Home Dossiers Tweede Wereldoorlog ‘Phoney War’ gaf Polen valse hoop

‘Phoney War’ gaf Polen valse hoop

  • Gepubliceerd op: 23 april 2024
  • Laatste update 04 mei 2024
  • Auteur:
    Steven de Boer
  • 12 minuten leestijd
Bewoners van Warschau zijn hoopvol na de Engelse oorlogsverklaring aan nazi-Duitsland, 3 september 1939.
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Waarom nu?

Terwijl Oekraïne bijna door zijn munitie heen is, treuzelt het Westen. In de VS houdt de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden stemming over een nieuw steunpakket tegen.

Toen de Polen door Hitler werden aangevallen, verwachtten ze steun van hun bondgenoten. Maar van Britse en Franse garanties kwam niks terecht. Sterker nog, tot 10 mei 1940 gebeurde er vrijwel niets aan het westelijk front. Tijdens deze ‘Phoney War’ zaten de geallieerden op hun handen, terwijl de Polen vochten voor hun leven.  

Op zondag 3 september 1939, terwijl Warschau werd geteisterd door Duitse bombardementen, klonk in de historische straat Nowy Świat het ‘God Save the King’.  Een uitbundige, bloemenwerpende menigte had zich voor de Britse ambassade verzameld. Ambassadeur Sir Howard Kennard verscheen op het balkon, waar hij met wild gejuich werd begroet: ‘Lang leve Groot-Brittannië!’ Even later volgde de Poolse buitenlandminister Józef Beck. De twee schudden elkaar de hand en richtten zich tot de joelende mensenmassa. ‘Lang leve Polen!’ riep Kennard. ‘We zullen zij aan zij tegen agressie en onrechtvaardigheid vechten.’ Beck verklaarde dat hij nooit aan zijn bondgenoot had getwijfeld: ‘Groot-Brittannië zal ons niet in de steek laten.’  

Meer lezen over Adolf Hitler? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Elders in Warschau werd de ‘Marseillaise’ gezongen. Die zondag gebeurde namelijk waar de Polen op hadden gehoopt: het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk verklaarden Duitsland de oorlog. Adolf Hitlers invasie was toen al twee dagen onderweg, en de verwoestende Wehrmacht stoomde ongenadig voorwaarts. Maar de Polen boden dapper verzet, in de verwachting dat een geallieerd offensief in het westen weldra verlichting zou brengen. Nu was dat moment gekomen, zo dachten veel Polen. Hun machtige bondgenoten zouden te hulp schieten, en de oorlog zou snel voorbij zijn. Hierin werden ze echter zwaar teleurgesteld. 

Duitse soldaten  slopen de grensversperring tussen  Duitsland en Polen,  1 september 1939.
Duitse soldaten slopen de grensversperring tussen Duitsland en Polen, 1 september 1939. Bron: Getty Images.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Inschattingsfout

De juichende menigtes in Warschau wisten niet dat een actieve verdediging van Polen geen onderdeel was van de geallieerde strategie. Het Brits-Franse beleid was erop gericht om Hitlers territoriale ambities met diplomatie te bedwingen. Deze aanpak bereikte een hoogtepunt op de Conferentie van München in september 1938. Daar sneden de Europese grootmachten met een taartmes in Tsjecho-Slowakije, en gaven het stuk Sudetenland aan Hitler in ruil voor vredesgaranties. Bij thuiskomst wapperde de Britse premier Neville Chamberlain triomfantelijk met het verdrag en verzekerde zijn toehoorders dat hij ‘peace for our time’ had veiliggesteld. Maar die vrede was van korte duur: in maart 1939 verbrak Hitler zijn beloften en bezette het hele Tsjechische gedeelte van Tsjecho-Slowakije. Chamberlains appeasementpolitiek had gefaald, en er moest een nieuwe manier worden gevonden om de Duitse dictator in te tomen. 

Polen was de volgende beproeving. Hitler liet er geen misverstand over bestaan dat hij de gebieden en Volksgenossen terugwilde die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog aan zijn buurland had moeten afstaan. Op 31 maart 1939 verklaarden het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk dat ze ‘alle mogelijke steun’ zouden verlenen als de Poolse soevereiniteit zou worden bedreigd. Polen voelde zich gesterkt, zeker toen zijn nieuwe bondgenoten de alliantie bekrachtigden met garanties. In mei ondertekenden de Franse opperbevelhebber Maurice Gamelin en de Poolse oorlogsminister Tadeusz Kasprzycki een verdrag waarin een verregaand Frans hulpoffensief werd beloofd bij een Duitse invasie. En tijdens een bezoek aan Warschau in juli sprak Edmund Ironside, inspecteur-generaal van het Britse leger, openlijk over plannen om Polen van honderd moderne bommenwerpers te voorzien.  

