op. Zelfverdedigingsgroepjes vochten terug. Vooral in Oost-Galicië namen de Poolse partizanen wraak op de slachting onder hun volksgenoten door Oekraïense dorpjes in brand te steken. De nazi’s keken tevreden toe hoe de Oekraïners en de Polen elkaar naar de keel vlogen.

Nadat de nazi’s door het Rode Leger waren verdreven, bond de Russische geheime dienst NKVD met grof geweld de strijd aan met het UPA in het westen van Oekraïne. Volgens officiële Russische cijfers werden bijna 90.000 opstandelingen gedood en nog eens zoveel van hen gevangengenomen. Het werd een gure guerrillaoorlog, waarin beide kanten zich schuldig maakten aan gruweldaden.

De nazi’s keken tevreden toe hoe de Oekraïners en de Polen elkaar naar de keel vlogen

Het UPA kon in Wolynië en Oost-Galicië op de steun van de lokale bevolking rekenen. Daarom trad de NKVD daar ook hard tegen op. Om het UPA zijn bestaansmiddelen te ontnemen, werden duizenden Oekraïners gedeporteerd naar afgelegen gebieden in de rest van de Sovjet-Unie.

De UPA-strijders die na de Tweede Wereldoorlog over waren, vluchtten naar het Poolse West-Galicië, dat een grote Oekraïense minderheid kende. Daar vielen nog eens duizenden doden, totdat de Poolse autoriteiten in het voorjaar van 1947 met instemming van Moskou drastische maatregelen namen om voor eens en voor altijd af te rekenen met het UPA.

Tijdens ‘Operatie Wisla’ werden in drie maanden tijd meer dan 141.000 etnische Oekraïners en verwante Bojken en Lemken uit West-Galicië gedeporteerd naar voormalig Duits gebied in het westen van Polen. Hun plek werd ingenomen door etnische Polen uit Oekraïne. Daarna konden de Russische geheime diensten trots rapporteren dat de Oekraïense verzetsorganisatie opgerold was.

Pijnlijke geschiedenis wordt doodgezwegen

Uiteindelijk zorgde de strijd tussen Polen en Oekraïners voor veel slachtoffers. De schattingen lopen uiteen, maar waarschijnlijk zijn tussen 1943 en 1947 in totaal zo’n 50.000, of volgens sommige cijfers zelfs 100.000 Polen gedood. Meer dan 200.000 Polen sloegen op de vlucht. Internationaal spreken historici niet van genocide, maar wel van een etnische zuivering. Zelf lieten de Polen zich ook niet onbetuigd: tussen 1943 en 1947 vonden tussen de 10.000 en 20.000 Oekraïners de dood.

Polen nemen UPA-soldaten gevangen
Polen nemen UPA-soldaten gevangen tijdens Operatie Wisla, 1947.

Tijdens de Koude Oorlog werd deze pijnlijke gedeelde geschiedenis met de communistische mantel der liefde bedekt en doodgezwegen. Maar na de val van het IJzeren Gordijn kwam er ruimte voor gezamenlijk historisch onderzoek en toenadering tussen Oekraïne en Polen.

In 2002 betuigde de toenmalige Poolse president Aleksander Kwasniewski spijt voor Operatie Wisla. En met zijn toenmalige Oekraïense collega Leonid Koetsjma onthulde hij in 2003 een monument in Wolynië ter ere van de verzoening tussen beide landen.

PiS legt de schuld bij Oekraïne

Maar onder de vorige Poolse regering, geleid door de conservatief-nationalistische PiS-partij, werd de klok weer teruggedraaid. In 2016 nam het Poolse parlement een resolutie aan die stelde dat er in Wolynië en Oost-Galicië een genocide had plaatsgevonden op etnische Polen. In dezelfde resolutie werd 11 juli uitgeroepen tot ‘Nationale herdenkingsdag voor slachtoffers van de genocide gepleegd door Oekraïense nationalisten op de burgers van de Tweede Poolse Republiek’.

In hetzelfde jaar draaide de met overheidsgeld gesponsorde film Wolyn (Wolynië) in de Poolse bioscopen, die de gruwelijkheden met veel bloederige details in beeld bracht. Oekraïners – ‘banderisten’ en gewone burgers – werden afgeschilderd als meedogenloze bruten, die de Poolse staat letterlijk en figuurlijk wilden begraven.

PiS sponsorde een film die de gruwelijkheden met veel bloederige details in beeld bracht

PiS probeerde heel opzichtig het Poolse straatje schoon te vegen en de Polen als slachtoffers en de Oekraïners als daders weg te zetten. Dat viel in Oekraïne niet in goede aarde. Uit verzet tegen de machinaties van Vladimir Poetin – die de historische eenheid van Russen en Oekraïners propageerde – was men daar ondanks alle wandaden de ‘onafhankelijkheidsstrijd’ van Bandera en zijn UPA gaan benadrukken. De Poolse regering leek juist partij te kiezen voor Poetin.

In ieder geval was er in Oekraïense ogen te weinig aandacht voor de historische context van de massamoorden. Het Oekraïense parlement veroordeelde de Poolse resolutie in 2016 direct als een ‘eenzijdig politiek oordeel over historische gebeurtenissen’. De film Wolyn mocht in Oekraïne niet worden vertoond om onlusten te voorkomen. Gezamenlijk onderzoek naar massagraven in Wolynië werd stopgezet.

Verbroedering dankzij Russische dreiging

Met zijn grootschalige invasie van Oekraïne heeft Poetin de Polen en Oekraïners weer in elkaars armen gedreven. Of zoals Zelenski het verwoordde na een ontmoeting met de Poolse premier Donald Tusk in Warschau op 15 januari jongstleden: ‘We zijn buren en Rusland vormt de grootste bedreiging. We moeten alles doen om onze band te versterken.’

De Oekraïense president had eerder al aangegeven dat het onderzoek naar massagraven kon worden hervat zodra de oorlog was afgelopen, maar Poolse regeringsfunctionarissen bleven spelen met een Poolse blokkade van een Oekraïens EU-lidmaatschap zolang de stoffelijke resten niet werden opgegraven. Zelenski kiest daarom eieren voor zijn geld. De opgravingen kunnen snel beginnen, ook al zou Oekraïne de energie ook kunnen steken in nieuwe loopgraven.

Over de Poolse eis dat Oekraïne de gebeurtenissen ook bestempelt als genocide werd met geen woord gerept. Zelenski en Tusk beloven een ‘constructieve historische dialoog’ te blijven voeren, die moet dienen als bezweringsformule. De ruzie lijkt definitief bijgelegd, al toont de recente geschiedenis aan dat er altijd weer een andere politieke wind kan gaan waaien.

Openingsbeeld: Polen demonstreren tegen Oekraïne en de historische gebeurtenissen in Wolyn, 2024. Foto door Aleksander Kalka, via ANP.