Home Buitenstaander Margaret Thatcher

Buitenstaander Margaret Thatcher

  • Gepubliceerd op: 15 november 2000
  • Laatste update 06 okt 2022
  • Auteur:
    Anneke Ribberink
  • 11 minuten leestijd
Buitenstaander Margaret Thatcher

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

28 november 1990 moest ze aftreden. Maar liefst elf en een half jaar was ze prime minister geweest: Margaret Thatcher. Hoe was ze erin geslaagd zo ver te komen en zo lang aan te blijven in een zo weinig vrouwvriendelijke mannenwereld als de Britse politiek? Een analyse.

Maar liefst elf en een half jaar was Margaret Thatcher prime minister van Groot-Brittannië, van mei 1979 tot november 1990. Daarmee is ze de langst zittende premier in de Britse twintigste eeuw. Ze won drie opeenvolgende algemene verkiezingen, waarvan twee met grote meerderheid. Geen enkele andere Britse partijleider heeft dat succes kunnen evenaren.

 

Eerste vrouwelijke premier

Ook als ze een man was geweest, zou er sprake zijn van een op zijn minst opmerkelijk te noemen resultaat. Maar Margaret Thatcher is een vrouw, de eerste vrouwelijke Britse partijleider en prime minister en zelfs de eerste vrouwelijke premier in een westers land.

In die hoedanigheid heeft ze geschiedenis gemaakt, maar ook door haar manier van regeren, het thatcherisme. Doorgaans bedoelt men daarmee haar buitenlandse en economische politiek en haar (agressieve) manier van optreden. Maar de term thatcherisme markeert ook een doorbraak in de sekseverhoudingen. Zonder daarop uit te zijn – Margaret Thatcher is allerminst een feministe te noemen – heeft de iron lady een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de maatschappelijke en politieke positie van vrouwen.

Niet omdat ze specifiek maatregelen nam in het voordeel van haar seksegenoten. Ze wordt er, integendeel, van beschuldigd vrouwen niet, of alleen op traditionele wijze in haar beleid betrokken te hebben. Maar door te laten zien dat ook een vrouw een gerespecteerd en zelfs gevreesd politiek leider kan zijn, heeft ze de opvatting dat vrouwen niet in de politiek thuis horen naar het rijk der fabelen verwezen.

Zonder daarop uit te zijn heeft Thatcher een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de positie van vrouwen

Wat zijn de fundamenten van het thatcherisme? Een combinatie van persoonlijke en politiek-maatschappelijke omstandigheden vormt de basis van het succes van Margaret Thatcher.

Mondiaal hebben tussen 1945 en 2000 ongeveer vijftien vrouwen het tot nationaal leider gebracht. De meesten van hen kwamen aan de macht in tijden van sociale of politieke onrust. Zo ook Margaret Thatcher.

In de jaren zeventig zag de sociaal-economische situatie er in Groot-Brittannië allerminst rooskleurig uit. Men sprak van een British disease. De werkloosheid was hoog; in 1977 waren er meer dan 1,5 miljoen werklozen, en ook de inflatie was hoog; in 1975 bedroeg het inflatiepercentage maar liefst 25 procent. De verhoudingen tussen werkgevers en werknemers waren sterk gepolariseerd, waardoor er veel gestaakt werd. Daarnaast bleef de technologische ontwikkeling achter.

Keynesiaans beleid

Het Keynesiaanse consensusbeleid – de overheid pompt geld in de economie in tijden van recessie – dat tot dan toe zowel door Labour als door de Conservatieven werd gedragen, had zijn beste tijd gehad. Slechts de olie- en gasvondsten in de Noordzee konden voorkomen dat de Britse economie onherstelbaar getroffen werd.

In de late jaren zeventig had een Labour-regering nog gepoogd orde op zaken te stellen. Met onvoldoende resultaat. Mei 1979 moest de regering van voormalig vakbondsman James Callaghan het veld ruimen voor de Conservatieven onder leiding van premier Margaret Thatcher.

Het lijkt opmerkelijk dat juist de Conservatieven – nu niet bepaald bekend om hun feministische gezindheid – de eerste vrouwelijke premier leverden. Men moet zich realiseren dat deze partij midden jaren zeventig in grote verwarring verkeerde door het mislukken van het Keynesiaanse consensusbeleid.

