Met raketten brengt het Pentagon het ene na het andere Venezolaanse schip tot zinken. Trump dreigt met militair ingrijpen om drugsbendes in Venezuela te bestrijden, maar critici denken dat hij uit is op een regime change. Volgens emeritus hoogleraar Patricio Silva zijn we getuige van Trumps interpretatie van de Monroe-doctrine.
Dat buitenlands beleid stamt uit 1823, toen president James Monroe iedere vorm van Europese bemoeienis op het Amerikaanse continent tot vijandige handeling verklaarde. Zijn opvolgers beriepen zich sindsdien op die theorie om zelf in te kunnen grijpen in Latijns-Amerika, maar de mate van interveniëren hing af van de bewoner van het Witte Huis.
Passen de aanvallen op Venezuela in deze traditie?
‘Ja, al wijkt de huidige escalatie qua vorm en intensiteit af van eerdere inmenging. De VS hielpen vaker Latijns-Amerikaanse regeringen ten val te brengen, maar dan vooral met geheimzinnige operaties. Trump daarentegen is buitengewoon expliciet. Een gebeurtenis die er wel wat op lijkt, is de Amerikaanse invasie van Panama in december 1989. Toen noemde Washington de Panamese generaal Manuel Noriega een “narcoleider”, net als de Venezolaanse president Nicolás Maduro nu.’
Bemoeide iedere Amerikaanse president zich met Latijns-Amerika?
‘Het maakte veel uit wie er in het Witte Huis zat. Theodore Roosevelt gedroeg zich expansionistisch: hij voerde oorlog om Cuba en veroverde Puerto Rico. Maar Franklin Roosevelt kwam tijdens de crisis van de jaren dertig juist met een ‘good neighbour’-beleid die om non-interventie draaide. Als de VS het moeilijk hadden en druk waren met zichzelf, kreeg Latijns-Amerika meer zuurstof. In 2013 zei Barack Obama’s minister van Buitenlandse Zaken nog: ‘Het tijdperk van de Monroe-doctrine is voorbij’. Maar in 2019 noemde Trumps adviseur John Bolton de doctrine alweer “alive and well”.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
‘Als de VS druk waren met zichzelf, kreeg Latijns-Amerika meer zuurstof’
Wat vonden Latijns-Amerikanen van de bemoeienis uit Washington?
‘Er waren altijd voorstanders te vinden, want Amerikaanse interventie leverde behalve verliezers ook winnaars op. In het verleden gingen oppositiepartijen vaak letterlijk naar de Amerikaanse ambassade om hulp te vragen bij het van de troon stoten van de machthebbers. Soms kregen ze dan militaire bijstand, soms geld. Toen vrachtwagenchauffeurs in oktober 1972 staakten in het Chili van Salvador Allende, kon niemand verklaren hoe ze zo lang konden overleven zonder inkomen. Achteraf bleek dat de CIA de stakers financierde om de regering te destabiliseren.
In 1983 hoopte Argentinië profijt te hebben van de Monroe-doctrine tijdens de Falkland-oorlog. Buenos Aires beriep zich op een collectief verdedigingsverdrag tussen de VS en Zuid-Amerikaanse landen uit 1947. Dat werd destijds gesloten vanwege de Russische dreiging, maar nu wilden de Argentijnen het tegen Groot-Brittannië gebruiken. Het land had alleen de pech dat Ronald Reagan en Margaret Thatcher op één lijn zaten, dus Amerikaanse steun kwam er niet.’

Is het Trump echt om drugs te doen?
‘Het Witte Huis wil Latijns-Amerika beschermen tegen Chinese, Indiase en Russische invloeden, dat is pure Monroe-doctrine. Drugsbestrijding speelt een rol, maar het gaat ook om grondstoffen. Trump is bang dat Maduro grondgebied wil innemen van buurland Guyana, waar veel olie is gevonden. De president zal wel terughoudend zijn: als hij het hele Venezolaanse regime vervangt, zal dat voor enorme chaos zorgen. Hij heeft liever een quick change dan totale ontwrichting, zodat hij sneller deals kan maken. Hij zal ook rekening houden met de illegale immigratie, want oorlog zal leiden tot een vluchtelingengolf.’
Wat zou een oorlog betekenen voor Nederland en de ABC-eilanden?
‘Nederland moet voorzichtig zijn en aan de lange termijn denken: we zijn buren van Venezuela. Bovendien zit het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. De Latijns-Amerikanen maken daar veel gebruik van, en bemoeienis bij een eventuele oorlog zou de status van Nederland aantasten als plaats waar het internationaal recht wordt bewaakt. Alleen als er een Venezolaanse bom op een van de ABC-eilanden valt, kan Nederland zich uit verdediging achter Amerika scharen.’
Patricio Silva
(1957) is emeritus hoogleraar Geschiedenis van Latijns–Amerika aan de Universiteit Leiden. Hij schreef meerdere boeken over de geschiedenis van Chili, waaronder Public Probity and Corruption in Chile (2019) en The Boric Government in Chile (2024).