‘Ik zal een duivelsdrank voor ze brouwen,’ zei Hitler 

Van dit alles zou niets terechtkomen. Polen verwachtte concrete militaire steun, maar de geallieerden waren nooit van plan geweest om die te bieden. Chamberlains beleid was daarentegen om Polen als middel te gebruiken om Hitler te beheersen; het schrikbeeld van een grote oorlog zou genoeg moeten zijn om de dictator tot bedaren te brengen. Dit bleek een grote inschattingsfout. Toen Hitler ontdekte wat Chamberlain in zijn schild voerde, bond hij niet in, maar barstte in woede uit. Vloekend en tierend zou Hitler door zijn kamer hebben gestampt, en hij gromde een duister dreigement: ‘Ik zal een duivelsdrank voor ze brouwen.’ 

De ingrediënten van die duivelsdrank werden die zomer onthuld. In augustus reisde de Duitse buitenlandminister Joachim von Ribbentrop naar Moskou voor onderhandelingen. Eerder hadden ook de Britten en Fransen geprobeerd om Sovjetleider Stalin aan hun kant te krijgen, maar die missie was op niets uitgelopen. De geallieerden hoopten Hitler af te schrikken met hun aanwezigheid in Moskou, maar ze hadden Stalin niets te bieden en de onderhandelingen liepen vast. Ribbentrops voorstel klonk Stalin beter in de oren: een niet-aanvalsverdrag met een ‘geheim protocol’ waarin beide partijen de grenzen van hun ‘invloedssferen’ vaststelden. Polen werd in twee helften verdeeld. Op 23 augustus ondertekenden Ribbentrop en zijn Sovjettegenhanger dit Molotov-Ribbentroppact, en daarmee was voor Hitler de weg vrij om zijn plannen uit te voeren. 

Een huwelijk tussen Hitler en Stalin, verwijzend naar het Molotov-Ribbentrop-pact. Cartoon door Clifford K. Berryman, 1939.
Een huwelijk tussen Hitler en Stalin, verwijzend naar het Molotov-Ribbentrop-pact. Cartoon door Clifford K. Berryman, 1939. Bron: Bridgeman Images.

De onvermijdelijke oorlog kon nu elk moment losbarsten. In deze angstige dagen verlangde Polen hernieuwde toezeggingen van zijn bondgenoten. Op 25 augustus zetten de Poolse ambassadeur in Londen, Edward Raczyński, en de Britse buitenlandminister Lord Halifax hun handtekeningen onder een ‘Agreement of Mutual Assistance’, waarin de Britten andermaal benadrukten dat ze Polen ten volle zouden bijstaan in het geval van vijandelijkheden met een andere Europese macht. Het was voor Hitler aanleiding om zijn invasie van Polen uit te stellen, maar die liet niet lang meer op zich wachten. De Britten en Fransen probeerden nog wanhopig te bemiddelen, maar op 31 augustus gaf Hitler opnieuw het bevel voor een invasie. De volgende ochtend, vlak na zonsopgang, opende het Duitse slagschip Schleswig-Holstein het vuur op een militair depot bij de vrije stad Danzig: de openingssalvo’s van de oorlog. 

Aanval vanuit Midden-Oosten?

De wens om toch iets te doen tijdens de Phoney War leidde soms tot wilde plannen. Zo ontstond het idee om vanuit het Midden-Oosten olieraffinaderijen in de Kaukasus te bombarderen. Hiermee wilden de geallieerden niet alleen de Sovjetindustrie platleggen, maar ook de olie-export naar Duitsland verhinderen. Er vond een aantal verkenningsvluchten plaats, maar ‘Operatie Pike’ werd uitgesteld door de invasie van West-Europa. Toen Hitler in juni 1941 de Sovjet-Unie binnenviel kwam Operatie Pike weer even uit de la, maar de Duitsers slaagden er niet in om de Kaukasische olievelden te bezetten.  

Timide soldaten  

Terwijl de Wehrmacht de Poolse grenzen van drie kanten bestookte en de eerste bommen uit de lucht vielen, overwogen het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk hun reactie. Nu zou duidelijk worden wat al die ruimhartige garanties waard waren. Polen drong aan op onmiddellijke hulp, maar de Britten weifelden. Chamberlain stuurde wel een ultimatum naar Berlijn, maar daar zat geen deadline bij. Ook de Franse premier Édouard Daladier zond bericht, maar zijn kabinet was verdeeld, en bovendien heerste de wens om eerst Parijs te evacueren. Een wanhopige poging om de Italiaanse leider Mussolini te laten bemiddelen zorgde voor nog meer vertraging.  