Sinds haar studententijd had Margaret Thatcher gestaag aan de opbouw van een carrière in de Conservative Party gewerkt en onder Edward Heath (1970-1974) had ze het zelfs tot minister van Onderwijs gebracht.

Thatcher moest vechten om haar economische denkbeelden geaccepteerd te krijgen bij de Tories

Door de verslechterende economische situatie in de jaren zeventig voelde Thatcher zich steeds meer aangetrokken tot de denkbeelden van Keith Joseph, een toonaangevende intellectueel bij de Tories. In navolging van de Chicago School van anti-Keynesiaanse economen propageerde Joseph een monetaristische aanpak. De inflatie, de oorzaak van alle kwalen, kon alleen beteugeld worden door een strenge beheersing van de geldvoorraad, een verlaging van de belastingen en een sluitende begroting: bezuinigen dus.

De Tories lieten zich niet zo maar overtuigen. Thatcher en Joseph hebben midden jaren zeventig heel wat robbertjes moeten vechten om hun denkbeelden geaccepteerd te krijgen. Een niet onbelangrijk deel van hun partijgenoten bleef tegen.

Toen Joseph vanwege controversieel optreden afviel als mogelijk politiek leider, leek Margaret Thatcher voor een aantal right wing kopstukken in de Conservative Party de aangewezen kandidaat. Van 1975 tot 1979 was ze Leader of the Opposition. Daarna kreeg Thatcher de kans om te tonen wat ze waard was als eerste vrouwelijke prime minister.

Tweede feministische golf

Zou Margaret Thatcher politiek zo ver gekomen zijn als er géén opleving in de feministische beweging was geweest? De tweede feministische golf die eind jaren zestig over de Verenigde Staten en West-Europa spoelde, liet ook Groot-Brittannië niet onberoerd.

Politieke partijen, ook de minder progressieve, haastten zich om de meest in het oog lopende achterstelling van vrouwen in hun gelederen op te heffen. Bij de Conservative Party hadden altijd weinig vrouwen gewerkt. Toen Margaret Thatcher zich in de jaren vijftig politiek steeds meer begon te profileren, vroegen velen zich af: kon dat wel, een vrouw in the House of Commons en nog wel een vrouw met kinderen? Toch lukte het haar in 1959, op 34-jarige leeftijd, een parlementszetel te behalen.

Toen Thatcher zich in de strijd wierp voor het leiderschap van de Tories, was haar sekse opnieuw een punt van discussie. Maar ze had wind mee, de feministische beweging was op een hoogtepunt. De Conservative Party kon het nauwelijks maken aan haar voorbij te gaan.

Vrouwen sluiten ook zichzelf uit omdat ze zich niet aan de heersende normen en waarden wensen aan te passen

Toch is dit niet het hele verhaal. Dankzij de tweede feministische golf zijn veel vrouwen doorgestoten naar hogere regionen, maar zelden bereiken ze de hoogste posten. Dit internationale verschijnsel, ook wel ‘het glazen plafond’ genoemd, wordt veroorzaakt door openlijke en verborgen weerstanden en mechanismen in de heersende (overwegend mannen-)culturen in politiek, overheid, bedrijfsleven en wetenschap. Vrouwen worden buitengesloten, maar sluiten ook zichzelf uit omdat ze zich niet aan de heersende normen en waarden wensen aan te passen.

Margaret Thatcher wist aan dit mechanisme te ontkomen, waarschijnlijk dankzij een aantal persoonlijke omstandigheden en kwaliteiten.

Een gelukkige jeugd in Engeland

Afgaande op haar autobiografie heeft Margaret Thatcher, toen nog Roberts geheten, een gelukkige jeugd gehad. Geboren in 1925 groeide ze op in het stadje Grantham in Lincolnshire (midden Engeland), als jongste van een gezin met twee dochters. Haar vader, Alfred Roberts, was eigenaar van twee goedlopende kruidenierszaken, hij was actief in de Methodistische kerk en op politiek gebied en zou eindigen als burgemeester van Grantham. Haar moeder, Beatrice Roberts, was voor haar huwelijk naaister en werd huisvrouw toen ze trouwde.

