Hoe moeten we ons de samenleving van het Romeinse Rijk voorstellen? Als een slavenstaat, geregeerd door een bestuurlijke elite, die zich verveeld laat bedienen door devoot en zwijgzaam ‘personeel’? In menige Hollywoodfilm krijgen we een dergelijk Rome voorgeschoteld. En in zekere zin is dat beeld correct. Ten minste 30 procent van de Romeinse bevolking leefde in slavernij. Toch weet emeritus hoogleraar Oude Geschiedenis Emily Hemelrijk het beeld te nuanceren.
Behalve de happy few die de bestuursorganen bevolkten en de massa van slaven, leefde er een middenlaag van vrijgelatenen. Menig meester schonk zijn slaven vroeg of laat de vrijheid, bij wijze van gunst (beneficium) voor verleende diensten. De status van deze vrijgelatenen was diffuus. Zelfs in juridische zin bleef de afhankelijkheidsrelatie met de voormalige slavenhouder bestaan. De meester en zijn nazaten konden altijd een beroep doen op de verplichte dankbaarheid van hun voormalige slaven.
De vrijgelatenen waren trots op de professie die zij verworven hadden en waarmee ze de rest van hun leven hun brood verdienden. Op hun grafmonumenten profileerden ze zich als ambachtsman, slager, timmerman of arts. En vrijgelaten vrouwen wensten bijvoorbeeld als juwelierster, loodgietster of herbergierster te worden herinnerd. Een bestuurlijke positie zat er voor de eerste generatie vrijgelatenen niet in, hoe hoog zij de maatschappelijke ladder ook beklommen hadden. Wanneer zij erin slaagden rijk te worden, bewezen zij hun gemeenschap een wederdienst, in de vorm van tempels, gladiatorenspelen of openbare banketten. Wat de charitas betreft, namen zij een voorbeeld aan hun voormalige meesters.
Hemelrijk schetst een samenleving die vaak haaks staat op de stoïcijnse levenshouding van klassieke auteurs als Seneca en Marcus Aurelius. Volgens de grafmonumenten werd er hartstochtelijk liefgehad en gerouwd, waarbij seks bepaald niet onder stoelen of banken werd gestoken. Een patroon koesterde de schoonheid van de slavin die hij gehuwd had. ‘Op haar sneeuwwitte boezem waren haar kleine tepels bevallig gevormd.’ Vloekteksten kwamen ook voor. ‘Ik wens haar spijker en touw om zich op te hangen en brandend pek om haar kwaadaardige hart te verteren,’ meldde een bedrogen echtgenoot. In tegenstelling tot wat de ondertitel suggereert, heeft Emily Hemelrijk met Eindelijk vrij meer dan alleen een vrouwengeschiedenis geschreven. In haar dynamische portret van de Romeinse samenleving hebben de vrijgelatenen – mannen en vrouwen – een gezicht gekregen.
Eindelijk vrij. Hoe vrouwen in het Romeinse Rijk de slavernij achter zich lieten
Emily Hemelrijk
280 p. Balans, € 23,99

Openingsbeeld: Een slavin als kapster. Fresco uit de eerste eeuw na Christus.