Toen de geallieerden op 2 september nog niet in actie waren gekomen, werden de Polen ongedurig; ambassadeur Raczyński belaagde kabinetsleden in het Britse Lagerhuis met zijn eisen. Maar aan beide kanten van Het Kanaal bleef de aarzeling groot, terwijl strijdlustige en behoedzame stemmen om voorrang streden. Een dreigende kabinetscrisis bewoog Chamberlain er uiteindelijk toe om in de ochtend van 3 september een laatste ultimatum af te geven. Toen er om 11.00 uur nog geen reactie was, nam Chamberlain achter een radiomicrofoon plaats om de Britse natie te vertellen dat ze in een staat van oorlog verkeerde. Frankrijk volgde die middag om 17.00 uur. 

Poolse soldaten van de luchtafweerartillerie-eenheid tijdens het Beleg van Warschau door de Duitsers, september 1939.
Poolse soldaten van de luchtafweerartillerie-eenheid tijdens het Beleg van Warschau door de Duitsers, september 1939.

In het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland werden de oorlogsverklaringen met grimmige ontsteltenis ontvangen, terwijl in Polen een vonk van hoop en optimisme brandde. Maar konden de geallieerden wel iets voor hun bondgenoot betekenen? Chamberlains beleid om Hitler met retoriek te intimideren had als gevolg dat de indrukwekkende garanties aan Polen niet in concrete militaire plannen waren vertaald. De geallieerden startten meteen een economische zeeblokkade tegen Duitsland, maar verder kwam er weinig van de grond.  

Zo werden de eerste maanden van de Tweede Wereldoorlog getekend door een opvallende inactiviteit aan het westelijk front. Buitenstaanders konden hiervan opkijken. ‘There is something phoney about this war,’ liet de Amerikaanse senator William E. Borah optekenen in The Pittsburgh Press. De term ‘Phoney War’ (‘nepoorlog’) zou in zwang raken om deze oorlogsfase aan te duiden. Britten hadden het ook wel over de ‘Bore War’, en de Fransen kozen voor ‘drôle de guerre’ (‘vreemde oorlog’). In het Duits bestond de term ‘Sitzkrieg’ (‘zittende oorlog’), en Winston Churchill sprak graag van de ‘Twilight War’ (‘schemeroorlog’). 

Britse soldaten komen aan in Frankrijk, 1939.
Britse soldaten komen aan in Frankrijk, 1939.

De enige noemenswaardige actie in het westen onderstreepte alleen maar de slepende besluiteloosheid. Op 7 september staken elf Franse divisies de Duitse grens over en kropen de regio Saarland in. Ogenschijnlijk moest dit offensief de beloofde ontlasting van het Poolse front brengen, maar de inval bleef beperkt tot zo’n 13 kilometer. De Franse troepen veroverden twaalf plaatsjes zonder enige weerstand. Maar ze wisten niet dat ze een verbluffend numeriek overwicht van 3:1 hadden, tegenover een sterk uitgeklede Duitse verdedigingsmacht. Bovendien waren de fortificaties in Saarland incompleet en kwetsbaar.   

Als de Fransen met volle inzet hadden aangevallen, hadden ze de Wehrmacht serieuze schade kunnen berokkenen. Maar de timide soldaten schuifelden halfslachtig naar voren, en het Duitse opperbevel zag geen reden om versterkingen te sturen. Zo werd het Saaroffensief niets meer dan een geallieerde propagandacoup. Dramatische persberichten meldden dat het Franse leger ‘over de Duitse grens stroomde’, en dat de Duitsers halsoverkop hun troepen verplaatsten, of zelfs in paniek vluchtten. De Polen klampten zich maar al te graag vast aan deze valse hoop. 

Gevechten op zee

Hoewel het aan land rustig was tijdens de Phoney War, vonden op zee al verschillende acties plaats. Op de eerste dag van de oorlog bracht een Duitse duikboot het Britse passagierschip SS Athenia tot zinken, waarbij 117 personen om het leven kwamen. Hiermee was het startschot gegeven voor de Slag om de Atlantische Oceaan. Op 17 september ging het eerste Britse slagschip, HMS Courageous, ten onder, en een maand later bereikte de Duitse duikbootcommandant Günther Prien een heldenstatus door een Britse haven te penetreren en de HMS Royal Oak naar de bodem van de zee te verwijzen. Maar de Britten boekten in december ook een succesje: ze schakelden het pantserschip Admiral Graf Spee uit. 