In de opvoeding van zijn dochters benadrukte Margarets vader het belang van intellectuele vorming, politiek actief zijn en het kunnen vertrouwen op je eigen oordeel. Vooral deze laatste eigenschap heeft ertoe bijgedragen dat Margaret op cruciale momenten in haar politieke carrière alleen durfde te staan.

Van haar moeder leerde Margaret alles over het runnen van een huishouden in combinatie met andere zaken – er moest immers ook altijd in de winkel worden gewerkt – en hoe belangrijk het is er altijd verzorgd en netjes uit te zien.

Margaret studeerde af als chemicus, maar het was haar grote droom om politicus te worden

In 1947 studeerde Margaret Roberts af als chemica, maar haar liefste wens was: parlementariër te worden. Ze kreeg een baan als scheikundig onderzoeker bij een plasticfabriek in de buurt van Colchester, en was daarnaast politiek actief. In deze periode ontmoette Margaret haar toekomstige echtgenoot, de tien jaar oudere directeur van een verffabriek, Denis Thatcher. Ze trouwden in 1951 en vestigden zich in Londen.

Denis heeft Margaret altijd in haar politieke ambities gesteund, zowel in het begin van hun huwelijk, als later toen ze premier was. Een belangrijk voordeel voor Margaret was dat Denis welgesteld was. Ze hoefde daardoor niet langer werk te verrichten waar ze niet ten volle achter stond.

Onmiddellijk na haar huwelijk ging ze rechten studeren, met als specialisatie belastingrecht, als voorbereiding op een verdere politieke loopbaan. Augustus 1953 kreeg ze een tweeling, Mark en Carol.

Combinatie kinderen en werk

Thatcher was dus getrouwd, moeder en ze ambieerde bovendien een politieke carrière. Tot 1970 was dat ongebruikelijk. De meeste vrouwen in de politiek – en dat waren er niet veel – waren ongetrouwd, of op zijn minst kinderloos. De combinatie kinderen en betaald werk was voor veel vrouwen te ingewikkeld. De familie Thatcher schakelde de hulp in van nannies en kostscholen. Margaret Thatcher doorbrak een trend.

Onder Thatchers leiding is de Britse economie tijdelijk uit het slop geraakt en heeft zelfs een aantal jaren geboomd. Op een cruciaal moment – toen het sociaal-economisch zeer slecht ging met haar land – kwam Thatcher met een alternatief in de vorm van een streng monetaristisch beleid, dat in ieder geval rond midden jaren tachtig redelijk succesrijk was.

Toch heeft Thatcher lang niet al haar denkbeelden in de praktijk kunnen brengen. Toen ze aftrad bleek het door haar bekritiseerde centralisme van de staat niet verminderd. Evenmin was de belastingdruk afgenomen. De directe belastingen waren dan wel verlaagd maar de indirecte belastingen waren verhoogd, wat vooral de lagere sociale groeperingen in hun portemonnee trof. Ook de overheidsuitgaven bleven onveranderd hoog, vooral door de grote werkloosheid.

Thatchers binnenlandse beleid vergrootte de sociale ongelijkheid in Groot-Brittannië enorm. Er vormde zich een leger van werklozen

Het tweede kabinet-Thatcher (1983-1987), haar succeskabinet, slaagde erin de inflatie – aangewezen als economische vijand nummer een – onder controle te krijgen. Maar onder het derde kabinet nam deze weer toe. De hele economische situatie begon toen weer te verslechteren.

Daarbij komt dat door Thatchers binnenlandse politiek de sociale ongelijkheid enorm vergroot is. Tegenover de groei en bloei van nieuwe industrieën en ondernemingen op het terrein van dienstverlening en moderne technologie stond het verval van oude industriesectoren, waardoor zich een groot leger van werklozen vormde en een sociale onderklasse ontstond.

Reagan en Gorbatsjov

Overigens heeft Thatcher wel een eind kunnen maken aan de onverkwikkelijke rol die de vakbonden met hun desastreuze stakingspraktijken in de Britse samenleving speelden. Bovendien wist Thatcher de status van Groot-Brittannië in de buitenlandse politiek tijdelijk te verhogen. Te veel betaalde gelden aan de EEG-kas zijn teruggegeven.

