Geschiedschrijving ligt in de frontlinie van de cultuuroorlogen. De conservatieve Britse socioloog Frank Furedi kiest in The War Against the Past duidelijk partij.
Furedi maakt de kachel aan met wetenschappers en activisten die zich overgeven aan ‘presentisme’. Die proberen het verleden volgens hem niet in zichzelf te begrijpen, maar koloniseren de geschiedenis voor hun eigen opvattingen. Hij geeft daarvan volop voorbeelden. Van academici die vinden dat de Oudheid niet meer kan vanwege de ‘toxische masculiniteit’ die toen hoogtij zou vieren, tot docenten en studenten die zich niet meer willen verdiepen in ‘foute’ witte mannen zoals Mozart, Puccini, Dickens en Shakespeare. Maar ook van klimaatactivisten die vinden dat de Maya’s goed bezig waren met hun ‘duurzame landbouw’.
Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Zelfs de Franse revolutionairen, de Chinese communisten en de stalinisten hebben het verleden niet zo sterk naar hun eigen moraal proberen te vormen, betoogt Furedi, die eerder onder meer schreef over onderwijs, opvoeding en identiteit. Zijn eigen ideeën hebben een flinke evolutie doorgemaakt. Hij begon als trotskist, evolueerde in een brexiteer en leidt nu een conservatieve denktank in Brussel.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Af en toe vliegt hij uit de bocht en windt hij zich op over evidente gekken, maar zijn boek bevat toch een interessant overzicht van de veranderende opvattingen over het verleden. Zowel linkse als rechtse ideologen hebben altijd geprobeerd vroegere gebeurtenissen in hun eigen straatje te passen. Maar met als uitgangspunt dat je van het verleden kon leren en erop kon voortbouwen. Begin twintigste eeuw veranderde dat en raakten denkers uit beide richtingen ervan overtuigd dat een breuk met vroeger nodig was. Er moest een Nieuwe Mens ontstaan.
De kloof met het verleden voltrok zich in vier fasen: progressieven moesten er weinig van hebben omdat ze zich op de toekomst richtten. Daarna begon het verleden als een obstakel voor vernieuwing te gelden. Vervolgens werd ‘traditie’ een negatief begrip. Ten slotte werd het verleden als gevaarlijk beschouwd; vroeger onrecht zou tot latere misstanden hebben geleid. Sommige activisten koesteren inmiddels wraakgevoelens en willen alles wat aan vroeger herinnert afbreken.
Nu traditionele identiteiten zijn onttroond, is er een zoektocht naar nieuwe ontstaan. En dat blijkt nog niet zo makkelijk. Furedi’s grootste zorg is wat deze ontwikkeling voor jongeren betekent. Ze kunnen zich niet meer vastklampen aan oude vormen en gedachten. De overdracht van verhalen van de ene generatie op de andere stokt of het zijn verhalen vol beschuldigingen en schuldbesef geworden. Hij werpt daarom een boeiende vraag op: hebben jongeren tegenwoordig misschien minder belangstelling voor het vak geschiedenis omdat het zo vaak wordt overgoten met een moraliserend sausje?
The War Against the Past. Why the West Must Fight for Its History
Frank Furedi
272 p. Polity Press, € 21,04