De Britten toonden in september al net zo weinig daadkracht. De British Expeditionary Force was met een aantal divisies in Frankrijk gearriveerd, maar die waren slecht uitgerust en getraind. Bovendien stonden ze onder Frans commando en konden dus niet onafhankelijk opereren, zelfs al hadden ze dat gewild. De Royal Air Force was ook in actie gekomen, maar een aanval op marine-installaties in Wilhelmshaven en Brunsbüttel richtte weinig schade aan en kostte vijf vliegtuigen. Tien Whitley-bommenwerpers vlogen over Duitsland, maar die wierpen geen bommen; 5,4 miljoen foldertjes dwarrelden neer op steden als Hamburg en Bremen, met daarop een propagandaverhaal over de Britse ‘vredeswens’. 

De Britten en Fransen wilden hun legers sparen

De geallieerde inertie werd gerechtvaardigd met diverse excuses. Britse leiders bleken zelfs in staat om hun ogen te sluiten voor de brutaliteit van de Duitse bombardementen. In een kabinetsnota werd de vijand vrijgesteld van elke overtreding; de gevallen waarbij burgerdoelen werden geraakt, waren slechts ongelukken. De ontmoetingen van de Supreme War Council maakten duidelijk dat de Britten en Fransen hun legers wilden sparen voor de langere termijn; een ontlastend offensief tegen Duitsland was de moeite simpelweg niet waard. Tijdens de vergadering van 22 september werd Polen amper nog genoemd, en in het aansluitende persbericht helemaal niet meer. Blijkbaar hadden de geallieerden hun bondgenoot opgegeven. 

Wreedheden  

De Polen, verwikkeld in een doodsstrijd, waren zich hier nog niet van bewust. Terwijl de inwoners van Warschau gebukt gingen onder hevige bombardementen, artillerieaanvallen en voedselschaarste, vroegen ze zich nog altijd af waar de beloofde Brits-Franse hulp bleef. Maar de Polen waren gedoemd, zeker na de oostelijke inval van de Sovjet-Unie op 17 september. Vanaf het begin vochten ze een verloren oorlog, tegen een Wehrmacht die veel groter, geavanceerder en mobieler was. En ze werden blootgesteld aan de gruwelijke wreedheden die de Tweede Wereldoorlog zouden kenmerken: bombardementen op burgers, racistische vervolgingen, brute vergeldingen en massamoorden. De invasie van vijf weken kostte zo’n 78.000 Poolse soldaten het leven, en het aantal burgerdoden wordt geschat op wel 100.000. 

Een Schotse soldaat schrijft een waarschuwing aan Hitler op een trein, 22 september 1939
Een Schotse soldaat schrijft een waarschuwing aan Hitler op een trein, 22 september 1939. Bron: Getty Images.

Het Poolse conflict was voorbij, maar de Phoney War nog niet. De aandacht verplaatste zich naar Noord-Europa, waar op 30 november de Sovjet-Unie Finland binnenviel. De weerbarstige Finnen, die aanvankelijk standhielden tegen een veel grotere invasiemacht, konden rekenen op sympathie van de geallieerden. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk planden een hulpexpeditie van 135.000 man, maar Noorwegen en Zweden weigerden de troepen doorgang te verlenen, en de Winteroorlog eindigde op 13 maart voordat de expeditie Finland kon bereiken. In plaats daarvan werden geallieerde troepen in april naar Noorwegen gezonden, dat voor Duitsland van strategisch belang was vanwege de ijzerinvoer uit Zweden. Een expeditiemacht van zo’n 38.000 Britten, Fransen en Polen vocht tevergeefs om Noorwegen tegen een Duitse invasie te beschermen, en trok zich vanaf 10 mei snel terug, in respons op Hitlers invasie van West-Europa.  

De invasie kostte 78.000 Poolse soldaten het leven 

De falende geallieerde inzet in Noord-Europa kostte zowel Édouard Daladier als Neville Chamberlain de kop; beide regeringsleiders zagen zich genoodzaakt af te treden. Daarmee kwam ook de Phoney War ten einde. De Tweede Wereldoorlog ging een nieuwe, beangstigende fase in, en de geallieerden konden niet langer stilzitten. 

Meer weten

  • Appeasement (2019) door Tim Bouverie bestudeert de Britse appeasementpolitiek. 
  • First to Fight (2020) door Roger Moorhouse geeft een genuanceerd en compleet beeld van de Poolse invasie. 
  • The Winter War (2013) door William R. Trotter vertelt het verhaal van de Fins-Russische Oorlog. 

Openingsafbeelding: Bewoners van Warschau zijn hoopvol na de Engelse oorlogsverklaring aan nazi-Duitsland, 3 september 1939.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 5 - 2024