Thatcher onderhield goede betrekkingen met de Amerikaanse president Reagan en de Russische president Gorbatsjov, en in 1982 won het Verenigd Koninkrijk de Falkland-oorlog. Tegen het eind van haar regeerperiode brokkelde het Britse prestige in het buitenland weer enigszins af door Thatchers negatieve houding tegenover verdere Europese samenwerking.

Hoe men haar beleid ook waardeert, Thatcher heeft met haar kabinetten in ieder geval een zware stempel gedrukt op de Britse geschiedenis van de twintigste eeuw.

Met haar confronterende en agressieve optreden compenseerde Thatcher mogelijk haar positie als buitenstaander

In twee opzichten verschilt Margaret Thatcher van andere vrouwelijke nationale leiders na 1945: haar prestatie is indrukwekkender en ze is niet van hoge komaf. Ook al is ze dan – met een vader die uiteindelijk burgemeester werd – niet helemaal ‘van de straat’.

Waarschijnlijk heeft Margaret Thatchers achtergrond haar wil om een goede politieke pres tatie te leveren aangescherpt. In haar optreden was ze vaak confronterend en soms zelfs agressief. Volgens biograaf Hugo Young compenseerde ze daarmee haar positie als buitenstaander: als vrouw en als een van de weinigen afkomstig uit een ‘gewoon’ milieu. Veel collega-ministers en partijgenoten waren van adel of behoorden tot de upper class. Thatcher opereerde zo dominant uit onzekerheid, vermoedt Young.

Overigens profiteerde Thatcher ook van haar buitenstaanderspositie door zich te profileren als kampioen van de kleine spaarzame harde werkers en zakenlieden. Daarbij was Thatcher in haar optreden niet alleen dominant en agressief. Zoals de Amerikaanse politicoloog Michael Genovese terecht opmerkt, was ze juist zeer behendig als gender-bender, ze kon heel goed afwisselend mannelijke en vrouwelijke rollen spelen, al naar gelang de omstandigheden.

Vrouwelijke charmes

Soms was ze de honorary male, die met haar agressieve optreden schrik inboezemde en haar mannelijke collega’s op het verkeerde been zette. Juist omdat zij een vrouw was, wisten zij niet hoe ze op haar moesten reageren en Thatcher aarzelde niet om van die verwarring gebruik te maken. Op andere momenten zette ze haar vrouwelijke charmes in, en bij tijd en wijle presenteerde ze zich als de liefhebbende moeder van een gelukkig gezin en zelfs als moeder en huisvrouw van de natie.

Veel van haar collega’s bleven moeite houden met het feit dat zij, prime minister, een vrouw was. Jim Prior, minister in de eerste twee kabinetten, heeft met zoveel woorden in zijn autobiografie getuigenis afgelegd van zijn male chauvinism dat zijn houding tegenover Thatcher bepaalde. Zelf is ze in haar memoires terughoudend over de vraag in hoeverre haar sekse een rol speelde in haar premierschap. Het is echter waarschijnlijk dat het, doorgaans latente, seksisme meer aan de oppervlakte kwam tegen het eind van haar regeerperiode.

De klachten van collega-ministers over Thatchers dictatoriale optreden namen in deze periode hand over hand toe. Zij zelf kwam steeds meer in een isolement terecht. Dit kunnen niet uitsluitend tekenen zijn van de verminderde zeggingskracht van haar beleid. Het waren ook symptomen van onvrede over het dominante optreden van een vertegenwoordigster van de tweede sekse ten overstaan van haar mannelijke collega’s.

Margaret Thatcher kon aantreden als prime minister omdat ze op het juiste moment met een oplossing kwam voor de British disease. Bovendien had ze het feministisch tij mee. Ook haar opvoeding en huwelijk hebben een gunstige bijdrage geleverd aan haar loopbaan. Maar van doorslaggevende aard voor haar succes is toch dat Thatcher niet bang was om afwijkende standpunten in te nemen en dito posities te bekleden.