Janna Coomans schreef een levendig boek over middeleeuwse criminelen. Ook bij relatief lichte vergrijpen dreigden voor hen strenge straffen. Toch eindigde niet iedereen aan de strop of met zijn hoofd op het hakblok.
Voor Dievenland gebruikte Janna Coomans tot nu toe onbekende bekentenissen, vooral uit de archieven van de Hanzesteden Deventer en Kampen en uit de meierij van ’s-Hertogenbosch. Hierdoor kan ze een gedetailleerd en persoonlijk beeld geven van de levens en de dood van mensen aan de zelfkant van de samenleving in de jaren 1450-1550.
Waarom kozen sommige middeleeuwers voor het dievenpad? Een enkele keer was het voor de spanning, maar voor velen was het een kwestie van overleven. Dieven stalen munten en luxegoederen, maar ook dagelijkse gebruiksvoorwerpen, kleding, vee en kazen. Diefstal werd streng bestraft, niet zelden met de dood. Maar Coomans plaatst de middeleeuwse straffen in de context: middeleeuwers gingen anders met materiële bezittingen om dan wij. Aan dagelijkse voorwerpen werd meer emotionele waarde gehecht dan vandaag de dag, nu ze goedkoop en vaak van plastic zijn.
Middeleeuwers hielden wel rekening met de omstandigheden. Eerste overtreders werden veel minder streng gestraft dan veelplegers, die met hun hoofd in de strop of op het hakblok eindigden. Belangrijk was dat de verdachte getuigen kon optrommelen die een goed woordje voor hem of haar kwamen doen. Ze hoefden geen alibi te zijn, maar moesten verklaren dat de verdachte een goed persoon was. Het draaide om faem: in modern Nederlands ‘roem’, in Middelnederlands ook ‘reputatie’, ‘gerucht’ of ‘beruchtheid’. Als je niet eerder in aanraking was geweest met justitie en vrienden van je goede faem konden getuigen, dan kreeg je een boete. Ook de autoriteiten hadden hier baat bij. Executies waren niet gratis en boetes brachten juist extra geld in het laatje, waarvan een deel aan de strijkstok bleef hangen.
Er was sprake van klassenjustitie. Autochtonen kregen lagere straffen dan vreemdelingen. Die hadden geen vrienden in de stad om voor hen te getuigen, bovendien waren ze eigenlijk bij voorbaat al verdacht. Veel dieven waren bovendien constant op reis, omdat ze gestolen goederen uit de ene stad in de andere moesten verkopen en voor hun eigen veiligheid niet te lang op één plek konden zijn.
Coomans schrijft tevens over georganiseerde misdaad: over de wrede bende van Knyp, die zich niet alleen schuldig maakte aan diefstal en moord, maar ook aan opzettelijke brandstichting. Ze laat zien hoe de lokale en provinciale autoriteiten met elkaar samenwerkten om de boeven te pakken te krijgen: een soort provisioneel, premodern Interpol. Janna Coomans heeft een geweldig boek geschreven.
Dievenland. Overleven in de Middeleeuwen
Janna Coomans
320 p. De Bezige Bij, € 27,99

Openingsbeeld: De misantroop, een schilderij door Pieter Bruegel de Oude uit 1568. Een grijsaard wordt bestolen.
